zaterdag 21 december 2024

personal4

Artikelindex

Hoofdstuk 19 De Zon

r19

Vervolg van De TAROT - Vallen in Getallen: De Maan

‘De Zon verlicht eerst zichzelf en vervolgens alle andere dingen’

Hoofdstuk 19

De Zon.

Vanaf 10 werd de concentratie op de betekenis van hetgeen mij geconditioneerd heeft, noem het karma, steeds intenser. In 19 is de hitte van die concentratie een smidse geworden waar de Magiër zich van de laatste ketenen van het ego kan bevrijden. De astrale vogel die we zijn, de feniks. maakt zich klaar uit het vuur op te stijgen.

 

Alle ervaring van de persoonlijkheid in ontwikkeling wil tot basis gemaakt worden van een nieuw begin. Deze laatste menging brengt de nieuwe mens voort, hij die als zoon, als verlosser, kan opstaan in het licht van het hogere, tot zover geïncarneerde, bewustzijn. De zon en de zoon zijn in Engelse uitspraak hetzelfde.

Volgens onze eigen mythologie , maar ook hier volgens de Tarot, beschikken wij over alles dat de Zoon tot zo een belofte maakt. Bedenk echter dat als wij de elementen door en door gemengd hebben - zodat weten en ervaring één zijn geworden - dan staat de Duivel naast ons en wijst ons op de hogere macht die eenheid brengt. Lucifer, leerde 15, bedient zich bij voorbaat van zich noemende meesters.Werkelijk een streep trekken onder de opgeblazenheid van de persoonlijkheid ontwart de karmische knoop en bevrijdt ons van de verleidingen die ijdelheid ons pleegt te bieden.

De Zon voelt als een generaal pardon. Behaalde gele kaarten komen hier te vervallen
Er hoeft niets meer afgerekend te worden zodat we na kunnen denken over wat met al dat opkomende nieuwe licht, met al dat scheppingspotentieel, aan te vangen. Naast de inslagen en kraterwonden van de Maan hebben wij het helium-3, een gift van de Zon, gevonden die volgens plasmafysici kernfusie op grotere schaal - dan tot op heden in experimentele laboratoria het geval was – denkbaar maakt.

19, de Zon, is net als 10 een heroriëntatie op richtingen die nu ingeslagen kunnen worden.
De Magiër die zijn innerlijke fusiemotor (kundalini) op gang heeft gekregen ziet dat zijn laatste pijn ‘eenzaamheid’ heet. De Zon is wat energie betreft een stralende eenling in ons zonnestelsel. Het is modieus te stellen dat eenzaamheid in werkelijkheid ‘samen een zijn’ betekent. Zolang je echter een levende tussen de levenden bent is het moeilijk te accepteren dat de mensheid maar doorgaat met gesloten ogen door te racen naar de afgrond. Zij die daar oog voor hebben en aandacht vragen voor de gevaren die we gecreëerd hebben, zijn als roependen in de woestijn, een barre leegte waar kluizenaars zich op hun gemak voelen maar waar een ‘normaal’ mens het in zijn eentje niet lang redt.

In de cyclus van 10 t.m. 18 ontdekte de Magiër dat mogelijkheden niet hetzelfde zijn als wenselijkheden. De Zon is heerlijk na een lange winter maar wie er zich teveel aan over geeft loopt toenemend risico huidkanker te ontwikkelen. In 19 wordt dit dilemma in het zonnetje gezet. De vraag is, kan of mag de verlichte (dan wel een vindingrijk wetenschapper) zijn ontwaakte, hogere mogelijkheden aanwenden voor de oplossing van collectieve problemen, of dient ieder zijn eigen berg te beklimmen en in de eigen afgrond te vallen?
Het succes van de moderne geneeskunde heeft ook geleid tot overbevolkingscijfers die de toekomst van Moeder Aarde, ons aller voedster, op het spel heeft gezet.

Vergaande rationalisering in landbouwmethoden en veehouderij maken onze ethisch-emotionele ruimte steeds kaler, steeds leger. Wantrouwen - tegen de positivisten die erop rekenen dat de mens een redelijk wezen is die zich uiteindelijk ook redelijk zal gedragen – is groeiende. Verlichting heeft weinig gedaan aan de misvatting dat wij de eigenaar zijn van de natuur en mateloos kunnen nemen zonder ons af te vragen wat de gevolgen op termijn zijn voor een ecosysteem waar we nog maar heel weinig van begrijpen, laat staan beheersen. De strijd tussen materialisten en vitalisten is nog maar amper begonnen.

