donderdag 21 november 2024

personal4

Artikelindex

In aanmerking nemend dat politiek, althans het redenerende deel van mijn brein, net als de Toren van Babel, een zeg maar institutioneel probleem heeft met de lange termijn verwacht ik op korte termijn weinig goeds van dit soort keuzevrijheid. Ik zal het voorlopig met compromissen moeten stellen. Een beetje hoger vandaag een beetje lager morgen, net als een kater na een doorboemelde nacht..

Picasso, een compromisloos man, was niet groot omdat wij hem groot vonden maar wel omdat hij niet wegliep voor de gekte van zijn binnenwereld, en concentratie wist te mobiliseren voor het in stand houden van net genoeg evenwicht en continuïteit om de grenzen van vorm, inhoud, perceptie en duiding te kunnen onderzoeken.
Kiezen voor hetgeen mijn inhoud is en daarmee aan de slag gaan; het lijkt de eenvoud zelve - maar zonder veelzijdigheid in balans schat ik mijn kansen niet hoog in. De Toren biedt uitzicht in alle richtingen maar wie hoogtevrees heeft, angst voor de innerlijke godheid, zal die overdaad niet weten te waarderen.

De opbouw van een sterke staat leek wat lucht te geven aan de noodzaak de eigen innerlijke staat te versterken. Maar die lucht is vervuild en oplossingen zijn problemen geworden. Deze donkere kant is ook een deel van de volledigheid waar niet van weggelopen mag worden. Het geneesmiddel van gisteren is het vergif van vandaag en morgen. Je zou ook kunnen zeggen, wat enkelen zich kunnen permitteren wordt een ramp als de enkeling iedereen wordt. Iedereen een biefstukje, een auto, een tweede vakantie, een windmolentje enz; reken maar uit. Maar wat is het alternatief? Ophouden met de hulp voor de zwaksten? Royale toegang tot levensbeëindigende middelen? Hoogdravende morele beginselen lossen onze demografische problemen niet op.
Paradox wil dat het binnen-, buitenverhaal gecompliceerd wordt door de ervaringswetenschap dat je waarde toevoegt als je je innerlijk kunt delen met de buitenwereld. Juist kennis die optimaal gedeeld wordt heeft de potentie de ontwikkeling van elke individuele deelnemer te bevorderen. Wij kunnen nog wel wat leren van de nanobotjes, over schikking en stapelbaarheid. Allemaal zaken van belang voor vesting- en torenbouwers.
Hoe ook, vermeerdering in de binnenwereld is iets anders dan vermeerdering in de buitenwereld, ondanks het feit dat ze projecties zijn van elkaar. In communicatie blijkt steeds weer dat snelheid in de innerlijke, mentale wereld niet geëvenaard kan worden in de buitenruimte. Dat maakt het ook zo moeilijk om innerlijke openbaring onder woorden te brengen. Soms lijken geestesvonken al verdwenen te zijn voor ze verschenen.

Vanwege die verschillende tijdpercepties in verschillende sferen lijken mijn aantekeningen achteraf vaak nergens op. We vinden de komst van steeds meer ADHD jongetjes en meisjes zorgelijk. Maar misschien is dat nu juist het mensentype dat we nodig hebben om die snelheid te reproduceren in onze netwerken. Grote veranderingen in taalgebruik, waar het opvoeren van snelheid zich manifesteert in ff en een miljoen andere afkortingen, compensatie zoekend voor onze chronisch, demente aanleg.
Ik verwacht een goede toekomst voor lanceertorenbouwers. De hogere posities die we zoeken in te nemen kunnen maar mondjesmaat bereikt worden als de lanceertechnieken in het bijzonder en deeltjesversnellers in het algemeen geen gebruik kunnen maken van juist die natuurwetten die we tot nu toe met brute kracht proberen te overwinnen. In mijn omkeringsdenken kan ik niet om de zwaartekracht heen. Waar zwaartekracht is, is antizwaartekracht. Dat de choreograaf die aan deze krachten vorm geeft al net zo onvindbaar is als God, Piramide-energie of Dark Matter, maakt het alleen maar spannender.
Waarom torens niet op worden gehouden door met gas, lichter dan lucht, gevulde ringen is mij een raadsel. Is het omdat we dat gas niet kunnen zien dat we er niet voluit op durven te vertrouwen? En wat betekent dat voor allerlei andere zaken waar we kennis van hebben zonder er zintuiglijk ooit mee verbonden te zijn geweest. De idee van een god is in wezen veel abstracter dan het gas in een ballonnetje, en toch wordt de onzekerheid van zo een god met groter gemak geaccepteerd dan de betrouwbaarheid van een zeppelin.

Zwaartekracht neemt een bijzondere, welhaast magische plaats in. Zonder zichtbaar fysiek contact de zwaarste constructies in de ruimte kunnen bewegen alsof het veertjes zijn doet als wonder niet onder voor een wandeling over water.

Maar toch…Onze vertrouwdheid met onzichtbare elektriciteit, of met gas in keuken en verwarmingsinstallaties verzet zich tegen bovenstaande redeneringen.
Sommige associaties echter zijn te mooi om te negeren, ook al maken ze inbreuk op een of andere logische orde die toch altijd weer paradoxaler is dan verondersteld.
Juist in het getal 16 dat gegoten is in 4 x 4, het getal van logica, zwaartekracht en beperking, herinneren we ons oeroude intuïties waarin werkelijkheid zoals we die ervaren het resultaat is van de 4 elementen. Knutselen met de orde waarin die vier elementen zich geschikt hebben is net zo link als knutselen met de bouwstenen van natuur en leven.Voor God willen spelen heeft al menig bewoner van het Rijk van Mythos opgebroken.
Ben ik een toren zonder bliksemafleider?
Juist het onverzettelijke blijkt ontvankelijk te zijn voor confrontatie en vervolgens tot transformatie.
16 is ook 7, het getal van evolutie en ontwikkeling.
De verlichting van de moderne tijd staat mij toe af te wijken van een logica waar iets waar is of onwaar.
Meerwaardige logica biedt thans ook ruimte aan vergelijkingen die slechts gedeeltelijk waar zijn; een mooie opsteker voor filosofen, maar wel een heel lastige.

Hoe ook, mijn niet geheel rationele overwegingen hier duiden zwaartekracht als een van de grote uitdagingen van de moderne mens, zoals de aantrekkingskracht van de liefde van mijn leven een mysterie maakt.
Ook op psychologisch vlak hebben we koudwatervrees voor het onzichtbaar gemaakte deel van ons bewustzijn. We gaan af op wat we zien en horen, terwijl de grote veranderingen nu juist zijn als gasbellen die opstijgen in het moeras van het onbewuste. Psychotische uitbarstingen komen
net zo onverwacht als de lichtervaringen van mijn vriend. Al het goede komt van boven, heet het in ons idioom. Dat mag gelden voor de zegeningen; de vervloekingen komen uit die onderwereld, de fundamenten van de Toren.
Niet te zien wat we niet wensen te zien is een recept voor onheil.
De bankier die alleen nog maar met zijn persoonlijke belangen bezig is en de ogen sluit voor de gevolgen van zijn opstelling. De toerist die de ecoruimtes platloopt, want natuur is zo mooi. De slechte verdeling van economie en welvaart, Er zijn duizenden voorbeelden te bedenken die aantonen dat onze morele waarden ondermijnd worden door onverzettelijk eigenbelang. Maar wel een eigenbelang dat te maken kan krijgen met torenhoge uitgaven bestemd om ons de wanhopigen van het lijf te houden en waar ‘fundamentele’ tegenstelling alleen nog maar op een fundamentalistisch niveau beoordeeld en behandeld worden. Heel griezelig.

Onder de druk van aanpassing aan collectieve waarden is individualiteit een verdrongen- en dus een mythologisch gegeven geworden. In onze culturele context kan ze zich nog slechts als een gekruisigde god aan de wereld openbaren
Op mijn best ervaar ik persoonlijke deelname aan een universeel mysterie waarin ‘het lagere’ zich voortdurend offert aan ‘het hogere’, en waarin het hogere gewelddadig ingrijpt wanneer die opkomende stroom niet wordt toegelaten.

Nu nog bouwen we windmolens ofwel windturbines. Straks zullen dat wellicht ‘solar towers’, zijn. Dit soort technologieën laten zien dat gebruikmaking van de krachten in de natuur de kortste weg is naar de oplossing van zelfgecreëerde ecologische problemen. Ruimteliften die onze ambities voor de ruimte moeten faciliteren zijn eigenlijk al verouderd ver voordat we technisch in staat zijn daar vorm aan te geven. Afhankelijkheid van externe energievoorziening diskwalificeert deze fantasie van zo een draadje tussen hemel en aarde. Maar als tijdelijke oplossing zal de ruimtelift zoals die nu wordt bedacht passen in het heil dat we ervan verwachten; heil dat van boven schijnt te komen.

Op te houden mezelf als een slachtoffer te gedragen en te dromen over de verwantschap tussen een kruis en de wieken van een molen verruimt de idiomatische en semantische ruimte waarin ik op zoek ben naar betekenissen die een einde moeten maken aan de kleindenker die ik ben. Hoog Sammy, kijk omhoog Sammy…. Maar vergeet de voeten niet.

Op een morgen stond ik op en het flitste het door me heen. De Toren is een herkenningsteken, een baken. De Toren moet wel over identiteit gaan.
Maar er is iets eigenaardigs aan de hand met identiteit. In eigentijds gebruik van het woord onderscheidt ‘mijn’ identiteit zich van alle andere identiteiten. We identificeren ons met unieke, persoongebonden gegevens, zoals pasfoto, vingerafdruk of irisscan.
Zoek ik ‘identiteit’ op in de etymologie dan lees ik dat dat woord in oorsprong, ‘hetzelfde’, betekent (zoals in: ‘identieke tweelingen’).
De gedachte dat mijn uniciteit nu juist datgene is wat ik met ieder ander mens deel heeft iets betoverends, noem het een bewustzijnsverschuiving zoals ik die nu en dan ervaar bij het omdraaien van het zogenaamde bekende – en waarbij deel en tegendeel als het ware in elkaar opgaan.
Voor wie het belang ontgaat van deze moeilijk identificeerbare identiteit kan in 16 overwegen wat er gebeurt wanneer je in onzekerheid verkeert over die eigen identiteit. Op Internet vond ik de vergelijking tussen Identiteit en een Huis. Dakloosheid is wat we zien als we naar de inslag kijken op de Torenkaart. Juist omdat georganiseerde godsdienst in de verdediging is gedrongen en het voor mensen moeilijker wordt het persoonlijke te verschuilen achter een groepsidentiteit is er veel nieuw leed geschapen, maar ook triomf wanneer het individuatieproces op gang komt en vruchten begint af te werpen.
‘Ik kom van het Huis puntje, puntje, puntje…..’ spoort met, ‘ik sta in de bloedlijn van….’
Het belang van bloedlijnen wordt hoog opgespeeld in de beoordeling van de mythische betekenis van Jezus, Maria Magdalena en de 12 Israëlische stammen. Graalverhalen hebben van bloed in de vorm van wijn een verbinding gemaakt tussen de Keltische pot of ketel en de Christelijke miskelk.De kruizen in de de vier vierkanten duiden op een toestand die hecht is verbonden met de idee van transcendentie, die hier tot onderdeel wordt gemaakt van (7) de menselijke evolutie. Omdat miljoenen zich op basis van een mythisch Verbond hebben verzameld rond de meest uitzinnige samenzweringstheorieën, waarvan vele met een uitgesproken apocalyptische karakter, rees bij mij de gedachte dat het afbrokkelen van onderlinge spirituele empathie toch weer gecompenseerd wordt met steeds sectarischer netwerkjes. We willen niet alleen dat teken oprichten. Het moet ook nog een teken zijn dat boven alle andere tekens uittorent. En wie niet voor ons is is tegen ons. Maar in de dreiging die van deze vestingen uitgaat zien we toch dat het eenvoudiger is om identiteit op te blazen dan het is om me identiteit eigen te maken.

Identiteit.
De angst nergens bij te horen of een nobody te zijn is een niet te onderschatten aanjager van neurotische-, soms zelfs van psychotische aandoeningen.
In de voorhoede van onze beschavingsijver hebben we missies opgericht en in verwijzing naar die missies wordt vaak ook de huisvesting van die missie bedoeld, zoals de kerk een gebouw kan zijn, maar toch ook een gemeenschap. Zo kent ook de ziel zijn tempel en we weten welke twijfels worden aangesproken door de cosmetische industrie. De totems zijn hier hoog opgericht. Bedenkende dat de schaduwkant van totem taboe is leggen we onszelf voortdurend beperkingen op om toch vooral te kunnen beantwoorden aan de eisen van het collectieve schoonheidsideaal.
Wie niet weet waar hij vandaan komt of waar hij bij hoort zal ook moeite hebben met een eventueel doel. Problemen met de eigen identiteit of schoonheid, maar geen idee hebben van de persoonlijke missie zijn in mijn tarotexperimenten veel voorkomende complexiteiten, vaak in samenhang met gebrek aan concentratie, en een depressieve instelling. Ik zie hier een verband tussen de hier genoemde problemen en zelfs schizofrenie. Niet verrassend in dit vreemde milieu waar ‘ja’ tevens een ‘nee’ is, waar identiteit voor het unieke staat én voor dat wat je gelijk maakt aan het andere. En waar je ook nog bang mag zijn voor datgene waar je je toe aangetrokken voelt. De Toren trekt de aandacht maar roept ook wrevel of zelfs weerzin op. Ik meen de ene dimensie te kennen maar ben als de dood voor die andere dimensie, zoals het laagland met argwaan kijkt naar de hoge heren en dames die bepalen wat wel en niet goed voor jou en mij is.
Laveren tussen totem en taboe, zonder een baken op de horizon, is een riskante bezigheid. En of we dat baken nu Jezus noemen, Mohammed of Gouden Kalf doet er niet zoveel toe. We verkopen onszelf knollen voor citroenen. Identiteit is nu eenmaal dakloos. Wie de eenzaamheid van buitenkerkelijkheid niet aankan doet er ongetwijfeld beter aan voorlopig nog even aan te schuiven bij een of ander uitverkoren volkje. Dat kan de vakgroep zijn in de universiteit, de fractie in kamer of raad, de vrijmetselaarsloge of zelfs een lidmaatschap van de fietsclub. In al die clubjes worden wij voorzien van scripts en aanwijzingen die behulpzaam zijn in al die lastige keuzes, waar vóór te zijn, en waar tegen.

De ideologieën waar ik me niet altijd even positief over heb uitgelaten kunnen niet overgeslagen worden in mijn wordingsproces. Aanname en ideologie liggen in elkaar’s verlengde. Mentale ontwikkeling gaat over hypothese, experiment en bijstelling van koers of standpunt, en de inslag van bliksem komt van boven, zoals het denkvermogen ook ergens boven in de kolom wordt gesitueerd. Aannames veranderen voor je het weet in dogma’s of axioma’s, een waar paradijs voor luie denkers die nog niet toe zijn aan de subtiliteiten van de quantummechanica.
Wat is mijn persoonlijke missie? Hoe kan ik weten dat het doel aansluit op mijn missie.
In het hexagram valt op dat de punt die omhoog wijst is verbonden met een solide basis. Hetzelfde geldt voor het punt dat naar beneden wijst. Het yin yang symbool dat vergeleken wordt met het hexamgram onderstreept de klassieke tegenstellingen: vrouwelijkheid en mannelijkheid, statisch en dynamisch, Eros en Thanatos; Thanatos die tweelingbroer was van de Slaap (Hypnos). Het onderliggende onderscheid tussen levens en doodsbewustzijn wordt hier stevig aangezet.

De geest werkt met opstapelingen van aannames. Er wordt gesproken over toenemende subjectiviteit in het wetenschapsbedrijf, waarmee de erkenning dat het fysieke lichaam de geest beïnvloedt en de geest het fysieke lichaam, een feit is. Wetenschap was wat mij betreft nooit iets anders dan een op subjectiviteit berustende tijdspassering. Daar heb ik heel wat rationeel denkenden behoorlijk van mij vervreemd.
Bovenstaande verdient nadere uitwerking maar ik vind het voor nu voldoende om stil te staan bij de verbindingen tussen het rationele denken en het hardnekkig voortbestaan van talloze nacht en maan goden en godinnen. Alsof de taal van de nacht, de droom, een soort baarmoeder is van ‘het denken’, en wat Fred Alan Wolf (de schrijver van The Dreaming Universe) betreft, is dat ook zo. ‘Dreaming is the basis for consciousness’, is zijn stelling. De droomtijd van ‘native people’ verdient meer aandacht dan we er nu aan geven. Vooral de vraag of dit onderzoek zou kunnen leiden tot verheldering van de pracht en kracht van orale tradities. Maar dat veronderstelt een verstilling die we gewoonlijk associëren met allerlei vormen van meditatie en ‘mental training’, en dat ligt in onze luidruchtige tijd nog wat moeilijk.

Eerder heb ik het doel van mijn reis in de materiële sfeer vergeleken met een reis terug naar de oorsprong, met iets dat je herinnering zou kunnen noemen. Wie dat niet snapt krijgt met de Toren te maken, en met het hemelse vuur.
Nyx (nacht) was de vader van Thanatos (dood), en Nyx is fonetisch gesproken identiek aan niks, de NUL van het hoofdstuk waarmee ik de rij van Getallen opende.
Dat de vader van Nyx Chaos heette past wonderwel in de verwarring van mijn nee die een ja blijkt te zijn, van werkelijkheid die droom blijkt te zijn. De Toren herinnert aan de levensboom maar ook aan de stamboom. Bij de natuurlijke boom zien we dat het welzijn van de kroon afhankelijk is van een goede beworteling.
In genealogische studie van goden en godinnen van licht en duisternis wordt mij samenhang geboden tussen al die verschillende eigenschappen waaruit een mens bestaat. Wat inzicht betreft zou ik alle godsdienstonderwijs willen vervangen door mythologiestudie. Daarmee kunnen mijn intuïties over levens- en doodsbewustzijn gesubstantiveerd worden. Mythologie is de welgevulde provisiekast voor elke ideoloog, theoloog of moralist, maar vooral ook voor antropoloog psycholoog en psychiater. Willen we transparantie brengen naar de werken van de beschavers en profeten der mensheid dan zal dat niet lukken zonder een serieuze inventarisatie van de archetypen.in eigen- en andere culturen. Een onderzoek dat niet onderdoet voor dat van het genoom.
Als Vier, in zichzelf al een kwadraat, in zijn macht wordt verheven; zoals dat in 4 X 4 aan de orde is, dan kijk ik naar een mentale ruimte waar woord, wet, stilte en concentratie kernbegrippen blijken te zijn. Maar het gaat in 16 vooral ook om de opdracht aan de Magiër bewuster dan wel gewetensvoller te leren mengen. De macht die daarmee gewonnen wordt kan de indaling van het vuur beveiligen. De fataliteit van de inslag op de kaart verwijst naar voorbereiding die onvoldoende was. Falende concentratie die tot ondeugdelijke scheppingen leidde ontmaskert de tovenaarsleerling. Het scheppende woord brengt de scheppende stilte tot klinken in de leegte van uiterste concentratie. Of we ons funderen in hemelse of in aardse kwaliteiten is in 16 geen vraag. Het ene is op een oneindig aantal manieren verbonden met het andere. Opstijgende kundalini-krachten die gebalanceerd zijn met neerdalende mentale beheersing; dat ziet er uit als een recept voor beheersbare ontwikkeling.

In de verwarring die ja en nee, omhoog en omlaag aanrichten is het niet al te verbazingwekkend dat persoonlijkheid en individualiteit niet als tegenstellingen worden ervaren, maar ook niet als een ondeelbare eenheid. Deze waarneming gaat persoonlijkheid boven de pet, terwijl die voor de individualiteit helemaal niet bestaat. Eenheid immers kan niet anders dan rekenen met eenheid.
Door ontoereikend gebruik van de zintuigen lijkt het er op alsof we alleen maar steeds dieper in steeds keihardere materialiteit zakken, terwijl de evolutionaire stroom die ons optilt naar fusie en ondeelbaarheid nauwelijks wordt opgemerkt, of verwordt tot gezweef en gezwets.
Als stenenliefhebber kon het me niet ontgaan dat die harde onderwereld ook de verblijfplaats is van kristallen met hemelse schoonheid.
Vier is een macht. Zestien gaat over machten, en machten is de naam van een engelenschaar ‘die verantwoordelijk is voor het bewaken van de paden die naar de hemel leiden en voor het geleiden van verdwaalde zielen naar deze paden. Ze weerspiegelen het verlangen om zich tegen het kwaad te verzetten en goed te doen’ (Wikipedia).

Bekijk ik de inhoud van boulevardbladen, waar helaas steeds meer persuitingen op lijken, dan staat de opkomst, of liever de val van de ‘grote’ persoonlijkheid centraal. Geschiedenisboeken bieden eerder ruimte aan opsommingen van helden en heldendaden dan dat ze de achterliggende mythe bloot leggen. Wat de mythische traditie mij leert over de grote persoonlijkheid is dat taalmagie in de beeldvorming een dominante rol opeist. ‘Persoon’ betekent ‘masker’. ‘Held’ betekent ‘hard’, en ook ‘zoon’. Een dapper krijger zou je een harde zoon kunnen noemen. ‘Universal soldiers’ staan model voor hardheid in tal van mannelijk geachte beroepen. Dit type hijst zich gaarne in uniform of maatpak.
De oorspronkelijke waarden die we aan onze woorden toekennen kunnen bij veranderende toepassing verloren gaan waardoor we naar het ene kunnen verlangen en juist het tegenovergestelde tot manifestatie brengen. Kleine foutjes met grote gevolgen. We zijn gaan geloven dat de grote bewustzijnsprocessen van onze geschiedenis verbonden zijn met ideeën over bepantsering of het opzetten van maskers. Voor jezelf opkomen verwordt tot een eerste klap die een daalder waard is. Van Achilles tot Dutchbat; de patronen zijn onveranderlijk.
Het valt ook niet mee om uit te leggen wat het nu precies is waar we zo bang voor zijn en waarom we bepaalde uitingen of posities zo hard menen te moeten bestrijden. De zoon is een mythische held, verbonden met het kruis, en dus verbonden met mengen; en niet met verdelen of uitroeien. Het offer dat in 12 gebracht wordt volgt een stroom van beneden naar boven terwijl de mantra die het Onze Vader is de tegenstroom van boven naar beneden vertegenwoordigd.

In onze eigen tradities ontwaren we tendensen die hardheid gesublimeerd hebben tot iets begerenswaardigs. We hebben geleerd om de grote bewustzijnsprocessen in onze geschiedenis te vereenzelvigen met de stilering van maskers of de geslaagde charge van een harde zoon. Ons is ingeprent maskering en verharding in te zetten tegen de ongrijpbare spoken van de angst. De broedermoord van ZES wordt in ZESTIEN opnieuw aan ons bewustzijn aangeboden Het offer wordt niet gebracht maar opgelegd., waarmee het iets heel anders is geworden.

De Kaïn en Abel symboliek is niet makkelijk te doorgronden tenzij ik me richt op de essentie.
Kijk ik hier naar een conflict tussen een vegetarische en een vleesetende cultuur?
Het offeren van dieren - en het offer dat Jezus bracht - worden met elkaar vergeleken. Het vergieten van bloed dat zo een prominente rol kreeg in een door goden bestierd heelal; kan heel wel gezien worden als een oorlogsverklaring aan de verering van de Godin.
Het centrale thema van dualisme en tegenstelling wordt in de opstapelingen van VIERen tot extreme concentratie gebracht en projecteert aldus een tegenbeweging die die noodzakelijke concentratie op allerlei manieren tegenwerkt. Als we niet zo stellig waren in onze aanname van het realiteitsgehalte van onze ervaringen; als we in navolging van de fysica de idee van relativiteit wat meer tot expressie brachten, dan zou het gauw duidelijk zijn dat we opinies hebben aangezien voor feiten. Het huis dat ik van mijn kaarten bouw is er om de ander buiten te houden en nodigt in veel gevallen niet uit binnen te komen. Zij die welkom zijn zullen in het algemeen opinies en ambities hebben die niet te hard botsen met- of afwijken van de eigen vermeende instellingen. De beperktheid van het eigen gelijk heeft geleid tot atomisering van de samenleving die wel wat lijkt op de Babylonische spraakverwarring die ontstaat in de overmoed van dat godgegeven gelijk.
Ik begrijp dat ook dit boek bol staat van opinies die naar de aard van het beestje nog al eens veranderen. Op verschillende momenten in het schrijven van mijn verhaal bedacht ik dat een of ander idee (opinie) een geheel eigen studie verdiende, met veel meer ruimte voor de voors en tegens. Het lijkt me nuttig dat de lezer in de gaten houdt dat wanneer ik het - zeg maar - over vrouwelijke en mannelijke eigenschappen heb, ik stilzwijgend verwijs naar de balans tussen levens- en doodsbewustzijn. Dualiteit kun je ook polariteit noemen en polen kunnen verspringen, of zelfs van plaats wisselen. De keuze of de nacht het vrouwelijke representeert en de dag het mannelijke moet door elke afzonderlijke student gemaakt worden. Het scheppen van een eigen wereldbeeld is voorwaarde voor de ontwikkeling van eigen (ge)weten en verantwoordelijkheid.
Met woorden kun je alles bewijzen of elk bewijs vernietigen, er zijn dus geen grenzen aan de vrijheid naar hartelust te experimenteren. Dat de vrijheid van de een pijnlijk kan botsen met het gelijk van de ander is onvermijdelijk tenzij we in het zelfbeeld eenzelfde mate van objectiviteit nastreven als in het beeld dat we hebben van de ander.

Als het vrouwelijke gesteld wordt tegenover het mannelijke moet de één (zo werkt dat in een hiërarchisch, dualistisch systeem) dan wel de ander dominant zijn. Verschuift macht van de ene pool naar de ander dan kijken we naar een ingrijpende overgang in menselijk bewustzijn
Naijver lijkt het sleurtelwoord te zijn, de eeuwige strijd tussen conservatieven en progressieven, tussen de oude en de nieuwe orde. Soms wordt het een generatieconflict genoemd.

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 88 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +