Mijn aandacht blijft hangen bij het ‘smarati ‘, het zich herinneren.
Sjamanisme is iets lichamelijks, het staat in nauw verband met de verering van Gaia. Als mijmeren de ruimte schept voor herinnering dan zal het herinnering zijn aan de eigen natuur, aan het eigen lichaam. Deze natuurlijkheid brengt ook het Beest in beeld, en vervolgens de nobele wilde.
Instinkt laat mij zeggen: ‘Elke lichaamscel was (is) in potentie een zenuwcel, in staat om boodschappen op te vangen uit de uiterlijke en innerlijke omgeving.
Herinnering aan dat potentieel houwt het beeld van de sjamaan.
Bovenstaande is nogal hypothetisch, en zolang de daad niet bij het woord wordt gevoegd zal dat zo blijven. De maan is een mysterie, wordt wel beweerd. Het oordeel is aan de lezer.
Met het gebruik van het woord ‘zenuwcel’ beperk ik het beeld dat mij voor ogen staat. In Hoofdstuk Elf noemde ik het lustpunten, punten die ons verbinden met het sprookje, ofwel het nachtbewustzijn.
Maar als de aura al een stuk groter kan zijn dan het fysieke lichaam, zo neem ik aan dat we middels onzichtbare snaren in contact staan met elk denkbaar punt in het heelal.
Neem bijvoorbeeld ‘shapeshifting’ of vormen van uittreding (astraal reizen) die het loutere ‘smarati’ te boven gaan. In alle materie geest te veronderstellen brengt ons dichter bij vormen van bewustzijn waarin het buitengewone gewoon tot de innerlijke mogelijkheden behoort. Een voorbijganger vroeg me hoe hij een Magiër kon worden. Mijn antwoord was vanzelfsprekend, ‘Door elke twijfel hieraan uit te bannen en je te gedragen als een Magiër, te ademen als een Magiër. Voordat je het beeld kunt hakken moet je het je eerst voorstellen. De inrichting van mijn woning wordt niet bepaald door de gasten die ik ontvang, maar mijn schikkingen dragen wel bij tot af- of toenemende kwaliteit van die gasten
Het bijeenbrengen van intuïties die in de quantummechanica gewonnen worden met ideeën die ik zoek te ontwikkelen in mijn beschouwing van een kabbala van de getallen is - denk ik - een noodzakelijkheid voor hen die dromen van een nieuwe renaissance. Kabbala betekent ontvangst, maar ook ‘openbaring’. De binnendringing van nieuwe ideeën, de instorting van mijn golffuncties, de onvoorspelbaarheid van een enkel deeltje enz; in het ontstaan van een nieuw paradigma voor het Nieuwe Jeruzalem zal de tweewaardige logica definitief plaats moeten maken voor een meerwaardige logica. Wie daartoe in staat is heeft dat nieuwe tijdperk al bereikt.
Voor we die nieuwe renaissance mogen meemaken moeten we door de Maan die voor het onbewuste staat. Een ouderwetse vervloeking is: ‘Loop naar de Maan’. Dat wat we niet konden aanvaarden hebben we zorgvuldig verborgen in het onbewuste. Maar waar zit dat onbewuste?
Herinnering is het me weer te binnen brengen van delen van het afgewezen zelfbeeld.
In de afwijzing hebben we de geestelijke component boven het dierlijke geplaatst, (mind over matter). Het is ook lastig! We leven nu al zo lang alsof de natuur er niet toe doet, we hebben daar zoveel slachtingen en roofbouw op gepleegd dat het niet moeilijk is te begrijpen dat er maar iets hoeft te gebeuren of de verblinde moordenaar en verkrachter staan op in de brave burger. Het onbewuste stoot als een vulkaan al die niet geaccepteerde inhouden omhoog, terug naar de dimensie die we werkelijkheid noemen, een werkelijkheid die voor iedereen anders is maar tegelijkertijd aan iedereen dezelfde opgaven presenteert.
De toegang tot het onbewuste wordt bewaakt door de sociale intelligentie van de hond, de instinctieve onmiddellijkheid van de wolf en de diepte van droom en archetype in de kreeft, want - zoals de traditie leert - kan deze weg een ware Via Dolorosa zijn. Dromen en nachtmerries lijken uit dezelfde dimensie te komen. Veel controle over wat ons daar overkomt lijken we niet te hebben, vandaar dat we doen wat we kunnen; en dat is deze of gene droom of nachtmerrie ‘te duiden’. Het woord ‘duiden’ kan etymologisch herleid worden tot ‘uitleggen aan het volk’ waar het in ‘goed en slecht’ om draait. In mijn draaiboekje staat goed over hereniging en slecht over scheiden of verbreken.
Dat roept het beeld op van de Kluizenaar maar meer nog van de Sjamaan. Heden ten dage worden die rollen min of meer waargenomen door priester, politicus of psychiater, maar dat is een toch wel schamele afspiegeling van de mogelijkheden die ik aan de sjamaan toeschrijf. Contact maken met de innerlijke (droom)ruimte - en daar kunnen bewegen en handelen – is een gave die beschikbaar komt als we ophouden geest te laten heersen over beest - zoals we dat al duidenden jaren hebben toegestaan. Vermeende verschillen tussen die twee dimensies hebben de mens opgezet tegen de mens, een ziektebeeld (ha) waar pilletjes en genmanipulatie geen recept zijn voor ‘het goede leven’.
Licht dat aan de voorkant weerkaatst en aan de achterkant schaduwen werpt vormen twee kanten van één zaak. De twee torens op de Maankaart worden gewoonlijk het laatste bastion van de dualiteit genoemd. Dualiteit die zich voordoet als een tegenstelling tussen geest en lichaam (beest).
De haas in de maan is een angsthaas, maar wie door zijn angsten heen gaat verwerft het koninkrijk van de Maan en dat brengt me weer bij het lichaam als een bewaarplaats van geweigerd en opwindend materiaal, maar ook als de toegang tot dat materiaal.
Iedereen die de weg van de Maan gaat in een of andere concentrerende praktijk komt zijn grootste angsten tegen; er is geen moedertje die ons daar helpt. Wat moeder aarde wel voor ons kan doen is toenemend bewustzijn beschikbaar maken voor de biljoenen lustpunten waar we uit zijn opgebouwd, en waar het heelal uit is opgebouwd..
Allemaal potentiële zenuwcellen die ons verbinden met het grootste en het kleinste, met het mooiste en het verschrikkelijkste. Allemaal snaartjes die meetrillen met de symfonie der sferen en ons verbinden met Akasha. Intelligentie en de emotionele context ervan wil een stroom worden die niet langer gehinderd wordt door dammen en andere vernauwingen, zoals dualiteit.
Ik zat naar pinkpop te kijken en de gezichten die in het publiek getoond werden lieten bijna zonder uitzondering een extatische glans zien die ook zichtbaar wordt bij het bereiken van een orgasme. Dansfeesten in het licht van de maan en het bijbehorende tromgeroffel brengen extase te weeg die in oude en moderne tijden gezocht werd en wordt, waarbij snel duidelijk wordt dat ‘verboden’ drugs veelal een beduidende rol spelen.
De krachten die ons willen beschermen en ons uit de buurt willen houden van versmelting van geest en lichaam komen niet alleen van binnen, ook de buitenwereld bemoeit zich voortdurend met deze uniek individuele processen waarbij grondrechten over zelfbeschikking en vrijheid van de geest aan de lopende band gepredikt en geschonden worden.
‘Deernis en duisternis, en daarin tast ik rond’, is blinde Isaac’s openingszin in Guillaume van de Graft’s ‘Ladder tegen de Maan’.
Volgens Genesis nam Jakob een steen onder zijn hoofd, viel in slaap en droomde over een ladder naar de hemel waarop engelen omhoog klommen en naar beneden afdaalden. Aan de top stond God die als een ontzagwekkend orakel Jakob toezeggingen deed over de toekomst van zijn nakomelingenschap in TWAALF stammen.
Engelen maken in rijzen en dalen hechte verbindingen tussen hemel en aarde, maar op- en neergang is ook de dubbele helix van het leven zelf. Engelen komen nooit zomaar. Het is alsof God hier ter verantwoording wordt geroepen, zoals wel vaker gebeurt wanneer we persoonlijk getroffen worden door rampen en tegenspoed. De schepper die schept moet verantwoordelijkheid dragen voor hetgeen hij geschapen heeft; dat is een eis die ons bereikt vanuit de toekomst. Al onze daden en gedachten hebben immers consequenties.
Hier lijkt het alsof de boodschap die engelen mensen brengen nu ook naar ‘God’, of liever naar ‘Grote Geest’ gebracht wordt; Grote Geest die symbool is voor de persoonlijke, menselijke scheppingskracht.
De steen waarop Jakob rustte kent omvangrijke symbolische duiding. Het is een symbool van de Godin en van duurzaamheid, van intuïtie en zorg voor de toekomst. De dromen die op deze steen gedroomd worden zijn geen eendagsvliegen, maar zijn net zo aan de eeuwigheid gebonden als Grote Geest zelf. Dat kan ook niet anders omdat elke realiteit of droom manifestatie is van die Ene Grote Geest.
Nakomelingenschap die in TWAALF aspecten geschreven wordt verbindt deze passage met de Gehangene, die hoort en ziet zoals we al heel lang vergeten zijn te horen en te zien. Als we het innerlijke leven dan al gehospitaliseerd hebben zouden we ons tenminste moeten afvragen waarom dat innerlijk als zo bedreigend wordt ervaren.
Ik kijk er niet van op dat het depot waar we al onze afgewezen inhouden opsluiten een spookhuis wordt. De vergelijking met een psychiatrische inrichting, waar wij onze maanzieke broeders en zusters (mis)handelen dringt zich op. Natuurlijk zal menig positief ingestelde gezondheidswerker bezwaar maken tegen mijn ‘kort door de bocht’ generalisaties.
Het probleem hier is dat de geestestoestand van een schizofreen in hoofdzaak als pathologisch en afwijkend wordt gezien, en niet als een evolutionair stadium in de ontwikkeling van ons allemaal. Van alle symptomen die de psychiatrie heeft opgemerkt is er één die ik heb geaccepteerd als een sleutel tot begrip, en dat is ‘afwijkende cognitie.’ Na de zekerheid van de twijfel is het niet meer zo moeilijk te erkennen dat onderlinge afwijkendheid het enige is waarin we aan elkaar gelijk zijn. Leve mijn afwijkingen!
Waarom zijn er zoveel verschillende mythologieën? Waarom zijn er zoveel verschillende opvattingen over de ‘werkelijkheid’, zoveel verschillende culturen?
Door te onderzoeken wat ons gescheiden houdt, en door tekort te schieten in pogingen te zien wat ons verbindt zien we de veelheid niet als een leerplan dat ons voorbereidt op de ervaring van EENHEID. De ervaring van eenheid komt sterk overeen met de godservaring. of met verlichting. Te zeggen dat zonlicht verblindt en dat dit gereflecteerde licht van de maan, ondanks onze angst voor de demonen van de nacht, een voorbereiding is op het zien van de schepping zoals die zich aan mij voordoet, en niet zoals die wordt uitgelegd door deskundige zus of deskundige zo.
Het naar binnen halen van wat ik als werkelijk beschouw brengt het risico met zich mee dat ik ook die heel verschillende interpretaties naar binnen haal, waarbij uiterlijke veelstemmigheid innerlijk conflict wordt. Godsdienst, wetenschap, onderwijs en opvoeding houden ons gevangen in een mentaal frame waar leven totem is en dood taboe, terwijl we niet eens weten wat dat is, leven en dood. De Maan wordt ook wel ‘a dark night of the soul’ genoemd. Het leven in de illusie van tegenstellingen en dualiteit is de belangrijkste bron van vervreemding en depressie, zowel op individueel- als op collectief niveau.
Dat zegt ook iets over de romantische liefde die in mijn beleving de externe kant laat zien van de relatie tussen het IK en zijn SCHADUW. We willen zo graag vrede brengen naar de strijdende partijen, maar pogingen daartoe maken de zaak er niet beter op. Telkens weer raken we betrokken bij de machteloosheid van onze goede bedoelingen.
Op de Marseillekaart van de Maan zien we 2 torens, 2 magische planten, 2 hondachtigen en 2 hemellichamen, Zon en Maan in één!
18 is opgebouwd uit 2 negens waarin iedereen zijn eigen lied zingt.
Je kunt er één van een tweeling zijn maar dat wil nog niet zeggen dat je dichter bij de EENHEID staat. Jacob en Ezau. Het eerstgeboorterecht kent in de Tweeling een wel heel nauwe speling. De eerste is gezegend en krijgt alles, maar in mythologieën komen de eerste niet zelden als laatste, en de laatste als eerste. Dit ‘wie had eerst wat’ houdt niet alleen octrooi- en auteursrechtspecialisten bezig; ook Joden en Arabieren staan op dit punt lijnrecht tegenover elkaar.
Op een dieper niveau is er de woestenij die we in 18 aantreffen het grensgebied tussen waak en droombewustzijn. Er komt een moment dat je alles achter je laat en de reis naar het onbewuste maakt. Niet als toerist maar als landverhuizer. In 12 fantaseerde ik over de aard van de verschrikkingen die deze weg biedt en over de mogelijke rol die ze speelt in de wording van een sjamaan.
De toestand waar het hier om gaat is een deconditionering, een grote schoonmaak, het einde van de persoonlijkheid zoals ik die aan de wereld heb voorgehouden. Om te overleven in dit niemandsland is het verstand ontoereikend, en heb ik de verfijnde mogelijkheden nodig van dierlijke instinctiviteit. Op de kaart wordt dat ondermeer verbeeld door de aanwezigheid van de kreeft. De kreeft regelt mijn droomfabriek en biedt bescherming wanneer de vervreemding gevaarlijke proporties dreigt aan te nemen. Een stapje opzij doen kan de voortgang ten goede komen, zoals ik in mijn symbolische verkenningen voortdurend afwijk van de rechte lijn die staat voor orde en logica..
In TWEE gaat het om bewustwording waarbij de spiegel of de Maan ons ogenblikkelijk openbaart wat dat betekent, vooral als blijkt dat het beeld in de spiegel verbleekt zoals vanaf volle maan ons nachtlampje langzaam uitgaat. Mijn filosofische en meditatieve vriend zag overeenkomsten tussen de leegte van het landschap en het ledigen van alle manifestaties van hun conceptuele en ontologische rationaliseringen.
Een vork kan dan in de eerste plaats een verwijzing zijn naar Neptunes maar kan, en dat is mooi meegenomen, ook goed dienen om voedsel op een hygiënische manier naar binnen te schuiven. Alles wat we bedacht hebben alles wat we in taal gegoten hebben blijkt uiteindelijk zijn doel gediend te hebben. En het doel is en was zelfkennis. Geen aannames, maar pure ervaring is wat telt. Ervaring die onderdeel lijkt uit te maken van openbaring. Laat mij Uw vork horen en ik zal zeggen wat Uw plaats is in de harmonie der sferen.
De lediging van het bewuste gaat ook gepaard met geestdrift. Grote geest roert zich steeds meer in die biljoenen lustpunten waar ik uit besta. En waar alles buiten mij uit bestaat. Er wordt in dit verband gezegd dat het transcenderen (ofwel de ritualisering) van je omgeving veiligheid biedt aan de weg naar en door ‘dreamtime’.
Intelligentie en bewustzijn in alle dingen buiten mezelf op te merken en er mee te communiceren is een bezigheid die elke symbolist, student of sjamaan moet aanspreken. Ik sprak met vogels en met vissen; ik sprak met wasmachines, vorken en messen. Zoiets!
Aandacht, aanraking en beleving zijn onze mogelijkheden om de vertaalslag van droom naar herinnering te maken. Heel wat van onze dromen bevatten aanwijzingen over het bestaan van verdringingen die verder teruggaan in ons collectieve geheugen dan de oerknal, als er tenminste ooit iets is geweest dat ook maar in de verte lijkt op zo een oerknal.
In een brief waar ik vanmorgen aan werkte noteerde ik:
‘Het Pad van Herinnering.
Onder deze titel begint vandaag een programma in Groningen dat het sjamanisme wat steviger op de kaart wil zetten. De radio maakte vanmorgen bekend de gebeurtenissen in Groningen te zullen volgen. Gezien het hoge giechelgehalte in die aankondiging heb ik al besloten de radio even aan de kant te zetten en me te concentreren op mijn eigen verhaal. Maar jammer is het dat de berichtgeving over culturen die afwijken van het geijkte westerse model gewoonlijk in handen is van journalisten die nog uit moeten vinden wat het is waar ze nu al zo lang naar staren, niet beseffende dat ze hun navelstreng vervangen hebben met een infuus waardoor niet veel meer binnenkomt dan collectieve bagger.
Het begrip ‘respect’, laat ik liever aan de modewereld over. Maar het gebrek er aan loopt als een rode draad door onze vermeende superioriteit en doet het vrije denken geen goed.
Hoogmoed komt voor de val; en daar vertouw ik dan maar op.
Helaas moet ik toegeven dat er ook in de alternatieve ‘scene’ veel humbug en aanstellerij zit die vragen om correctie. Maar hetzelfde kan gezegd worden van onze gelauwerde wetenschap.
We zitten allemaal in hetzelfde schuitje. Onwetendheid is de norm, maar dat heeft ons er nooit van weerhouden om alles te onderzoeken en dan maar te hopen dat het goede behouden blijft.
Een studie in Sjamanisme zou wel eens kunnen lijken op die van de quantummechanica. Deeltjes die er zouden moeten zijn - maar voorlopig nog volslagen onmeetbaar - vergen veel meer voorstellingsvermogen van de onderzoeker dan al die zaken die hij (zij) als reeds bewezen aan de kant heeft geschoven.
Het onbekende is kennelijk meer sexy dan al hetgeen we als bewezen beschouwen. Het is leuk om iets te wensen te hebben tot het moment dat we het krijgen en de wens ophoudt een wens te zijn - en de wenselijkheid om terug te keren naar vergeten posities sterk verminderd is. Axioma’s bieden net als religies een geruststellend gevoel van zekerheid en zelfs wetenschappelijkheid. Maar maken ons niets wijzer over de wonderbaarlijkheid van geest zowel als van kichaam.
Voor de sjamaan betekent bewijs, of het ontbreken eraan, helemaal niets. Alles is onvoorspelbaar, alles is openbaring. En het is deze eigenschap die ons wereld en kosmos in een ander licht doet zien.
De geestestoestand die een sjamaan zoekt is er een van totale ontvankelijkheid en wordt ‘dreamtime’ genoemd. Het is het soort ontvankelijkheid die aan de NUL, de Dwaas, doet denken. Oneindige lege ruimte om de oneindige chaos een plek te kunnen geven. Om te voorkomen dat de stroom van informatie (openbaring) een tsunami wordt die hem (de Fool) meesleurt zal hij zijn afstemmingen verknopen met allerlei rituelen die de Ouden ook gebruikten en waar dus op vertrouwd kan worden. Contact met de voorouders is in het sjamanisme van groot belang. Dat contact herinnering te noemen helpt wat mij betreft de bronnen van mijn zijn en mijn aangenomen kennis nader te onderzoeken en er ons voordeel mee te doen.
Contact met de geestenwereld zou ons westerlingen allemaal moeten interesseren. In onze ‘Verlichting’ hebben we de geest buiten de deur gezet, iets dat in het interessegebied van de sjamaan, waartoe ook de geneeskunst behoort, tot een bizar soort van materialisme heeft geleid, die bovendien in toenemende mate onbetaalbaar blijkt te zijn.
De eerste paradox die zich aanbiedt in dit verband is dat de kandidaat een staat van bewustzijn zoekt te kennen die dezelfde is als hij nodig heeft om te weten hoe daar te komen. Met andere woorden, hoe trek ik mijzelf bij mijn haren uit het moeras? Maar in de bewustzijnsverschuiving van de ‘tonal’ naar de ‘nagual’, van de dingen van de dag naar de dingen van de nacht, eist openbaring een steeds groter aandeel op en vinden we paden die vanuit de moderne logica gedacht niet kunnen bestaan..
Vroeger deden we wel raadselspelletjes als, ‘Stel dat je een dier bent, welk dier zou je dan willen zijn?’
In de overgangstoestand van de Maan, in de griezelige gang van het bekende naar het onbekende komen we ons totemdier tegen, alsof we alles wat ná de Maan komt niet aankunnen zonder toegang tot die dierlijke kant van onze intelligentie.
Wikipedia laat me weten dat instinct een soortspecifiek en erfelijk vastgelegd gedragspatroon is, waarbij ervaring of leren geen rol speelt. Het instinct van een organisme is genetisch (alweer die dubbele helix) vastgelegd, waarbij specifieke actiepatronen (stimulusresponse) optreden als een gebonden keten van reflexen
Waar Wikipedia niet over rept is de verbondenheid van instinct met dat kosmische geheugen dat Akasha wordt genoemd. Ook wordt niets gezegd over de omstandigheid dat we niet alleen door onze genen worden gestuurd maar ook door onze memen.
Hoe ook, concentratie op ons lichaam als onderdeel van een immense natuurlijke orde waarin sterren zijn als de cellen van een veel groter lichaam. In astrologie, en later in de astronomie komen we opvallend veel namen van diersoorten tegen.
Een vergeetachtige vriendin schakelt al haar denkprocessen uit en concentreert zich op haar handen wanneer ze iets zoekt maar geen idee heeft waar te zoeken.
Zij vertelde me dat onder die omstandigheden het verloren voorwerp meestal snel werd gevonden. Instinctmatig handelen is in zekere zin alsof je boven jezelf uitstijft. Chemische processen komen op de rand van de afgrond op gang en produceren de adrenaline die ons onoverwinnelijk lijken te maken. Informatie die normaal gesproken nooit als informatie wordt herkend doet ons handelen voor we tijd hebben gehad er over na te denken en presteert het om uit doodsnood zeer subtiele magie te spinnen.
De vernauwing die zonde is leek gewoonlijk iets te zijn wat je een ander aandeed. Maar in het droombewustzijn worden we uitgenodigd te bekijken wat we onszelf allemaal aandoen. Er is veel aarzeling om dader en slachtoffer met gelijke onbevooroordeeldheid tegemoet te treden. Geest heeft zich, ondanks al onze materialistische preoccupaties al heel lang superieur gewaand aan lichaam, die positie wordt niet zonder slag of stoot opgegeven.
Onder grote druk wordt alles vloeibaar. Eens moeten we zien te ontsnappen aan het rationele’ model dat we van de ‘werkelijkheid’ hebben gemaakt en waar we door gehypnotiseerd zijn.
Overwinning van de angst moet veranderen in een beter idee van wat angst eigenlijk is en waar het uit is voortgekomen.
De twee maantjes van Mars Phobos (angst) en Deimos (paniek) verruimen mijn blik op het verschijnsel Maan. Levende in Europa kan de Maan van Jupiter met dezelfde naam (Europa) mij iets meer onthullen over mijn schaduwen.
In het hoogst van haar nood, verlangend naar het einde, vond Europa niet de moed om te sterven.
Studie van de Tarot leidt tot studie van mythologie, leidt tot studie van astrologie. Holisme sluit niets uit.
Eerder heb ik de Stier vanwege zijn maanvormige horens tot de vrouwelijke inhouden gerekend. Ik denk dat het geslacht van de symbolische stier onderhevig is aan een zekere mate van dubbelzinnig. Want is de stier nu juist niet een toonbeeld van mannelijke viriliteit en kracht. Die dubbelzinnigheid vind je ook in het astrologische beeld van Taurus, het meest aardse beeld in de astrologie, en aarde is het domein van de godin, van Gaia.
Gaia betekent ‘fysiek aantrekkelijke vrouw’.
In de strijd tussen mannelijke en vrouwelijke dominantie heeft de laatste naar het schijnt gedurende duizenden jaren het onderspit moet delven. Heks en brujo, de bedienaars van het vrouwengeheim kunnen daar helaas gewoonlijk niet meer over meepraten. Samen met hun geheimen en hun toegang tot het onbewuste zijn ze brandstof geworden voor de vuurstapel. Maar geheimen zijn er om te ontraadselen. Ook al moeten we daar even onze menselijke superioriteit voor opzij zetten. Ook al lopen we daar risico’s die vergeleken kunnen worden met de persoonlijke dood.
De nadrukkelijke verwijzing naar het dier, wild of gedomesticeerd, legt ook een relatie naar seksualiteit. Daar immers beleven we onze dierlijke kant meer nog dan wanneer we eten of ons ontlasten.
En de heftige afkeer van kerkvolk die alle seks die niet is bedoeld voor de voortplanting verkettert, is niet zo verschillend van de menselijke immoraliteit om de belangen van natuur ondergeschikt te maken aan die van cultuur.
Maar toch, natuur is het geheel van onze omgeving; natuur is het huis waarin onze zielen zijn ingedaald. Maar als je in hartje New York geboren bent wordt het al wat ingewikkelder uit te maken wat nog natuur is en wat cultuur.
Is de berg een toren? Voor de vogels wel!
En als je nog nooit een levende kip gezien hebt dan is het nuttigen van zeg maar een doorsnee diepvrieskip toch net iets anders dan we ons van een leven op de boerderij herinneren..
Vrouwen waarvan je denkt dat ze siliconen ingeplant hebben blijken gewoon heel mooie borsten te hebben. En vrouwen die heel mooie borsten lijken te hebben bleken het risico genomen te hebben zichzelf enigszins te verbouwen.
We zien dingen in de dingen, we hallucineren, we horen stemmetjes, we zijn uitzonderlijk. Zeg maar rustig, we zijn krankzinnig!
Maanziekte hoort er gewoon bij.
Maar dat wisten we al. De vraag is, wat dit met seksualiteit heeft te maken?
Een tamelijk overbodige vraag. Als we echt kijken. Als we echt luisteren. Als we echt openstaan ontwikkelen we waardering voor die titanenstrijd tussen God en Godin. Net als in liefde en seks vinden we het moeilijk ons te onderwerpen aan iets dat niet IK is. De geliefde moet maar al te vaak de boze en jaloerse broeder zijn, omdat we de negatief geachte aspecten niet in onszelf willen zien. De geliefde brengt ons, als het goed is, stapje voor stapje steeds dichter bij de eigen schaduw.
Nog overtuigender is hier de fysieke component. Ook al weer zoiets krankzinnigs. Seks en orgasme geven een idee van de creatieve krachten die bij vereniging vrijkomen. Het staat de Geliefden vrij al of niet te experimenteren met deze krachten maar herinner je, wat je ook kiest, de functionaliteit van 8 die in ‘achtung’ altijd tot voorzichtigheid maant. Kundalini is een heet vuurtje en ons zenuwstelsel zó kwetsbaar.
Een ladder tegen de Maan. Dat is een beeld dat als een dubbele helix ook voor de evolutie wordt gebruikt. Dit bovenmenselijke beeld omvat de oneindige uitgestrektheid van het heelal. En de beelden die we in dit beeld gewaar worden wanneer we ons ontspannen. Deeltjes, subdeeltjes, snaren; steeds meer blijkt dat de enigmatische kreeft in haar streven om op te klimmen uit de bagger ons dieper meeneemt naar een kwetsbaarheid die overeenkomt met periodes waarin de kreeft zich bloot moet geven, zijn oude schild af te schudden om ruimte te maken voor een nieuw, ruimer jasje. Totdat zijn nieuwe schild gevormd is blijft hij kwetsbaar voor aanvallen van buiten.
Kreeft is via ‘cancer’ verbonden met wat zo langzamerhand volksziekte nummer 1 is geworden. Er is iets mis met onze perceptie van evolutie. Etymologisch is evolutie een proces van geleidelijke ontrolling. En dat is dan ook wat er mis is; geleidelijkheid is vervangen door een voortdurend aanjagen van verwachtingen en processen die de menselijke maat ver overstijgen. We zijn net zo gestrest als onze kippen die ook geen tijd wordt gegund om te proeven van het genot van het bestaan. We hollen van bestemming naar bestemming maar komen zelden echt aan.
Als Zon en Maan samenwerken is het springtij, een veertiendaagse beproeving voor onze dijken en het geheel van onze waterhuishouding. Kostbare stormvloedkeringen moeten ons behoeden voor nog veel grotere kosten in goederen en levens. Als hoog en laag bij elkaar komen worden mobiele eenheden maximaal ingezet om amok te voorkomen.
‘Moon’ en ‘money’.
Denk maar aan de gekte van de goudkoorts in de Verenigde Staten. Die koorts heeft zich nu geconcentreerd rond de Beurs, een verfijnd systeem van gokken en speculatie. De onbewustheid van de Maan heeft zich in de bezitssfeer genesteld. Het verschil in inkomen tussen sommige westerse speculanten en industriëlen en velen die in sweatshops of in tegelrechte slavernij proberen te overleven heeft de vorm aangenomen van diefstal op een schaal die we ons als ‘beschaafd’ persoon niet kunnen voorstellen. Vermogens stapelen zich op en zoeken nog immoreler, nog lucratiever, nog speculatiever. Mccloskey merkte op dat ze niet is geïnteresseerd in kapitalisme voor ratten.
Het kan me niet schelen of je rechts bent of links. Maar als je akkoord gaat met de steeds grotere ongelijkheid in de wereld, en je verbindt de hoog geachte energie van de kansrijken kritiekloos met de laag geachte energie van de kansarmen dan kan de springvloed heel wel de gedaante van een tsunami aannemen.
En als die tsunami komt dan mijmer ik over geestdrift, over de drift van de geest. Uiteindelijk leggen we het af tegen een ordening waarin het niet om uiterlijke wetten gaat, maar om de innerlijke wet van het geweten. Gekte en angst wonen in hetzelfde gesticht. Het niet voldoen aan de innerlijke eisen van rechtvaardigheid schept een schemering die de boef op de rand van de psychose houdt. Geen prettige plaats om te zijn.
Een verstandig mens blijft uit de buurt van plekken waar tsunami’s elk ogenblik kunnen toeslaan.
Protest tegen ongelijkheid en tegen wetten die ongelijkheid faciliteren lijkt gerechtvaardigd, en we dragen onze vertegenwoordigers op de mensenrechten onder de aandacht te brengen bij de buitenlandse machten Maar de Maan gaat over de binnenwereld zoals die werkelijk is, een mythologisch slagveld maar ook het orkest van getranscendeerd bewustzijn.
De moraal van het verhaal is dat we morele wezens zijn. Dat we conclusies moeten trekken en de daad moeten voegen bij onze overtuiging. Om een vrij wezen te kunnen zijn moet ik de onvrijheid van innerlijke morele dwang accepteren. Soms zie ik de maan als een massage die mij langzaam en geleidelijk voorbereidt op het nemen van de juiste beslissingen.
De werkelijkheid staat veel minder ver van de droom dan we ons soms realiseren. Fred Hoyle maakte me attent op de mogelijkheid dat het onvoorspelbare gedrag van een quantum gebeurtenis die in experiment vele malen herhaald wordt een soort morse’code genereert die ons (mijn woorden) op wonderlijke manier bereiken als berichten uit een andere dimensie.
Het oude conflict tussen Creationisme en Evolutionisme is een nieuwe fase ingegaan. We beginnen ons te realiseren dat wat we zien niet noodzakelijk bestaat in de bekende, conceptuele wereld van werkelijkheid. We beginnen ontvankelijkheid te ontwikkelen voor intelligentie op een heel ander niveau, in een geheel andere sfeer in ons bewustzijn.
De uitputtingsoorlog tussen de geslachten heeft tragische gevolgen opgeleverd voor de menselijke ambitie eenheid te ervaren. Genesis begint met: ‘In den beginne schiep God de hemel en de aarde’.
God’s schepping begint met iets mannelijks, zeg maar met iets van de Zon. Over Maan, vrouw of onbewuste werd in den beginne niet gesproken. De strijd was toen kennelijk al beslist. Er zijn een handvol verwijzingen in de bijbel naar de Godin.. Er zijn daar tegenover duizenden verwijzingen naar een God.
Neem ik ‘vrouw’ als trefwoord dan krijg ik meer dan 1100 verwijzingen.
Wat zogenaamde heilige boeken met elkaar gemeen hebben is de neiging de vrouw als symbool van alle kwaad in de wereld te zien.
Duidelijk moest zijn dat de vrouwelijke eigenschappen demonisch waren waar een vroom man zich maar beter tegen kon wapenen. Vrouwelijke onreinheid, list, bedrog en verleiding vormden kennelijk veelvuldig het beeld dat de schrijvers van bijbelteksten doorkregen gedurende hun door God gegeven inspiraties. Als ik een vrouw was zou ik kotsmisselijk worden van dit soort vervalsingen en indoctrinaties’. Maar wellicht waren het martelkamers en brandstapels die vrouwen deed besluiten zich voorlopig koest te houden.
De ontwikkelingen die hebben geleid tot de verslechteringen in de relatie tussen mannelijke en vrouwelijk eigenschappen gaan veel verder terug dan de bijbel. Ook in oudere mythologieën worden vrouwen als lustobjecten behandeld. Een God die zo een ‘object’ verkracht, ontvoert of anderszins molesteert mag kennelijk rekenen op een generaal pardon. Een metafysische handigheid die dictators, zeg maar grootmensenrechtenschenders, uit de klauwen van de wet moet houden. En zo hebben we de mythen en religieuze applicaties die we verdienen. De periodiciteit van de Maan kent in wassen en krimpen, in opkomst en neergang, een ijzeren consequentie. Je kunt de klok er op gelijk zetten.
Wie de drug heeft ingenomen kan niet meer weglopen voor de bijverschijnselen; en die zijn er wat de Maan betreft altijd.
De verleiding is groot om het geestlichaamprobleem af te zetten tegen een wat tastbaarder rollenspel van het mannelijke en het vrouwelijke.
Dat wat wij ‘lot’ noemen is wat de Maan betreft ‘beschikking’ of ‘karma’. De zuidelijke ‘Schikgodinnen of de noordelijke ‘Nomen’ hebben het ‘lot’van mensen in handen. Nomen betekent onder meer ‘namen’. MAAN is een omdraaiing van NAAM, of andersom. Een naam bepaalde de koers van je leven,
De M - de mamaletter kent een getalswaarde van 13 en dus van 4 - het getal van gemanifesteerde Geest, werd vanouds verbonden met de idee van omdraaiing, maar ook met die van eindigheid. Wat mannelijk is noemen we vrouwelijk en omgekeerd. Het ‘denken’ is de baarmoeder van alle dualiteit en dat legt het probleem van schrijver of denker bloot. De geboortegrot is tenslotte een idee op zichzelf dat voortkomt uit vrouwelijke creativiteit. De vrouw lijkt een zelfbeeld te hebben gecreëerd waar ze meer last van heeft dan lust. Wat heet; is het niet beter te geven dan te nemen?
Nieuwe maan, eerste kwartier, volle maan en laatste kwartier vatten de schijngestalten mooi samen, Maar volle maan past daar niet in. Daar immers zien we de Maan zoals die is.
Volle Maan, geassocieerd als die is met waanzin dan wel hysterie, is de norm. Zin en orde zijn behoeften die passen bij de manier waarop wij denken. Leven boven dood
Dood, geboorte en leven in een chronologische lijn die loopt van verleden naar heden naar toekomst. De omkering die er wel is maar die we niet begrijpen of accepteren loopt van toekomst naar verleden. In deze benadering is er geen plaats voor de gevolgen van ons waarnemen, denken en het daaraan verbonden handelen, want hoe kunnen gevolgen nu oorzaken zijn?
De gehangene daagde mij uit omdraaiing te zien in alle getallen. In de politiek veroordelen we draaikonterij. In het eigen denkvermogen doen we niet anders dan draaien Of we zijn de zoutpilaar waar Lot niet in staat bleek de taaie duurzaamheid van zonde en gewoonte achter zich te laten. Was ze zich echt bewust geweest van de consequenties dan had ze zich wel 22 keer bedacht alvorens om te kijken naar hetgeen ze tracht te ontvluchten (verleden), in plaats van dat verleden te wegen op de schaal van evolutie, transformatie en individuatie (toekomst).
De pokdaligheid van de Maan contrasteert met het oppervlak van onze Aarde. Weet waar je aan begint als je je meditaties concentreert rond de Maan die geen bescherming biedt tegen kosmisch, inkomend ruimtepuin..
Een samenspel van elektromagnetische krachten en een dampkring beschermen ons op aarde tegen aanvallen waar ons gestel niet tegen opgewassen is.
Te leren mezelf te beschermen tegen elk stukje uiterlijk of innerlijk ruimtepuin, tegen al die inhouden die ik probeer te begrijpen maar waar ik om welke reden dan ook nog niet aan toe ben, of waarvan ik denk er nog niet aan toe te zijn, kan mij verstarren in een verkeerd soort duurzaamheid (gewoonte), waar het goede wordt gefrustreerd en het kwade onderwerp van verering en overgave; tot het punt waar ik de maan zie zoals die werkelijk is, een hemelbol van schijn en werkelijkheid, een aanjager van extase en psychose.
De nacht als een beperkte vorm van zintuiglijke deprivatie leert ons hoe ons te ledigen en open te staan voor het nieuwe, het nog niet zichtbare en tastbare.
In de transformatie van moeten naar mogen is het goed ons Crowley’s conclusies te herinneren. Hoe vreselijk of hoe zalig de rit ook moge zijn; het is goed te bedenken hoe magnifiek die rit toch ook is. We kunnen wel mopperen over de eeuwige gespletenheid van het mensdom; het genot van leven overstijgt toch alle pijn en moeite. Wie zich daar niet meer van bewust is zou je een verloren ziel kunnen noemen.
Edoch, ook hier heersen de omdraaiingen waar winst en verlies elkaar afwisselen, en legt het leven een yoga op van spanning en ontspanning. Uitgaande van dualiteit komt er na de ellende iets moois, en na het mooie komt er iets ellendigs. Gedenk Uw werkelijkheid die ‘permanente verandering heet’. Het kan het verschil maken tussen hoop en wanhoop. Een centrumpositie creëren die de uitersten relativeert, is nog niet zo een gek idee.
De sjamaan representeert dat centrum. Die positie te bereiken was zijn kruis en zijn verlossing. Hij heeft de uitersten ondergaan en begrepen dat het moest leiden tot de overwinning op jezelf en op al die inwonende angsten en demonen. Angst voor de dood bleek angst te zijn voor onontdekte aspecten van mijn verhouding met wat ik denk te zijn. Wat durf ik te geloven? Waar durf ik op te hopen? Waar beperk ik mijn voorstellingsvermogen?
De sjamaan ging door al die vragen en angsten heen en vond datgene wat we nu ‘dreamtime’ noemen.
Waarom lezen we al duizenden jaren de zelfde sprookjes? Waarom blijven we vragen naar dat verhaal waarin de held de bekende wereld achter zich laat en vriend moet leren te zijn van natuurkrachten die zijn doorgang op het eerste gezicht zoeken te verhinderen maar in ruil voor verhoogd bewustzijn hun instincten met hem delen zodat hij de onmogelijke tocht kan vervolgen en voltooien?
Tolkien gaf ons In de Ban van de Ring, een moderne benadering van oeroude thema’s. Willen we ons verder ontwikkelingen dan zal het oude achtergelaten moeten worden, of getransformeerd tot hulpbronnen in dienst van de queeste die de Fool hier onderneemt.
In de versie van Tolkien komt het ecologisch aspect sterk naar voren. We kunnen onze hogere ambities wel vergeten als we niet eens in staat zijn om het hier beneden een beetje harmonischer te maken. De staat van onze natuurlijke afkomst is belabberder dan ooit. En zij die zich keren tegen de vernielingen en moordpartijen verdienen de steun van elk weldenkend mens. Ook en vooral van diegenen die zo goed verdiend hebben aan de honger van Rupsje Nooitgenoeg.
De Sjamaan heeft deze tocht gemaakt. Hij ging ons voor in een onderzoek dat alles wat we hebben - en denken bestrijkt. Alles!
Wie zichzelf zo los durft te laten en de donkerste nacht durft binnen te gaan wordt de mens die we allen eens hopen te worden, levende zonder verdringingen en zonder angst. De Magiër heeft het spel van de dualiteit doorgrond en doet met elke tegenstelling of met elk onmogelijk raadsel zijn voordeel. Ken mijn wezen en U kent mijn naam. Repelsteeltje biedt goed en goud in ruil voor erkenning. Het geven en kennen van namen is een magische handeling en is het begin van een wezenlijke relatie met het fenomenale. Dat is wat we vergeten zijn in onze omgang met de natuur die terwijl ik dit schrijf kreunt en steunt onder het blinde geweld van het verschijnsel mens. We zijn als bezige bijtjes bezig ons zwaarste uur voor te bereiden waarin het gebed, zonder hoop en geloof uitgesproken, een dode taal is geworden.
De magische kwaliteit van woorden en namen wordt door Torrey aldus samengevat: ‘Het naam-geven is een van de belangrijkste principes in alle vormen van psychotherapie. Het benoemen van het probleem is een signaal aan de patiënt dat hij niet alleen is met zijn ziekte, maar dat er iemand is die hem begrijpt. Tevens belooft de naam van het psychisch probleem dat er een mogelijkheid is tot genezing’. Iemand aan te spreken bij zijn ware naam ontneemt die iemand de macht die hij over mij had.
De optimist die ik toch ook ben ziet achter deze dingen het potentieel van een zich steeds vernieuwend bewustzijn waar groei ervaren wordt als het scheppen en inrichten van innerlijke ruimte en veel minder als het vetmesten, het oppompen van de eisen die we aan onze economieën stellen.
Wie zich niet herkent in dit hoofdstuk kan een lijstje opstellen van de momenten in zijn (haar) leven waarin iets werd achter gelaten of waarin iets geheel nieuws werd geprobeerd. Je begeeft je op onbekend terrein en de onzekerheid raast door je op comfort ingestelde wezen. De psychologische en emotionele balans kan zo verstoord raken dat hulp onontbeerlijk lijkt. Net als bij de kreeft is je pantser te klein geworden en moet je de kwetsbaarheid die het afleggen van dat oude pantser met zich meebrengt accepteren. Kreeften bewegen zich niet voor- maar achterwaarts.
De regressie die we doormaken hoort bij die ontwikkeling. De beelden van onze malheur komen uit de meest verduisterde hoeken van het onbewuste en om die te bevrijden dienen we ons te verplaatsen in de omstandigheden die geleid hebben tot de meest uiteenlopende verdedigingsmechanismen, maar dus ook tot het ontstaan van de sjamaan die zijn oplossingen zoekt in de natuur en in het woeste en angstige beest dat net als de spanning tussen bewustzijn en onbewustzijn naar de mens kijkt voor zijn verlossing.
Het kleine ego laat zich niet zomaar aan de kant zetten. De hulp die gezocht wordt voor dit soort evolutionaire problemen wordt helaas te zelden gevonden bij arts en psycholoog. Pathologische benaderingen blijken niet erg effectief te zijn. Het uitdelen van alsmaar meer pilletjes heeft niets te maken met gezondheid en zoekt niet meer dan een of andere ‘status quo’ in stand te houden. Als we ze niet kunnen genezen dan kunnen we ze altijd nog platspuiten.
Hiermee wordt wellicht al te grote overlast van psychisch ontspoorden voorkomen, maar het pathologiseert condities die niet te verhelpen lijken als ze niet helder gezien- en benoemd worden. Hoe groener de omgang met taal wordt hoe duidelijker de verbinding met hetgeen ‘lore’ of ‘overlevering’ wordt genoemd. Veel hedendaagse jongeren weten heel weinig van ouders en voorouders. Ceremonie en ritueel, het vuur en het vertellen van verhalen zijn diffuus geworden. Computer en TV dienen wellicht als substituut, maar dat er iets mankeert aan het besef deel te zijn van een grotere familie aan betekenissen mag duidelijk zijn. De groei van een magisch bewustzijn wordt hier ongetwijfeld door beperkt.
In mijn ouderlijke huis werden we enigszins geïndoctrineerd met gevleugelde woorden als: ‘Hoe groter geest hoe groter beest’. Afgezet tegen het animistische wereldbeeld waarin Grote Geest (universele intelligentie) gezien wordt als vorm en inhoud van alle dingen in het heelal, krijgen deze woorden toch substantie. Hoe groter wij een zaak opblazen hoe meer energie we concentreren in die zaak en intelligentie is een vorm van energie die net zo onontbeerlijk is als de stralen van de Zon. Het bijeenbrengen van deze gedachten heeft mij doen besluiten dat alles in het heelal zich leent voor toepassing in de orakelbusiness. Alles verwijst naar alles. Dat is de kern van mijn beeld van Grote Geest, en de bron van al mijn dromen.
De openbaring van geest in de materie wordt maandelijks gevierd in volle maan festivals die vooral gedreven worden door holistisch ingestelde groepen en individuen. Het woord vieren verwijst naar de vierkante tafel van de Magiër, waar door verbinding van de hoeken - in de kruising van diagonalen - de dynamische oorsprong van de fenomenale wereld wordt bloot gelegd. In Gaia-Selene fantasieën wordt nagegaan of kolonisatie van de Maan aardse problemen kam oplossen. Maar was dat ook niet in essentie de rol van de sjamaan, om als Mozes het volk naar zijn toekomst te leiden?
Zoek de sjamaan in jezelf. En wees niet bang voor regressies die een begin kennen maar dus ook een end. Noem jezelf holist en pluk daar de vruchten van. De verrijking van ons bestaan kent geen grenzen. Uiteindelijk heb je alles te winnen en weinig te verliezen.
Joachim Bunders
Vervolg: Vallen in getallen 19: De Zon