donderdag 21 november 2024

personal4

Artikelindex

De droeve waarheid is dar de successen van de geneeskunde vooral te danken waren aan het opensnijden van lijken en door verminking en het doden van ontelbare proefdieren. Onder het mom van wetenschappelijkheid en in de kwaadaardige aanvallen op ‘het onwetenschappelijke’, noem het de kwakzalverij, gaat een pijnlijk tekort schuil op het gebied van zelfreflectie en ethiek. Chi, de energie die duizenden jaren voor Christus al bestudeerd werd in China en later onderdeel werd van veel religies en (medisch) filosofische denkwijzen. Met de opkomst van de industriële revolutie verdween het vitalisme, waarmee holistische inspanningen om de breuk tussen geest en lichaam te herstellen wel heel moeilijk werden. De eenzijdige aanname dat defecten in organen en in genetische en neurale systemen oorzaken zijn van ziekte leek in de zich ontwikkelend praktijk zo succesvol dat de mogelijkheid om deze defecten niet als karmische resultaten te zien maar als symptomen, steeds meer overeen kwam met intellectuele zelfmoord.

Symptoombestrijding is de norm geworden en moet ons de Kunst die Heling is doen vergeten.
Ondanks de successen van de geneeskunde moet geneeskunde alsmaar groeien om een immer wassende massa die niet lekker in zijn vel zit te kunnen bedienen. Ouder worden we, maar gezonder of gelukkiger…?

Het gebrek aan bereidheid om onderzoek, inzichten en ervaringen van de ‘onmeetbare’ kant van onze constitutie te betrekken in onze voortschrijdende inzichten is eigenlijk onvergeeflijk Deze misvatting kost ons meer dan ik zo snel even kan berekenen. Wat dat betreft lijkt onze geneeskundige op een kwantummechanicus die weigert ondergronds te gaan en proeven te doen met een deeltjesversneller die ons dingen moet laten zien die in het bovengrondse tot dusver slechts denkbeelden waren.
A. J. Dunning, een hartspecialist, zei hierover: ‘De medische wetenschap heeft vanuit haar grondslagen immers mogelijkheden om alles te onderzoeken, maar diezelfde grondslagen houden haar in termen van geneeskundige mogelijkheden ook gevangen op een wijze die het vinden van fundamenteel nieuwe mogelijkheden uitsluit’.

Nanobots zouden die nieuwe mogelijkheden kunnen zijn. Ik vrees echter dat de weigering ‘lichaam en geest als een eenheid te zien’ de toepassing van nanobots toegevoegd kan worden aan de mechanismen die wellicht mede geleid hebben tot het opstellen van de wet van behoud van ellende.

Het zou niet rechtvaardig zijn om de geneeskunde eenzijdig de zwarte piet toe te spelen, want behoudzucht, ijverzucht en gretigheid zijn de kenmerken van een door ego beheerste persoonlijkheid, en daar heeft ieder individu in wording mee te maken.
Bovenstaande laat enigszins zien hoe star het waakbewustzijn is in vergelijking met het droombewustzijn, en welke risico’s we daarmee lopen.

Hoe het mogelijk is dat er na zoveel duizenden jaren van onophoudelijke veranderingen in inzichten nog steeds geloof gehecht wordt aan leerstellingen van geleerdheid en andere bronnen van toch altijd weer twijfelachtige autoriteit, is een vraag die menig denker in een knoop kan doen schieten.

De vraag is, hoe het kan dat geloofszekerheden met zoveel succes aan de macht worden gebracht.
Het eerste antwoord dat me te binnen schiet is, ‘omdat er zoveel vraag naar bestaat; . Wie gelooft hoeft niet meer na te denken, laat staan ‘te twijfelen’. Als Descartes gelijk heeft brengt dat weinig comfort, want volgens hem is de twijfel, op het denken na, de enige zekerheid die we hebben.

Laat de lezer in een poging de ideologische dimensie te doorgronden voor zichzelf nagaan of hij toch niet ergens geloof hecht aan de waarheid van eigen ideeën en meningen.

Bij enig zelfonderzoek valt direct op dat er weinig twijfel bestaat aangaande de koers die de vallende steen neemt wanneer we die loslaten. Ons wereldbeeld bestaat voor een groot deel uit axioma’s,dogma’s en inbeeldingen. Onze zekerheden worden geput uit de hardnekkige illusie die we empirie noemen.

