zondag 22 december 2024

personal4

Artikelindex

 

Ma en mat!

Is Gematigdheid een moederlijk soort rekenkunde? Op het moment dat ze leven baart, baart ze het voorzienbare einde van dat leven. Moeders construeren tijdelijkheid in een oceaan van tijdloosheid. Met elke geboorte begint het aftellen.

Een moeder voorziet ook eerder de samenhang tussen haar vruchtbaarheid en overbevolking dan haar mannelijke gezel die liever groeiende markten en daarbij horende macht ziet.

Ecologische verstoringen, opwarming van de atmosfeer en uitdijende oceanen worden niet gezien als resultaten van onbeheerste bevolkingstoename. Maar dat is onderdeel van een ideologie waarin vrouwelijke waarden als niet bijzonder relevant worden gezien.

Dat is een keuze die we ooit maakten.

Onvoldoende bewustzijn van de EENHEID staat gelijk aan opsluiting in tegengestelde belangen. En de wijze waarop opgekomen wordt voor die belangen laat zien dat respect voor zelfs menselijk leven en menselijke integriteit, ondanks vele mooie woorden en bevlogen standpunten, een lage status heeft.

Ideologieën zijn gesloten systemen en houden zich blind voor alles wat die ideologieën weerlegt. Hun overtuigingen zijn waar omdat ze waar heten te zijn.

Zoals ik er naar kijk komen ideologieën voort uit een onvermogen de oude mythische verhaallijn te zien als levend, altijd beweeglijk water waarin de eigentijdse dogma's en vooroordelen uit hun verstarring worden gehaald. Heilige kalveren zijn in de materialistische optiek fabeldieren die niets te maken hebben met de sprookjes waar we als verlichte consumenten in horen te geloven; fabels die rente opleveren, en winsten die geluk opblazen tot ‘Jurassic Proportions'; een meso positie, het midden houdend tussen wijs en onwijs, tussen leugen en waarheid.

Juist echter in dat midden zien we de monsters ontstaan die zodra de condities wat veranderen het eerste uitsterven, plaats makend voor weer andere monsters. Grenzen zijn onderwerp van permanente discussie, duinrijen die onder invloed van de samenkomst van water en aarde voortdurend in beweging zijn. Dat de collectieve zucht naar een ‘zo neutraal mogelijke' centrumpositie nu juist de revolutionaire impuls dient, komt voort uit gebrek aan herinnering van de eigen afkomst. We moeten vooruit en dan is er geen tijd om terug te kijken. De extremen worden ontkend, ideologische veren afgeschud, maar zodra de voordelen van het midden teveel verdeeld wordt over teveel aanspraakmakers wordt er toch weer terug gegrepen op die ideologische afkomst en slaat de vlam in de pan.

Niet getreurd, voorlopig hebben ideologen het nog goed voor elkaar. Kritiek op hun breinspinsels is een direct bewijs van gebrek aan ontwikkeling of beschaving. Net als in het mengen van de elementen gaat het hier om verdeling, en in het spel mag het belang van de knikkers nooit onderschat worden.

Mat glas is niet doorzichtig maar wel doorschijnend. Onze meer recente ideologieën worden in verband gebracht met de Verlichting, maar wat die Verlichting nu precies verlicht blijft onzichtbaar. Tenzij een broodje rationeel denken jou nu juist in leven houdt, een non-issue voor de roesdansers op de vloeren van disco, hiphop dan wel techno.

Het stellen van vragen wordt door de rauwdouwers van de projectontwikkeling als een remmende, en dus (tijd is immers geld) als een onacceptabele bemoeienis beschouwd, vooral ook wanneer dat vragen zijn naar de gevolgen van een project of hoe lange termijneffecten zich verhouden tot korte termijneffecten, of omgekeerd.

Ik zie alle claims op verlichtheid eerder als een voortzetting van een despotisme die we vanuit de geschiedenis kennen als een fase in de ontwikkeling van godsdiensten, staten en allerlei andere rond sterke figuren opererende menigten. De beloften waarmee de aanhang wordt gelijmd zijn maar al te doorzichtig maar niet erg doorschijnend; hetgeen aantoont dat er af en toe iets omgedraaid moet worden om het verband tussen zicht en schijn in stand te houden.

Matglas speelt een rol in de optiek van de donkere kamer. Het gaat niet slechts om een positie tussen licht en duisternis maar vooral ook om die tussen zichtbaarheid en onzichtbaarheid.

De vragen die ik hier stel zijn bepalend voor wat wel en wat niet in zicht mag komen. Vraag ik alleen naar het zichtbare dan zal het onzichtbare zich niet melden. Vraag ik alleen naar het onzichtbare dan verwacht ik niets te leren over het zichtbare. Stel ik vragen over de relatie tussen die twee dan verbind ik tegenstellingen en open de sluizen van openbaring en inwijding. De strijd tussen realisme en antirealisme laat zien dat strijd tot niet veel meer in staat is dan het vergroten van het dualisme.

Vanuit de donkere kamer krijgen we te zien wat de fotograaf ons wil laten zien, en met fotoshop is het manipuleren van de plaatjes van de werkelijkheid gemeengoed geworden; een artistieke mogelijkheid maar ook een nieuwe criminele tak van vervalsing en misleiding.

Misleiding, omleiding; steeds weer kom ik de omweg tegen. Beeldvorming is, net als herinnering, bouwstof van zelf, werkelijkheid en andere zogenaamdheden. Matglas of ‘drempel en sublimatie'. Dat wat niet tot expressie wordt gebracht, niet over de drempel heen mag wordt een aangroeiende massa, een stuwmeer die bij doorbreken de chemie van alle bereikte evenwichten drastisch verstoort.

Herinnering, het weten waar we vandaan komen, mag de gemiddelde vooruitgangsadept voorkomen als een verspillende omweg; in Gematigdheid zal toch onderkend moeten worden dat herinnering en (ge)weten nu juist moeten voorkomen dat onze evolutie niet anders geschreven kan worden dan in bloed, zweet en tranen.

Het klinkt allemaal eenvoudig zat. Weten waar je vandaan komt. Voor je wat weet zit je bij de regressietherapeut, wegzinkend in een onverifieerbare poel van al of niet geleide fantasieën.

Daar valt van alles en nog wat over te zeggen, wat dat betreft lijken fantasieën bedenkelijk veel op symbolen. Belangrijk in deze acht ik de voorwaarden voor de overgang van denken naar herinneren. Ontspanning van lichaam en geest zijn in alle hypnotherapieën vaste ingrediënten.

Zolang God een uitbreiding is van dat verdraaide ego, met alle megalomane fantasieën die daarbij horen, ontgaat het ons dat het juist het ontbreken van positief ego is dat ons de das omdoet. Onze arbeid aan de mix van aarde, water, lucht en vuur vereist een uniek persoonlijke beoordeling die tot uniek persoonlijke opstellingen leidt. De burgerlijke ongehoorzaamheid waar ik nog wel eens een lans voor breek is de consequentie van het ontstaan van een mensensoort die de smaak voor collectieve standpunten aan het verliezen is, en zeker wanneer die collectiviteit uitgaat van ‘waardenvrijheid'.

Maar toch! ‘Ik-zeggen' zoals dat ontstond in VIJF mag niet alleen maar een reactie zijn op de ideologiserende en geïdealiseerde omgeving. De ik-functies dienen er toe de innerlijke gewetensfuncties bloot te leggen, zodat collectieve problemen herkend kunnen worden als projecties van heel persoonlijke opvattingen over de ontwikkeling van het IK. Het collectief kan op haar beurt nooit fundamenteel afwijken van hetgeen bereikt is in al die persoonlijkheden die de aarde bevolken, onderdrukkers en slachtoffers gelijk. Actie en reactie vormen de vicieuze cirkel die - in het vierkant geplaatst - haar oorsprong prijs geeft.

Teruglezende tot waar ik nu ben kan ik niet echt tevreden zijn met mijn poging dat ‘moeilijke' beeld van Gematigdheid te doorzien.

Ik vermoed dat 14 een aansporing bevat nu echt te beginnen met het Grote Werk, ofwel met het mengen van de vier elementen.Ik begrijp dat mijn aarzeling hiertoe over te gaan te maken heeft met angsten die ik nog maar voor een klein deel heb geïdentificeerd.

De vertraging die nodig is om bij het innerlijke Celestiet (een mooi blauw kristal ook wel Engelensteen genoemd) te komen is geen eenvoudige klus voor een gedreven type als ik ben. Maar als het lukt komen juist in toenemende vertraging de heel hoge frequenties beschikbaar van dat transcendente kristal.

Het lijkt zinnig mijn tegenzin voor omwegen en vertragingen opzij zetten en me tot traditie te wenden voor informatie. Sjamanen hadden kennis van de aarde en van wat daarin ligt verborgen.

Of misschien moet ik gewoon niet zeuren en accepteren dat zelfs onze grootste onmatigheden toch vooral ook ontwijkingen zijn voor die veel grotere confrontatie waarin het IK als schepper van de eigen werkelijkheid ter verantwoording wordt geroepen. En misschien hadden figuren als de Verloren Zoon of als Saulus wel gelijk. Om nu juist in allerlei uitspattingen inleidingen te zien voor Gematigdheid is een conclusie die niet voor de hand ligt. Maar het positieve, het dynamische wordt nu eenmaal heel sterk gestuurd door de onderwereld, ofwel het onbewuste.

Dat zou betekenen dat cultuur per definitie de afstand tussen de mens en zijn bron(nen) vergroot; een kloof die natuur weer zou moeten dichten. Er van uitgaand dat de bron waar het hier over gaat zich laat kennen in identiteit, integriteit of spiritualiteit, valt er heel wat te winnen. Het zijn deze eigenschappen die in de vragen die in Tarotlezingen worden gesteld altijd weer opkomen. Geen wonder wanneer bedacht wordt dat een orakel uitnodigt tot zelfkennis.

Het woord Kabbala betekent traditie.

In de kabbala is Gematigdheid de verbinding tussen twee sferen, waarvan er een de Maan symboliseert en de ander de Zon. Vanuit de elementen gezien gaat het hier dus over de menging van Water met Vuur, waarbij het goed is voor ogen te houden dat menging niet alleen een fysieke bezigheid is maar ook een metafysische. Stoom dreef ooit onze machines aan, zoals mist in de metafysische binnenwereld het medium (het transportmiddel) is dat ons in staat stelt van de tonal naar de nagual te reizen. De combinatie van expressie en ontvankelijkheid als aanraking, als verbinding – mengt net zo goed als de suiker die ik in aan mijn hete koffie toevoeg. Pure koffie is me te bitter. Pure suiker te zoet. Wie spreekt moet ook luisteren. Mengen is het handwerk van Gematigdheid.

In termen van wegen en omwegen ziet symboliek er eerder uit als een kronkelweg dan de mooie strakke boulevard die ik hoopte te bewandelen toen ik besloot een poging te wagen de ‘Tar (koninklijke) Rot (weg)' te ontcijferen.' Dat ik aan deze kronkelweg de voorkeur gaf zat hem vooral in de ontoereikendheid van de taal die ik sprak, en waarin het ‘All I need is Love' niet leidde tot de paradijselijke toestand die deze woorden leken te beloven. Als Twee niet meer is dan de optelling van 1 + 1 dan zal de meerwaarde van de som die 2 is zich blijven verbergen.

Zij die het logische denken voorstaan wensen zich niet in te laten met allerlei emotionele windingen. Dat vertroebelt het zicht op de logica.

Zij die hun hart willen laten spreken vinden abstractie en rationaliteit als obstakels op hun weg. De emotionele laag onderdrukken kent ernstige gezondheidsrisico's.

Dat deze twee in gescheiden staat verantwoordelijk kunnen zijn voor onaanvaardbare tegenstelling en extremisme mag duidelijk zijn. Hoe water en vuur te verenigen tot iets dat nog binnen de taal past is minder duidelijk. Ik kan dat iets stoom, damp, aurakleur of mentaal beeld noemen; daarmee bereik ik geen dieper inzicht in de menging van die twee. Ik kan hoogstens constateren dat de samenkomst van persoon (water) en bovenbewustzijn (vuur) tot beelden leidt die voor droom of werkelijkheid aangezien kunnen worden, of misschien wel voor allebei tegelijk.

Water gaat over aardse eigenschappen, vuur over hemelse.

Voor mezelf bedacht ik dat, ‘Onze Vader die in de Hemel woont, Zijn wil geschiedde op Aarde zoals in de Hemel', een mantra is die precies op de situatie is toegesneden. Maar er zal ongetwijfeld voor elke smaak een oplossing te vinden zijn. Agnost of Jehova; er komt altijd wel weer een crisis die maakt dat je de intelligentie die het lot zo beroerd bestiert wel naar de aarde wil slepen; al was het maar om hem een kopje kleiner te maken. Niet eens zo extravagant als je bedenkt dat het lagere al bereid leek het leven te willen geven (12) voor een beter leven.

7 ziet er uit als een pijl die doel zoekt. Plaats ik 7 voor de spiegel dan richt die pijl zich in twee tegengestelde richtingen. Vertrekpunt en bestemming blijken elkaars spiegelbeeld te zijn. Een mens op zoek naar zijn identiteit, zijn meest persoonlijke talent, zijn missie of levensdoel is een mens op zoek naar zijn innerlijke bron. Dat is zijn queeste.

Afkomst wordt in 14 iets om onder de microscoop te leggen. Regressietherapieën volgen de intuïtie dat afkomst onze bestemming herbergt, en omgekeerd. De asymmetrische pijlpunt van 7 doet aan de boemerang denken die voorwaarts geworpen op zijn terugweg de werper treft. Wat je doet voor een ander blijkt toch steeds weer een bijdrage te zijn aan je eigen evolutie. Hoe ook; de Maan (intuïtie) zoekt de Zon (de rede), zoals de Zon de Maan zoekt. In mijn denken zijn deze twee (en hun bewegingen) gescheiden, zoals in de symboliek van de boemerang.

In de kunst van het boogschieten is ontspanning van lichaam en geest voorwaarde voor goede resultaten. Symbolisch staat de boemerang voor ‘terugkerende omstandigheden, een uitstekend embleem voor historici en, hoe kan het anders, voor symbolisten. Dit roept een andere gedachte op. Er staat geschreven dat het Hemelrijk vooral gereserveerd is voor de armen van geest. Theologen hebben zich beijverd helder te maken dat we het hier niet over verstandelijke gehandicapten hebben, maar over hen die graag aan de voeten van de Meester plaats nemen en zijn woorden indrinken.

Ik zou dat wat uitgebreid willen zien tot alles dat zich in mijn aandacht aanbiedt. Alles wat me overkomt en alles wat in me opkomt functioneert als mijn grote guru, of als mijn orakel zo je wilt. Om groter bewustzijn te ontvangen moet ik bestaand bewustzijn verlagen. Water moet iets minder water willen zijn en vuur iets minder vuur, om menging mogelijk te maken. En voor egotrippers moet ik ten overvloede opmerken dat de komst van een hoger IK de relativering van het bestaande IK-beeld vergt. Mezelf te zien alsof ik een ander was is een machtig hulpmiddel in deze beweging naar nieuwe lege ruimte die gevuld kan worden met wat Grote Geest maar in petto mag hebben.

Een LSD trip begint met dissociatie, een kort verblijf in het schemerlicht tussen leven en dood. Voor sommigen al genoeg om de hele trip als een hel te ervaren.

Het waren niet de domste bij wie ik de opvatting vond dat Gematigdheid de moeilijkste is van de archetypen die de Grote Arcana onder mijn aandacht brengen. De zuivere menging, de perfecte balans blijven wenkende perspectieven die onder vuur genomen worden door de chaos ofwel door wat ik dynamische (onaangepaste) kwaliteiten ben gaan noemen.

Dat ik mijn ego kan relativeren lijkt me niet tot de onmogelijkheden behoren. Maar hoe kan ik verwachten dat het bovenbewuste zichzelf relativeert?

Ik ben geneigd aan te nemen dat dit een esoterisch probleem is. God buiten onszelf, ja zelfs boven onszelf, plaatsen - heeft de perceptie van dat beeld verstart. Ook al neem ik aan dat mensen goden scheppen zoals goden mensen voortbrengen, dan nog zie ik niet waarom of hoe het hogere zich zou schikken naar het lagere. Zo hebben we dat nu eenmaal gewild; een onveranderlijke, op zichzelf staande kracht die alles kan veranderen behalve zichzelf.

Nu we echter holistischer percepties aan het ontwikkelen zijn is die eenzijdigheid niet langer vol te houden. Dat mensen in hun dromen engelen of goddelijke wezens tegen kunnen komen bewijst dat wederkerigheid een grote rol speelt. Een engel mag dan vleugels hebben; voor het overige is het precies een mens. En als de Zoon van God een mens is; hoe ziet God de Vader er dan wel niet uit. Of God de moeder.

Ik denk niet dat we ooit aan dit experiment toekomen, toch zou ik wel eens willen weten hoe bovenbewustzijn zich manifesteert als we onszelf over langere tijd wijs maken dat God werkelijk een ezel is.

Dit zijn moderne problemen. Weleer, toen God en Natuur één ding waren, leek de voortdurende aanpassing aan zulke dualistische waarden als ‘ruimte en tijd' of aan ‘hier en nu' een vanzelfsprekendheid. De Maan, symbool van alles dat adem haalt, is in voortdurende verandering. Zon en Sterren in hun banen, botsend, elkaar verslindend soms - houden een heelal in stand waarin orde en chaos verwisselbare ideeën zijn.

De slapende memen van dit kosmische beeld zijn ontwaakt in moderne wetenschap en het is een kwestie van tijd dat de vanzelfsprekendheid van de EENHEID van alle dingen weer hersteld is.

Of jij of ik dat meemaken hebben we in eigen hand. De twee bekers, een zilveren en een gouden, openen zich voor elkaars eigenschappen en creëren zo een energiestroom die ik elders openbaring, en ook wel genade heb genoemd. Dualisme is een formidabele aanjager. God is alleen maar een totaal onbewuste inhoud in zoverre we van een op zichzelf staande, onafhankelijke God spreken. Maar dat is niet wat God is. ‘Alles' en ‘niets' zijn uitdrukkingen voor het gezochte Goddelijke. God, net als de stroom tussen de uitersten is een enigma dat niet past in het menselijk verstand. Openbaring van de inhoud van EENHEID is een ervaring, zeker niet minder subtiel dan de geur van een roos, onmogelijk in woorden over te brengen.

Terwijl ik dit schrijf besef ik dat de expressie van het Goddelijke potentieel aanwezig is in alles wat ik doe en naar buiten breng, dat ik inderdaad de schepper ben van mijn eigen realiteit. Ik sta maar liever niet te lang stil bij de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt. Engelenkunde is een vak apart, een terrein dat als elke iconografie het uit je hoofd leren van allerlei lijstjes vergt. Elke godsdienst heeft zijn eigen hiërarchie van goden of engelen. Vergelijking tussen de verschillende mythische tradities toont echter aan dat er veel overeenkomsten zijn.

Omdat we er zo weinig meer van afweten zal bij velen de engel op kaart 14 geïdentificeerd worden als de persoonlijke engelbewaarder, een vergoddelijking van de gewetensfunctie. In hoeverre engelbewaarders de vensters zijn op het onbekende hogere onbewuste is de vraag die ik me stel wanneer ik het beeld van engelenscharen rond Gods troon in overweging neem. De Magiër (1) die God (4) in het gelaat ziet. Hier is de engel de omweg naar directe aanschouwing van hetgeen wij op bewustzijnsniveau aan openbaring van dit goddelijke centrum hebben ontvangen.

Geloof als omweg naar wetenschap komt me bekend voor. De hypothese, het axioma; lijken ze niet als druppels water op belijdenis en dogma? Een mens kan niet begrepen of beoordeeld worden op uitsluitend zijn meetbare eigenschappen. Het lichamelijke associeert slechts met één van de vier elementen.. maar is tegelijkertijd een composiet waarin alle denkbare elementen een plaats en een rol vervullen.

Hoe materie tegelijkertijd onderdeel en geheel kan zijn zit hem vermoedelijk in de aard van energie die wat aura's, etherische lichamen e.d. onmeetbaar is maar als onderliggende bouwstof van het materiele zeer meetbaar is, ook al lijken de uitkomsten steeds minder op de mooie, simpele, lineaire structuur waarop we toch maar een ‘wereld van vooruitgang' hebben gebouwd.

Door een ontaarde ontwikkeling in de wetenschap hebben we het meetbare aangezien voor de werkelijkheid, met voorbijzien van al het onmeetbare. Zo heeft wetenschap zich trachten af te zetten tegen geloof zonder er in te slagen dit geloof uit de eigen systematiek te weren.

In 5 maakten we de eerste opflikkering mee van een ontwikkeling naar individualiteit. In het onvermogen ‘nee' te zeggen tegen collectieve waan en dwang zag ik een eerste aanraking met de spirituele natuur van de mens. Nee, het nadenken over engelen was geen aan onze bewonderenswaardige ratio ontleende activiteit, maar hetzelfde kan gezegd worden van bijna alle denkactiviteit.

Bewustzijn is maar een heel klein lichtje in de oeverloze duisternis van het onbewuste, maar uit het feit dat ik me bewust kan zijn van het onbewuste, zoals ik me bewust kan zijn van de NUL, moet ik afleiden dat irrationaliteit de norm is. Tenzij ik bewustzijn van het niets als een rationele basis beschouw voor het nemen van verstandige besluiten. Want wat is nu helemaal wetenschap of kennis van de ‘realiteit' als we alleen maar wat schaduwen opmerken die het licht van buiten op de wanden van mijn grot projecteert.

Dit allemaal overwegende komt het me des te verbazingwekkender over dat we het met al die irrationele brokstukken toch nog zo ver geschopt hebben. Of zijn we er ten opzichte van wat we eens waren alleen maar op achteruit gegaan? De relatie tussen existentiële onwetendheid en de ontwikkelingen in cultuur en techniek is zo wonderbaarlijk dat de aanwezigheid van kaboutertjes, fabeldieren of engelen als koppelstukjes daar maar een vederlicht accent aan toevoegt

Engel betekent ‘boodschapper'; zij (hij) is de aankondiger van grote gebeurtenissen. Ik wil me niet teveel binden aan het beeld dat hier aangeboden wordt. Waar jij of ik engelen zien, ziet een indiaan één van zijn totemdieren. Deze fantomen van onze onmeetbare, spirituele conditie onderhouden de openbaringsstroom.

 

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 261 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +