Uit het gezegde dat de eerste klap een daalder waard is begrijp ik dat onze defensieve instellingen moeilijk zijn te onderscheiden van onze meest agressieve aanvalswapens. Het bezit van massavernietigingmiddelen wordt dan zo maar onze beste bescherming.
Angst, begeerte, naijver, wedloop en competitie zijn drijvende krachten in ons beeld van de ‘werkelijkheid’. Dat dat beeld verbrijzeld kan en moet worden reist als een innerlijke onrust levenslang met ons mee. Dat vernietiging zo op zelfvernietiging is gaan lijken doet ons (hoop ik) terugdeinzen.
Als de angst regeert in een wereld die competitie als de aanjager van al het goede (lees: ‘vooruitgang’) beschouwt, zullen oorlog en strijd nog wel even bij ons blijven. Massamoord, verkrachting, kindermishandeling en giga-vandalisme zetten luister bij aan onze oorlogstaferelen, maar helaas ook aan wat we vredestijd noemen. Een zeer gewapende vrede, vrees ik.
In een stuk dat ‘Oorlog is illegaal’ heet vond ik: ‘Volgens het ecologisch instituut van de VN zou slechts een klein gedeelte van het defensiebudget wereldwijd ervoor zorgen dat alle mensen toegang hebben tot schoon water, voldoende voedsel en medische verzorging’.
In (1 + 6 =) Zeven werd de bepantsering een (evolutionair) overlevingsmechanisme maar zien we onszelf beroofd van een puur spiegelbeeld. We zien niet het gezicht maar het masker. We zien lichaam maar geen geest.
Oorlog is geen middel om de bevolkingsdruk draaglijker te maken en lost ook de conflicten niet op die we in wezen met onszelf hebben, en waarin grootheidswaan, dominantie en een autistische instelling onze kwetsbaarheid en wederzijdse afhankelijkheid onzichtbaar moeten maken. Want de vijand kan zich immers aan elk vertoon van zwakte versterken.
In Zeven worden pantser, masker en persoonlijkheid op één hoop gegooid. Onder het huidige verlicht wetenschappelijke regime weten we niet zo veel meer over de magie van ons lichaam. Als we wisten wat we om zeep helpen en hoe onwetendheid onze vrede en geluk opbreekt zouden we waarschijnlijk voorzichtiger omgaan met die doorgedraaide behoefte aan veiligheid, zonder ook maar iets te doen om de wereld werkelijk wat veiliger te maken. De vijanden van vandaag zijn in veel gevallen vooral te duchten omdat we ze zo torenhoog bewapend hebben.
Onderzoek naar subtielere vormen van conflictbeheersing - een hogere trede op de eigen biologisch, evolutionaire ladder - is wereldwijd een nog altijd marginaal gebeuren. De noodzaak om onze neurosen, angsten en psychosen onder ogen te zien en in verband te brengen met de wereld die we met z’n allen hebben gecreëerd behoort tot onze meest schrijnende achterstalligheden. Ook hier geldt dat het niet meevalt de hand die je voedt of een of andere status quo vanuit eigen geweten te weerstaan.
Als wetenschap en onderwijs in toenemende mate dienstbaar moeten zijn aan staathuishoudkundige en groot industriële belangen dan moet ik elders kijken om aanknopingspunten te vinden voor een alternatieve benadering. Het is heel knap om buskruit uit te vinden. Als we de berg niet kunnen verzetten dan kunnen we hem nu in elk geval een kopje kleiner maken.
(4 x 4 = 16) is de belichaming van het collectieve.
(1 + 6 = 7) is de belichaming van het individuele.
Wie eenmaal door heeft dat er geen verschil is tussen algemeen- en persoonlijk belang speelt veel energie vrij; energie die voorheen ging zitten in fanatiek onderhoud van de verschillen, een guerrilla zonder einde.
Identificatie met een kosmischer IK beschouw ik als een verhoogde staat van bewustzijn, en dus als een noodzakelijke stap in de richting van een beschaafder wereld. I, uitgesproken als Eye, is volgens Jack Tresidder (X Y Z van de Symbolen), niet alleen symbool voor alziendheid maar ook voor de eenheid van de kosmos.
Methode en gedragscodes in wetenschap, maar ook in management en politiek leggen grotendeels de collectieve structuren vast. Maar de manier waarop van individu tot individu vorm wordt gegeven aan de innerlijk ervaren collectieve druk is allesbehalve uniform. Het competitiebeginsel alleen al is een aanjager van individuele experimenten en verschillen. De een blijft lekker zitten waar hij zit, een ander laat zich opjagen en noemt dat ambitie. Dat we ambitie vervolgens herkennen als toch weer een collectieve reactie, toont aan hoe dubbelzinnig we zijn en hoe het balletje heen en weer vliegt tussen statische en dynamische kwaliteit, tussen individualiteit en collectiviteit. Het toont ook aan dat niemand helemaal kan ontsnappen aan het feit dat we dit of dat zijn. De logische stap dan is om aan te nemen dat de protagonist en de antagonist even waarachtig zijn, of net zo onwaarachtig. Zonder een wat vollediger overzicht van de tegenstellingen komen we daar niet uit. Hoe kun je nu goed zijn in slechtheid en slecht in goedheid? De inzichten die ik zoek denk ik alleen te kunnen vinden door ‘het totem en taboe verhaal’ te begrijpen tegen de achtergrond van de drift om als individu of als groep te overleven, een evolutionair patroon waarin de delen (het ja en het nee), orde genereren die chaos baart. Chaos die op zijn beurt een hogere orde wordt genoemd die we nog niet kunnen bevatten.
In het wapenarsenaal komen we ook het tweesnijdende zwaard van Damocles tegen.
Als we dat wat ons boven het hoofd hangt niet willen kennen dan zie ik niet hoe we de dreiging van dit dodelijk tuig moeten weerstaan. Wie veel heeft heeft veel te verliezen en de angst daarvoor heeft ons geleerd beter voor onszelf te zorgen dan goed is voor het geheel.
Denkende aan hogere energieën - denk maar aan liefde - die, net als geloof, bergen kan verzetten. Maar hoe meet je dat, liefde of geloof; en ontlenen dit soort zaken niet slechts betekenis binnen een steeds veranderende, individuele context.Niets veranderlijker dan de mode, wordt gezegd, ook al zo een kanon dat op mij gericht is.
De hogere energieën faciliteren en reflecteren individuele ontwikkeling, die door menig despoot als een bedreiging wordt ervaren. En de grootste despoot zijn we vermoedelijk zelf. Denk alleen maar aan alle zelfcensuur, aan alle compromissen, gewoontes en hypocrisie. We leggen onszelf heel wat op, maar met het zoeken naar een harmonieuze menging van wezensdelen heeft het allemaal weinig te maken. Maar OK, als we onze torens op die manier bouwen moeten er wel instortingen volgen.
Samenwerking?
Nu en dan loop ik tegen de klacht op: ‘Hadden we maar beter samengewerkt dan zou ons dit of dat hoogstwaarschijnlijk niet zijn overkomen’. Samenwerking gaat over de inbreng van allerlei talenten en temperamenten die in functionele (collectieve) combinaties meerwaarde doen ontstaan. Hogere energieën die net als in de 4 elementen met elkaar in evenwicht moeten worden gebracht. Met elkaar maar ook met de zogenaamde lagere energieën. Laagte ontstond immers door vanuit de hoogte naar beneden te kijken.
We scheppen wat we zijn; een zijn dat meebeweegt met onze ontwikkeling. We zouden geen toren bouwen als die toren niet ook verheldering bood in wat we de realiteit noemen. Noem het een bovenpersoonlijk standpunt.
Misschien lijden we aan trots, ambitie, angst, of aan onvermogen om wat bewuster, een wat humaner standpunt in te nemen. Het verlangen naar de onaangetaste kwaliteit van het kosmische hemelgewelf dwingt ons de mogelijkheid van transformatie in gedachten te houden. Blindheid zoekt genezing. Hoe meer we ons opsluiten in de materie hoe groter de druk wordt om te zien wat die opsluiting doet.
Onze hoogste punten hebben (dramatisch) aan hoogte gewonnen nu we uitkijkposten als raketten buiten de dampkring brengen om de helderheid van onze waarnemingen en aandacht op een hoger plan te brengen. Zo zeer zelfs dat in het volgende Grote Arcanum ‘de Ster’ naar voren wordt geschoven. De Toren zet aan tot exploratie maar ook tot stergedrag. Ik hoorde bestuurders zeggen: ‘We moeten af van die zesjescultuur. De noodzaak authentiek en uniek te zijn groeit ons wel eens over het hoofd.
Een hoog IQ, een hoge positie, een hoogstandje in sport en seks; wie wil en kan ontkennen dat een laag banksaldo minder aantrekkelijk is dan een hoog saldo? Maar toch, in de sociologie van het geluk wordt opgemerkt dat het niet de absolute hoogte is van zo een saldo dat gelukkig maakt. Zolang het maar hoger is dan dat van de buren. Dat brengt het gezochte geluk. Relatie blijkt toch hoger te scoren dan bezit, en dat geeft hoop.
Dat wat van boven komt. Helaas, ook onderwijs en de politieke aansturing ervan lijdt aan blindheid. Opvoeding gaat toch in de eerste plaats om het tot stand brengen van harmonie tussen geest en lichaam. Een gezonde geest in een gezond lichaam. Maar wat is geest en wat is lichaam? Ondanks duizenden jaren filosofie en introspectie zien we het nog steeds niet. Maar toch, geluk ontfutsel je niet, dat is iets dat je deelt en waarin je samenwerkt. Als hebberigheid of dominantie daar aandeel in mogen hebben dan kijk ik denk ik aan tegen een zeer beperkte visie op aarde die ons allemaal draagt en hemel die ons voortdurend aan onze aspiraties herinnert.
Als het leven van een mens in de eerste plaats een leerproces is, dan begrijp ik dat in tijden van financiële en economische crisis de roep om beter onderwijs luid wordt geuit. Geest wil worden toegelaten tot de slagvelden die competitie altijd weer creëert. De winnaars houden te weinig rekening met de kans dat de verliezers hun verlies niet pikken. We gunnen de buurman zijn hogere saldo niet en creëren burentoestanden waar rijdende rechters niet meer tegen op kunnen rijden.
Koppie, koppie, zeggen we wanneer we bewondering uiten voor een goedwerkend verstand.
IQ testen, schoolonderzoeken en examens openen of sluiten deuren naar de begeerde top. Van het begin af aan wordt vrijwel alle aandacht gericht op het cerebrale, het rationele, het kwantitatieve, waarbij in hoofdzaak het Cartesiaanse dualistische denkmodel wordt gevolgd.
De knapste kop wint de pot, maar het beeldend vermogen heeft klappen opgelopen. Dat wat nooit aan ons werd voorgesteld kunnen we ons vervolgens moeilijk of niet voorstellen. We krijgen in onze opvoedingsmodellen te weinig ruimte voor onderzoek naar het ZIJN, naar het ZELF, naar RELATIE en naar EENHEID. Want als het waar is dat veranderingen van onderen komen dan moet die onderkant zichtbaar worden gemaakt. Komen we daar niet aan toe dan zullen de hobbyisten ideologieën op ons doen neerdalen die telkens weer uitmonden in chaos, geweld en destructie. Alles groeit omhoog, behalve de wortels. Het onderzoek naar wat en wie we nu eigenlijk zijn is een introspectie zonder maat of eind.
Piekende welvaart, gebouwd op de diepste armoede. Dat is het criminele model dat we onderhouden en verdedigen.Maar achterstand in het voorstellingsvermogen leidt tot het ontstaan en instandhouden van een wereld die mensenrechten centraal heet te stellen en die rechten vervolgens op allerlei manieren schendt en laat schenden. Ik weet niet wat de lezer daarvan vindt, ik noem het, ‘schizofrenie’.
Dat de Toren vooral naar het mentale gebied verwijst vind ik terug in de uitdrukking: ‘geen hoogte krijgen van’. De veranderlijkheid en winderigheid van dit element creëert instabiliteit
De toestand die we kennen als, ‘Himmelhoch jauchzend, zum tode betruebt’ biedt weinig evenwichtigheid en onderstreept ondanks de stoere uitstraling van torens, de wankelmoedigheid van de mentale ruimte..
De wisselingen tussen onderspanning (depressie en geestelijke uitputting) en overspanning (roes en geestvervoering) komen overeen met de eigenschappen van magneten, namelijk ‘aantrekken en afstoten’. In chaos is oriëntatie een eerste levensbehoefte, en dar vind ik in de naald van een kompas. Ik ben op zoek naar die geheimzinnige kracht die we liefde noemen, een geweldige aantrekkingskracht.
Opstapeling van waarden in de vorm van een piramide, de voorloper van de toren, waar de bovenste stenen het zeldzaamst, het meest begeerd zijn, terwijl de ware schatten toch eigenlijk diep verborgen zijn in onderaardse gangen en gewelven.
Eenzaam aan de top, overbevolkt aan de basis. Het is alsof we onze waarde afmeten aan de plek die we veroverd hebben in een of andere hiërarchie. Dat maakt de idee van eigenwaarde wel erg afhankelijk van een positie die ik eerder als een rol heb gedefinieerd, de groef van een grammofoon. Als we maar vaak genoeg herhalen dat we dit of dat zijn gaan we het op een goed moment ook echt geloven. En toch, me te vereenzelvigen met de hele piramide vergt in wezen niet meer energie dan de vereenzelviging met dat ene laagje waarmee ik me identificeer.
Ik kan niet ontkomen aan de vergelijking van spoelen die magneetkrachten opwekken met aantrekking en afstoting zoals die ervaren worden door een mens op zijn tocht van geboorte naar dood. Totem en taboe onderbouwen onze voor- en afkeuren, onze hoop en onze angsten.
Koperen wikkelingen zijn essentiële componenten in de opwekking en distributie van elektriciteit. Koper staat symbolisch voor onwankelbaarheid, een eigenschap die ook wel bij de toren past. We zeggen, ‘tijd is geld’. Maar dat zou natuurlijk, ‘energie’ is geld moeten zijn. En kijkende naar de geschiedenis van oorlogen in het tijdperk van compulsief gebruik van fossiele brandstoffen, wordt snel duidelijk dat die vrijwel altijd gingen over toegang en controle van energiebronnen. Het lezen van de Lanny Budd cyclus van Upton Sinclair bestaat niet alleen uit- maar spreekt ook boekdelen.
Slang of wikkeling; de verwijzing naar de omstandigheid dat we ons in bochten wringen om de toegang tot energie te behouden of te versterken blijft zich aan mij opdringen.
Transformatoren kunnen torenachtige gedaanten aannemen en de masten waaraan hoogspanningskabels worden opgehangen voegen toe aan de verbanden die ik hier zoek.
Als het IK als een opgerichte fallus moet leren zijn keuzes te maken overeenkomstig het innerlijk geweten dan krijgen we met spanningen te maken De rollen die het ego ontwerpt, hoe verderfelijk die soms ook lijken, dienen een groter doel. Het taboe op begeerte maakt geen einde aan verlangen en ambitie. We zijn ongehoorzaam en ondeugend. Lieten we ons intimideren door dit soort taboes dan zouden we geen grenzen meer overschrijden, dan zou er geen ontwikkeling meer mogelijk zijn. We investeren en ontlenen massa’s energie aan de zelfbeelden die we ontwierpen; andersom kosten sommige van die beelden veel energie. Als je marihuana verbiedt maak je wereldwijd ruimte voor honderdduizenden opsporingsambtenaren en een evenredig aantal criminelen die in het verbod een godsgeschenk zien. Hoe meer je criminaliseert hoe meer criminaliteit er zal zijn.
Verhef de winning van duurzame energie tot een supertotem en er worden miljoenen banen geschapen met als bonus, meer toekomstkansen voor de mensheid. Omdat te zien heb ik geen torenhoge uitkijkmogelijkheid nodig.
In de Toren is het verleidelijk om de top de schuld te geven van deze en andere misstanden. Maar de top wordt gedragen door massa’s stenen en vele bouwlagen zoals een markt onderhouden wordt door miljarden individuen die de rol van consument op zich hebben genomen.
Dat de Toren verbinding zoekt met geweten kan afgeleid worden uit gedenknaalden en andere hoge structuren die ons oproepen veldslagen, overwinning en verlies, te gedenken De vorm van de Toren komt ook overeen met de manier waarop het getal EEN ( l ) geschreven wordt. Daarin zit een eenzijdigheid die ons blind maakt voor het Collectieve IK waar het kleine IK naar verwijst. Egocentrisme staat universalisme in de weg. De overgang van de rol van burger naar die van consument, lijkt me geen stap voorwaarts. Een burger woon in een door burchten versterkte stad, en in die stad liggen zijn belangen. Een consument dient uiteindelijk alleen nog het eigen belang. Competitie is een consumptiegedreven verschijnsel. Bevordering van deze ontwortelde markttoestand doet de mensheid als geheel onderling aan empathie inboeten waardoor individuen en groepen tegenover elkaar komen te staan in plaats van naast elkaar. Daar is het Grote IK niet mee gediend. Regeren wordt gezegd is vooruitzien en dat doe je het beste vanaf een verheven positie. Een goede verrekijker of telescoop is dan geen overbodige luxe. Het bezwaar echter is dat diepte vervlakt. Ons oog is zo gewend geraakt aan dit platte perspectief dat de vervorming amper meer wordt opgemerkt.
Het onderscheid dat overheden moeten maken tussen de vraag van een consument en de vraag van een burger is denk ik op langere termijn van invloed op de overlevingskansen van de democratie. Thans wordt democratie veel te veel geassocieerd met de vrije markteconomie, ondanks het feit dat die vrije markt toch ook weer een van die gewelddadige jungle-ideologieën bleek te zijn.
In de plantenwereld groeit alles omhoog behalve de wortels. Torens, ter voorkoming van omvallen, zijn diepgewortelde structuren. Op zoek te gaan naar mijn ‘roots’ is veel meer dan wat speurwerk in de genealogie. Het werken aan een tarottekst met ontdekkingen aangaande originaliteit en EENHEID komt al een stuk dichter bij waar het in mijn bronnenonderzoek om gaat.
Diepzeeonderzoek bleek moeilijker te zijn dan ruimte-expedities. Dat is jammer omdat we de druk die daar heerst eventueel zouden kunnen benutten voor duurzame energiewinning; voor zover menselijk handelen ooit geheel en al duurzaam kan zijn.
Dan maar de lucht in. Of het nu gaat om solar thermal towers die slim gebruik maken van zonnewarmte of om de steeds hogere molens die wind als aandrijfkracht zoeken te benutten; is voor de symbolist van weinig belang.
In verband met de solar tower wordt al gesproken van een schoorsteenhoogte van een kilometer.
Nu we de naam van het beestje kennen zien we het overal. RENEWABLE. Als ik dat woord intik krijg ik 3,440,000 ingangen voorgeschoteld.
We zijn zelf torens. Het hoofd, het brein, de wetenschap, de hoogte; alsmaar dieper reikend in de onderwereld van deeltjes en subdeeltjes. Chemie, geologie, hydrologie, klimatologie, biologie; alles reikt naar zon, wind en fysische systemen van allerlei orde. Materie is slechts een verschijningsvorm van energie, en ziende waar bacteriën, virussen, en plankton, toch ook kleine deeltjes, toe in staat zijn - moet het niet al te moeilijk zijn onze energiezorgen aan de kant te zetten en de hand aan de ploeg te slaan. Dat is vooral ook raadzaam omdat torens en uitroeptekens verdraaid veel op elkaar lijken, en uitroeptekens zijn toch ook exclamaties van het burgerdom wanneer regeringen in gebreke blijven.
De deeltjes! In afmetingen ver beneden de menselijke maat; in betekenis ver boven het verstand van de (huidige) mens uitstijgend.
Quantummechanica is een noot die niet makkelijk te kraken is voor een brein dat niet door wis- en natuurkunde is gevormd. Toch, om een verbinding te bewaren tussen dat wat mogelijk wordt geacht en wat onmogelijk, is het zaak dat we tenminste een beeld hebben van wat veel wetenschappers zo opwindt wanneer het over deeltjesfysica gaat.
De woorden, ‘als je denkt de quantummechanica te snappen, dan snap je er niets van’, kwamen volgens mijn filosofische vriend uit de mond van niemand minder dan Niels Bohr.
Als de grondleggers van de quantummechanica het zelf niet snappen hoef ik mij niet te schamen voor mijn beperkingen, en kan ik me bezighouden met waarschijnlijkheden in plaats van zekerheden. Dat komt mij in mijn studie van de Tarot - waar onzekerheid troef zijn - zeer van pas. Toen het tot mij door begon te dringen dat de quantummechanica een probabilistische theorie is waarmee heel nauwkeurige waarschijnlijkheidsberekeningen gemaakt kunnen worden begon er een lampje te branden. Waarschijnlijkheidsrekening is er voor om voorspellingen te onderbouwen, net als een horoscoop of een pak Tarotkaarten die volgens velen een voorspellende kwaliteit hebben. Toeval of waarschijnlijkheid? Of bij voortschrijdend inzicht, ’dat wat ons toevalt’ Deze uitdrukking verlevendigt mijn voorstellingsvermogen.Ineens betrek ik het AL-hier en NU in mijn kansberekeningen, De gedachte aan een intelligent, ‘lik op stuk-heelal’ voorspelt nieuwe betekenis in de ideeën die ik heb over Chaos.
De vernietigende kracht van de bliksem verwijst naar de noodzaak om afstand te doen van verouderd en beperkend bewustzijn. Kundalini moduleert niet alleen dat grotere bewustzijn maar creëert ook hel wanneer het geschenk niet wordt aanvaard.
Het is als in de zenwereld van paradox. Je kunt er helemaal niets mee, tenzij je de bestaande grenzen van je bewustzijn weet te overschrijden. Iets dat me bijgebracht wordt in meditatie of yoga, en in trainingen daarin. Vooral in yoga wordt de opbouw van basis tot kruin of van kruin tot basis zeer beeldend gemaakt. We praten over de hogere chakra’s dan wel over hoger bewustzijn. Als we spreken over hoogte, een belangrijk gegeven in de sterkteberekeningen van een toren, dan zeggen we iets over onze hogere, vaak verborgen, ambities.
En in de quantummechanica zal de ambitie niet veel anders zijn dan voor de adepten van de ‘klassieke mechanica’, die ook op zoek waren naar de graal, naar die éne, grote, alles verenigende veldtheorie die alles verklaart en niets buiten sluit. In die zin is moderne wetenschap een waardige opvolger van die goede, oude alchemie; een suggestieve engel van het westelijke venster.
Ontwikkelde de klassieke mechanica het rationele denken, de quantummechanica zet aan tot ontwikkeling van bewustzijn. Vervlechting (entanglement) is niet langer meer een toestand buiten jezelf maar moet in de binnenwereld beleefd worden. Dat quantum deeltjes geen vaststaande waarden kennen wat betreft de eigenschappen van die deeltjes totdat er een waarnemer is die een meting verricht, suggereert dat in het scheppingsproces zoals een mens die ervaart (menselijk) bewustzijn een onbetwistbare- maar redelijk onvoorspelbare rol speelt. Laboratorium experimenten die verdacht veel lijken op eerdere onderzoekingen in parapsychologische kwesties tonen een verontrustende-, want onmeetbare invloed van iets nonmaterieels op iets materieels. Het lijkt wel wat op een geest-lichaam entanglement..
Het is alsof een eigenstandige intelligentie bepaalt in welke matrix (bewustzijnsniveau) het gemetene zich ophoudt. Bedenkende dat verschillende contexten zeer verschillende inkleuring geven aan gedrag en eigenschappen van een quantum systeem.
Einstein, nota bene zelf mede verantwoordelijk voor het ontstaan van de quantum fysica, kon die quantum filosofie niet aanvaarden. Zijn beroemde woorden, ‘God dobbelt niet’ verwijst naar zijn tegenzin een wereld van oorzaak en gevolg te verruilen voor een wereld die geregeerd wordt door waarschijnlijkheden. Maar toch, het valt moeilijk te ontkennen dat oorzaak en gevolg een deterministische voorstelling van zaken geven, terwijl het onvoorspelbare gedrag van deeltjes een heel ander wereldbeeld in focus brengen, een beeld met veel meer ruimte voor elkaar tegensprekende kwaliteiten.
Inbedding (embedding) is een andere vondst in de quantummechanica die ik herken als weer een andere mogelijkheid om mij een voorstelling te maken van de inpasbaarheid van alles in alles maar ook van wederzijdse afhankelijkheid. Ingewikkelde vraagstukken los je in de regel niet op zonder samenwerking. Vraag dat maar aan de veiligheidsraad ban de Verenigde Naties.
Wat de Tarot en de quantummechanica verbindt is de verleiding een holistisch wereldbeeld te aanvaarden. Elk deeltje is een ingang tot het AL. Eerder schreef ik dat alle getallen opstapelingen zijn van Eentjes. Eenheid is dus meer dan een verlangen; het is de basis van alles wat we ooit - al of niet terecht - hebben aangenomen.
Algebra is een Arabisch woord dat ‘reünie’ betekent. Dit is van belang omdat in de algebra de idee van embedding voor het eerst in een wiskundig milieu werd toegepast. Net als in ‘religare’ gaat het om het verbinden van wat nog beschouwd wordt als onafhankelijke, op zichzelf staande fenomenen. Individualiteit is derhalve een eigenschap die door de context, dan wel de configuratie wordt bepaald.
‘Het astrale lichaam dat groter is dan ons fysieke lichaam torent volgens helderzienden een stuk uit boven onze kruin, en het chakra dat zich daar ophoudt representeert dan ook alles wat wij in opwaartse verlangens denken, voelen en opmerken aan en over de top, het (goddelijke) allerhoogste. Dit is het innerlijke punt waar volgens oefenmeesters aandacht naar uit hoort te gaan zodat we in een visualisatie van binnendringende kosmische energie medestander worden in dat grootse proces dat we inwijding of evolutie noemen. Het niet georiënteerd zijn op het innerlijke transcendentiepunt plaatst mij buiten mijn spirituele ontwikkeling waarbij vette jaren voor magere worden aangezien, en omgekeerd. De innerlijke ZEVEN bereiken is de weg naar de astrale dimensie die in 17, de STER, wordt aangeboden.
Met vliegtuig en raket penetreren we de ruimte steeds dieper. Onze hemelse bevlogenheid lijkt op een genetische aanleg voor steeds ongekender hoogtes. En hoe hoger we ons verheffen hoe steiler de diepte is waar wij - al incarnerende - in moeten vallen.
We zoeken kennis van de wereld maar het is zelfkennis dat we krijgen; en dat is denk ik ook waar de evolutie om vraagt. Zelfkennis en toenemend bewustzijn.
Het torenhaantje vraagt mij mijn aspiraties nooit te verloochenen, zelfs niet als het gaat om leven of dood’.
Torentransen doen mij tenslotte bedenken dat er geen roesmiddel bestaat dat de potentie van trance overtreft. Trance is de ‘spin’ die de draaiende derwisj verbindt met goddelijke liefde.
Joachim Bunders