Misschien mag ik aannemen, maar dan begin ik toch weer te geloven, dat een steen minder gedachteloos is dan gedacht, en ‘weet’ die steen dat omhoog vallen het risico met zich meebrengt voor eeuwig alleen en eenzaam door de lege ruimte te moeten zwerven. Dan is een ‘go with the flow’ zo gek nog niet, en val je gewoon lekker naar beneden.

Sjamanen maken zich los van het denken om in contact te komen met de geest van een steen, of met de geest van wat dan ook.
Zou denken over denken aan het licht kunnen brengen dat verduisterende dwalingen ons hebben vastgenageld aan het kruis van onze wereldse en hemelse connecties?

Het gat waar ik in val als ik besluit dat bepaalde opinies voor mij van weinig waarde zijn, is wat de gevolgen betreft recht evenredig aan de eenzaamheid die ik ervaar als ik ophoud deel te nemen aan de spelletjes die gespeeld worden om het ego te sparen of in stelling te brengen. Hier wordt echt gevraagd om op eigen benen te staan. En laat het sterke benen zijn want in de wanen van de dag kan onverstoorbaarheid tijdens het klimmen en dalen het verschil uitmaken tussen leven en dood.

De eenzaamheid die ontsnapping aan het dogma met zich mee brengt kan niet lang gedragen worden als die niet gefocust is op de innerlijkheid, op de zintuiglijkheid van het eigen (dierlijke) lustlichaam. Gefocust ook op de almaar toenemende innerlijke communicatie; zeg maar het gesprek dat door mijn wezensdelen onderling wordt gevoerd, al of niet geconcretiseerd in het horen van stemmetjes. Dit vergt groei van de gelijkmoedigheid, en van alle eigenschappen die helpen het menselijke in het dier en het dierlijke in de mens te onderzoeken. Leeuw en lam moeten tot een vergelijk komen.

Ter voorkoming van onvruchtbare herhaling in de mentale processen, ‘malen’ noemen we dat, dient meer van de buitenwereld naar binnen gehaald worden. Je gaat je met meer en meer vereenzelvigen. De weerstand hiertegen, die kan ieder die deze weg volgt bevestigen, heeft te maken met het feit dat de pijn van kromme verhoudingen (innerlijk en uiterlijk), en die van destructieve zelfbeelden niet buiten vallen te houden. Op de weg naar vol-ledigheid kom je alles tegen.

Gesteld dat je er in slaagt de eenheid met de wereld in jezelf tot stand te brengen dan moet de meekomende pijn op het punt van binnenkomen niet alleen getolereerd worden, maar zelfs verwelkomd. Pijn is immers die strenge maar altijd rechtvaardige meester die ons op het eigen pad tracht te krijgen en te houden. Als we niet zulke effectieve pijnstillers hadden zouden we eerder andere (gezonder) levensstijlen adopteren.

De gestage groei van het medisch complex of een of ander onweerstaanbaar masochisme leert dat het lijden nog lang niet is uitgebannen. Overigens moet opgemerkt worden dat er naast kommer en kwaal ook inhouden binnengehaald worden die ons in vervoering brengen en naar de hoogste toppen van geluk kunnen voeren.
Pijn en genot liggen zo dicht bij elkaar, maar je hoeft geen helderziende te zijn om te zien dat pijn nogal eens het gevolg is van het vermijden van pijn. Ik zeg, ‘Huil maar lieveling, dat lucht op’!

Zou vereniging tussen het ik en het grotere zelf mogelijk zijn dan moet het ook mogelijk zijn om de energie te bevrijden die opgesloten zit in de atomen waaruit ons lichaam is opgebouwd.
Het eenzijdige, analytisch denken is een even splijtend verschijnsel als de bom die boven Hiroshima werd losgelaten. Niet scheiding maar fusie moet de atoomkracht dienstbaar maken aan onze energiebehoefte, en de twee nullen die in 18 aan elkaar zijn geplakt verwijzen naar de noodzaak om te associëren, om weer samen te brengen wat de mens gescheiden heeft. Zij die zich weinig of niets kunnen voorstellen bij het begrip ‘kundalini’ raad ik aan de vergelijking met atoomkracht aan te gaan. Het esculaapsymbool, verwant aan de hermetische caduceus, laat in de spiraal opstapeling van geopende nullen zien. De linker winding wordt het maankanaal genoemd.

Samen met het rechter zonnekanaal organiseert ze in winding na winding verbinding met volslagen andere staten van bewustzijn. Slang is een symbool voor genezing. Dat het openen van bewustzijn geassocieerd wordt met het genezingsproces (maar ook met boetedoening) is een thema dat ik graag nog eens met mijn huisarts wil bespreken.
In bepaalde bewustzijnsstaten is de Maan een weggeslingerd deel van de aarde, een gat achterlatend dat nu eens Lemurië heette, dan weer Mu of Atlantis,

In andere, vergeten staten van bewustzijn is dat deel weggezakt in uiteenlopende locaties als de Atlantische-, de Stille Oceaan en zelfs in onze Noordzee, opties die door geologen, kenners van tektonische verschijnselen voor onmogelijk worden gehouden. Het Atlantisverhaal rammelt aan alle kanten, en als er al betekenis aan gegeven moet worden dan vermoed ik dat het hier gaat om een staat van bewustzijn die verdwenen is in het onbewuste. Net zoals dat het geval is met animisme en sjamanisme. De Atlantislegenden gaan over een verbinding tussen een oude en een nieuwe wereld (orde), zoiets als Europa (oud) en Amerika (nieuw).

Hoe het werkelijk zit met de Maan - die bovenal geassocieerd wordt met wanen en dromen - is in de huidige onbewuste staat niet zo belangrijk. Wat mij betreft gaan deze verhalen over de evolutie van Maan, Zon en Aarde, maar vooral ook over de evolutie van het bewuste en het onbewuste, over fantasie en werkelijkheid - die in nauwe collaboratie toch een weg creëren naar de staten waar de quantummechanici naar verwijzen wanneer ze het hebben over 9 dimensies. Ook in de occulte traditie is er ruimte voor modellen die op de aanwezigheid van 9 chakra’s berusten. Afgelopen nacht maakte ik, in een brief aan mijn muze deze notitie:

‘Dat ik op nummer NEGEN geboren ben geeft in associatie energie aan al mijn negens en achttienen’.

Heftiger dan in andere getallen is er de kriebel van een toenemend besef dat ik op het punt sta een grens te overschrijden. De grens bijvoorbeeld tussen het onedele en het edele. De twee toegevoegde chakra’s in het negenvoudige model staan voor Zilver en Goud. Ik heb dit model nooit bestudeerd maar de gedachte die er achter zit lacht mij toe. Omdat ik nu de Maan onder handen heb, en straks de Zon, verwijzende naar het timide Zilver en het nobele Goud, maar ook naar Godin en God, moeten de grenzen van de verbeelding wel gezocht en overschreden worden, ook al vindt de ‘apotheose’ pas plaats in 21.

De Maan is en blijft een mysterie, zoals het vrouwelijke dat is in de titel van Betty Friedan’s bestseller, waar ‘The Feminine Mystique’, met iets bovennatuurlijks, iets mysterieus wordt geassocieerd, iets wat haar onderscheidt van hen die de stoelen bezetten en grote broeken droegen - en niet van plan waren te wijken voor een te realistisch beeld van dit mysterie.

In traditionele bronnen wordt de Maan bekleed met de notie van maagdelijkheid, eveneens een mysterie in onze hedonistische aanleg. Wikipedia zegt over maagdelijkheid het volgende: ‘de maagdelijke status van een vrouw is een voorwaarde om als profetes te kunnen leven, zoals de Sibillen. Ook bij de Peruaanse Inca's was men van mening dat maagden als zonnevrouwen, zogenaamde Coya's, een bevoorrechte status hadden. Zij maakten offers voor de Zonnegod en waren naast seksueel ook op de meeste andere gebieden, afgezonderd van de gewone Inca's’

Ik ben al lang geen knaap meer en dat zou mij volgens deze tradities diskwalificeren als duider van het orakel dat de Tarot is.
Net als de vergissing die er toe leidde dat bijbelse mythen werden verward met ‘feitelijke geschiedenis’, zo ook werd de vrouw alle vrouwelijke eigenschappen toegedicht en de man alle mannelijke. Aannemende dat de kracht van oorspronkelijke mythen gecorrumpeerd werd tot macht, zie ik ook hier het thema opduiken dat bij mij te boek staat als de strijd tussen God en Godin.

De waarheid van vandaag is dat ik geen wens of verwachting koester de stap naar dat allerhoogste 21 ook werkelijk te zullen of te kunnen maken, maar dat zal te maken hebben met mijn ongeloof waar het begrippen betreft die met ‘het allerhoogste’ of voor mijn part ‘het allerlaagste’, een orde suggereren die niet werkelijk bestaat. Maar het is zeker ook angst voor eindigheid dat dat kleine bewustzijn zich verdedigt tegen de komst van een groter bewustzijn, waardoor echt alles anders wordt.

De pretenties (wanen) die aan het ‘allerhoogste’ verbonden zijn stijgen zó ver uit boven mijn zelfbeeld dat het nog wel wat levens zal vergen voor ik daar bij kan.

In vorige versies van 21 faalde ik jammerlijk. Ik ben dus meer dan benieuwd uit te vinden hoe mijn huidige en voorlopig laatste poging uit gaat pakken. Als het niet meer wordt dan een samenvatting van al het voorgaande ben ik denk ik al dik tevreden. Een goed resumé is tenslotte ook wat waard, en voor een rommelige persoonlijkheid is het zelfs een uitzonderlijke prestatie.
Omdat ik het in 21 niet op een eindstrijd tussen haan en hen aan wil laten komen ben ik al volop rekening aan het houden met het laatste hoofdstuk. Omdat ik Goud met het getal EEN kan verbinden en TWEE met Zilver doe ik er goed aan mijn metallurgische intuïties wat aan te moedigen. Ook daar gaat veel droomwerk, zoals een doorsnee alchemist wel weet, en concentratie in zitten - en dus blijf ik mijn dorst lessen met de Maan en verdrijf mijn honger met de Zon die constant vitamines genereert voor geest en lichaam.

Concentratie op de Maan genereert hier op onverwachte wijze de Zon als voedster. Maar vasthoudend aan het beeld van de Maan brengt het drinken van de bron mij, naast allerlei inzichten, vooral ook de genietingen die de moederborst te bieden heeft. De Maan beschijnt heel wat genot, die zoals we allen weten heel makkelijk tot obsessies en verslavingen leidt, om over infantilisme nog maar te zwijgen.

Voor velen zijn Goud en Zilver synoniem aan Geld; denk maar aan ‘argent’ of aan ‘gulden’.
Het zal geen toeval zijn dat ik me verdiep momenteel in van alles en nog wat, zolang het maar met economie te maken heeft. Ik geniet van Deirdre McCloskey, een kapitalistische anarchist. Het is alsof McCloskey haar theorie over de ontwikkeling van de bourgeoisie gebruikt zoals ik de Tarot gebruik, een systeem waarin alles metafoor wordt voor alles.

In de uitbreiding van chakra’s van zeven naar negen wordt om wijsheid gevraagd. Als Goud en Zilver nog van enig belang zijn voor de economie dan zit hem dat wel in de dekkingskracht die we er aan toe hebben geschreven wanneer de financiële markten er weer eens een puinhoop van hebben gemaakt.

Net als in de Maan gaat het in de economie over winst en verlies. Mijn verwachting is dat in de toekomst ‘duurzaamheid’ komt bovendrijven, waarmee ook duidelijk wordt waarom Goud en Zilver niet alleen op hun materiele waarde moeten worden gewaardeerd maar vooral ook om de rol die ze spelen in het eigen wereldbeeld. Als economie vooral over psychologie gaat dan gaan goud en zilver wellicht over toename en afname van menselijke aspiraties die komen en gaan. We zijn altijd weer op zoek naar het edele in het onedele. Hoe vastgespijkerd we ook mogen zitten aan onze begeerten, er komt een tijd dat we ontdekken wat daar de bron van is.

Ik heb al een mineralenverzameling en de stap van daar naar beschouwing van ‘het sieraad’, onze maan bijvoorbeeld, hoeft niet al te groot te zijn. Een sieraad te zijn in het oog van de getuige; dat spreekt gedoodverfde profeten wel aan.
In de aanpak die ik me nu voorstel kan ik wellicht ook de Gulden Snede nog eens aandacht geven. Vergelijking met Feng Shui, stel ik me voor, kan verhelderende inzichten brengen aangaande oude ordeningsfilosofieën toen meten nog een heilige, gulden wetenschap was. Zoekende naar de betekenis van een Godin die Maat heette stuit ik op het volgende: ‘Maat of ma'atet, was het oude Egyptische concept van waarheid, balans, orde, wet, moraliteit en gerechtigheid. Maat was ook de personificatie van de Godin die de loop van sterren, seizoenen en de acties van sterfelijken en goden regelde, en die de orde van het universum aanbracht van chaos tot aan het moment van creatie’.

Ik wil niet te kort door de bocht gaan, maar heb zo het idee dat overal waar we de Gouden Standaard, moreel of materieel, hebben losgelaten er veel is misgegaan. De kwakzalverinquisitie met hun verbod op alle gezondheidsclaims ten aanzien van middelen die niet in de ‘wetenschappelijke’ tempels zijn ontwikkeld en getest, verzetten zich tegen onbevooroordeeld onderzoek naar (om maar wat te noemen) de therapeutische kwaliteiten van colloïdaal zilver en goud, of naar de invloed van geest op lichaam, waarbij de veronderstelling dat geest niet alleen maar in logische termen beschreven kan worden van belang is.

‘Er bestaat maar één God’, is hier vertaald naar, ‘er bestaat maar één geneeskunde, terwijl toch eigenlijk bekend zou moeten zijn dat geneeskunde iets heel anders is dan geneeskunst. En wat de markt betreft heeft het neoliberalisme bedacht dat de consument zich laat leiden door de logica van het eigenbelang. Hetgeen er toe zou leiden dat we allemaal tot op de bodem uitzoeken welke dienst of product de meeste waarde voor ons geld biedt. Ik zou 22 levens nodig hebben om alle details van zeg maar mijn computer te kennen en te vergelijken.

Ook financiële- en ideologische crises zouden op andere wijze onderzocht en opgelost kunnen worden. Maar nu loop ik vooruit op verrukkingen die pas in 21 genoten kunnen worden.

Onze keuzes hebben heel weinig met logica te maken, en het is sneu maar dat ondermijnt de theorie tot op het neoliberale bot.Logica te veronderstellen waar chaos de norm is heeft het zelf- en wereldbeeld besmet. Het is hier dat de onbalans tussen waan en werkelijkheid een crimineel randje laat zien. Veel van onze keuzes zijn gebaseerd op ‘wishful thinking’. Je kunt het ook ‘opportunisme’ noemen, en op dat vlak is het moeilijk nog iets van moraal terug te vinden.

De vraag wat de Maan te maken heeft met boetedoening lijkt dan wel opgelost. Levensverlenging mag goed in de markt liggen, dat wil nog niet zeggen dat we daarmee de kwaliteit van een bestaan tussen geboorte en dood op een hoger plan hebben gebracht.
De prijs die wij betalen voor de geneeskunde zoals die zich de laatste decennia ontwikkeld heeft wordt steeds moeilijker op te brengen en gaat - als dat zo doorgaat - een zware last leggen op de schouders van volgende generaties.Maar in een economie die zwaar leunt op het maken van schulden valt dat niet meer zo op.
Maan en Zon zijn ongemakkelijke zuiverheden voor een onzuivere geest.

Veel van wat nu gematerialiseerd is, misschien wel alles, bestond in oorsprong slechts in astrale vorm. Als ontwerpers en bouwers van materie bezaten onze astrale voorouders datgene wat wij nu in analytisch denken hopen te hervinden: kennis van het scheppingsproces en de gevolgen van eigen creativiteit.

Het lezen van de oudste teksten die wij kennen is een heel andere ervaring dan die we opdoen in moderner literatuur. In verband met woorden opgeschreven in een tijd waar mythisch bewustzijn de norm was, verneem ik kwalificaties ‘als tijdloos’ en ‘archetypisch’. Onderdompeling in tijdloosheid als ervaring kennen we van onze dromen en hallucinaties.

Je hoeft geen ervaren reiziger in de astrale ruimte te zijn om te ontdekken dat tijd niet meer ervaren wordt als een chronologische- of lineaire afwikkeling van gebeurtenissen. In dromen kunnen dingen die nog niet gebeurd zijn oorzaak zijn van dingen die nog moeten gebeuren, of andersom.

Een manier om het verschil te zien tussen waken en dromen, is het al of niet aanwezig zijn van een tijdsbesef zoals die bestaat in ons dagelijks, normale bewustzijn. Eerst dit en dan dat!. Het wereldbeeld dat ontstaat wanneer oorzaak en gevolg geen (heilige) posities meer zijn waaraan wij onze koers kunnen ontlenen .

Bestaat er in de astrale ruimte geen tijd, dan zijn verleden en toekomst ook niet mogelijk, terwijl ik eerder geconstateerd heb dat wat velen ‘leren’ noemen wellicht ook ‘herinneren’ genoemd kan worden. Niets ia wat het lijkt in de Maan.

Als oorzaak en gevolg verwisselbaar zijn betekent dat dan niet dat er energieën, sneller dan het licht, moeten bestaan? De EPR-paradox is een gedachte-experiment die een schijnbare tegenspraak tussen de quantummechanica en speciale relativiteitstheorie oplevert, net zo schijnbaar als de zogenaamde dualiteit die wat EENHEID betreft om uiterste oplettendheid vraagt in de dubbele nul die we ACHT noemen. Deeltje en tegen- of antideeltje! De tijd is gekomen om dat wat we denken te weten te beschrijven aan de hand van hetgeen we denken niet weten. We identificeren ons misschien wel te snel met wat we denken te weten, en dat staat toegang tot ‘dreamtime’ in de weg.

Wat hier lastig is, is dat in tijdloosheid de relativiteitstheorie weinig benen heeft om op te staan, hetgeen betekent dat de grondslagen van de natuurkunde in de lucht hangen. Niets gaat sneller dan licht, meende Einstein.

Net als in alle andere wereldse zaken bevindt onze meest pure kennis zich in een overgangstoestand, en ik ken geen autoriteit die onze meest bejubelde- maar tegenstrijdige theorieën met elkaar kan verzoenen. In de quantumnechanica zal de pijn minder gevoeld worden omdat beoefenaren ervan rekening houden met nog onbekende dimensies, waar nieuwe (of misschien wel heel oude) vormen van meten een nieuwe theorie van ruimte en tijd doet ontstaan die samenvalt met de ontdekking van nieuwe ingangen tot het onbewuste.

In nu nog paranormaal geachte fenomenen lijkt tijd niet de rol te spelen die we eraan hebben toegeschreven. Ruim voor de aanval op het World Trade Center werd wereldwijd verhoogde hersenactiviteit gemeten.

Als niets met niets vergeleken kan worden, en dat is in de EENHEID van tijdloosheid het geval, vervalt de keuzemogelijkheid, en daarmee de tegenstelling tussen goed en kwaad. Deze toestand kan ons heel verkeerde dingen laten doen waar we later veel spijt van krijgen.

Dromen kunnen geschakeld worden met het waakbewustzijn. Willen we ons alle dromen herinneren en vervolgens zien wat we daar in de realiteit mee gedaan hebben, dan dient zich de noodzaak aan om dat wat ons onbewust is ontvallen in bewustzijn terug te nemen. Alles wat ik ooit vergat heeft bijgedragen aan vermindering van dat wonderbaarlijke gevoel van EENHEID. Dromen brengen het vergetene in symbolische vorm bij ons terug en bevatten de sleutel tot herstel van EENHEID.

Omdat dromen zich niets aantrekken van de afspraken die wij gemaakt hebben over volgorde, chronologie of tijdlijn beveel ik iedereen die bezocht wordt door al of niet begrepen dromen ze zo nauwkeurig mogelijk op te schrijven. Hebben we genoeg stukjes verzameld dan hebben we een goede kans dat de puzzel gelegd kan worden.

De astrale wereld kan beschouwd worden als de ruimte waar de beelden van het bovenbewuste en onderbewuste, van Ahoera Mazda en Ariman, van deeltje en tegendeeltje. van god en antigod, als digitale bestanden zijn opgeslagen in een raadselachtige ‘cyberspace.

Dat er zoveel verschillende namen en beschrijvingen zijn voor deze ruimte kent twee redenen.
Ten eerste; waarnemers vinden er wat zij zelf bewust en onbewust zoeken te zijn. Het is als met een bewustzijnsverruimend middel, een opgeruimde geest waant zich in het nirwana, een angstige geest vindt er de hel. Dus ook de astrale sfeer gedraagt zich als een spiegel, zij het dat deze niet meer vervormd wordt door allerlei geconditioneerde denkpatronen. We hoeven ons tenslotte niet te verweren tegen dromen, sprookjes en andere ‘onbelangrijke’ invoer. Hoe vaak wordt er niet gezegd: ‘Maak je geen zorgen, het is maar een droom’.

Ten tweede; het is voor een op dualisme gebaseerd waakbewustzijn bijna onmogelijk om een betrouwbare beschrijving te geven van wat zich als droombeeld of symbool in de astrale ruimte aanbiedt. Zonder analogieën lukt dat niet, maar analogieën vliegen in principe alle kanten uit en zijn niet zelden raadselachtiger nog dan het oorspronkelijke droombeeld. Het is als in de 8 waar de ene nul de andere nul in de hand probeert te krijgen Een amusante, maar ook wel een enigszins schizoïde vertoning.

Zij die oog hadden voor de astrale ruimte kwamen met beelden als, ‘zielen van overledenen die naar de Maan vliegen om, als deze vol is, overgekieperd te worden naar de eeuwige jachtvelden. We kunnen raden naar de betekenis van deze beelden en vermoeden dat wat niet met de innerlijke Maan in verband is gebracht niet in een grotere werkelijkheid wil passen. Je kunt het gestagneerde bewustzijnsuitbreiding noemen. Als we de aanleg voor betekenis en symboliek niet ontwikkelen zal het moeilijk zijn in de astrale beelden bijdragen te zien aan het geheel van een groeiend bewustzijn.

Het doorlopen van de innerlijke universiteit spiegelt de gang door het leven die praktische kennis van de symbooltaal ontwikkelt, zoals een straatvoetballertje in de kleine ruimtes die een stad nog biedt met techniek deze beperkingen tracht te overkomen. Zonder praktische kennis van de wereld is het moeilijk de astrale beelden op hun deugdelijkheid te toetsen. Vergelijk het met zien en ruiken van een roos. In de praktijk is dat een ogenblikkelijke ervaring. Om die ervaring op te schrijven heb je misschien wel een jaar nodig, of een heel leven. En dan heb je nog niet veel meer dan wat woorden.

Een sjamaan praat niet over zijn ervaringen maar stelt zich er voortdurend voor open. Er is geen grens, geen beperking die hij niet weet in te passen in de praktische uitdagingen van alledag. Hij haalt energie uit weerstand waardoor het onmogelijk wordt hem te provoceren. Er is niets dat je hem kunt aandoen omdat hij alles in zich opneemt. Net als 9 staat 18 geen enkele vorm van corruptie toe. 18 is in alle schijngedaanten toch altijd in de eerste plaats zichzelf.

Een van de heraldische symbolen van Lemurië dan wel Atlantis zou een leeuw zijn geweest met geopende muil, hetgeen verwijst naar het getal Elf, die in mijn Tarot staat voor Kracht. Wat bewoog die nog half astrale wezens uit de dageraad der mensheid om het dierlijke te laten figureren voor menselijke eigenschappen, daar vervolgens in te incarneren, en meer en meer afgesloten te worden van wat in de sport als ‘flow’ en in mythologie als het paradijs wordt voorgesteld. Het sleutelwoord hier is extase. Ik noem het in navolging van Don Juan, ‘the nagual’.

Aanvankelijk leek het streven van de onbewuste Fool naar bewustheid voldoende motief voor het bereiken van een onnavolgbare positie. In 18 kan ik al iets preciezer zijn. Zonder tijdlijn geen herinnering, zonder herinnering geen keuzes, zonder keuzes geen kwaad of goed. Een onbewuste god schept met evenveel gemak lust als wanhoop. Een god mag dan volmaakt zijn; als hij dimensieloos is valt daar voor hem weinig van te genieten, en dan kan een groots experiment waarin hij zich in stukken werpt, ondanks de pijn, aantrekkelijk genoeg gevonden worden om te springen.

De harde ervaring van dualiteit is en blijft een voorwaarde voor de beleving van EENHEID.

Het motief lijkt niet geheel vrij van narcisme, maar ook een god die op zoek is naar zelfkennis kan niet om de spiegel heen. En waarom zouden we de goden hun pleziertjes misgunnen? Flora is de godin van de blijdschap. Mythologie vertelt dat nadat Narcissus in Echo verdronk er bloemen begonnen te groeien. De jaarlijkse korte bloei verwijst net als het verdrinken naar de korte duur van een mensenleven, maar ook naar reïncarnatie. Negen is het hoogste getal en dus een eindpunt. Maar zonder een perspectief op een nabestaan is het de vraag of mensen hun leven nog wel de moeite waard zouden vinden om het te leven Een leven dat niet gedragen wordt door een grotere context verliest veel van zijn aantrekkelijkheid.

Juist in het licht van de (volle) maan worden heel wat levens beëindigd. Dit soort samenhangen worden door al of niet succesvolle wetenschappers ontkend en/of belachelijk gemaakt. Een Amsterdamse politieman vertelde me echter tijdens het genot van een gedoogde joint dat volle maan veel extra drukte opleverde. Omdat wetenschappers buiten-, soms ook binnen hun vakgebied ongeveer even dom zijn als ik, ben ik geneigd in deze mijn oren te laten hangen naar de politieman.

Een bloem wordt veelvuldig gezien als symbool voor de menselijke ziel waarin de Ene God zich heeft gemanifesteerd Zonder die inhoud, dat opgebouwd zijn uit Geest, zou de gedachte aan eenheid nooit bij ons zijn opgekomen. Gebrek aan eenheid in de wereld vertelt ondanks de ijver van ‘de grote godsdiensten en hun aanhang’ een verhaal van bedenkelijke goddeloosheid.

Voor de symbolist maakt het niet uit waar je in gelooft. Maar dat je ergens in gelooft staat buiten kijf. Wie niet in atheïsme gelooft zal nooit een atheïst kunnen zijn. Alle schijngestalten verwijzen tenslotte naar één en dezelfde Maan. Staat een teken voor iets dat geacht wordt bekend te zijn; het symbool verwijst naar hetgeen onbekend geacht wordt te zijn. In de etymologie wordt vanuit de betekenis van ‘symbool’ ook verwezen naar ‘alles op één hoop gooien’.

Geen onderscheid maken tussen verschillende dingen, en dat is de betekenis van het alles op één hoop gooien, is een tegenbeweging van alles willen slechten, scheiden en analyseren. Hiermee definiëren we de symbolist als een holist, een kosmische bruggenwachter die geconcentreerd bezig is zijn bewustzijn aan te passen aan dat ‘alles’ en aan dat ‘ene’. Want wat hier gespreid wordt wordt elders geconcentreerd. Na het zaaien komt het vergaren. Was die ene gevallen toren soms ook niet het zaad waaruit ontelbare torens konden groeien. Of een enkele spore waarruit zich myriaden paddestoelen ontwikkelen.

We kijken naar een mannelijk scheppingsbeeld en zoeken naar de betekenis, maar betekenis is vrouwelijk.

God kennen we zo langzamerhand wel, maar hoe zit het met de Godin?
In dit samenbrengen van alles en nog wat herken ik toch weer het ‘religare’ dat ‘verbinden’ betekent. Via de sikkel en de zeis; belandt alles op de belangrijkste plek in de tuin, de composthoop waar alles samenwerkt om nieuwe vruchtbare aarde te produceren.
Zo werd de (mest)kever of de scarabee in verband gebracht met vernieuwing, wederopstanding, onsterfelijkheid, potentie, voortplanting en wijsheid. Het is een symbool voor menselijke scheppingskracht, voor kringloop en dus voor ecologie. Het inzicht dat ecologie de drager is van voorspoed en van toekomst geeft de scarabee bijzondere betekenis voor de tijd waarin wij leven.

Weliswaar valt de kever onder de zonnesymboliek, maar bedenkende dat openbaring eerst van binnen plaats vindt en daarna pas buiten in de wereld van manifestaties, kunnen we de Maan accepteren als moeder van alle dingen, en dus ook als moeder van de Zon.

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 46 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +