HOOFDSTUK 18: De Maan
Vervolg van De TAROT 17: De Ster
Hoofdstuk 18
‘“In den beginne was de vrouw de Zon”
Als ik al een potje heb willen breken voor animisme en sjamanisme, dan is het hier in de Maan-tijd (droomtijd wellicht) om die aandoening verder te ontwikkelen.
Was alles meetbaar dan hadden we geen voorstellingsvermogen meer van node, maar is dat wat de wetenschapper wil?
De Maan.
1 + 8 = 9, is het uiterste wat in de getallen bereikt kan worden. Daarna komt 10, en dat is 1+ 0 = 1
Negen is eindpunt en beginpunt tegelijkertijd. Negen bleek ook onontvankelijk voor corruptie. Zoals je een hond niet voor de gek houdt met persoonsverwisselingen, zo kijkt de Maan dwars door rationalisaties en uitvluchten heen.
Dit smeltpunt van alles en niets had ik op het oog steeds wanneer ik het had over de enige religie die ik wil kennen; die niet zomaar is, maar telkens ontstaat wanneer ik verbindingen, en niet alleen maar onderscheidingen, zoek.
In de getallen van de Grote Arcana heb ik te maken met één- en tweebenigen, Van Nul tot en met Negen werd de schone, onbewuste lei beschreven met de wachtwoorden van het collectief, zodat aanpassing en deelname aan de geldende omstandigheden mogelijk werd.
In de getallen van Tien tot en met Achttien werd volgens het principe ‘zo binnen zo buiten’ ontdekt dat het bestaande lichaam van de ‘realiteit’ de Geest buiten spel heeft gezet. In de eerste TWEE die ik onderzocht bleek ‘spiegelen’ een wachtwoord te zijn. Als ik vind dat er onverzoenlijke spanningen zijn ontstaan tussen Geest en Beest - ofwel tussen Idee en Werkelijkheid -, dan is dat een bevinding die in alles wat ik ken gespiegeld wordt.
Wat materie is denken we te weten. De idee van Geest ligt kennelijk wat ingewikkelder. Gelukkig bestaan er woordenboeken. Geest , lees ik, is het menselijk vermogen te denken, te herinneren, te voelen en te willen. En dan; Geest wordt beschouwd als een onstoffelijke zelfstandigheid . Dit levensbeginsel wordt ook wel ‘de ziel’ genoemd en is de zetel van de gedachte, de plaats waar de voorstellingen of begrippen gevormd worden. Via de Geest zijn alle levende wezens met elkaar en met alle andere dingen verbonden.
Geen mooie logische blauwdruk van de werking van de Geest, maar een oceaan aan moeilijk te substantiëren noties, aannames, dubbelzinnigheden en vaagheden. Over chaos gesproken! Of over ‘voorstellingsvermogen’.
De onmeetbaarheid van de Geest stelde wetenschap die het van meten moet hebben voor problemen. De schepping te bestuderen, maar niets zinnigs te kunnen zeggen over de veroorzaker en de beweger van die schepping. Zo frustrerend!
Maar toch, als Geest onzichtbaar en onmeetbaar is zullen meet- en tastbare Materie uitgangspunt moeten zijn in pogingen de eenheid tussen het een en het ander te herstellen. Dat was de gedachte.
Wat we zien op het oppervlakte van de Maan is iets heel anders dan wat we zien als we naar de Aarde kijken. Ontelbare inslagen van ruimtepuin heeft de Maan haar levenloze pokdaligheid meegegeven, waar de Aarde - beschermd door dampkring, klimaat en erosie - in eindeloze cycli van seizoenen als een diamant werd geslepen. Klimaatschommelingen, erosie en tektonische activiteit deden ook een stevige duit in het zakje en hebben bijgedragen tot de schoonheid en vloeiendheid van het gezicht van de Aarde.
In zekere zin bevat het oppervlak van de Maan herinneringen aan eindeloze botsingen met zeg maar apocalyptische afloop, getuigenissen van een gewelddadig verleden waarvan de littekens op Aarde veel moeilijker te vinden zijn dan op de Maan. Willen we weten wat het heelal, verpakt in steen en ijs, op ons heeft afgevuurd dan lijkt het aanbevelenswaardig een maanvestiging te openen. Volgens Fred Hoyle brachten deze bombardementen de biologische bouwstenen van leven op aarde.
Geest te beschouwen als een onstoffelijke zelfstandigheid en niet als een spookachtige matrix waarin al het zicht- en meetbare (vanuit een schijnbaar niets) gevormd wordt, heeft voor lange tijd ons wereldbeeld bepaald. Je zou dit het cartesiaanse standpunt kunnen noemen.
De Maan is zelf een nakomeling van botsingen, (omstandigheden) die de Aarde in stukken reet. Dat ziende maakt duidelijk hoe verschillende omstandigheden heel verschillende eigenschappen genereren, hetgeen de claim van zelfstandigheid een flinke tik geeft. Ik kan niets bedenken waarvan ik me kan mij een geheel op zichzelf staande zelfstandigheid niet voorstellen. Alles moet meebewegen in de chemische gist van de manier waarop wij naar de dingen kijken. Alles is onderdeel van alles.
De Maan is een fraai symbool voor de onderlinge samenhang van zichtbare en onzichtbare zaken.
Het zichtbare deel van de Maan wordt ‘schijngestalte’ genoemd. Dat wat we zien is afhankelijk van de hoek waaronder de Maan beschenen wordt door de Zon, en van de hoek waarmee ze vanaf de aarde bekeken wordt. Subjectiviteit is kennelijk de norm, objectiviteit is een afwijking van die norm. Objectiviteit is een bovenpersoonlijke gemoedstoestand waarvoor we geen theorie hebben.
In een moment van lichtzinnigheid heb ik de term ‘directe kennis’ omarmd. Bovenpersoonlijke toestanden kunnen niet beschreven worden met de taalmiddelen van alledag. Wiskunde, Kabbala, Numerologie, Gematria of Groene Taal lijken uitgevonden te zijn om schijn en werkelijkheid met elkaar te verbinden. Wat in de Ster als emotie ervaren wordt zoekt vorm en belichaming in de Maan. Dat doet denken aan eerdere associaties met zwaarte- dan wel aantrekkingskracht. Een van de belangrijkste invloeden van de Maan op de Aarde zou in termen van zwaartekracht beschreven kunnen worden. Voor de romantische lezer herinner ik aan overeenkomsten tussen liefde, aantrekking en dus zwaartekracht.
Heeft wetenschap de Geest als onwetenschappelijke onbewijsbaarheid (onmeetbaarheid) buiten de deur gezet? En wat voor gevolgen heeft dat gehad? Moeten empirisme, materialisme en kapitalisme geanalyseerd worden aan de hand van de standen van de Maan? Is dat de reden waarom onze voorouders zoveel hebben geïnvesteerd in de vormgeving van een astrologie waar een onbevangen onderzoeker steeds weer paf van staat.
In een heelal waar alles elkaar doordringt en overlapt is de kwalificatie, ‘onstoffelijke zelfstandigheid’, als een duif uit een hoge hoed. Wat zelfstandigheid?
Zonder ogen om er naar te kijken, zonder een brein om te interpreteren of zonder een of andere tastbaarheid om te analyseren of te meten, zonder tong of pen om mijn waarnemingen met de lezer te delen is het bestaan van iets dat zelfstandig zou kunnen bestaan volslagen lariekoek. De idee van zelfstandigheid dekt de idee van fragmentatie en verdeeldheid en staat de holistische benadering in de weg. Bij Teihard de Chardin, de man die vond dat liefde een drempel is naar een andere dimensie, vond ik de volgende regels.
WE ARE NOT HUMAN BEINGS
HAVING A SPIRITUAL EXPERIENCE
WE ARE SPIRITUAL BEINGS
HAVING A HUMAN EXPERIENCE
Te bedenken dat de lege ruimte die alle dingen met elkaar verbindt Grote Geest zelf is! Grote Geest die tegelijkertijd al die dingen is die door leegte verbonden zijn. Dat is wat ik ontleen aan Alpha en Omega, Yin en Yang of - zo je wilt - gebroken en ongebroken lijnen in de I Ching. In de fysica heet dat Deeltje en Antideeltje, die onverbrekelijke tweeling leert dat bewustzijn van dualisme de weg plaveit die naar EENHEID leidt. Eenheid is een staat van bewustzijn. Eenheid herbergt alles en dus alle getallen, inclusief, inclusief, inclusief!
Sinds hoofdstuk 8 en later in 17 weet ik dat mijn persoonlijke hoogtepunten, net als in alle andere ontwikkelingssituaties, niet hoger zijn dan het laagste punt. Als wij allemaal met elkaar verbonden zijn kan dat ook moeilijk anders. Als je werkelijk een Ster bent ontwikkel je dat laagste punt. Je hebt glimpen gezien van de astrale wereld. De zaak is duidelijk. Huur een kraam op de markt en vertel de mensen dat ze een Ster zijn met alle orgastische aandoeningen die daar bij horen. Het probleem is dat de voorbijgangers je niet zullen geloven. Het voedsel dat je in leven houdt, de kleding die je warm houdt en de technologie die het leven zo veraangenaamt worden voortgebracht door praktische mensen die ordelijk denken, logisch te werk gaan, en hun producten niet uit hun hoge hoed toveren. Wat moeten we trouwens met dromers en profeten die net als iedereen brood eten, en die ik ook nog niet over water heb zien wandelen. Al dat gedoe over verlichting terwijl we ons neerleggen bij pekzwarte onrechtvaardigheden!
Er is niet zo bar veel behoefte aan het soort verheven leraarschap van vaak in witte kledij gestoken deskundigen. Mogelijk krijgt de advocaat van een hogere bestaansvorm een rot ei naar het hoofd gegooid, maar dat is altijd nog een stuk beter dan een kruisiging.
Zoals we de diepte in de hoogte herkennen zo ook is het zaak dat er een innerlijke noodzaak ontstaat waarin dal en top in alle voor- en afkeuringen in evenwicht worden gebracht. Het dal dient geïnformeerd te worden over de eenheid van alle dingen, zoals de top wel iets van de gezelligheid en vruchtbaarheid van het dal kan gebruiken. In het verlengde van deze gedachten kan ik ook zeggen: ‘Het abstracte wil concreet worden. Geen woorden maar daden! Magie hoeft niet bewezen te worden maar moet worden herkend. En wie het statische karakter van het concrete vreest, vindt troost in de gedachte dat het tot transformatie brengen van het concrete vooral ook antwoord geeft op de vraag: ‘Waartoe zijn wij op aarde’?
Om het zelf te vinden moeten we ons de wereld ‘eigen’ maken. Wat de Magiër tot nu toe geleerd heeft is dat hij zijn doelen in zichzelf moet zoeken.
In 14 werd de aandacht naar het zintuiglijke lichaam geleid,
In 15 schreef ik: ‘Het zijn de zintuigen, als de bijen op kaart 5, die de rede informeren over ‘de waarheid ofwel de objectiviteit’ van onze situatie.
De betekenis van de bekende zintuigen als ingangen tot de innerlijke zintuigen die we nauwelijks of helemaal niet kennen is wat de huidige tijdgeest betreft nog onvoldoende in kaart gebracht. Het beeld van de wereld dat we van de uiterlijke, fysieke zintuigen ontvangen lijkt een objectief beeld te zijn maar gehinderd door ideologieën, veronderstellingen, conditionering en vooroordelen zal het ontwaken van de innerlijke zintuigen noodzakelijk zijn om - zoals in 16 wordt gestimuleerd - in contact te komen met het astrale inwendige van de fysieke zintuigen, waarbij de samenhang in 17 tussen een aardbewoner en de juwelenkist van het heelal in een licht komt te staan waar de fysieke ogen klaarblijkelijk nog niet tegen opgewassen zijn.
Als het concrete niet langer versluierd wordt door allerlei persoonlijke of collectieve ideeën blijkt het concrete met ideeën van zichzelf te komen die we in de nieuwe opvoeding, in de nieuwe psychiatrie of in welk interessegebied dan ook aan kunnen wenden en zodoende zonder om te vallen steeds meer zintuiglijke transformatie toe te laten. Om de juiste doelen uit te zetten zullen we ons moeten openen voor nauwkeuriger waarneming. De positie van de Kluizenaar hoog in de bergen of de hoge positie van sterrenwachten hebben qua functionaliteit veel met elkaar gemeen.
Droom en werkelijkheid lopen door elkaar heen en wie daar mee zit mist de boodschap. We kunnen die twee wel tegen elkaar uitspelen maar in 18 valt de gelijkwaardigheid op in de gestapelde nullen van 8.
Maar toch, een steen die in het waakbewustzijn wordt losgelaten valt onveranderlijk naar beneden. In een droom of in een fantasie moeten we dat nog maar afwachten. Omdat ons geleerd is dat dromen maar dromen zijn en we een dubbeltje niet kunnen omtoveren in een kwartje, maken we ons niet druk over de afwijkingen die onze geest ons in het maanbewustzijn voorzet. Dat is jammer want het is onze afwijzing van het aan ‘dood’ geassocieerde nachtbewustzijn dat ons opsloot in een wereld die haar dogma’s baseerde op de beperkingen van een hoge mate aan bijziendheid.
Zij die hun dromen opschrijven in een occult dagboekje zullen op een goed moment ontdekken dat er een lijn zit in de boodschappen vanuit het onbewuste. De genoteerde dromen kunnen aangevuld worden met alle manifestaties in onze geest of in de wereld die afwijken van het zogenaamde logische of het redelijke. De wanen zijn als de schijngestalten van de Maan. De werkelijkheid is volgens de quantum geleerdheid een concept dat zich in 9 dimensies manifesteert. De gedachte dat het menselijk voorstellingsvermogen ophoudt bij drie dimensies voorspelt een lange toekomst voor zoekers naar volledigheid. Om echt thuis te komen zullen we de schijngestalten van een-, twee- of driedimensionaliteit moeten doorzien, om over het nulpunt nog maar re zwijgen.
Dromen komen nogal eens met voorspellende, diagnostische en therapeutische inkijkjes. De kunst is om elk beeld binnen zo een droom te vertalen zoals we dat steeds doen in al onze symbolische verkenningen. Het huis kan het lichaam zijn, de Zon het bovenbewuste, de kelder het onbewuste….enz. Ze kunnen boodschappen bevatten uit onverwerkte en onbekende verledens.
Het lichaam kan ook verwijzen naar het lichaam als drager van heil (in belangrijke geloofsinzichten als dat van de Menswording van God, of naar vele andere zaken. Er wordt beweerd dat de Kerk het huis (het lichaam) is van God. De betekenis van een symbool loopt potentieel uit in alle denkbare richtingen.
Ondogmatische openstelling voor deze (groene) informatie kalibreert de matrix, een soort van karmische balans, waarin we langzaam verder incarneren - en belangrijker nog - waarin verstand en emotie beschenen worden door de ongekende helderheid van het astrale licht..
Dromen maken duidelijk dat er in ons onbewuste universele kennis bestaat die vreemd is aan het dominante, rationele denken. Maar wie goed oplet zal in droom of in daad weinig rationaliteit ontdekken.
Ik stel me voor dat helderziendheid, spiritisme, handoplegging en dergelijke in deze vreemdheid delen en dat holistisch bewustzijn, ‘de Nagual’, daarvan de kern is, en daarmee wonderwel past in het universele godsbeeld van animisme en vervolgens van sjamanisme.
Aan te nemen dat alle werkelijkheid deelt in dit mysterie, en dat de zogenaamde totale realiteit voort is gekomen uit de versmelting van zin en waan is een inzicht waarvoor tijd genomen moet worden, zoals geduld een belangrijk ingrediënt is in de aanpassing aan de nieuwe paradigma.zoals we die mogen verwachten bij de overgang van het Vissen naar het Watermantijdperk, of bij die van klassieke mechanica naar quantummechanica, maar ook die van 7 naar 9 chakra’s. In pogingen om tot een universele benadering van werkelijkheid te komen zal wellicht blijken dat alle werkelijkheid en onwerkelijkheid uit versmelting van statische en dynamische eigenschappen bestaat. Lichaam en Geest! Elk atoom, elk deeltje heeft een eigen perspectief op de steeds fantastischer wordende stand van zaken.
Geef ik het idee op dat er iets in deze wereld bestaat dat alleen maar normaal en voorspelbaar is dan komt er ruimte om mijn kijk op de potentie van de vereniging van droom en werkelijkheid ‘te laten groeien zoals het wil’. Forceren is in dit domein altijd contraproductief, zo niet levensgevaarlijk. Het begrip van de betekenis van het ‘niet mijn maar Uw wil geschiedde…’ is in mijn beschouwingen bijna uitgegroeid tot een roep om revolutionaire ontvankelijkheid.
Het kan zijn dat schone schijn zo regelmatig onderdeel uitmaakt van onze wereldbeelden dat we ze normaal en voorspelbaar zijn gaan vinden. Dat is geen tekortkoming van een zich openbarend heelal maar van de manier waarop we er gevoelig voor zijn, en er naar kijken. De afstompende herhaling is het gevolg van onze hechting aan wat bereikt is en de wijze waarop wij ons daar uit alle macht aan vast klampen, zodat het onbeproefde moeite heeft binnen te komen.
Een voorbeeld. Als de Koninklijke Maatschappij tot bevordering der Geneeskunde uit was op verbetering van de volksgezondheid dan zou studie van de spirituele betekenis van ziekte en gezondheid voorrang krijgen. Omdat studie op korte termijn minder oplevert dan therapie wordt dit door de Maatschappij niet als prioriteit ervaren; ook al zal elke medewerker van deze organisatie dit verband ontkennen. Maar breinonderzoek is toch echt iets anders dan zelfonderzoek. De toenemende onbetaalbaarheid van de geneeskunde is daar ongetwijfeld een gevolg van.