Hoofdstuk zestien. De Toren. The Tower of Destruction
Vervolg van: De TAROT 15 - De Duivel
Torens zijn in het Engels ‘erected structures’ en erecties zijn zeker ook onderwerp van 15, de Duivel.
Met de verticale peilstok van 16 reikt de Magiër (1), overeenkomstig het beeld dat hij van zichzelf heeft, naar zijn hemel (6), zijn hoogste, en daarmee dus ook zijn laagste punt. Hoe groter geest hoe groter beest placht mijn moeder te zeggen. En hoogmoed komt voor de val.
Boven alles uit te torenen blijkt heel wat ambitieuze talenten aan te spreken.
De goden spelen spelletjes die kinderen fascineren; het met de grond gelijk maken van wat bereikt is. Zelfgebouwde zandkastelen, hoge posities in de hiërarchieën van een establishment.
Hoog, hoger, hoogst - in de vermarketing van wetenschap, recht of wat dan ook wordt kwaliteit snel verdrongen door kwantiteit. Maar het verschil tussen groei en kanker is niet altijd vanzelfsprekend.
Optimaliseren en domineren; in het paleis van vraag en aanbod is het nooit genoeg. Dit gaat ten koste van een ‘fantastische’ laag in onszelf, een laag die het hele systeem draagt, of dit systeem juist neurotiseert.
Iets geeft mij in de beklimming van ladders of de obsessie daarvoor te beschouwen als een conditietraining.
Zijn de sporten van de ladder als de meerdere levens waar reïncarnisten van dromen? Representeren de chakra’s zeven basis staten van bewustzijn, zeven dimensies zo we willen? Elk staand voor bepaalde waarden die onderling niet zo makkelijk tot eenheid zijn te bewegen, zoals ook de Klassieke Mechanica en de quantumfysica niet makkelijk zijn te mengen..
In de onderbouw verschuilen zich de onderdrukte elementen van cultuur of persoon. Niettemin bewegen de irrationele inhouden van onwetendheid richting realiteitsbesef; hoe persoonlijk die ook moge zijn. Hoog en laag zijn onderworpen aan een of ander perspectief, overeenkomstig bepaalde keuzes die we maken of gemaakt hebben. Een klus die we leuk vinden pakken we anders aan dan een klus die ons tegen de borst stuit.
EENHEID betekent samentrekking van allerlei soorten van ervaring in een actueel schouwend bewustzijn. Een bewustzijn dat volgens quantummechanici de onzichtbare onderliggende orde verandert.
16 leert mij inzien dat de gedachte waarin hoofdwerk meer waard is dan handen- of voetwerk de sociale piramide in stand houdt. Meer woont boven op penthouse niveau, minder zit ergens diep
onder in een put.
Grote inkomensverschillen tussen de verschillende lagen van de piramide laat zien dat gevoel voor EENHEID vaak niet langer stand houdt dan een vakantieverliefdheid. Meer verdienen dan al je patiënten is een toestand waar de geneeskunde nog geen medicijn voor heeft..
Rijk zit boven, arm zit beneden. En de rijkaard zal zich niet gauw een beeld vormen van hoe het is om van een minimum uitkering of loon te leven, zoals de arme er geen weet van heeft hoe de angst kan toeslaan bij het hebben van iets dat ook zomaar weer verloren kan gaan. Voor je het weet verandert medemens in wolf en moet je permanent over je schouder kijken.
In één leven (kans)rijk en dan weer (kans)arm te zijn, is als een samentrekking van tegengesteld geachte toestanden. Is ook eigenlijk de enige manieren om te zien dat boven en beneden projecties van elkaar zijn. Die wolf ben je zelf!
Eigenlijk bestaat er maar één werkelijkheid, en dat is het beeld dat ik van werkelijkheid heb. Hoe dat beeld verandert onder wisselende omstandigheden kan alleen vastgesteld worden wanneer de omstandigheden wisselen. En ik hoef niet lang naar de Toren te kijken om te zien dat het hier om abrupt wisselende verschijningsvormen gaat van het lot, niet minder spectaculair dan het instorten of exploderen van de beurs of van een Ster.
In de hogere Arcana wordt veel losgelaten van wat in de lagere getallen aangenomen werd, of uitgerold wat eerder was opgerold. Jan Lammers, de autocoureur zei vanmorgen in een radio-interview: ‘Het gemis is het besef’.’
Angst, verdriet, depressie of verlies zijn innerlijke startmotors voor dat grotere besef van uitdaging en afstoting, van vastklampen en loslaten, van haat en liefde. High and low spirit!
De afzondering waarin de idee van een afgebakende rol of van die uitgesproken persoonlijkheid ons plaatst doet een soep van relaties ontstaan.die veelvuldig gekenmerkt worden door afhankelijkheid. Dromerijen over wat we zouden willen doen zonder deze dromen ooit te realiseren legt energie vast die nodig is voor het ontwikkelen van aanpassingen aan steeds veranderende evolutionaire condities. Zwarte gaten en supernova’s zijn ervaringen waarvoor we geen fysieke ruimtereizen hoeven te maken. Dat zijn normale ontwikkelingselementen, net als geboorte en dood, en alles wat daar tussen zit..
Ik meen in mijn ontwikkeling gestoord-, ondermaats behandeld- en niet gezien te worden door het collectief of door de ander; wat ook best het geval zal zijn. Pas ik me hierin aan en laat ik me tegenhouden de eigen inspanningen of ontspanningen naar steeds groter hoogte of diepte te brengen dan zorgt de stagnerende energie voor angst- en paniekaanvallen waarvan ik vervolgens niet weet waar die nu weer vandaan komen.
Als veel mensen een in zichzelf opgesloten indruk maken komt dat misschien wel door angsten die eenvoudiger naar buiten worden geprojecteerd dan van binnen opgelost.
Omdat we vaak niet weten waar onze angsten vandaan komen, nemen we aan dat ze hun oorsprong hebben in de buitenwereld of in een buiten ons om, allesbepalend lot. Vervolgens bepantseren we ons en verschansen ons in steeds heftiger verdedigingswerken
Het zijn deze angsten die duidelijk maken dat de collectieve ideeën die wij over onszelf hebben als excuus worden aangegrepen om van de inspanning van eigen ontwikkeling af te zien.
De Magiër moet leren de eigen ontwikkelingen te ontkoppelen van maatschappelijke verwachtingen, reeds veroverde posities of welke identificatie dan ook. Wat je bent is mooi, maar wat je nog niet bent daar begint het ware avontuur. Een leven zonder de spanning van een penetratie in het onbekende zo nu en dan vervreemd ons van de mogelijkheid ons te verliezen in de minder beperkende mogelijkheden die we in ons meedragen, waardoor het proces van EENWORDING stagneert.
Persoonlijkheid is een aan tijd en omstandigheden gebonden en dus voorbijgaand idee. Hoezeer persoonlijkheid zich hier ook tegen mogen verzetten, het zal overweldigd worden door de openbaring van een dieper gelegen koninkrijk. Volgens de symboliek van de regenboog (7) wordt de opening naar een volgende fase nu niet gerealiseerd door water maar door vuur. In dat opzicht zou de opwarming van de aarde die we nu meemaken geen verrassing moeten zijn.
In de Torenfase wordt ons lot niet bepaald door wensen en emoties maar door de vuurkracht van de bezieling. Bezieling en geestdrift (crazy man) doen slagen waar wilskracht onderhevig is aan twijfel, angst en de waan van de dag.. Bezieling kent geen twijfel en sluit geen compromissen. Geestdrift negeert de menselijke behoefte te berusten in het ‘onvermijdelijke’, en ervaart het NU als eindpunt van de innerlijk gevestigde orde en als speerpunt van verdergaande ontwikkeling.
We creëerden wetten om onszelf tegen elkaar te beschermen, maar gingen daarin zo ver dat we niet meer weten hoe ons te beschermen tegen onze beschermers. 16 spiegelt de (zelf)vernietigende krachten die we toegelaten hebben in ons selectieve toelatingsbeleid en belicht een einde aan een persoonlijk willen dat zich geen hoger doel kan ‘bedenken’ dan emotionele- en fysieke overleving. Denken en willen werden functies die ons afsneden van de eigen inspiratie. Oosterse filosofie die innerlijke leegte onderzoekt, of de kunstenaar die zich naar binnen keert op zoek naar het zuivere, ware beeld, hebben de beperkingen van ‘streven’ en ‘denken’ leren kennen.
Ik kan alleen maar denken en willen wat reeds bekend was. Voor ‘nieuwe’-, uiteindelijk toch archetypische informatie, moet ruimte gemaakt worden. Paradox die de volte zoekt in de leegte is de vertrouwde vernietiger van ons denken. Zen, hogere wiskunde, maar ook de studie van symboliek zijn wegen om de mentale ruimte te reconfigureren, ‘op te blazen’ zelfs - volgens de kaart.
Wanneer door spijt, zorgen of piekeren de mentale ruimte wordt overbelast en toenemend, compenserend consumptisme de wrijving tussen innerlijke nood en uiterlijke feestdrift alleen maar vergroot, ontladen deze onlusten zich in een brand waar ook reeds de Duivel mee werd geassocieerd. Zelfvernietiging, om me bij de actualiteit te houden, blijkt een onderdeel te zijn van een conditie die ook kenmerkend is voor het liberaal kapitalistische model dat ons zo zalig omarmd heeft, geheel in de traditie van adder en borst.
We hoeven niet aan exotische disciplines te denken in onze relatie tot de Toren. Het is voldoende om het woord ‘onmogelijk’ uit onze woordenschat te verwijderen. Pieken in de sport, hoger bouwen dan wie ook, boven alles en iedereen uitsteken. Big Brother die satellieten en allerlei vlieggerei omhoog brengt, maar ook onze netwerken tracht te controleren zodat onze gangen van stap tot stap gevolgd kunnen worden; die broeder, die verdelger van openheid en vrijheid, herinnert me aan de mythologische antichrist.
The sky is the limit. In deze race om de macht tussen collectief en individu is niets te gek. De overmoed die daar aangetroffen wordt sluit aan op godsdienstige noties waar de Toren symbool was voor een god die boven de mensen staat.
Het is niet moeilijk om in de Toren de ambitie te zien van Ego.
Groepsego of persoonlijk ego, uiteindelijk staan ze in dienst van onderwerping en dwang.
Of we de vernietiging van het oude IK overlaten aan de macht van een buitenwereld in voortdurende verandering, of dat ons innerlijke establishment vernietigd wordt door het vuur van geweten dat te lang het zwijgen is opgelegd komt eigenlijk op het zelfde neer. De ziel is de representatie van het AL dat wij ons bewust mogen maken, en in het proces van bezieling wordt geen rekening gehouden met de neiging ons schrap te zetten tegen de verantwoordelijkheden die komen met het inzicht dat wij ons zoveel meer bewust hadden kunnen maken dan we tot nu toe hebben toegestaan. Het veilige carrièrepad is iets anders dan de onzekerheden waar de eigen talenten ons voor stellen. Maar toch, als we die talenten inruilen voor dat goed gevulde bordje linzensoep wekken we vijandige vuurkracht op die onze hospitalisering in de bereikte positie met de grond gelijk maakt. Als de Duivel zegt, ‘doe wat je wilt’, en we passen dit slechts toe op handhaving, dan plaatsen we ons voor een evolutionair peloton dat heel goed raad weet met onze te beperkte IK ideeën.
In de Duivel oefenden we de zintuigen, in de Toren zien we daar de resultaten van. Oppervlakkige waarnemers zien de Toren; zij die dieper kijken zien de fundamenten, de ondergrondse onderbouw. Hoe hoger de Toren hoe dieper de bijbehorende onderwereld. Een Magiër richt zich niet tot de persoonlijkheid maar tot een dieper gelegen koninkrijk dat op openbaring wacht.
Attente lezers kunnen zich hier afvragen of ik me hier niet vergis. Zo een koninkrijk plaats je toch eerder in de boven- dan in de onderwereld.
Ten opzichte van de bovenwereld (het nu nog bovenbewuste) is onze actuele staat van bewustzijn een onderwereld. Onverlicht hechten we alle ongewenste zaken aan die onderwereld en al het goede aan de hemelse bovenwereld. We streven omhoog, we vallen omlaag. Toch is die onderwereld een getrouwe kopie van de bovenwereld. De omdraaiing die in spiegelbeelden optreedt doen slordige waarnemers geloven dat het om heel verschillende sferen gaat, maar het is hier net als het godsbeeld. Ik geloof in God. Ik geloof niet in God. Beide uitspraken bevestigen de aanwezigheid van geloof en of je het object van geloof nu GOD of NIETGOD noemt maakt voor het geloof niet veel uit, zoals de radio, of die nu aan of uit staat, toch steeds dezelfde radio blijft.
Daar komt, neem ik aan, de uitdrukking vandaan, ‘Dat wat we scheppen in de onderwereld moet sterven in de bovenwereld’. Wat bewust gemaakt wordt vanuit het onbewuste houdt op te bestaan in dat onbewuste. In het zo boven zo beneden verhaal mag de lezer de omkering van bovenstaande zelf uitproberen. Wat gebeurt er met bewustzijninhouden die langzaam in de vergetelheid raken? Wat laten ze achter en wat betekent dat voor de omgeving waar ze ophouden te bestaan? De hersenstormen die ontstaan wanneer ik probeer een einde te maken aan minder gezonde gewoontes laten zien hoe diep onthoudingsverschijnselen kunnen gaan.
In symbolische naslagwerken kwam ik de opmerking tegen dat als de betekenis van de as tussen hemel en aarde wordt overdreven je het risico loopt van een Babylon effect. De aanleg om van alles en nog wat te relativeren kan niet hoog genoeg gewaardeerd worden. Ook van het ‘zo boven zo beneden’ moet geen dogma gemaakt worden, laat staan dat we er een eredienst omheen zouden moeten zetten. Zolang ik niet echt weet wat boven is en wat beneden past mij niets dan bescheidenheid.
Meesters die het gevoel hebben dat de gave om dieper te zien en beter te luisteren persoonlijke verdiensten zijn verbinden zich met een collectieve manier van reageren. Dat wat in collectiviteit echter ontbreekt is het persoonlijke geweten. We vinden dat het zus of zo zit omdat we er nooit op een persoonlijke en gewetensvolle manier over nagedacht hebben. Het eigen geweten onbewust ra maken of te houden, laat iets achter dat ervaren wordt als stress, eenzaamheid, onrust, pijn, angst en dergelijke. De staat, Shell, nazidom, godsdienst, maffia en elk type van collectieve organisatie en leiderschap staat bloot aan de verleiding regels op te stellen die individuele oordeelsvorming afschrikken of ondermijnen. Maar van de ontelbare universa met hun nog ontelbaarder Sterren kan hoogst waarschijnlijk gezegd worden dat er geen twee gelijk zijn. Die expressie van individualiteit moet wel van betekenis zijn voor de integriteit van zowel de delen als het geheel. Popsterretjes begrijpen dat en monsteren zich op zo onnavolgbaar mogelijke wijze uit. Popsterreyjes moeten wel waken voor onderlinge nabootsing. Collectiviteit is listig als een slang.
Overbenutting van de collectieve mogelijkheden produceert oneigenlijke invulling waarin geweten en fantasie onze grimmigste vijanden kunnen worden. Dat zijn de torens waar we ons in hebben opgesloten. O eenzame toren! Altijd in het zicht, altijd in staat van beleg.
Lingam en yoni zijn uitgesproken vruchtbaarheidsymbolen en vormen de basis van torenhoge en bodemloze onderscheidingen in totem en taboe, de basis voor ons angstvallige dualisme. Sadomasochistische tendensen moeten wel samenhangen met de angsten voor de woekerende expansiedrift van een cirkel die het contact met de eigen onbeweeglijke kern niet tot stand kan brengen. In de Duivel werd dat gedefinieerd als angst voor de eigen natuur, en met die blindmakende angst herkennen we geen wolven in schaapskleren.
In de vernauwingen van onze masochistische, dan wel sadistische aanleg laten we ons graag een verlosser aanpraten. We applaudisseren voor de macht- en de onderwerping daaraan. Het lijkt ook mooi, macht te geven aan goeddoeners die ons een betere toekomst beloven maar vergeten aan te geven wie of wat op moet draaien voor de kosten van de vooruitgang, dan wel de kosten eenzijdig oplegt aan zwijgende meerderheden in de samenleving die makkelijk gemanipuleerd kunnen worden.
Als meerderheden het al moeilijk hebben een morele standaard te onderhouden dan zien we minderheden het nog moeilijker hebben. Afkeer - van christen, concurrent, jood, moslim zigeuner, homoseksueel, uitkeringstrekker, hasjiesjroker - beweegt mee op onderstromen waarvan we achteraf met spijt te constateren toch wel veel vervuiling te hebben toegestaan.
Dat de verheerlijking van de sterke man, of van dominantie in het algemeen, een inadequaat substituut is voor de groei van innerlijke autoriteit en geweten, mag duidelijk zijn.
Of de totem (lees: ‘ideologie’) nu welvaart heet, socialisme, leiderschap of eigendomsrecht doet er niet zoveel toe, vooral niet als je bedenkt dat het in al die belangen niet zelden om het eigenbelang gaat.
Ik doe het voor volk en vaderland, zegt de politicus. Dat zal dan wel. Maar zij die constant boven zichzelf uitstijgen in dienstbaarheid voor het geheel kunnen maar beter in de gaten gehouden worden. Het geheel, de EEN verwijst naar de Magiër die in veel gevallen een oplichter blijkt te zijn, ofwel een geraffineerd illusionist.
Waar in de Duivel de lieve lusten en het doen wat je wilt als vormen van waarheidsvinding ingezet worden, wordt de daarbij optredende gretigheid gericht op de inerte en gefrustreerde positie van de Geliefden.
Daar vind je de grondstoffen waarmee forten, dynastieën en krijgsmachten gebouwd kunnen worden. Huisje, boompje, beestje; dat klinkt aardig maar die droom is ook wel enigszins het vaderland van de universele soldaat. En soldaten hebben een leider nodig en uitkijktorens om huisje, boompje, beestje te beschermen tegen een vijand die we dan uiteraard ook nodig hebben. Sommige misdaden is dit strategospel zijn ongetwijfeld projecties van de manier waarop Geliefden oprollen in hun liefdes.
Geweld in het huishouden, kinderbescherming en blijf van mijn lijf inrichtingen vormen slechts het topje van die gelukkige, eens zo romantische verbinding die liefde genoemd werd. Wat oorlog en liefde met elkaar gemeen hebben is dat alles is toegestaan. Zij die grenzeloos, alles willen - weten dus wat hen te doen staat. Beroep je op de liefde of meld je aan bij het leger. Ik zou ook kunnen zeggen, sluit je op in je eigen toverformule en gooi de sleutel weg.
Mocht dit wat cynisch klinken dan moet de lezer maar denken dat schrijver dezes het toch altijd over zichzelf heeft.
Noterenswaardig is ook: ‘Liefde’ is familie van het woord ‘beloven’, en ook van ‘verloven’. Terwijl bindingen juist in strijd lijken te zijn met de vrijheid die ego-libido opeist.
Enfin, beloof je potentiële volgelingen liefde en alles wat ze willen, hoe ziek ook, en voor je het weet maak je deel uit van parlement of gemeentebestuur en mag je deelnemen aan het megalomane denken dat verbonden is met die oude waan die het steeds weer voor het zeggen lijkt te hebben, een waan die ik in het vorige hoofdstuk ‘vooruitgang’ noemde.
Nu heb ik niets tegen vooruitgang maar ik vraag me wel af wat het dan is dat we vooruit willen zien gaan. Meer establishment, minder anti-establishment? Meer of minder afhankelijkheid; vrede op aarde, en is dat jouw vrede niet slik dan of stik dan.
De Toren straalt macht uit. Macht die nooit genoeg heeft aan zichzelf, altijd weer boven zichzelf uitstreeft; noem het verslaafdheid aan dominantie, of aan soevereiniteit.
Wat is trouwens het verschil tussen metafysische- en wereldse soevereiniteit? Is het dat de aanname van iets dat het menselijke te boven gaat ruimte schept voor groei? En wat dan is het verschil tussen groei en vooruitgang?
Iedereen moet zijn eigen definitie vinden voor de scheppingskracht of voor het beeld van God of Godin. Voor mij verwijst God naar Grote Geest, een bezielende kracht die vorm geeft aan alles dat we kennen, een soort deeltjesversneller richting de archetypische wereld. Er op te vertrouwen dat die versnellingen onderdeel zijn van mijn bagage, en de vuurkracht mobiliseren die nodig is om eenzijdig ingebeelde soevereiniteit een kopje kleiner te maken, is een uitgangspunt waar ik wel brood in zie. Uiteindelijk moeten alle ontkenningen, verwaandheden en inbeeldingen als brandstof voor het ego doorzien worden en overgelaten worden aan ingebouwde zelfdestructie. Hoogmoed komt immer voor de val.
Steeds weer word ik voor de keuze gesteld. Welk koninkrijk dien ik nu eigenlijk Als ik kies voor de binnenwereld word ik minder toegankelijk voor mijn tijdgenoten maar transparanter voor goden die mijn hoger bewustzijn representeren.
Probeer ik me de buitenwereld eigen te maken dan kies ik voor vergankelijkheid, en vervreemd mezelf van mijn onsterfelijkheid.