Positivisme en zorgeloosheid zijn kinderen van de Zon. Wij hebben vanuit edele- en onedele motieven van alles geprobeerd om elkaar’s lot te verlichten, pogingen die leidden tot het ontstaan van enorme markten en economieën die met toenemende professionalisering, en met maskers van redelijkheid, welwillendheid en kundigheid een soort onaantastbaarheid hebben gecreëerd die je ook wel in totalitaire staten aantreft. In de nieuwe hiërarchische toppen wordt uitgemaakt in welk profiel ik pas en wat goed is voor mij, en wat niet. Ik vind dat onverteerbaar maar zolang de meerderheid van mijn eventuele lezers hier niet tegen in opstandkomt leggen mijn zorgen weinig gewicht in de schaal.

Verlichting kent een onfrisse relatie met de idee van meesterschap. En wie zou er niet arrogant van worden wanneer zijn persoonlijke filosofie werd verheven tot het ijkpunt van alles wat we tot onze beschaving rekenen. Als ik nu maar claim verlicht te zijn ben ik al gauw jouw meester en zal ik je wijzen op je plaats in de Hiërarchie van het Licht met alle ‘do's and don'ts’ die daar bij horen. Voor ik het weet zit ik in hetzelfde vaarwater als die andere organisatoren van idee en samenleving, en moet ik concurreren met allerlei zogenaamde morele posities die in verleden en heden werden en worden opgetuigd. En of mijn toverstaf nu ‘de rede’ wordt genoemd of ‘para-mentale toegang tot de Meesters van het Licht’, het effect is hetzelfde. Ik schep met de namen die ik gegeven heb mijn eigen lot, en omdat mijn eigenheid zo Meesterlijk is hoort dat ieders eigenheid te zijn, behalve waar het de broodlijn betreft, De verschillen tussen kansrijk en kansarm blijven groeien, en dat is wat onze geweldige ideologieën betreft geheel in de haak. Je hebt nu eenmaal bovenmeesters en ondermeesters.

Dat weinig van deze ideologen de fundamentele vernietiging van de natuur, onze ziel, tot de kern van hun kruistochten hebben gemaakt. Innerlijk geweten legt het veel te vaak af tegen onze gemankeerde opvattingen over verlichting, laat staan over de ‘logica’. Zonneschijn is een bepaald soort schijn, maar van zo een hoge intensiteit dat onze bleke verbeelding van hoe dingen horen te zijn er in verdwijnen. Einde van de illusies.

Een Gooise schilder vertrouwde mij toe dat alles van je moet wegvallen, tot de herinnering van je naam aan toe, alvorens je doordringt naar het niets in 10 (en dus in 19). Zijn naam verliezen vond hij niet zo een probleem. Het verlies van zijn kunstenaarschap als steunbeer voor zijn beeld van identiteit was een veel zwarter gat. Maar eenmaal daar doorheen, ervoer hij de helderste bewustzijnsstaat ooit, een staat zonder berekening en beperking. Deze ervaring beleefde hij gedurende een coma na een zware operatie, die hem bij bleef bij als een magnifiek hoogtepunt die hem een rotsvast vertrouwen had gegeven in de goedheid van ‘het zijn’, dwars door leven en dood heen. Ook bleek deze uitzonderlijke staat hem voortaan van dienst te zijn in het opmerken en vastleggen van schoonheid, een Platonische deugd en voedsel voor de ziel.

In het rollenspel dat zich ontrolt is het opgeven van zelfbeelden ofwel het opgeven van de gekoesterde eigen identiteit inzet van de Zon. In de Zon hoeft niets ontwikkeld te worden maar wordt je juist afgewikkeld. Lekker aan het naaktstrand in de Zon. Alles gaat uit en wat overblijft is dat wat je bent. Alles waar je op hoopte, zij het hier op aarde dan wel in het eeuwige nabestaan blijkt gelieerd te zijn aan ego dat zich geeft losgezongen van superego, hetgeen een mens oplevert die niet altijd functioneert binnen de grenzen van het eigen geweten. De naald heeft problemen met de groef en blijft zo nu en dan hangen in eindeloze herhaling van die ene rondgang. Deze toestand kan ook vergeleken worden met een rad waar je nu eens huizenhoog wordt opgetild om dan weer diep weg te zakken. Hier zien we de affiniteit die 19 heeft met 10.

Het lijkt nobel de lijdende mensheid op een goed spoor te zetten maar in dit verlangen zit de arrogantie dat het met de mensheid minder goed gaat dan met mij. Als pijn echter een belangrijke rol heeft gespeeld in mijn ontwikkeling waarom zouden anderen dan niet hun eigen pijn mogen creëren? Ook al zouden ze daar ons hele zonnestelsel mee opblazen, een optie die sowieso steeds meer substantie krijgt.

Geest die alles voortbrengt kan niet opgeblazen worden. Als mensen reïncarneren zal dat met zonnestelsels ook wel zo zijn.
De eenzaamheid waar we in 19 naar kijken is de kooi van de nihilist, de betweter, de ideoloog of de gefrustreerde altruïst die lijdt als de oplossingen die hij voor een ander bedacht, maar zelf nooit waar heeft kunnen maken, in de wind worden geslagen. Alles in de wereld zou in orde zijn als de Meester ofwel de Verlichte het maar voor het zeggen had. Maar verlichting, tot macht verheven, is als het leiden van zonlicht door een vergrootglas. Daar heel je niet mee; daar zet je de boel mee in de fik.

Je hebt vakantie of een uurtje vrij, en je stelt je bloot aan die superminnaar die van top tot teen bij je binnendringt en je de wereld met alles wat er los en vast aan zit doet vergeten. Onder je oogleden doen zich kleurvisioenen voor en je bent volmaakt gelukkig.
De Zon plaatst ons voor een boeiende paradox; eenzaamheid aan de ene kant, een orgastisch bewustzijn aan de andere kant.
‘Spirit’ kan op allerlei manieren vertaald worden. ‘Levenskracht’ en ‘bezieling’ zijn opgenomen in dat rijtje.

Zouden we ons wat bewuster worden van de werken van de Zon dan zou blijken dat eenzaamheid en lijden in het algemeen het resultaat zijn van een leven buiten de innerlijke Zon, ofwel buiten onze natuurlijke spiritualiteit, vitaliteit en bevlogenheid. Allen die hun licht onder de korenmaat verbergen, en dat zijn er meer dan je in een verlichte samenleving zou verwachten, moeten lijden en zich losgescheurd weten van de betekenis van het leven..

We hadden het zo druk met het scheppen van veelheid, met nog meer tegenstellingen, of met het verlichten van de ander dat we steeds minder tijd hadden voor zulke simpele genoegens als de dagelijkse groet aan de Zon en het nemen, als snipperdagen of vakantie dat toelaten, van een weldadig zonnebad.

Leven met de Zon was - tot de gloeilamp op de markt kwam en industriële slavernij ons bond in de machinerie van de vooruitgang - ons oeroude ritme die nog natrilt in het opsteken van een kaarsje voor, tijdens of na kerkelijke zondagsdiensten. Zo een klein licht lijkt niet veel voor te stellen maar elke gedachte aan de bezieling die we zoeken helpt ons dat licht binnen te laten komen.

In kleur- en lichttherapieën proberen we depressie en verminderde afweer op afstand te houden, maar zij die deze lichtcompensatie voor donkere dagen aanbieden worden wat de Stichting Skepsis betreft afgedaan met een verwijzingen naar kwakzalverij, en dat geldt wat Skepsis betreft voor bijna elke gedachte over gezondheid die niet afkomstig is vanuit het steeds onbetaalbaarder wordende medisch-pharmaceutische establishment. Dat de alternatieve geneeskunde over het algemeen noch patenten verzamelt, noch aanzienlijke bedrijfsresultaten boekt, wordt zelfs door de verzekeraars over het hoofd gezien.

Het zal de menslievende stichting Scepsis ontgaan zijn dat ‘alternatieve’ therapeuten harde en betrokken werkers zijn die met zeer bescheiden honoraria genoegen nemen. De afstand tot het verdienvermogen van een medisch specialist is enorm. Ik vind het tragisch dat gerenommeerde wetenschappers zonder kennis van zaken zich lenen als boegbeeld in een indrukwekkende stoet van geleerde dwaasheid. Slepsis is een wonderbaarlijke sekte steunende op types die heel precies weten hoe het niet zit, een onderneming die van alles de prijs kent maar van niets de waarde, laat staan de betekenis. Het ene moment erkennen ze het bestaan van het placebo-effect, het andere moment ontkennen ze de mogelijkheid dat geest materie beïnvloedt.

Lever echter eerst maar eens een op empirische grond bewezen stelling dat lichaam en geest – of mens en universum – geen EENHEID zijn, en dat elk deeltje drager is van iets dat we energie noemen, maar die ook intelligentie genoemd kan worden. Het natuurlijke afweersysteem is daar een mooi voorbeeld van. Mens, dier en plant zijn voorzien van een zelfgenezend vermogen dat ons, als we er open voor staan, aardig kan betoveren.

Het afweersysteem is het geheel van reacties op het binnendringen van ziekteverwekkers en andere lichaamsvreemde stoffen, lees ik in een woordenboek. In een willekeurig opgeslagen artikel over immunologie van de plant lees ik: ‘De plant probeert nog een paar rondes zaad te produceren’. Ik vroeg me onmiddellijk af:‘ Waar haalt die plant de kennis vandaan of de wil om zich open te stellen voor het één en zich te beschermen tegen het andere?

Nieuwe inzichten hebben de klassieke mechanica , en daarmee de menselijke rede ter discussie gesteld. Objectiviteit is ver te zoeken wanneer wetenschap gebaseerd is op aannames en axioma’s.

We zien hier dat er kennelijk verschillende bronnen van verlichting zijn. Een middenpositie wordt ingenomen door Goethe, van huis uit wetenschapper, die mediteerde op de plant en stuitte op de openbaring van de oerplant, een metafysisch model waarvan alle plantensoorten zijn afgeleid. Metafysische kwaliteiten laten zich echter moeilijk onderzoeken met de meetmethoden van een empirisch, materialistisch en mechanistisch ingestelde wetenschap die er nog niet aan toe is de onderliggende, quantummechanische tovertuin te omhelzen en terug te keren naar een wat holistischer opstelling ten aanzien van chaos en orde, van ziekte en gezondheid. Op een geneeskunde die onbetaalbaar wordt en steeds meer afbreuk doet aan die mysterieuze kwaliteiten die we toeschrijven aan het afweersysteem zitten we niet te wachten, en nog minder op raaskallende hoogleraren die denken dat de mens die straks in goede gezondheid 1000 jaar of ouder kan worden al geboren is.

In occulte omgevingen wordt onder verlichting iets heel anders verstaan dan de verlichting die we associëren met de Eeuw van de Rede. Daar is juist het loslaten van de mentale stroom, en dus ook van de ratio, voorwaarde voor verlichting.

Het ongeloof (toch ook een soort geloof) van Scepsis is minstens zo moeilijk te bestrijden als het fundamentalisme van weer een andere sekte, zo goed als het moeilijker is om onschuld te bewijzen dan schuld. Het is ook niet nodig hier om al of niet aan te tonen dat teveel zich noemende wetenschappers, wetenschappelijke integriteit verwarren met reactie. Orthodoxie is mooi maar onbevooroordeeldheid is mooier. En ik wil nog wel eens zien hoe deze profeten van een achterhaalde opvatting over de natuur van mens, ziel en heelal gaan denken wanneer ze zichzelf een keer geven aan het mysterie van het gebruik van LSD of een verkeerd gedoseerd homeopathisch middel als Bella Donna, die acuut levensbedreigend kan zijn. Het heeft maar heel weinig gescheeld of ik was een vriendin die aan hevige migraine leed kwijt geraakt. Het was een homeopaat die de levensgevaarlijke, homeopathische dosis toediende. Het was een homeopathische arts die redding bracht en een middel in zijn tas had om de Bella Donna onschadelijk te maken. Ik wil geen bijdrage leveren aan de ideeënstrijd tussen specialist en holist. Ik hoop slechts dat ze leren naar elkaar te luisteren en in te zien wat mechanische-, wat biologische, wat psychologische- en wat spirituele problemen zijn. Dat zou al een goede stap zijn. De Zon verlicht alle dingen maar dan moeten we ons wel blootgeven, en in dat licht gaan staan.

De kluizenaar heeft de comfortabele vlakte achter zich gelaten. In zoverre hij daar een rol heeft gespeeld zal hij hier afscheid moeten nemen van zeg maar zijn oude zelf; iets dat in veel gevallen alleen maar lukt als je het licht hebt gezien. Niets is motiverender dan een inkijkje in de toekomst van het eigen bewustzijn. Iets begrijpen is mooi; maar iets beleven dat verandert je bestaan. De Zon komt elke dag weer op. De kansen die we krijgen zijn ontelbaar. Open de ramen en de deuren, en laat dat licht binnen stromen.

‘Niets is zo snel als het Licht’, is een stelling die voorlopig niet bewezen kan worden. Het meetbare deel van het spectrum.zal hoogstwaarschijnlijk voldoen aan de denknoodzaak onze materiële omgeving - voor zover we die kennen - te beschouwen als de maat van alle dingen. Maar in een meerwaardige benadering van die omgeving - waar ook rekening wordt gehouden met probabilisme, en onbegrijpelijkheden als ‘entanglement’, onzekerheidsrelatie of padintegralen – en met het bestaan van meer dimensies dan waar we ooit rekening mee hebben gehouden komen zelfs de zekerheden van Albert Einstein onder druk te staan, en onzekerheid staat aan de wieg van chaos.

Einstein zag god als het icoon van het determinisme, en kwam met zijn door persoonlijk, esthetisch gekleurde uitspraak: ‘God dobbelt niet!’! in een opmerkelijke, maar niet echt wetenschappelijke positie. In de parapsychologie werd en wordt veel aandacht gegeven aan verschijnselen die bestaande definities over tijd en ruimte vanuit de klassieke mechanica tarten. Telepathie, tijdreizen, de voorschouw, buitenzintuiglijke waarneming, psychokinese en veel andere fenomenen behoren daartoe en laten zich niet vangen in de dogmatiek van een denkrichting die gelooft dat iets pas bestaat als het in het in een comfortabel, overeen gekomen wiskundige model past.

Wikipedia vertelt me: ‘Aangezien de parapsychologie na honderd jaar onderzoek geen verifieerbare theorie heeft opgeleverd, zijn veel wetenschappers van mening dat de parapsychologische werking niet bestaat’. Ik begrijp het niet en dus bestaat het niet. Van Gaal zou zeggen, ‘Ben ik nou zo slim is, of jij zo dom?’

Aan hen die er moeite mee hebben dat een falende basisschoolleerling, ik dus, hier de ‘kerk van de klassieke mechanica’ met een inherent ‘geestlichaam probleem’ meent te mogen afbranden bied ik de gedachte: ‘Al het brandbare staat in relatie met betekenissen die ik zoek in het zonnearchetype. En daar hoort afbranden (fakkelen) ook bij. Ik doe mijn best!

In het licht van de symboliek kan ook gekeken worden naar de ‘burn-out’. Burn-out staat bekend onder de naam, ‘Emotional Exhaustion Syndrome’, en associeert met acceleratie en de snelheid van licht. We kunnen onszelf niet bijhouden of zijn niet vooruit te branden. Hoe ook, in stress, drift en passie wordt ter voorkoming van een blow-up veel stoom afgeblazen.

Vuur staat voor de gedachte dat alles voortgekomen is uit energie. Water draagt die energie, doet die energie stromen. Vuur en water gaven al eerder een impuls aan de ontwikkeling van allerlei krachtwerktuigen. De industriële revolutie was een revolutie in stoom. Al zijn er nog wel wat problemen op te lossen, het ziet er toch naar uit dat we bewegen in een richting waar waterstof een interessante ontwikkeling tegemoet mag zien.

Koude kernfusie, als we nog een stap verder durven te denken, kan op grote schaal energie leveren voor de productie van waterstof, en dan zwijg ik nog maar over ‘solar towers’ die we in woestijngebieden kunnen bouwen, waarmee ook een slag kan worden geslagen in de richting van herverdeling van kans en inkomen - maar ook van ontwikkeling van landbouwgronden en zoetwaterproductie. Kortom de Zon blijft mij voeden met het optimisme van een dwaas.

Wat een weelde die combinatie van brandstofcel en waterstof, van vuur en water.
De vergelijkingen die ik hier kan maken met de bronnen van eigen fysische, dan wel psychische energie creëren bewustzijnseffecten die ik als verlichtend ervaar. Het verbindt mij met de energie die is opgeslagen in de bindingen tussen deeltjes, atoomkernen en ander klein spul. In de diepte van ons zijn gaat het natuurlijk om steeds betere verbindingen tussen het bewuste en het onbewuste. De bewustzijnsverruiming die daar het resultaat van is vergroot als het ware de afstand tussen de kern en het elektron en daarmee de hoeveelheid energie.

De opwarming van emotie geeft ons terug wat we ergens onderweg verloren. Onbaatzuchtige liefde is een regelrechte afstammeling van alle licht en warmte waartoe wij in staat zijn.

(Wikipedia) De Engelse econoom Richard Layard gaat in zijn boek ‘Happiness’ op zoek naar nieuwe economische en bestuurlijke strategieën om de samenleving geluk te brengen. ,,Psychologen weten veel dingen over ons die economen niet weten, of niet willen toegeven''.

We zijn heel veel rijker dan vijftig jaar geleden, we hebben mooiere huizen, grotere auto's, gaan op reis, we zijn beter opgeleid en hebben vaak interessanter werk, en we zijn gezonder. Toch zijn we niet gelukkiger. Hoe kan dat? En hoe kunnen wij - en degenen die ons besturen - dan wél het geluk bevorderen? Deze vragen waren voor Richard aanleiding om het boek ‘Happiness. Lessons from a New Science te schrijven ,,Onze samenleving moet zich niet richten op dynamische efficiëntie, maar op het streven naar geluk. Doel van de politiek moet zijn om de wereld voor zijn burgers tot een vriendelijker oord te maken, niet tot een stormbaan.''

Geluk is vaak een uitgesteld genoegen. Velen projecteren hun geluk op een bestaan na de pensionering of zelfs na de dood. Voor hen moet verhoging van de pensioenleeftijd een bittere pil zijn.

Er zijn aanzetten tot bezinning maar die zijn nog marginaal. Het samenbrengen van economie en psychologie kan ik alleen maar toejuichen. Natuurlijk is samenwerking superieur aan competitie, maar leg dat de verstokte neoliberaal maar uit. Niet de hoogte van een inkomen is trouwens zo belangrijk maar de zekerheid dat we morgen of volgend jaar nog een inkomen hebben; dat wordt belangrijk bevonden.

Anderzijds houd ik ook rekening met het geluk van de ongelukkigen. In het karmische spel worden oude rekeningen vereffend, en wordt het lijden gezien als een wegwijzer op de weg maar het bereiken van zelfkennis en een betere balans. Ik heb geen tv nodig om te weten dat sado masochisme nog altijd een populaire tak van sport is.

Uiteindelijk zou het wel eens zo kunnen zijn dat de (Cartesiaanse) scheiding van lichaam en geest een monster heeft gebaard, maar met die gedachte kom ik niet verder als ik hier niet een of andere spirituele dimensie bij betrek, en daar wordt de Stichting Scepsis dan weer niet blij van. Als geluk iets te maken heeft met zonneschijn dan moet mijn motto, ‘de zon verlicht eerst zichzelf en vervolgens alle andere dingen’, ook op het fenomeen ‘geluk’ van toepassing worden verklaard.

Wat geluk ook moge zijn, het lijkt onmogelijk er een norm of een definitie voor te vinden
Geluk verwijst naar fortuinlijke omstandigheden maar ook naar toeval, hetzelfde toeval dat bepaalt of ik de Dwaas of de Magiër te zien krijg als ik de kaarten heb geschud en blind heb geselecteerd en gelegd, of onder welke stand van de Zon ik geboren ben. Geluk lijkt me net als Chaos een orde te zijn die we in eigenwijze kippigheid nog niet helemaal begrijpen, en herinnert mij aan het zoeken naar mijn bril die al die tijd stevig op mijn neus zat. Wat we zien of niet zien is een spel van licht en duisternis, van bewustheid en onbewustheid.

Maar toeval bestaat toch helemaal niet! Dat lijkt een waarheid als een koe, maar Nul bleek toch ook niet niks te zijn en zo lang er waarschijnlijkheid bestaat, zo lang is er leven.

Misschien kan ik hier concluderen dat er geen collectieve oplossingen bestaan,.en dat het enige wat we allemaal gemeen hebben de omstandigheid is dat we van elkaar verschillen, verschillen die opgelost worden in liefdevolle vereniging., een bad in elkaars zonneveld, ofwel in de vermenging van twee aura’s. Fusie, de droom van onze generatie! Waar twee of drie verenigd zijn in zijn naam, worden verbindingen gemaakt met iet dat je verlossing zou kunnen noemen.

Voor de een is ‘de rede’ een veilige ankerplaats, terwijl het voor een ander de opsluiting is in denkpatronen die moeilijk te verzoenen zijn met de vrijdenkerij waartoe ik mezelf zo graag beken. Voor mij is ‘de rede’ gelijk aan opinie, en opinies zijn per definitie optioneel
Dat wat iemand toevalt is voor menigeen een goede definitie van toeval. Maar in mijn poging te achterhalen waar de val van toeval begint kom ik in een wereld terecht waar het eten van de boom van kennis van goed en kwaad directe aanleiding is tot zeg maar onze oerval. Goed of kwaad, ja of nee, waar of niet waar; al in een heel vroeg stadium van ontwikkeling worden we gewaarschuwd voor een tweewaardige logica die ons gevangen houdt in onvruchtbaar dualisme.

19 = 1 + 9 = 10 = 1 + 0 = 1

Eenheid heeft van zichzelf geen stem Er is altijd een medium, een context of een spiegel nodig om de aanwezigheid en identiteit van eenheid op het spoor te komen.

6 plus 4 creëert een ander beeld van eenheid dan 19 min 9. Dit past in de opvatting dat in taal de schijn van de zon erg lijkt op de waan van de maan.. Een zonnesteek kan makkelijk verward worden met de toestand van een zoeker die zich, gedreven door ongeduld en begeerte, teveel blootstelt aan het openbaringspotentieel van het innerlijke licht.

De relatie tussen bewustzijn en context is zo nauw dat we ze makkelijk met elkaar verwarren. Ik hoorde me gisteren zeggen ‘De waarheid is universeel maar de manier waarop we die waarheid verwoorden en ervaren is gebonden aan culturele a-priori’s.
In de Tarot wordt de context van 19 ingevuld met een kind dat, gezeten op een schimmel, onder eigen vlag zijn achtergrond achter zich laat. De symboliek van de vlag verwijst ook naar heraldiek en het geven van namen; verwijst kortom naar ‘identiteit’ Mijn mantra voor vandaag is: ‘De identiteit van mijn ik – lijkt mij - is ‘het ik’ Maar wat betekent dat ik?

Welke identiteit ik me ook moge aanmeten er zal altijd een zweem van schijn over mijn keuze hangen. Dat wat zo eigen lijkt te zijn blijkt toch steeds weer een mengeling te zijn van een beetje bewustzijn en een heleboel onbewustzijn. Ik weet niet eens het antwoord op de vraag, ‘ In welke mate wordt mijn identiteit bepaald door genetische, sociale of culturele gegevenheden?’
Als er beweerd wordt dat de geschiedenis zich herhaalt wordt daar wellicht mee bedoeld dat we steeds antwoorden ontwikkelen vanuit die a-priori’s, gegevenheden waardoor het lijkt alsof we nooit iets leren, laat staan ons verbeteren.

Alle gegevenheden die denkbaar zijn creëren gezamenlijk de ijzeren hand van de meester die ons vasthoudt in iets dat we onze werkelijkheid noemen. Maar of we die gegevenheden nu archetypen noemen of paradigma, ze houden toch vooral ook de ruimte in stand waar we kunnen experimenteren met datgene wat we belangrijk vinden, en dat is het leven te leven, en daar en passant bewustzijn bij te ontwikkelen..

De achtergrond waar het zonnekind zich van losmaakt is die stoet van aannames, a-priori’s, beelden en zelfbeelden die ons verhinderen de dingen te zien zoals ze zijn.

Leven met de rijzende en dalende Zon reflecteerde, tot de uitvinding van de gloeilamp, ons natuurlijke ritme, en bracht heel wat culturen een framework voor rite en eredienst. Het hield ons ‘s winters langer in bed, wat heel aangenaam was, en het veroorloofde ons een leven waarin het bereiken van een nieuwe lente telkens weer ervaren kon worden als de vervulling van een belofte.
Vuur en pijn liggen dicht bij elkaar. Het vuur, waar pijn een symptoom van is, genas of verteerde je. Te hevige pijn bracht je in shock die uittreding mogelijk maakte. Het verblijf in de buitenlichamelijke ruimte toonde in visoenen wat we in het aards gebonden bewustzijn over het hoofd zagen. Treedt het bewustzijn weer terug in het fysieke lichaam dan zorgt de hoge energie van de meegebrachte visioenen voor genezing. Doet het dit om karmische redenen niet dan is reïncarnatie een voor de hand liggend alternatief.

Pijn is etymologisch verbonden met ‘poena’, hetgeen voor ‘boete’ staat en voor ‘straf’. Onze relatie met pijn heeft aldus een morele dimensie waar moderne geneeskunde (maar ook de gemiddelde patiënt) niets of weinig mee op heeft. Pas wanneer we in stukken dreigen te breken van de pijn wenden we ons tot de oude intuïties die ons influisteren waar en hoe we onszelf kunnen verbeteren.
Begrijpen we dat liefde ook een soort uittreding naar elkaar toe is dan mag duidelijk zijn waarom zonneschijn door artsen die nog tijd hebben van hun administratie op te kijken best aanbevolen zou kunnen worden als geneesmiddel.

Symbolisch gesproken is de Zon een uitwerking van de Magiër (19 = 10 = 1))die zich moest ontwikkelen van tovenaarsleerling naar meesterschap. Meesterschap over zichzelf wel te verstaan.

De snelheid waarmee energie reist verbindt de menselijke ervaring – middels radio, teevee, telefonie en Internet - tot één mondiale tsunami van gebeurtenissen. Glasvezelnetwerken representeren ongekende versnelling en uitbreiding van samenwerking en rekenkracht, en van al datgene waar we in de huidige, technologische kennisexplosie op zouden mogen rekenen. Als er al ooit de noodzaak was om techniek en natuur of wetenschap en spiritualiteit als samenhangende systemen te bestuderen dan is het wel nu. De meerwaarde daarvan is de ontdekking dat de integratie van heel verschillende dimensies openingen maakt naar wat we ik in de Zon het Bovenbewuste noem.

Het verbinden is vooral ook een energetische gebeurtenis zonder precedent en vindt plaats binnen de grammaticaregels van ons DNA (fysiek), maar ook in de quantumtheoretische ruimte waar deeltjes zich gedragen als een golf en een golf als een stroom van deeltjes. De quantummechanica haalt terug wat we in de laatste paar duizend jaar zo hardnekkig hebben geprobeerd uit te bannen. De ziel, de geest van lichaam en natuur; we snakken naar vereniging.

De schreeuw in de martelkamers van Poetin en zijn voorgangers, de honger in door klimaatgeweld geteisterde gebieden, de wanhoop in vluchtelingenkampen, de woede van lokale groepen die moeten toezien hoe hun regeringen visgronden, olie en gasvoorraden of ontginningsgebieden (lees tropisch regenwoud) uitventen aan vreemde mogendheden, de eigen bevolking uitleverend aan vervuiling en wanhoop. En als die verworpenen der aarde terugslaan dan noemen we ze terroristen.
Schuld en boete daar zijn schuld en boete hier geworden. De ogenblikkelijkheid waarmee de pijn van onrecht terugkaatst op de eigen morele configuratie, is juist vanwege de mondialiserende tendensen een toenemende last. Of we met onze kennis van de noden in de wereld onze handen in onschuld mogen wassen is nauwelijks meer een vraag.

Zolang we ons herinneren dat de Zon voor iedereen schijnt mag het geestelijk licht van de Zon de vuile was op onze bleekveldjes weer toonbaar maken. Hoe meer we dat licht delen hoe meer licht er ook is. Verlichting die niet gedeeld wordt leidt tot conflict en schade die niet gedekt wordt door enig verzekeringsbedrijf.

Het voortdurend terugkeren van de Zon kan vergeleken worden met het gemak waarmee we steeds weer teruggrijpen op onze vooroordelen en stelligheden Maar aannames, axioma’s en a-priori’s zijn slagschaduwen van het luie denken. En voor een heleboel van die onzin zijn we, zoals steeds weer blijkt, zelfs bereid te sterven.

Een van de redenen waarom ik toch goed met filosofen kan opschieten komt van de instemming met de idee dat filosofie weinig meer te maken heeft met liefde voor wijsheid. Als je eenmaal het punt hebt bereikt waar ‘leven’ is gedegradeerd tot een machinaal proces dat van A tot Z gekend en dus voorspeld kan worden, dan wil je jezelf niet meer kennen; dan dooft het licht en moeten we ons wapenen tegen de zwarte slagorden van misleiding en nihilisme .

Niet de menselijke geest had haar laatste adem uitgeblazen, nee ‘God was dood’. De geweigerde vraag naar ‘het leven’ werd een enkele reis richting hersendood voor de filosoof. Net als de psychiatrie, viel de filosofie voor de verleiding van de wetenschap, en moest dus zelf ook wetenschappelijk te werk gaan. Maar filosofie is geen wetenschap. Filosofie is, net als heelkunde, een kunst. Het onderscheid tussen die twee loopt parallel aan dat van het goud dat we opstapelen in onze kelders en bunkers, en het innerlijke goud van inwijding en ontwikkeling,

De filosofie van de Zwarte Zon zoals we die in het Westen kennen is een samenraapsel van mythologische, alchemistische, satanistische en theosofische rudimenten. Aannemende dat de zwarte lichten de spirituele positie van de student markeren, kan ik hier mijn bespiegelingen over de relatie tussen boven- en onderbewustzijn wat meer funderen in de grote symbolen die we daarvoor hebben, zoals het yinyang of de twee slangen van de Caduceus. De staf zelf staat voor de as tussen de hemel en de aarde, boven en beneden. Noem het een ruimtelift.

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 126 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +