zondag 22 december 2024

personal4

Artikelindex

Hoofdstuk 14

Maer als de vier gematigheden

niet boven malkander uyt en muyten,

dat is de rechte Gematigheydt, WNT .                                  

 

r14

 

 

Vervolg van vallen in getallen hoofdstuk 13, De Dood

Gematigdheid

Gij zult niet...

De scherpste randjes lijken er wel van af te zijn, van dat vaderlandse Calvinisme waarin de gelovige, vaak met stemverheffing, werd geïndoctrineerd; maar het is nog steeds vanwege ontzag voor schuld en boete dat velen onder ons proberen uit de buurt te blijven van extremiteiten of van verleidingen die tot extremiteiten kunnen leiden. ‘Doe maar gewoon', is in wezen vooral ook een oproep tot gematigdheid, griezelig dicht aanleunend tegen middelmatigheid.

Te weten wat dat is, gewoon en ongewoon, is evenwel niet altijd eenvoudig. Normen en waarden berusten op persoonlijke aannames, Voor de een ben je een braaf en spaarzaam burger, voor de ander ben je een hypocriete vrek.

Ik heb me tot hier niet kunnen manifesteren als een bijzonder ordelijk denker. In 14 waar de Magiër mag peinzen over de ‘ins and outs' van discipline en concentratie voel ik me aangespoord wat aan die ordelijkheid – of het gebrek eraan - te doen. Maar als ik de verschillende ingangen tot Gematigdheid op een rijtje zet zie ik toch weer de nodige dubbelzinnigheden op me afkomen.

De vier elementen hebben zich hier en daar eerder aan mij opgedrongen. Studie van die elementen wordt ontmoedigd door gebrek aan consensus. In het Oosten wordt met 5 elementen rekening gehouden en in het periodiek systeem vliegen de elementen me om de oren.

Een indeling die aan de Oosterse 5 is ontleend ziet er zo uit:

Lucht, Water, Vuur en Akasha. Deze vier samen vormen het element Aarde.

Akasha is de muur waarop verleden, heden en toekomst gegrift zijn. Akasha belichaamt alle herinnering, het hogere zelf, de innerlijke gids ofwel de ruimte zelf, gedragen door schildpad, olifant of een combinatie van beide.

Etymologisch staat de Schildpad voor alles waar de herkomst onbekend van is, en de Olifant voor de Bron van de Wereld. Beide dieren zien er prehistorisch uit. De liefde van kinderen voor de inwoners van Jurassic Park associeert met de alleroudste herinneringen van de menselijke soort. Bedenk hierbij wel dat de ouderdom van skeletten (het eeuwige leven) weinig voorstelt in vergelijking met de ouderdom van stenen, De schittering van kristal, kwarts (en zelfs zand) - die zoveel aantrekkingskracht uitoefende op alle generaties die ons voorgingen - heeft een rol gespeeld in het oproepen van herinneringen over de wording van lichaam, planeet en ster. Vandaag de dag is silicium de grondstof voor computergeheugen.

In het Sanskriet betekent Akasha straling of schittering, maar ook principe, realiteit of waarheid . In heksenkringen wordt Akasha beschouwd als het 5 de element ofwel als Geest die de kern is van alle dingen. Teilhard de Chardin's noössfeer kan desgewenst beschouwd worden als een hedendaagse, zij het beperkte, verwijzing naar Akasha. Tot niet zo heel lang geleden noemden kosmologen Akasha ether; thans ‘dark matter'. Het Wereldwijde Web kan gezien worden als de gemanifesteerde aankondiging van onmeetbare of virtuele lagen die in zichzelf het zicht openen op nieuwe vormen van herinneren, denken en EENHEID.

Ikzelf heb Akasha opgevat als een kosmopedia van alles wat in de fysieke en geestelijke (mentale) wereld is voorgevallen. Er mag een speciale relatie met Lucht aangenomen worden waar Akasha ook geassocieerd wordt met geluid. Schittering, straling, golven, geluid, de harmonie der sferen; hoe dichter ik bij de kern van de cirkel kom hoe subtieler aandacht en waarneming zich ontwikkelen.

In mijn mythisch woordenboek vond ik: ‘Een plaats tussen tijd en ruimte, die vele namen heeft'.

Dat klinkt ingewikkeld, vooral ook als ik bedenk dat er nog slechts zeer onvolledige opvattingen bestaan over tijd, en zeker ook over ruimte.

In het woud van betekenissen van Gematigdheid klamp ik me vast aan Herinnering als een individuele verbinding met het Collectieve Onbewuste ofwel een Planetair Bewustzijn, dat ook Kosmisch Bewustzijn genoemd mag worden.

In ‘Een nieuwe visie op helderziendheid' van Mario Schoenmaker, wordt gesteld dat de mentale activiteiten van de toenmalige mens weinig te maken hadden met wat we nu ‘denken' noemen. De mentale beelden in onze oertijd werden niet gekoppeld aan eigen hersenactiviteiten maar wel met een rechtstreekse verbinding tussen mens en Akasha. Herinnering dus, of resonantie.

Een van de redenen waarom we nog wel eens naast onze schoenen lopen van verbeelding zit hem in de teloorgang van inzichten die nu juist zo typisch zijn voor het onderwerp van dit hoofdstuk, Gematigdheid. Hoe matig ik de belachelijke- en schadelijke aanspraken van mijn ego?

Bij mij leidde deze verwarring tot de vraag, ‘Waar komen mijn gedachten eigenlijk vandaan'? Vanwege discontinuïteit in de relatie tussen herinneren en denken levert een context van causaliteit niet zo veel op. Maar ook in de meerwaardige logica die zich aan het ontwikkelen is blijken antwoorden te lijden aan onvolledigheid. Als waarheidsvinding het uitgangspunt is en niet het vaststellen van betekenis zal elke theorie over denken en logica tekort schieten. In de Tarot bekijken we de fenomenen bij voorkeur op een manier die het kwantitatieve en het kwalitatieve doet samenvallen; zo wil de menger in gematigdheid dat.

Van herinnering kan ik zeggen dat ik die niet onder controle heb. Dat schept onzekerheden waar ik als pr é -dement mens niet van houd. Om de gaten op te vullen moet ik wel denken. Me zorgen maken is tenslotte ook een vorm van denken.

Het ‘memento mori' verwijst naar een van de grootste onzekerheden. Is er leven na de dood? Er zijn tijden geweest dat de voorouderverering een volwaardige plaats innam in de belevingswereld van de stam. De overledenen bleven in verbinding met de fysieke dimensie en werden geacht daar ook invloed op uit te kunnen oefenen.

Herinnering is in die zin de vereniging van heel verschillende staten van bewustzijn. Wie de muziek wil horen moet proberen stil te zijn. Gematigdheid verstilt de exaltaties van mijn ‘ups' en ‘downs' tot een door mij gezochte sereniteit.

Een opmerking die ik in veel boeken over aromatherapie tegenkwam is, dat het ruiken van een bepaalde geur ons kan doen terugslingeren naar episoden waaraan geen herinnering leek te bestaan.Herinnering wordt ingeleid of beïnvloed door aroma, aura, symbool, verliefdheid, geloof, een voorgevoel, de toon die bepaald wat er gezegd is, een kleur, een schaduw of het gevoel van een aanwezigheid. In mijn mijmeringen voelen deze impressies aan als fantomen die zich qua aanleg ergens tussen tijd en ruimte te bevinden en vandaar uit nieuwe verbindingen maken.

Verbind ik de muur die VIER is met het scheppingswoord van EEN dan heb ik een klankbord. Herinnering wordt hier voorgesteld als een resonantie, een verfijnd (soms luidruchtig) systeem van feedback. We zijn er, maar wat is dat, ‘zijn'? De filosofie zoekt sinds haar ontstaan naar een antwoord; in mijn hoofdstukken kom ik niet veel verder dan: ‘Wat is dat voor een wezen die vragen stelt naar ‘het zijn'? Alsof de waarneming van het eigen bestaan ons nooit helemaal kon overtuigen.

Er zijn net zoveel opvattingen over de aard van het zijn als er mensen zijn. Eigenlijk denken we meer in betekenissen dan in mathematische modellen en dat is lastig waar de filosofische natuurkunde ruimte laat samenvallen met voor mij onbegrijpelijke formules, vergelijkingen of modellen.

Als ik het niet allebei doe moet ik kiezen. Ik ga wiskunde studeren, of ik ga op zoek naar verloren herinneringen, resonanties die ik constant zie aankomen als ik aangesloten ben op mijn aurasensor, en via een aangesloten computerscherm kijk naar de beweeglijkheid en veranderlijkheid van mijn elektromagnetisch veld. Denk groen en ik zie groen. Een vriend die mij op zo een moment nadert zie ik aankomen in mijn kleuren. De buitenwereld spiegelt zich in innerlijke veranderingen die zo subtiel zijn dat ik ze zonder hulpmiddelen niet of nauwelijks kan waarnemen.

Nauwelijks is niet helemaal. Affiniteit met het holistische denken dwingt me te zeggen dat elke waarneming, aanraking of ontmoeting resonantie is van hetgeen zich verborgen heeft in tijd, dan wel ruimte. In die zin is het, ‘niet mijn wil geschiede, maar de uwe', echt een doordenkertje.

Maar toch, wie het verborgene zoekt te vinden hoeft niet meer te doen dan het ‘hier en nu bewustzijn', zeg maar ‘het dagelijks overlevingsdenken' te versterken. In elk moment van mijn bestaan vibreren kosmische harmonieën en disharmonieën, en daar ontstaat ook de noodzaak er achter te komen wat het allemaal betekent, want wie het beste kan duiden en voorspellen verdient aanzienlijk aanzien. Van belang is dat er in de achtergrond van de uitwisseling tussen het ‘micro- en macro' bewustzijn wordt ontwikkeld van bewustzijn, een zeer energetisch verhaal.

Het opkomende en zich ontwikkelende denken bevrijdde ons geenszins van de macht van herinnering maar zette wel aan tot beredenering en berekening. Niet herinnering, maar de beter ‘begrepen' herinnering werd de graal van de onderzoeker.

Fundamentalisme. Op het eerste gezicht, is dat de neerslag van een nationalistische-, sektarische- of overdreven persoonlijke opvatting . De persoonlijke staat van bewustzijn moet dan de maat van alle dingen zijn. Het herschrijven van geschiedenis werd in toenemende mate een ideologische onderneming. Dat er in dit begrijpen zoveel misgrepen voorkomen is onderdeel van het leerproces, dat nu eenmaal plaats vindt volgens de strenge dialectiek van ‘trial and error'. Denken is een proces dat zich slechts kan afspelen in een ruimte die gevuld is met tegenstellingen. Denken schept deze tegenstellingen; en het zitvlees in onze leerstoelen, meer denkend dan herinnerend, herinnert me eraan dat oude ontwikkelingen de nieuwe nodig hebben om de eigen zwaarte wat te verlichten. Lettende op de dynamiek van Renaissance zie ik de afhankelijkheid van het nieuwe ten opzichte van het oude, maar ook die van het oude ten opzichte van het nieuwe. Hoeveel goden en demonen hebben het wel niet afgelegd in het groeiende licht van menselijk bewustzijn?

Afkeer van fundamentalisme ligt voor de hand. Maar toch, het subject kan simpelweg niet overleven zonder de aanname van een of ander fundament.

Het vierkant waar de Magiër in 14 voor staat lijkt bij uitstek geschikt als fundament te dienen voor al onze constructies. Concentratie en meditatie, de belangrijkste eigenschappen van VIER, leveren tegenwicht voor het scheidende denken en de strijd tussen de subjecten.

‘Memory', ‘mind' en ‘mania' staan in etymologisch verband met het woord ‘denken'.

Aardig is dat contact met Akasha nu juist van mij vergt het denken tot rust te brengen. Net als in het heldere zien hebben we niet zoveel aan de zintuigen zoals we die kennen. Soms is het uitvallen van het gezicht juist het begin van de ontwikkeling van een innerlijk zien dat herkend wordt aan onaards schitterende kleuren, en aan veel betekenisvollere samenhangen die zich ondermeer kenbaar maken in synchroniciteit.

Waarnemen zonder uiterlijk of innerlijk commentaar, zonder gedachten, is in onze tijd voornamelijk een product van yoga, meditatie of meer algemene concentratieoefeningen. De uitnodiging hier is niet zozeer een esthetische - die beleving van een hogere orde is - maar een illustratie van wat er te winnen valt als we er in slagen zelfkennis uit te breiden tot over de grenzen van leven en dood. Want beheerst denken het leven, herinneren is een functie van de dood. Het onbewuste komt tot bewustzijn. Verdringingen worden bevrijd.

Het verschil tussen herinneren en denken is dat herinnering voor een mens veel overtuigender is dan zijn denken. Herinnering kan zo overtuigend zijn dat het als openbaring wordt ervaren. Veel van onze overtuigingen, dogma's, axioma's of ideologieën komen tenminste voor een deel uit reptiel die we schildpad noemen en die de kosmos op zijn rug meesjouwt. Tussen kleur en complementaire kleur zit het witte licht dat ik elders ‘dark matter' noemde.Tussen denken en kosmos zit de schildpad, ligt het limbische gebied.

Te denken dat het mengen van de elementen net zoiets is als het aanleren van een of andere vaardigheid doet tekort aan het bijzondere karakter van Akasha. Platonische anamnese is het ophalen in de herinnering van de vormen uit de wereld waar de ziel voor de geboorte heeft verkeerd', (wikipedia).

Tussen leven en dood of tussen dood en leven gaan we als het ware door een ‘refresh'-programma. Oud karma, nieuw karma en niet te vergeten afgelost karma worden tot een nieuwe (mythische) eenheid gekneed en vormen een blauwdruk voor toekomstige ontwikkelingen. Het woord ‘Mythologie' doet aan Goden en Engelen denken maar komt van het Grieks en betekent "spraak, denken en verhaal.

Zo er al bewustzijn is van dit proces zal het zich niet zelden voordoen als een absurdistische film. In dit proces zijn er momenten dat de beelden zo indringend zijn dat het is alsof je aan het trippen bent. Helderziende waarnemingen worden toegeschreven aan een derde oog. Tussen de mannelijke- en de vrouwelijke hemisfeer kunnen processen worden waargenomen die niet afwijken van de hallucinatorische activiteiten in geboorte- en stervensprocessen.

Het is verleidelijk de tussenpositie op één lijn te stellen met de middenweg; een verleiding die ik graag het hoofd biedt omdat die weg me nu juist doet denken aan wat politieke centrumpartijen te bieden hebben, terwijl het in bovenstaande eigenlijk niet om een tussengebied gaat maar wel om de samenkomst van tegenstellingen. Deze ontmoeting is nooit gebonden aan locatie, bevindt zich als het ware buiten alle definities van ruimte en tijd. Het creëert geen lokaliteit maar een zeer andersoortige werkelijkheid.

14 is aan de Dood voorbij. Andere wetten doen zich gelden. Natuurwetten reflecteren eerder de stand van menselijk voorstellingsvermogen dan dat ze iets zeggen over hetgeen we werkelijkheid noemen. Zo zijn er dissidenten die beweren dat er deeltjes moeten bestaan die tig keer sneller zijn dan het licht. En ook al worden ze niet helemaal serieus genomen, het weerleggen van deze apocriefe uitspraken is ondoenlijk.

Onderdruk, voor zover ik die geassocieerd heb met depressie is recht evenredig aan wat eerder gezien werd als een overdruk die op het vierkant werd uitgeoefend waardoor het uit kon klappen naar de piramidevorm, symbool voor 5 en dus voor de oprichting van een geheel eigen persoonlijkheid. Personae, het masker, is gemaakt van onze meest edele mineralen, buigzaam maar onsplijtbaar.

Onderdruk is de toestand van de introverte binnenwereld, overdruk hoort bij de extraverte buitenwereld. Hoewel de verwarring tussen die twee sferen de zaak ook makkelijk kunnen omdraaien. Projectie en interiorisatie maken deel uit van deze omdraaiingen. Belangrijker is dat binnen en buiten samen een niemandsland tot stand brengen, een land waar je noch de ene, noch de andere identiteit (constitutie) kunt claimen.

Het is hier dat de fantasieën van de geïncarneerden contact zoeken te maken met hun oorsprong, zoals ontwortelden de aandrang voelen op zoek te gaan naar hun wortels. Omdat velen het moeilijk vinden verband te zien tussen de simpele beleving van een (geïdealiseerd) IK met haar eigen werkelijkheid, en de woelingen van een bewustzijn dat getorpedeerd wordt met tegenstellingen, is depressie een van die verbreide condities die zo helpen het farmaceutische familiekapitaal uit te breiden. Onzekerheid over de eigen identiteit ligt aan de basis van menig depressie. De overdreven fixatie op deze toestand wordt ervaren als gevolg van een collectieve druk die weinig of geen rekening houdt met al die persoonlijke behoeften en mogelijkheden, maar die zeker ook uitgelegd kan worden als een weigering te middelen tussen individualiteit en collectiviteit. Collectiviteit die geneigd is alle individualiteit via aanpassing en inburgering uit te roeien.

Zoek ik vastigheid in de fenomenale wereld dan kunnen meningen, opinies of vanzelfsprekendheden ervaren worden als stoorzender. De positie van die ander echter is net zo uniek als mijn eigen positie. Elk mens ziet net iets anders. Iedereen heeft gelijk en dus heeft niemand gelijk. Deze druk wordt ervaren als een aanslag op de eigen identiteit en kan, net als onderdruk, tot een depressieve staat van zijn leiden.

Zoek ik mijn zekerheden in de fantastische binnenwereld dan blijkt dat mijn constitutie dat niet aan kan. Magisch denken is één ding, bewust in de eigen magische werkelijkheid staan is toch even iets anders. Hier is het oppassen geblazen voor overspanning.

Uitgaande van eenheid kan scheiding niet bestaan. Uitgaande van uitgebreidheid kan de eenheid niet bestaan. Eenheid is het magische aspect (1) van de wereld der manifestaties (4). Maar net als magie beschouwen we EENHEID als inhoud van het verborgene, onderdeel van een subliminale stroom die ons bewustzijn zelden weet te bereiken.

De interactie tussen bewuste- en onbewuste processen is vanuit mijn belangstelling voor de voortdurende veranderingen van bewustzijn te fascinerend voor woorden, en net zo complex en onvoorspelbaar als de beweeglijkheid van een aura. De spanning tussen de tonal en de nagual of tussen statische en dynamische eigenschappen is als die tussen betekenis en bestaan. Daar een positie in te nemen doet mij groeien in de kennis van bescheidenheid dan wel Gematigdheid.

Individu en collectief. Eerlijk zullen we alles delen, is een niet geringe uitdaging aan mijn beperkte verstand. Als het lukt dan voelt dat als de energie in de ruimte tussen linker en rechterhand, een energie waarvan gezegd wordt dat die helende krachten heeft. De naam van die energie is prana of chi, alweer verwijzende naar Akasha.

Zou ik de memen kunnen identificeren die schuil gaan achter de spreiding en borging van ideeën in de collectieve en persoonlijke ruimte, dan moest ik wel geloven dat achter mijn gedachten herinnering schuil gaan, ook al schijnen die gedachten geen verband te houden met vroegere gebeurtenissen.

Eerder verwees ik naar het subliminale als het allergrootste deel van de prikkels en indrukken waaraan ik blootsta en die door een mij onbekende intelligentie het onbewuste in worden gedreven alvorens ze ooit mijn bewustzijn bereiken. Dit is niet een of ander persoonlijk ongerief, maar net als genetische evolutie, een aandeel in de manier waarop chaos een eerste ruwe indeling wordt opgelegd. Dat wat reeds is moet veranderen, maar als evolutie teveel het karakter krijgt van revolutie moet Gematigdheid haar rol waarmaken en er voor zorgen dat ik heel blijf en niet ten onderga in een stroom waarvoor ik nog lang niet de benen heb er me staande te houden.

 


 

Zonder de kennis en inzichten van Don Juan is het nog maar de vraag of Castaneda de hoge frequenties van de nagual had aangekund. Ik denk van niet.

Omdat we niet allemaal zo fortuinlijk zijn begeleid te worden door een ziener - zoals Castaneda dat ten deel viel - moet in de opmars naar ‘weten' steeds weer gemeten worden. De verhouding tussen aarde, water, lucht en vuur, maar ook de ervaring die we hebben met de uitkomsten van vorige metingen, en de manier waarop daarop is gereageerd; dit zijn zeker de elementen die in onze kristallen grot steeds weer voorbijkomen. Het kristal reinigt het lichaam en de ruimte die ontstaat heet ‘herinnering', onze eigen mobiele akasha, een zenderontvanger met kosmisch bereik.

Wie zei daar ook weer dat mijn lichaam een tempel is?

Een tempel voor de Geest. Geest die energie is, golvend in alle richtingen. De zelfde remmende golven die in TWEE al zo een belangrijke rol speelden.

In een heroverweging van bovenstaande zie ik dat de tegemoetkoming van de leraar aan de leerling of van de goeroe aan de discipel vooral ook een metafoor is voor een innerlijk proces waarin het hogere (on)bewustzijn (doodsbewustzijn) zich in dienst stelt van het actuele (levens) bewustzijn. Transcendentie zonder goeroe zou onmogelijk zijn ware het niet dat ‘de remmende krachten' en ‘alles wat geremd is' hetzelfde leerproces doormaakt als het geval is in de vorming, de instandhouding en de vernietiging van welk onderdeel van de kosmos dan ook.

Maar de gedachte het zonder de genadige ingrepen van het hogere onbewuste te kunnen stellen behoort tot de ijdelheden der ijdelheden.

IJdelheid die te pas en te onpas verklaringen aflegt over lichtervaringen, engelen, buitenlichamelijke reisjes enz, komt vooral voor bij hen die een voorschot nemen op de ervaring. Ik kan ook zeggen dat zij die zich vooral met het hogere willen associëren en het lagere maar al te graag overlaten aan de minderbegaafde nog niet aan Gematigdheid toe zijn. Het zijn juist dit soort ego-voorbarigheden die kennismaking met ‘wat is' in de weg staan. Dat wat je hebt of denkt te zijn hoeft niet meer gezocht te worden.

In 14 is het gewenst dat aanname en geloof getemperd worden tot ze op geen enkele wijze de vrije, onbevooroordeelde aandacht meer kunnen verstoren.

Ik heb in EEN. de Magiër, vooral als een illusionist gezien.

4, een schepping van de illusie, daarentegen moest de vleesgeworden werkelijkheid voorstellen. Schept de Magiër in de Geest wat een mens in ‘werkelijkheid' zoekt te scheppen? Moet ons woord dan toch vlees worden?

Persoonlijkheid versus meervoudige persoonlijkheid. 5 moet de oplossing bevatten van het vreemd soort interacties die zich in mij afspelen en waar ik zonder een hoger weten, dat ik niet bezit, geen inzicht in kan hebben.

Ik denk dat de tegenstellingen binnen de persoonlijkheid een grote, brede, neurotische stroom op gang hebben gebracht. In zoverre deze stroom de chaos representeert waarin steeds nieuwe orden worden uitgebroed zie ik heldere weerspiegelingen van overlevering en mythe. Ooit hadden we logica; thans hebben we meerwaardige logica.

Mij is daar nooit om gevraagd. We hebben het over een grote, krachtige, subliminale stroom van magische tekens en berichten. Onbewust!

We zien die stroom niet maar we ervaren zijn uitwerking in onze caleidoscopische werkelijkheid.

We zijn misschien trots op hetgeen we hebben voortgebracht maar hebben geen besef van de bron van al deze dingen. En zo eigenen we onszelf van alles toe en leven eigendomsideeën die zo krom zijn als een hoepel.

1 is Geest. 4 is Lichaam.

Descartes had daar moeite mee. Die twee behoren als het ware tot volkomen verschillende dimensies. Hoe moet ik me dat voorstellen? Kunnen die twee ooit ook maar iets met elkaar te maken hebben. En toch is dat wat we zeggen te zijn: lichaam en geest. Dode materie en levende energie. Tweeheid of eenheid?

De nederigheid die Gematigdheid voorschrijft doet mij zeggen dat ik het niet weet. Mijn ‘lichaam = geest', voelt goed - maar deze notie wordt niet ondersteund door de dualiteit die mijn illusoire staat van zijn aan mij oplegt.

En met het niet weten snijd ik de potentie aan van de Nul, personificatie van het onbewuste. Voor ik toekom aan boven of onderbewustzijn moet ik beginnen met toe te geven dat ik niet weet wat het onbewuste is. Op het moment dat ik het zie of ken is het geen onbewustheid meer. De invloed die de immense, subliminale donkere materie op mijn bewustzijn heeft, moet haast wel veel groter zijn dan in mijn meest gewaagde zelfreflecties wordt verondersteld.

Zo ontgaat het me ook dat ik eigenlijk een buitengewoon irrationeel wezen ben, eeuwig bezig de leegte te vullen of de volte te ledigen. Want tussen eeuwigheid en oneindigheid is er overdadige ruimte voor wat ik dan maar ‘geven en nemen' zal noemen, van ‘output' en ‘feedback'. Soms lijk ik te exploderen van de emoties die komen met de voorstelling van het soort intelligentie dat we hier in actie zien. Dit is de ruimte waar alles alles ontmoet in dat ene grote experiment waarvan niemand weet waar het ons brengen zal.

De vier letters van de naam van God bepalen de richting waarin Persoonlijkheid zich zoekt te ontwikkelen. De creatie van zonnegoden en maangodinnen, van memen en elementalen wijst op een mentale staat die we leren kennen aan de hand van een zelfgecreëerde metafysica. Een metafysica van menselijke waarden, die wat Pirsig betreft uiteenvalt in biologische. mentale, emotionele en spirituele (orgastische) systemen.

Bewustwording van wat onbewust was vindt plaats in eenheid met onze ambivalenties ten opzichte van Engelen en Demonen. We erkennen of ontkennen hun invloed en positie totdat het zelfbeeld instort .

Wat naar buiten toe vernauwd of ontkend wordt moet zich verruimen in de binnenwereld. Maar nieuwe ruimte die niet gevuld wordt met nieuwe zingeving keert zich tegen een Mens die in zingeving zijn persoonlijke voor- en afkeuren moet vinden, een essentiële trede op de ladder naar identiteit.

Als moraliteit het leidende principe is in het ontdekken en waarderen van de eigen potenties dan heeft het meer zin om over menselijk gedrag te praten dan over macht en onmacht van goden. Het ligt echter in onze aanleg ons vast te klampen aan vormen - in pogingen inhoud te ontwijken. Dat we moeilijke zaken echter via omwegen benaderen is maar al te duidelijk.

Ceremonie is hier wellicht het sleutelwoord. Veel van wat we doen, of dat nou met onze bezigheden dan wel met onze geloofsopvattingen of opinies te maken heeft, dient als een vluchtheuvel van waar we de oversteek maken. Daar wordt het rollenspel tot kunst verheven en wie die kunst beheerst kan het ver schoppen.

Op de rand van tijd, op de rand van ruimte, op de rand van wat we ons nog kunnen voorstellen ligt intuïtie die niet ophoudt onze zelfgenoegzaamheid op de proef te stellen. Wat kan het lagere bewustzijn (of onbewuste) nu doen om de macht van het hogere te verleiden zich in zaken te mengen die dat lagere bewustzijn ver boven de pet gaan? Uw wil geschiedde op aarde zoals in de hemel, is een toverspreuk die de breuk tussen deze twee zoekt te helen.

Heel veel van wat we doen dient op een dieper niveau de noodzaak een ceremoniële ruimte te creëren waarin het goddelijk geluid binnen kan komen en geassimileerd. Het lagere wil zich aanpassen aan het hogere.

Tenzij ze dit zelf willen laten Goden zich niet rechtstreeks kennen. Ze hebben zich gemanifesteerd in wat wij materie, natuur of cultuur noemen. Experimenten met de weerbarstige realiteit is de manier om de spraak der goden te leren onderscheiden. Want horen is één ding, verstaan is een ander.

Beperkte opvattingen over werkelijkheid, en de symbolische dimensie daarin, vormen de subliminale filters die mensen van goden scheiden, mensen van mensen, en een mens van zichzelf.

Geweigerde realiteit doet pijn die we maar beter kunnen omhelzen, want ook pijn is deel van onze spraak. Als lustpunten pijnpunten worden is het tijd na te gaan of ik misschien overgevoelig ben geweest voor de zogenoemde realiteit, en of overgevoeligheid niet eigenlijk een tekort aan gevoeligheid is.

Maar toch, op de schaal van lust naar last kunnen onze meetmethoden met redelijke precisie gekalibreerd worden. Maak het de Geliefden wijs, maar om dichter bij iets te komen moet je afstand nemen. De meest overtuigde nationalisten wonen nog al eens in verre streken, en heel wat streekliteratuur ontstaat in exotische koffiehuizen ver van de geboortegrond.

Meetmethoden stellen niet alleen afstanden en frequenties vast, ze zijn ook de omweg die gegaan moet worden om andere aspecten in de bekende werkelijkheid op te kunnen merken.

14 wordt een moeilijk archetype genoemd. Het gemak waarmee ik een ander de maat neem contrasteert heftig met de lastige en eenzame positie waarin ik eigen hoogtes en dieptes meet. Toch is het oordeel over een ander niet anders dan een omweg naar zelfanalyse.

Mijn positie bepaalt wat ik al of niet opmerk. Dimensionaliteit is een geweldige uitdaging; niet alleen in de wetenschap. We vinden het al moeilijk ons een voorstelling te maken van de vierde dimensie. Wat moeten we dan beginnen met een elfde of een veertiende? Quantummechanica, chaos- en snaartheorieën doen in onze tijd een beroep op het voorstellingsvermogen zoals nooit eerder het geval is geweest.

Denkende over staten van bewustzijn valt het me op dat het juist ‘verschuiving van perspectief' is waardoor de psychedelische trip zo een dubbelzinnige indruk achterlaat. LSD wordt dan gezien als een déhallucinerend middel die aantoont dat de eenzijdige, profane (dualistische) beleving van de zogenaamde werkelijkheid de eigenlijke hallucinatie is, maya die ons belet de bindende, energetische structuren van fenomenaliteit thuis te brengen. Vakantie- en ander vluchtgedrag laat zien dat thuis een ervaring is die steeds meer gemeden wordt. ‘Routes des Iles & Soleil' worden lijdenswegen. Om te kunnen veranderen moeten we aldus de druk op onszelf steeds verder opvoeren.

Dat omwegen ook vluchtgangen kunnen zijn die gezocht worden om het ego te sparen, het gezicht niet te verliezen of dilemma dan wel conflict uit de weg te gaan, heeft de beweeglijkheid van standpunten geen goed gedaan. Hoe harder we lopen hoe meer verzuring en spierstijfheid. Escapisme is de tegenkant van avontuurlijkheid. Maar ook in de opvoering van de eigen snelheid wordt het verschil met de vrije val van licht gematigd, Matiging is een onderdeel van de complexiteit waar we voortdurend mee te maken hebben. En dat velen onder ons te vlug leven zal iedere stress-specialist beamen.

Ik vermoed dat Zhuang Zi, een geducht Taoïst uit de derde eeuw voor Christus, de namen die we aan alles geven omwegen vond. De naam van God, zoals die in Vier is belichaamd sluit het Goddelijke op in hetgeen niet meer dan een woord is. De Confucianisten sloten elke burger op in een naam die functie en levensloop zo goed als vastlegde. Wie zijn naam te buiten ging verloor zijn gezicht en zonder gezicht besta je niet. Kristofer Schipper, de vertaler van de ‘Innerlijke Geschriften', merkt in zijn commentaar op dat je in zo een systeem helemaal geen wetten meer nodig hebt. Een betere dictatuur kun je je niet wensen.

Wie verwondert er zich niet tenminste een beetje over de onnatuurlijke omgang die wij als natuurwezens met de natuur hebben ontwikkeld? We noemen deze onnatuurlijkheid ‘cultuur' en wekken onszelf en anderen op daar vooral aan deel te nemen. We gebruiken desnoods de rede en de wet om deze onnatuurlijkheid af te dwingen.

Omwegen!

Wat natuurlijk is moet op natuurlijke manier ontwikkelen, zo niet dan introduceren we de willekeur van de wet en het despotisme van het woord.

Omdat omwegen vaak de avontuurlijker routes lijken te zijn zullen we er gebruik van blijven maken. Ritueel, ceremonieel en incantaties; alles wat met ‘set and setting' te maken heeft, en de manipulatie ervan, beïnvloedt de resultaten. Dat juist de resultaten een simpel verblijf in het licht dwarsbomen is de kraker die 14 smoel geeft. Ik vergeleek VIER met een gevangeniscel, een duister hok. Taal en het woordfetisjisme op te vatten als één grote gevangenis spreekt me wel aan. Want in de beperking toont zich de meester.

Vertraging, dat is waar het om ging in 2, 4 en al die andere passieve getallen. De omwegen zijn de golven, de ronde vormen waarmee de Hogepriesteres de energie van de Magiër invangt en op maat maakt voor een bestaan zoals we dat ervaren. Incarnatie, cultuur de transcendente natuur; is het één groot web waarin de tijd wordt vertraagd tot het zo dood lijkt dat we het materie noemen?

Grote inspanningen, zeer kostbare deeltjesversnellers zijn nodig om dat proces van vertraging om te keren en weer zicht te krijgen op de oorspronkelijke vrijheid, ook chaos genoemd.

Als alle wegen naar Rome leiden en er maar één de kortste kan zijn, is de rest allemaal omweg. En welke de kortste is, is niet altijd af te lezen uit de metingen. Ik heb talloze malen omwegen bewandeld om sneller bij mijn doel uit te komen. En elke automobilist weet; hoe meer fileleed hoe aantrekkelijker de omweg.

Omdat 1 + 4 VIJF is kom ik hier op de gedachte dat die grote pot met omwegen nu juist de ontwikkeling van de persoonlijkheid zoekt te dienen. Persoonlijkheid is de identificatie met de keuzes die we maken, met het beeld dat we uit willen dragen. Gevoel van onvrijheid is nauw verbonden met de noodzaak een persoonlijkheid te moeten zijn. Ik heb dat opsluiting in een rol genoemd. Om wanhoop uit de weg te blijven dient de paradox waarin uiterlijke onvrijheid misschien wel de kortste weg is naar innerlijke vrijheid. Geboeid zijn is dan ook het onderwerp dat in het volgende hoofdstuk, de Duivel, naar de eerste plaats dingt.

In zoverre onze routes vastgelegd zijn in regel of wet kan ik constateren dat de meerderheid altijd moet lijden onder de weinigen die zich van geen wet iets aantrekken. Individuele ontwikkeling heeft een collectieve component die mijn ‘set and setting' mede bepaalt, waardoor de verleiding om innerlijke problemen in de ander op te willen lossen moeilijk te pareren is. In zo een soort cultuur leven we nu eenmaal.

De ander redden is een vorm van afstand nemen van mezelf, maar helaas niet altijd om dat zelf beter in de peiling te krijgen. Uiteindelijk is de omweg wat je wilt dat die is. Je kunt er alle kanten mee uit.

In veel gevallen is het beeld dat we van individualiteit hebben niet meer dan een reactie op een te opdringerige collectiviteit. Homo Ludens weet daar wel raad mee: ‘Wat niet mag is lekker'. En dus houden we de vlucht in de medemens in stand alsof het Sinterklaas Zelf betreft.

Als de omgang (ook al weer zo een omweg?) met ‘gematigdheid' wat minder negatief beleefd zou worden zou wellicht opvallen dat in ‘gematigdheid' het woordje ‘ma' zit verborgen. Of ‘mat'.

 


 

Ma en mat!

Is Gematigdheid een moederlijk soort rekenkunde? Op het moment dat ze leven baart, baart ze het voorzienbare einde van dat leven. Moeders construeren tijdelijkheid in een oceaan van tijdloosheid. Met elke geboorte begint het aftellen.

Een moeder voorziet ook eerder de samenhang tussen haar vruchtbaarheid en overbevolking dan haar mannelijke gezel die liever groeiende markten en daarbij horende macht ziet.

Ecologische verstoringen, opwarming van de atmosfeer en uitdijende oceanen worden niet gezien als resultaten van onbeheerste bevolkingstoename. Maar dat is onderdeel van een ideologie waarin vrouwelijke waarden als niet bijzonder relevant worden gezien.

Dat is een keuze die we ooit maakten.

Onvoldoende bewustzijn van de EENHEID staat gelijk aan opsluiting in tegengestelde belangen. En de wijze waarop opgekomen wordt voor die belangen laat zien dat respect voor zelfs menselijk leven en menselijke integriteit, ondanks vele mooie woorden en bevlogen standpunten, een lage status heeft.

Ideologieën zijn gesloten systemen en houden zich blind voor alles wat die ideologieën weerlegt. Hun overtuigingen zijn waar omdat ze waar heten te zijn.

Zoals ik er naar kijk komen ideologieën voort uit een onvermogen de oude mythische verhaallijn te zien als levend, altijd beweeglijk water waarin de eigentijdse dogma's en vooroordelen uit hun verstarring worden gehaald. Heilige kalveren zijn in de materialistische optiek fabeldieren die niets te maken hebben met de sprookjes waar we als verlichte consumenten in horen te geloven; fabels die rente opleveren, en winsten die geluk opblazen tot ‘Jurassic Proportions'; een meso positie, het midden houdend tussen wijs en onwijs, tussen leugen en waarheid.

Juist echter in dat midden zien we de monsters ontstaan die zodra de condities wat veranderen het eerste uitsterven, plaats makend voor weer andere monsters. Grenzen zijn onderwerp van permanente discussie, duinrijen die onder invloed van de samenkomst van water en aarde voortdurend in beweging zijn. Dat de collectieve zucht naar een ‘zo neutraal mogelijke' centrumpositie nu juist de revolutionaire impuls dient, komt voort uit gebrek aan herinnering van de eigen afkomst. We moeten vooruit en dan is er geen tijd om terug te kijken. De extremen worden ontkend, ideologische veren afgeschud, maar zodra de voordelen van het midden teveel verdeeld wordt over teveel aanspraakmakers wordt er toch weer terug gegrepen op die ideologische afkomst en slaat de vlam in de pan.

Niet getreurd, voorlopig hebben ideologen het nog goed voor elkaar. Kritiek op hun breinspinsels is een direct bewijs van gebrek aan ontwikkeling of beschaving. Net als in het mengen van de elementen gaat het hier om verdeling, en in het spel mag het belang van de knikkers nooit onderschat worden.

Mat glas is niet doorzichtig maar wel doorschijnend. Onze meer recente ideologieën worden in verband gebracht met de Verlichting, maar wat die Verlichting nu precies verlicht blijft onzichtbaar. Tenzij een broodje rationeel denken jou nu juist in leven houdt, een non-issue voor de roesdansers op de vloeren van disco, hiphop dan wel techno.

Het stellen van vragen wordt door de rauwdouwers van de projectontwikkeling als een remmende, en dus (tijd is immers geld) als een onacceptabele bemoeienis beschouwd, vooral ook wanneer dat vragen zijn naar de gevolgen van een project of hoe lange termijneffecten zich verhouden tot korte termijneffecten, of omgekeerd.

Ik zie alle claims op verlichtheid eerder als een voortzetting van een despotisme die we vanuit de geschiedenis kennen als een fase in de ontwikkeling van godsdiensten, staten en allerlei andere rond sterke figuren opererende menigten. De beloften waarmee de aanhang wordt gelijmd zijn maar al te doorzichtig maar niet erg doorschijnend; hetgeen aantoont dat er af en toe iets omgedraaid moet worden om het verband tussen zicht en schijn in stand te houden.

Matglas speelt een rol in de optiek van de donkere kamer. Het gaat niet slechts om een positie tussen licht en duisternis maar vooral ook om die tussen zichtbaarheid en onzichtbaarheid.

De vragen die ik hier stel zijn bepalend voor wat wel en wat niet in zicht mag komen. Vraag ik alleen naar het zichtbare dan zal het onzichtbare zich niet melden. Vraag ik alleen naar het onzichtbare dan verwacht ik niets te leren over het zichtbare. Stel ik vragen over de relatie tussen die twee dan verbind ik tegenstellingen en open de sluizen van openbaring en inwijding. De strijd tussen realisme en antirealisme laat zien dat strijd tot niet veel meer in staat is dan het vergroten van het dualisme.

Vanuit de donkere kamer krijgen we te zien wat de fotograaf ons wil laten zien, en met fotoshop is het manipuleren van de plaatjes van de werkelijkheid gemeengoed geworden; een artistieke mogelijkheid maar ook een nieuwe criminele tak van vervalsing en misleiding.

Misleiding, omleiding; steeds weer kom ik de omweg tegen. Beeldvorming is, net als herinnering, bouwstof van zelf, werkelijkheid en andere zogenaamdheden. Matglas of ‘drempel en sublimatie'. Dat wat niet tot expressie wordt gebracht, niet over de drempel heen mag wordt een aangroeiende massa, een stuwmeer die bij doorbreken de chemie van alle bereikte evenwichten drastisch verstoort.

Herinnering, het weten waar we vandaan komen, mag de gemiddelde vooruitgangsadept voorkomen als een verspillende omweg; in Gematigdheid zal toch onderkend moeten worden dat herinnering en (ge)weten nu juist moeten voorkomen dat onze evolutie niet anders geschreven kan worden dan in bloed, zweet en tranen.

Het klinkt allemaal eenvoudig zat. Weten waar je vandaan komt. Voor je wat weet zit je bij de regressietherapeut, wegzinkend in een onverifieerbare poel van al of niet geleide fantasieën.

Daar valt van alles en nog wat over te zeggen, wat dat betreft lijken fantasieën bedenkelijk veel op symbolen. Belangrijk in deze acht ik de voorwaarden voor de overgang van denken naar herinneren. Ontspanning van lichaam en geest zijn in alle hypnotherapieën vaste ingrediënten.

Zolang God een uitbreiding is van dat verdraaide ego, met alle megalomane fantasieën die daarbij horen, ontgaat het ons dat het juist het ontbreken van positief ego is dat ons de das omdoet. Onze arbeid aan de mix van aarde, water, lucht en vuur vereist een uniek persoonlijke beoordeling die tot uniek persoonlijke opstellingen leidt. De burgerlijke ongehoorzaamheid waar ik nog wel eens een lans voor breek is de consequentie van het ontstaan van een mensensoort die de smaak voor collectieve standpunten aan het verliezen is, en zeker wanneer die collectiviteit uitgaat van ‘waardenvrijheid'.

Maar toch! ‘Ik-zeggen' zoals dat ontstond in VIJF mag niet alleen maar een reactie zijn op de ideologiserende en geïdealiseerde omgeving. De ik-functies dienen er toe de innerlijke gewetensfuncties bloot te leggen, zodat collectieve problemen herkend kunnen worden als projecties van heel persoonlijke opvattingen over de ontwikkeling van het IK. Het collectief kan op haar beurt nooit fundamenteel afwijken van hetgeen bereikt is in al die persoonlijkheden die de aarde bevolken, onderdrukkers en slachtoffers gelijk. Actie en reactie vormen de vicieuze cirkel die - in het vierkant geplaatst - haar oorsprong prijs geeft.

Teruglezende tot waar ik nu ben kan ik niet echt tevreden zijn met mijn poging dat ‘moeilijke' beeld van Gematigdheid te doorzien.

Ik vermoed dat 14 een aansporing bevat nu echt te beginnen met het Grote Werk, ofwel met het mengen van de vier elementen.Ik begrijp dat mijn aarzeling hiertoe over te gaan te maken heeft met angsten die ik nog maar voor een klein deel heb geïdentificeerd.

De vertraging die nodig is om bij het innerlijke Celestiet (een mooi blauw kristal ook wel Engelensteen genoemd) te komen is geen eenvoudige klus voor een gedreven type als ik ben. Maar als het lukt komen juist in toenemende vertraging de heel hoge frequenties beschikbaar van dat transcendente kristal.

Het lijkt zinnig mijn tegenzin voor omwegen en vertragingen opzij zetten en me tot traditie te wenden voor informatie. Sjamanen hadden kennis van de aarde en van wat daarin ligt verborgen.

Of misschien moet ik gewoon niet zeuren en accepteren dat zelfs onze grootste onmatigheden toch vooral ook ontwijkingen zijn voor die veel grotere confrontatie waarin het IK als schepper van de eigen werkelijkheid ter verantwoording wordt geroepen. En misschien hadden figuren als de Verloren Zoon of als Saulus wel gelijk. Om nu juist in allerlei uitspattingen inleidingen te zien voor Gematigdheid is een conclusie die niet voor de hand ligt. Maar het positieve, het dynamische wordt nu eenmaal heel sterk gestuurd door de onderwereld, ofwel het onbewuste.

Dat zou betekenen dat cultuur per definitie de afstand tussen de mens en zijn bron(nen) vergroot; een kloof die natuur weer zou moeten dichten. Er van uitgaand dat de bron waar het hier over gaat zich laat kennen in identiteit, integriteit of spiritualiteit, valt er heel wat te winnen. Het zijn deze eigenschappen die in de vragen die in Tarotlezingen worden gesteld altijd weer opkomen. Geen wonder wanneer bedacht wordt dat een orakel uitnodigt tot zelfkennis.

Het woord Kabbala betekent traditie.

In de kabbala is Gematigdheid de verbinding tussen twee sferen, waarvan er een de Maan symboliseert en de ander de Zon. Vanuit de elementen gezien gaat het hier dus over de menging van Water met Vuur, waarbij het goed is voor ogen te houden dat menging niet alleen een fysieke bezigheid is maar ook een metafysische. Stoom dreef ooit onze machines aan, zoals mist in de metafysische binnenwereld het medium (het transportmiddel) is dat ons in staat stelt van de tonal naar de nagual te reizen. De combinatie van expressie en ontvankelijkheid als aanraking, als verbinding – mengt net zo goed als de suiker die ik in aan mijn hete koffie toevoeg. Pure koffie is me te bitter. Pure suiker te zoet. Wie spreekt moet ook luisteren. Mengen is het handwerk van Gematigdheid.

In termen van wegen en omwegen ziet symboliek er eerder uit als een kronkelweg dan de mooie strakke boulevard die ik hoopte te bewandelen toen ik besloot een poging te wagen de ‘Tar (koninklijke) Rot (weg)' te ontcijferen.' Dat ik aan deze kronkelweg de voorkeur gaf zat hem vooral in de ontoereikendheid van de taal die ik sprak, en waarin het ‘All I need is Love' niet leidde tot de paradijselijke toestand die deze woorden leken te beloven. Als Twee niet meer is dan de optelling van 1 + 1 dan zal de meerwaarde van de som die 2 is zich blijven verbergen.

Zij die het logische denken voorstaan wensen zich niet in te laten met allerlei emotionele windingen. Dat vertroebelt het zicht op de logica.

Zij die hun hart willen laten spreken vinden abstractie en rationaliteit als obstakels op hun weg. De emotionele laag onderdrukken kent ernstige gezondheidsrisico's.

Dat deze twee in gescheiden staat verantwoordelijk kunnen zijn voor onaanvaardbare tegenstelling en extremisme mag duidelijk zijn. Hoe water en vuur te verenigen tot iets dat nog binnen de taal past is minder duidelijk. Ik kan dat iets stoom, damp, aurakleur of mentaal beeld noemen; daarmee bereik ik geen dieper inzicht in de menging van die twee. Ik kan hoogstens constateren dat de samenkomst van persoon (water) en bovenbewustzijn (vuur) tot beelden leidt die voor droom of werkelijkheid aangezien kunnen worden, of misschien wel voor allebei tegelijk.

Water gaat over aardse eigenschappen, vuur over hemelse.

Voor mezelf bedacht ik dat, ‘Onze Vader die in de Hemel woont, Zijn wil geschiedde op Aarde zoals in de Hemel', een mantra is die precies op de situatie is toegesneden. Maar er zal ongetwijfeld voor elke smaak een oplossing te vinden zijn. Agnost of Jehova; er komt altijd wel weer een crisis die maakt dat je de intelligentie die het lot zo beroerd bestiert wel naar de aarde wil slepen; al was het maar om hem een kopje kleiner te maken. Niet eens zo extravagant als je bedenkt dat het lagere al bereid leek het leven te willen geven (12) voor een beter leven.

7 ziet er uit als een pijl die doel zoekt. Plaats ik 7 voor de spiegel dan richt die pijl zich in twee tegengestelde richtingen. Vertrekpunt en bestemming blijken elkaars spiegelbeeld te zijn. Een mens op zoek naar zijn identiteit, zijn meest persoonlijke talent, zijn missie of levensdoel is een mens op zoek naar zijn innerlijke bron. Dat is zijn queeste.

Afkomst wordt in 14 iets om onder de microscoop te leggen. Regressietherapieën volgen de intuïtie dat afkomst onze bestemming herbergt, en omgekeerd. De asymmetrische pijlpunt van 7 doet aan de boemerang denken die voorwaarts geworpen op zijn terugweg de werper treft. Wat je doet voor een ander blijkt toch steeds weer een bijdrage te zijn aan je eigen evolutie. Hoe ook; de Maan (intuïtie) zoekt de Zon (de rede), zoals de Zon de Maan zoekt. In mijn denken zijn deze twee (en hun bewegingen) gescheiden, zoals in de symboliek van de boemerang.

In de kunst van het boogschieten is ontspanning van lichaam en geest voorwaarde voor goede resultaten. Symbolisch staat de boemerang voor ‘terugkerende omstandigheden, een uitstekend embleem voor historici en, hoe kan het anders, voor symbolisten. Dit roept een andere gedachte op. Er staat geschreven dat het Hemelrijk vooral gereserveerd is voor de armen van geest. Theologen hebben zich beijverd helder te maken dat we het hier niet over verstandelijke gehandicapten hebben, maar over hen die graag aan de voeten van de Meester plaats nemen en zijn woorden indrinken.

Ik zou dat wat uitgebreid willen zien tot alles dat zich in mijn aandacht aanbiedt. Alles wat me overkomt en alles wat in me opkomt functioneert als mijn grote guru, of als mijn orakel zo je wilt. Om groter bewustzijn te ontvangen moet ik bestaand bewustzijn verlagen. Water moet iets minder water willen zijn en vuur iets minder vuur, om menging mogelijk te maken. En voor egotrippers moet ik ten overvloede opmerken dat de komst van een hoger IK de relativering van het bestaande IK-beeld vergt. Mezelf te zien alsof ik een ander was is een machtig hulpmiddel in deze beweging naar nieuwe lege ruimte die gevuld kan worden met wat Grote Geest maar in petto mag hebben.

Een LSD trip begint met dissociatie, een kort verblijf in het schemerlicht tussen leven en dood. Voor sommigen al genoeg om de hele trip als een hel te ervaren.

Het waren niet de domste bij wie ik de opvatting vond dat Gematigdheid de moeilijkste is van de archetypen die de Grote Arcana onder mijn aandacht brengen. De zuivere menging, de perfecte balans blijven wenkende perspectieven die onder vuur genomen worden door de chaos ofwel door wat ik dynamische (onaangepaste) kwaliteiten ben gaan noemen.

Dat ik mijn ego kan relativeren lijkt me niet tot de onmogelijkheden behoren. Maar hoe kan ik verwachten dat het bovenbewuste zichzelf relativeert?

Ik ben geneigd aan te nemen dat dit een esoterisch probleem is. God buiten onszelf, ja zelfs boven onszelf, plaatsen - heeft de perceptie van dat beeld verstart. Ook al neem ik aan dat mensen goden scheppen zoals goden mensen voortbrengen, dan nog zie ik niet waarom of hoe het hogere zich zou schikken naar het lagere. Zo hebben we dat nu eenmaal gewild; een onveranderlijke, op zichzelf staande kracht die alles kan veranderen behalve zichzelf.

Nu we echter holistischer percepties aan het ontwikkelen zijn is die eenzijdigheid niet langer vol te houden. Dat mensen in hun dromen engelen of goddelijke wezens tegen kunnen komen bewijst dat wederkerigheid een grote rol speelt. Een engel mag dan vleugels hebben; voor het overige is het precies een mens. En als de Zoon van God een mens is; hoe ziet God de Vader er dan wel niet uit. Of God de moeder.

Ik denk niet dat we ooit aan dit experiment toekomen, toch zou ik wel eens willen weten hoe bovenbewustzijn zich manifesteert als we onszelf over langere tijd wijs maken dat God werkelijk een ezel is.

Dit zijn moderne problemen. Weleer, toen God en Natuur één ding waren, leek de voortdurende aanpassing aan zulke dualistische waarden als ‘ruimte en tijd' of aan ‘hier en nu' een vanzelfsprekendheid. De Maan, symbool van alles dat adem haalt, is in voortdurende verandering. Zon en Sterren in hun banen, botsend, elkaar verslindend soms - houden een heelal in stand waarin orde en chaos verwisselbare ideeën zijn.

De slapende memen van dit kosmische beeld zijn ontwaakt in moderne wetenschap en het is een kwestie van tijd dat de vanzelfsprekendheid van de EENHEID van alle dingen weer hersteld is.

Of jij of ik dat meemaken hebben we in eigen hand. De twee bekers, een zilveren en een gouden, openen zich voor elkaars eigenschappen en creëren zo een energiestroom die ik elders openbaring, en ook wel genade heb genoemd. Dualisme is een formidabele aanjager. God is alleen maar een totaal onbewuste inhoud in zoverre we van een op zichzelf staande, onafhankelijke God spreken. Maar dat is niet wat God is. ‘Alles' en ‘niets' zijn uitdrukkingen voor het gezochte Goddelijke. God, net als de stroom tussen de uitersten is een enigma dat niet past in het menselijk verstand. Openbaring van de inhoud van EENHEID is een ervaring, zeker niet minder subtiel dan de geur van een roos, onmogelijk in woorden over te brengen.

Terwijl ik dit schrijf besef ik dat de expressie van het Goddelijke potentieel aanwezig is in alles wat ik doe en naar buiten breng, dat ik inderdaad de schepper ben van mijn eigen realiteit. Ik sta maar liever niet te lang stil bij de verantwoordelijkheid die dat met zich meebrengt. Engelenkunde is een vak apart, een terrein dat als elke iconografie het uit je hoofd leren van allerlei lijstjes vergt. Elke godsdienst heeft zijn eigen hiërarchie van goden of engelen. Vergelijking tussen de verschillende mythische tradities toont echter aan dat er veel overeenkomsten zijn.

Omdat we er zo weinig meer van afweten zal bij velen de engel op kaart 14 geïdentificeerd worden als de persoonlijke engelbewaarder, een vergoddelijking van de gewetensfunctie. In hoeverre engelbewaarders de vensters zijn op het onbekende hogere onbewuste is de vraag die ik me stel wanneer ik het beeld van engelenscharen rond Gods troon in overweging neem. De Magiër (1) die God (4) in het gelaat ziet. Hier is de engel de omweg naar directe aanschouwing van hetgeen wij op bewustzijnsniveau aan openbaring van dit goddelijke centrum hebben ontvangen.

Geloof als omweg naar wetenschap komt me bekend voor. De hypothese, het axioma; lijken ze niet als druppels water op belijdenis en dogma? Een mens kan niet begrepen of beoordeeld worden op uitsluitend zijn meetbare eigenschappen. Het lichamelijke associeert slechts met één van de vier elementen.. maar is tegelijkertijd een composiet waarin alle denkbare elementen een plaats en een rol vervullen.

Hoe materie tegelijkertijd onderdeel en geheel kan zijn zit hem vermoedelijk in de aard van energie die wat aura's, etherische lichamen e.d. onmeetbaar is maar als onderliggende bouwstof van het materiele zeer meetbaar is, ook al lijken de uitkomsten steeds minder op de mooie, simpele, lineaire structuur waarop we toch maar een ‘wereld van vooruitgang' hebben gebouwd.

Door een ontaarde ontwikkeling in de wetenschap hebben we het meetbare aangezien voor de werkelijkheid, met voorbijzien van al het onmeetbare. Zo heeft wetenschap zich trachten af te zetten tegen geloof zonder er in te slagen dit geloof uit de eigen systematiek te weren.

In 5 maakten we de eerste opflikkering mee van een ontwikkeling naar individualiteit. In het onvermogen ‘nee' te zeggen tegen collectieve waan en dwang zag ik een eerste aanraking met de spirituele natuur van de mens. Nee, het nadenken over engelen was geen aan onze bewonderenswaardige ratio ontleende activiteit, maar hetzelfde kan gezegd worden van bijna alle denkactiviteit.

Bewustzijn is maar een heel klein lichtje in de oeverloze duisternis van het onbewuste, maar uit het feit dat ik me bewust kan zijn van het onbewuste, zoals ik me bewust kan zijn van de NUL, moet ik afleiden dat irrationaliteit de norm is. Tenzij ik bewustzijn van het niets als een rationele basis beschouw voor het nemen van verstandige besluiten. Want wat is nu helemaal wetenschap of kennis van de ‘realiteit' als we alleen maar wat schaduwen opmerken die het licht van buiten op de wanden van mijn grot projecteert.

Dit allemaal overwegende komt het me des te verbazingwekkender over dat we het met al die irrationele brokstukken toch nog zo ver geschopt hebben. Of zijn we er ten opzichte van wat we eens waren alleen maar op achteruit gegaan? De relatie tussen existentiële onwetendheid en de ontwikkelingen in cultuur en techniek is zo wonderbaarlijk dat de aanwezigheid van kaboutertjes, fabeldieren of engelen als koppelstukjes daar maar een vederlicht accent aan toevoegt

Engel betekent ‘boodschapper'; zij (hij) is de aankondiger van grote gebeurtenissen. Ik wil me niet teveel binden aan het beeld dat hier aangeboden wordt. Waar jij of ik engelen zien, ziet een indiaan één van zijn totemdieren. Deze fantomen van onze onmeetbare, spirituele conditie onderhouden de openbaringsstroom.

 


 

Ze openbaren niet noodzakelijk zichzelf maar wel die inhouden waarvan een ‘hoger bewustzijn' heeft besloten ze in een mens of in groepen van mensen tot bewustzijn te laten komen.

Dat de engel op de kaart de inhoud van de zilveren bokaal ledigt in de gouden en de gouden bokaal in de zilveren, zegt iets over de natuur van het soort boodschappen waarover we het hebben. We leven ons leven tussen polen als bijvoorbeeld die van ‘volmaaktheid' en ‘verloren onschuld'. De taak om deze ogenschijnlijk zeer verschillende kwalificaties te verzoenen en in te zien dat absolute aanname net zo beklemmend is als absolute verwerping wordt de dwang van het vierkant om te mengen onontkoombaar.

‘Ik ben een mens en niets menselijks is mij vreemd', is een uitspraak die Gematigdheid op het lijf geschreven is. Als alle delen van de persoonlijkheid zich kunnen vinden in de zo noodzakelijke ‘uitwisseling' dan associeert de Engel met het inzicht dat leven moet inleveren bij ‘overleven', en dat ‘overleven' in moet leveren bij ‘leven'. Dezelfde soort mechanismen dus als in een goed huwelijk of in welke coalitie dan ook.

Dit inbinden dat ruimte schept wijdt de grond voor de komst en ontvangst van de Engel. Omdat we in ons onderwijssysteem maar heel spaarzaam spiritueel onderricht - dat die naam waardig is - ontvangen , zijn we niet altijd even succesvol in het creëren van de juiste omstandigheden. Juist in deze tijd zie ik het omgekeerde. Men noemt het individualisering, maar in werkelijkheid zie ik een geweldige groei in het bevredigen van persoonlijke, korte termijn verlangens ten koste van de collectieve zorg, en van de zekerheid dat ook onze kinderen en kleinkinderen, gedragen door loyaliteit, een leven kunnen leiden waar we allemaal een beetje trots op kunnen zijn.

Gematigdheid representeert de bereidheid het eigen lot niet belangrijker te vinden dan de algemene toestand van de wereld. Als deze definitie hout snijdt dan mag geconstateerd worden dat Gematigdheid inderdaad niet de makkelijkste is. Mijn Celestiet (engelensteen) heeft me doen inzien dat we de aarde ofwel de zwaarte in moeten om bij het innerlijk vuur te komen. Maar, dat als ik daar aankom ik niet verbaasd moet zijn het verborgen kristal te beleven als een Geliefde of een Engel. In de droom die het leven is, is alles mogelijk.

Het getal Zes (de Geliefden) laat zich heel makkelijk tot kristal transformeren. Dat we de grote liefde kunnen vinden in het heiligdom dat we ons stoffelijk lichaam noemen beseft of vermoedt iedereen die zijn yoga en meditatieoefeningen bijhoudt. Er is niets zo zwaar als het loslaten van alle rommel en vervuiling die het innerlijk kristal aan het oog onttrokken.

Wat ik ook begin te zien is dat de kern waar het vierkant omheen staat geheel samenvalt met dat flonkerende topjuweel. Al Baba's hoofdprijs. Mijn punt van oorsprong.

Het holistische bewustzijn als ontbinder en verstrooier, maar ook als verbinder en focus, ontwikkelt zich onder druk van ingebeelde, zelfgecreëerde misstanden of zwaarte sneller dan de grote variatie aan delen waaruit het is opgebouwd. In Europa wordt het vermogen beslissingen te nemen er niet makkelijker op wanneer het aantal lidstaten maar blijft groeien. De architecten van het geheel moeten wel struikelen over tegengestelde deelbelangen

In de psychologie heeft men de handen vol aan het verschijnsel van de meervoudige persoonlijkheid. De hardnekkigheid waarmee die onderliggende ‘werkelijkheden' balans en eenheid verstoren suggereert dat er veel kracht en oprechtheid voor nodig is om de innerlijke EENHEID en samenhang te vinden en te herstellen. Vandaar dat het de Magiër zelf is die deze kar moet duwen, netjes in samenwerking met alles dat uit hem is voortgekomen, als een vader die zich laat leiden door zijn kinderen.

Timing is niet het minst belangrijke attribuut van Gematigdheid.

God of mijn meest gekoesterde ambities moeten niet sneller willen gaan dan de wurm die ik ben. Dan raken we uit de pas en kan ik het onderricht niet meer volgen. De communicatie tussen hoger en lager bewustzijn luistert heel nauw. Elke voorbarigheid, leugen of pretentie is een verstoring van die communicatie en onderstreept het gebrek aan balans in binnen- en buitenwereld.

Kunstenaars hebben van menging hun hoofdgerecht gemaakt. De concentratie die nodig is om de juiste kleur of vorm bij een bepaalde stemming of expressie te vinden doet weinig onder voor die goede oude alchemie. Dat wat op het doek gewrocht wordt verandert de innerlijke chemie en opent, al is het maar op een kier, uitzicht op een veel energetischer werkelijkheid. Ook hier echter wordt van de zoeker overgave gevraagd aan disciplines die niet altijd even populair zijn. Het zou me dan ook niet verbazen als er in scheppende kringen relatief veel depressie voorkomt. Het valt niet mee om wat geleerd is in de ene sfeer toe te passen in andere sferen.

De doorzetters hebben reden dankbaar te zijn. Hen wordt veel toegeworpen. Dankbaarheid komt die engelen toe die onophoudelijk proberen ons te helpen onze mooiste ambities waar te maken.

In de schaduw van mijn arbeid aan hoofdstuk 14 zie ik de fantomen van ‘fundamentalisme' en ‘fanatisme' voorbijkomen. Vier immers is het getal van de ‘werkelijkheid'. Ik begon dit hoofdstuk met de gedachte dat Puritanisme en Calvinisme hun scherpste kantjes verloren hebben. Voor kruisridder en beeldenstormers hoeven moslims niet bang meer te zijn. Of ze zouden zelf tot zo een opruiming moeten overgaan. Ik herinner me de Taliban deze taak op zich nemend. Maar of dit soort vandalisme tot de vondst van het Innerlijk Licht leidt mag betwijfeld worden.

Fundamentalisme is een vorm van zo kort mogelijk door de bocht gaan. In het fundamentalisme wordt nooit holistisch gedacht. Qua versimpeling lijkt het wel wat op populisme, een richting die ook al een hekel heeft aan nuance of complexiteit. Als metafysische concepten niet meer bekritiseerd of geïnterpreteerd mogen worden, als subtiliteit wordt aangezien voor zwakte; boer pas dan op je kippen. Populistisch-, fascistische fantasieën als verleidingen hebben we nog lang niet achter ons gelaten.

Maar kort of lang; de eis te mengen ingevolge de wetten van het vierkant vergt onderlinge aanpassing. We zullen allemaal een toontje lager moeten zingen, of hoger wanneer het licht teveel onder de korenmaat werd gehouden. Perfecte menging gaat mijn fantasie te boven Het is al mooi als ik weet wat ik uit de kast moet halen om bijvoorbeeld een relatie te beginnen, of te beëindigen'. Dat klinkt flauw misschien, maar bedenkende dat relatie en religie overlappende ideeën zijn denk ik toch dat in de kleinere mengingen de kracht wordt gevonden dik en dun door een deur te laten gaan.

Gevleugelde engelen kunnen hoog stijgen. Die beweging omhoog lijkt moeilijk te verenigen met de vuurstenen uitstraling van 4. Maar in 5, waar de eerste spirituele vonk het duister verlichtte, zie ik de tweezijdigheid van de zwaartekracht die lijkt op de tegenstrijdige functies van het ego.

In 14 is het juist de zwaarte van 4 die de noodzaak te stijgen openbaart. Weer licht te zijn beantwoordt aan de vliegdromen waar bijna iedereen wel eens mee te maken heeft. Een beproefde maar niet ongevaarlijke stijgtechniek is jezelf zo gevoelig mogelijk te maken voor die zwaartekracht. Spontane uittreding kan daar het gevolg van zijn, en als je daar niet op voorbereid bent behoren psychotische uitkomsten tot de mogelijkheid.

We moeten ons wel matigen in het aangezicht van de mogelijkheden die deze Engel onder haar mouw heeft. Dat een zwaar leven uitgelegd kan worden als een beproeving, een test waaruit geschiktheid voor een subtielere positie moet blijken, vind ik een aantrekkelijke gedachte. Daarmee wordt het leven er misschien niet minder zwaar door, maar wel zinvoller. En voor het geven van zin bleken we allemaal persoonlijke verantwoordelijkheid te dragen.

Hoe zwaar gematigdheid ons valt lees ik niet alleen af in de roekeloze verspilling die we ter leniging van depressie, identiteitscrisis en dergelijke nodig menen te hebben. Ik kan het ook zien in de geringe belangstelling voor technieken die de integratie van fysieke en geestelijke processen bevorderen.

Ik moet me dan wel afvragen waar dat aan ligt. Is yoga te moeilijk of vallen de resultaten uiteindelijk toch zo tegen dat er nooit voldoende mond tot mond reclame op gang komt. Ik denk niet dat er iets mis is met yoga en meditatie. Integendeel. Maar toch, vanuit een westers perspectief gezien lijken moderne op lichaam en geest gerichte behandelingswijzen, zoals bio-energetica, padwerk of haptonomie, me een stuk effectiever. Het is al ingewikkeld om de eigen iconografie te doorgronden. Subtiliteit te verwerven in het aanvoelen van de betekenis van allochtone goden is een nog lastiger klus.

In 14 staat de Magiër voor de spiegel en ziet de Zeven. Zeven chakra's die in balans moeten worden gebracht. Om dat te kunnen moet je helderziend zijn, anders weet je niet wat je doet.

Directe concentratie op de afzonderlijke chakra's is ook al een techniek die de mentalisten die we zijn niet zo makkelijk afgaat. Misschien zijn we te resultaatgericht om ons helemaal te kunnen geven aan het proces.

Aannemende dat eventuele lezers van deze pagina zich niet allen uitgesproken helderziend wanen stel ik voor een en ander wat te vereenvoudigen. Wat bekend is van chakra's is dat ze van beneden naar boven associëren met de kleuren rood, oranje, geel, groen, blauw, paars (of violet) en ultraviolet (of wit). Je kunt in elke behoorlijke boekhandel wel een boekje krijgen met de betekenis en de verbindingen van chakra's en kleuren. Dat het zesde chakra samenwerkt met het derde oog en met de hypofyse, dat groen de kleur is van het hartchakra, de grote leermeesteres is van de natuur, die ons alles kan leren over de liefde voor- en de schoonheid van het leven. Daar gevoeligheid voor te ontwikkelen geeft aanwijzingen over welke kleuren we kunnen toepassen in keuken, zit- of slaapkamer, om los te laten, om geraakt te worden, om de aandacht te verhogen en om al die dingen die ons zouden kunnen helpen tot zelfkennis en zelfgenezing te komen. En spelenderwijs leren we de invloed van kleuren kennen en de afzonderlijke chakra's in hun onderlinge samenhang. De idee dat materie energie is en dat het dus energieën zijn die we mengen (en waar wij zelf een voortdurend veranderende menging van zijn) doet geleidelijk een veel kleurrijker, een veel levendiger zelfbeeld ontstaan. Gelet op de uitbundige liefde voor kleuren bij kleine kinderen valt er voor de volwassene heel wat te herwinnen.

In de Vier van Veertien moet alles gemengd worden of als een menging worden opgevat. In 14 staat de Magiër voor zijn vierkante tafel, voor zijn idee van werkelijkheid en stoffelijkheid.

Bewustwording van realiteit en lichaam is een begaanbare weg. In feite is het leven zelf één grote oefenruimte. Het lichaam reageert op elke impuls, positief dan wel negatief. Bijna al deze reacties bleven onopgemerkt, te druk als we het hadden met overleven. Als we ons echter iets meer openen voor al deze reacties en ze beademen met ons nieuw enthousiasme voor kleuren, merken we dat we een ruimte openen die ontspanning heet. In die ontspanning kunnen we de verdringingen en de verhardingen van de pijn op het spoor komen, en ze in het licht van onze aandacht laten verdwijnen zoals vroege mist verdwijnt in de warmer wordende zon.

Commentaren op 10 (het Wiel) leggen nogal eens de nadruk op de negatieve kant, waar het leven als een aaneenschakeling van ups en downs wordt voorgesteld. Dat kan ook anders.

Omwegen (of ergens omheen draaien) doen denken aan deeltjes die in een vaste baan om hun kern draaien. Als het mijn doel is een steeds energetischer beeld van mijn werkelijkheid te krijgen dan is de ‘spin' van deeltjes om de kern heen de snelweg naar ongehoorde voorraden energie.

Vier is een rots van context en ervaring. De beweging van quadriljarden deeltjes in wat wij ons universum noemen is in zijn onvoorstelbaarheid toch grondstof voor onze beste voorspellingen. Zaaitijden, oogsttijden, het komen en gaan van de seizoenen zijn voorspelbaarheden geworden, en onze meest nauwkeurige tijdwaarneming wordt geregeld door een atoomklok.

Het is wel een gedoe. De afstand tussen buiten en binnenkant leek zo overzichtelijk. Een recht lijntje tussen middelpunt en cirkel. Dat lijntje kon echter niet getrokken worden zonder de exacte locatie van het punt van oorsprong te kennen, waarvoor we het vierkant gebruikten, een aanzienlijke maar nuttige omweg. Het kerndeeltje vormt niet alleen het middelpunt van de cirkel, maar ook van het vierkant dat we er omheen hebben gedacht. Dat middelpunt, dat kerndeeltje, mijn blauwe Engel, moet mij de energie leveren voor mijn toekomst.

Zelfs het verlangen te mengen is het resultaat van eerdere mengingen van context en ervaring. Voor hen die daar prijs op stellen kan dat ook karma zijn. Vier op zichzelf is de belichaming van inertie en passiviteit. Niet vooruit te branden! Het is de gevleugelde gedachte (de engel) die ons kans geeft te ontsnappen aan de beklemming van eerdere mengingen en keuzes die ons steeds meer opsloten in de onvolmaaktheid die onwetendheid is.

Vier is symbool voor wat materie of werkelijkheid wordt genoemd. Dat het leven, mijn werkelijkheid, één grote omweg is, vind ik opmerkelijk. Maar mogelijk is dat nu juist wel zo een gevleugelde gedachte.

Herkenbaar is het wel. In wetenschap en sport worden de richtingen die tot niets leiden niet als nutteloos gezien. Hoe meer ‘trial and error' ik me toesta hoe dichter ik bij die ene richting kom die regelrecht naar het gezochte punt van oorsprong leidt. Ik denk aan doolhoven als plattegronden voor de reis van geest naar lichaam en van lichaam naar geest.

Of de apostelen van steeds grotere efficiëntie zich de aard van hun omweg nog kunnen voorstellen is een vraag die wat efficiency betreft wellicht niet gesteld hoeft te worden. Ik denk dat Gematigdheid ons kan leren dat harmonie tussen doel en middelen, tussen proces en resultaat het welzijn geweldig kan doen toenemen, en dat verdiept het inzicht dat welzijn een heel beste bijdrage levert aan het efficiënter genieten van het leven.

Rechte lijnen, als die al zouden bestaan in een krom heelal, zijn door ideologieën van reductie en rechtlijnigheid verheven tot een maatstaf voor van alles en nog wat, tot aan de moraal aan toe. Rechtzinnig, rechtvaardig, rechtgeaard, rechtdoor zee, en ga zo maar door. Zolang het maar recht is. Waar vier echter vooral ook om vraagt is het begin van een notie dat er een vijfde dimensie moet bestaan. Spiritualiteit was de krachtbron om IK te zeggen maar bleek vooral een eerste contact met de eigen kosmische, mythopoetische, aanleg, noem het de vijfde dimensie. Vijf in die zin is de intuïtie van wat we zouden kunnen zijn.

Wat het eenzame IK betreft; VIER kan een gevoel van beperking oproepen. Maar de associatieve richtingen vanuit Vier worden door niets beperkt. Het boek van de natuur blijkt het toverboek van de Magiër te zijn. En dus leent natuur zich als supersymbool voor vormgevers, voor de mathematicus, de structuralist, de realist, de dirigent, de bouwmeester; kortom voor iedereen die van maatvoering, vastlegging of beheersing zijn broodwinning probeert te maken, of in ieder geval tot een fundament voor redelijk denken. Dat het er in al deze schone kunsten uiteindelijk om gaat in contact te komen met de ziel lijkt me voordehandliggend. Wie zijn vierkant goed schikt krijgt toegang tot een tempel van eindeloze inspiratie. Laat niemand ooit de invloed van zijn concentratie onderschatten.

Als ik het vierkant bekijk dan zie ik een Magiër die zich nu goed herkent in de vier elementen, grafisch gesproken exacte kopieën van hemzelf. Lezers die opmerken dat Vier toch eigenlijk een vrouwelijk getal is hebben gelijk, maar laat ons herinneren dat het vrouwelijke vastlegt wat het mannelijke initieert. Alles wat dynamisch was moest statisch worden zodat we het kunnen vastpakken, manipuleren en beheersen.

Ondanks fuzzy logic en chaostheorie zit het redelijke, analytische denken nog steeds in een zeer comfortabele zetel. Rationalisatie wint het op vrijwel alle fronten van een meer associatieve benadering. De idee dat we rationele- en dus geen irrationele wezens zijn zit er goed ingeramd.

Maar in het diepe van onze set-up zijn we arenlezers, een uitgestorven soort, verzamelaars van afval ofwel herinneringen. Dat is ook wat ik in mijn verkenningen probeer te doen. Me te herinneren. Mezelf te herinneren. Materie zoekt de onmiddellijkheid van geest, zoals geest manifestatie zoekt in materie. Als mens-magiër lopen we onbewust achter het doodsbewustzijn aan en verwerven ons aldus een perspectief op het levensbewustzijn. Arenlezers verzamelen alles wat het levensbewustzijn heeft laten liggen, over het hoofd heeft gezien. De lezers hier zijn zoekers die zich voeden met elk kruimpje dat van de rijke tafel valt. Het doen met wat je hebt is niet alleen praktisch maar voorkomt ook afval en vervuiling.

Eten van de vloer. We zijn overtuigde hygiënisten geworden in de wetenschap dat het uitdragen van het belang van hygiëne de belangrijkste bijdrage is geweest aan de dramatische levensverlenging die we hebben meegemaakt. Of die verlengingen ook verbeteringen zijn is niet altijd duidelijk. Wat mij betreft horen farmacie en gen-knutselaars thuis in het beklaagdenbankje. Laten de heren en dames eerst maar eens uitleggen waarom zij zo geïnteresseerd zijn in de genezing van ziektes en zo weinig in het begrijpen en voorkomen ervan. Waarom zoveel anatomie en zo weinig ‘heel de mens'?

Vier kan ook het bord zijn dat we voor onze kop houden. Een scorebord ongetwijfeld. In Vier moeten we er op bedacht zijn dat kwantiteit het zicht op kwaliteit vertroebelt. Dit hoofdstuk dreigt die stelling te bewijzen. Dynamische invloeden in een geordend bestaan verstoren onze gelijkmoedigheid waarbij gevoel en emoties uit hun tent worden gelokt. En daar schort het nogal eens; vooral bij het mannelijke deel van de mensheid. Met gevoel hebben we niet altijd de beste relatie. Daarvoor was de aanpassing of inlijving een te pijnlijke demonstratie van hoe we het eigenlijk niet willen.

Maar toch, wat we herwinnen - als we ons maar konden reinigen van alle negatieve emoties - gaat mijn voorstellingsvermogen te boven. Niet voor niets heb ik de emotie die angst is zo breed uitgemeten in de eerste hoofdstukken van dit werk. Zij vormden steeds een machtig bolwerk tegen voelen en meevoelen. In tijden van crisis komen de angsten en als je nooit geleerd hebt hoe daarmee om te gaan dan verpesten ze die crisis door ons te verhinderen er iets van te leren.

Integratie van alles dat ons tot mens maakt vraagt inderdaad om emotionele reiniging. Lichamelijk liggen de zaken niet anders. Overgewicht en een ondermijnd afweersysteem zoals die zichtbaar worden in een kankerachtige groei van immuunziektes geven aan dat praten over holisme geen zoden aan de dijk zet. Pijn ervaren we in ons lichaam , ook als die pijn een emotionele-, een mentale- of een spirituele achtergrond heeft. Het zijn pijn en lijden die onze bereidheid vergroten subtielere kwaliteiten om te zetten in gedrag

De daad bij het woord voegen is de opdracht voor studenten die, net als ik, in conversatie zijn met getal 14. Onder invloed van liberale ideeën is gezondheid steeds meer een marktproduct aan het worden. Daarmee is het aangeschoven bij die grote cosmetische ruif waar uiterlijkheid norm en resultaat is. Dit heeft ertoe geleid dat we de innerlijkheid van ons lichaam steeds minder kennen hetgeen, wat het orakel betreft, onacceptabel is.

 


 

Een van de kritiekpunten op de psychiatrie is dat het is ontwikkeld vanuit een medisch model en teveel de nadruk heeft gelegd op de pathologie. De humanistische psychologie heeft getracht dit te corrigeren maar gezegd kan worden dat een psychologie van gezondheid en talent nog niet erg van de grond is gekomen. Aan de groeiende getallen ‘uitbehandelde' patiënten die toch nog steeds op zoek zijn naar genezing, en waar de ‘kwakzalver' het steeds drukker mee krijgt, valt af te lezen dat de segregatie van anatomie, fysiologie, psychologie en spiritualiteit niet tot de genezing leidt die gezocht wordt.

De Geneeskunde, een formidabele politieke macht, moet trouwens oppassen geen utopisch-fascistoïde beweging te worden. Doodgaan is in heel veel gevallen toch echt de gezondste oplossing. Met de heksenjacht op alles dat niet is voorgeschreven door Dokter Gezondheid zie ik binnenkort een gezondheidsgestapo ontstaan die onze gangen bewaakt en over het heil van ons lichaam waakt, zoals godsdiensten over het heil van onze ziel waakten. In de eeuw die we achter ons hebben gelaten hebben we totalitaire structuren zien ontstaan die het heil van ‘het volk' op een wel heel brutale manier hebben opgelegd. Deze structuren lijken het afgelegd te hebben maar zelfoverschatting en machtswellust zijn estafettestokjes die van hand tot hand gaan.

En had ik in Vijf al niet vastgesteld dat de ontwikkeling van al die ego's een snelkookpan is voor kleine en grote conflicten? Iedereen kan zich slechts de eigen waarheid voorstellen, eigen waarheid die altijd dichterbij is dan al die andere waarheden. Het hemd dat nader is dan de rok. Dood laat ons geen keuze. Niets is hygiënischer dan een mooi gebleekt bot. Dood als omweg naar leven is niet alleen een sjamanistisch uitgangspunt maar vooral ook een weg naar kennis en evenwicht waarmee alle problemen die ik me voor kan stellen tot even zovele uitdagingen worden getransformeerd.

‘Je hebt een gevoel van ondergang nodig om de begeestering te vinden die nodig is om die gevoelens om te zetten in een vernieuwende toekomstagenda', hoor ik iemand zojuist op de radio zeggen. Een engel kan zich heel wel als een Engel der Wrake manifesteren; en als dat gebeurt is het tijd de eigen waarheid eens goed onder het vergrootglas te houden. Democratie is niet perse beter dan verfoeilijke totalitaire systemen; ook al denken democraten dat democratie het laatste woord is in onze gang naar groter EENHEID. Dat zeg ik niet omdat ik tegen democratie ben, maar wel omdat ik arrogantie bespeur in de manier waarop rijke, democratische, westerse landen met andere afwijkende, ideologische waarden omgaat. De verlichting begint pas wanneer we al die ideologieën kunnen begraven en ons handelen baseren op de ervaring van EENHEID. Leve de botten en de knekels. Leve de relativering, die ongetwijfeld een geschenk is van Gematigdheid. Laat de man met de zeis maar grijnzen; dat houdt me in beweging.

Wie Vier beschouwt als het getal van gemanifesteerde Geest en Vijf als een ontsnapping aan de idee dat Geest beter is dan Materie, of andersom, moet tevreden zijn met de gedachte dat die ongrijpbare Geest zich grijpbaar heeft gemaakt in de materie, in ons vlees.

Ik voel er voor te voelen wat ik voel. Uiteindelijk is die registratie van gevoel mijn 14, mijn antwoord op de eenzijdigheid van de één of de ander, van geest of van lichaam. Ik wil niet gestuurd worden door fantomen, net zo min als ik gestuurd wil worden door welk fenomeen dan ook. Mijn ontwikkeling zal op de ervaring van mijn gevoel gebaseerd zijn, of het zal een schijnontwikkeling zijn, moeilijk te onderscheiden van een marionet die de touwtjes niet kent waar hij aan hangt en die zijn bewegingen dicteert.

Als ik de idee van boemerang verbindt met de idee van reïncarnatie begin ik te geloven dat we veel voorzichtiger moeten zijn met onze schoten op of voor de boeg. Akasha vergeet niets en herinnert ons aan onze bijdragen aan de scheuring van de wereld. Wie niet wil leren moet maar voelen. En zo slaat de boemerang in op plaatsen waar je ze juist niet hebben wil.

Het midden hier mag niet beperkt worden tot een of andere politieke of ideologische positie. Het midden gaat over het centrum, het hart en dus over de essentie, dan wel dat magische punt van oorsprong dat het vierkant zoekt bloot te leggen in de cirkel. Daar waar het midden resultaat is van bemiddeling zie ik de hand van Gematigdheid. Bemiddeling doet de behoefte aan het gooien van bommen afnemen.

Ontsnapping aan essentie schrijft het scenario voor van onze beschaving die volgens Steinbeck ontsnapping biedt aan allen die moeite hebben met het leven. Beschaving wordt ook cultuur genoemd. De ruimste betekenis van cultuur is: alles wat door menselijk handelen is bedacht en/of gemaakt, oftewel alles wat we kennen, de `ongerepte` natuur uitgesloten, maar die verkeert dan ook in doodsnood.. Of cultuur uiteindelijk slechts een omweg is naar een natuurlijke, holistische spiritualiteit, of een spiegellabyrint is waar al onze schijnbaar ‘zinloze' bewegingen inzicht bieden in persoonlijke angst, moed of welke eigenschap dan ook; het maakt niet uit. Voor de etymoloog gaat cultuur over het vruchtbare gebruik dat we maken van de grond waar we op staan.

Hoe we essentie ook proberen te benaderen het blijft een moeilijk meetbare grootheid, maar dat geldt voor alle kwaliteiten, dynamisch of statisch. Wie weet wat liefde werkelijk is? Of lafheid? Of zedeloosheid? Ik zou mezelf door en door moeten kennen om daar iets zinnigs over te berde kunnen brengen. Zonder introspectie, zonder vergelijking of omweg valt daar ook weinig over te zeggen. En zelfs met alle vergelijking in de wereld kunnen geen wetenschappelijke of bindende conclusies getrokken worden. Lafheid kan alleen maar laf zijn, maar soms wordt laf gedrag juist toegeschreven aan een goede werking van het gezonde verstand. Gewoon een overlevingsinstinct.

Wie de tijd neemt de ‘hier en nu werkelijkheid' op zich in te laten werken komt op het spoor van de transcenderende elementen in dit proces. Materie verwijst naar de oorsprong van materie, en zo drijft materie ons naar haar geestelijke komaf, want oorsprong is noch dit, noch dat. Het is een EENHEID die het loutere verstand niet aankan.

14 is in haar werking niet spectaculair. Het is het leven zelf dat als representant van het onbewuste de energie bevat die zoveel richtingen tegelijk uit wil. De fantomen die zichtbaar worden in mijn interactie met de lieflijke en wrede ‘werkelijkheid' mogen de gestalte aannemen van duivel of engel; in werkelijkheid zijn het openbaringsmomenten waarin een sluier wordt weggenomen en ik een grotere, holistische ‘werkelijkheid' ervaar waarin egodeeltjes zich gedragen als deeltjes in een quantummechanische opstelling. Het ene moment meten we de duivel, het andere een engel, en zonder een diploma in gevorderde fantoomkunde valt er geen zinnig woord te zeggen over hetgeen me nu weer drijft.

Zoals engelen, maar ook duivels, aantrekkingskracht uitoefenen, zo ook gaat er verleiding uit van het getal Vier. Eigenlijk doet die kracht niet onder voor de aantrekking die Vier voelt voor het centrale punt van de cirkel, die tenslotte ook de eigen kern is. Vier is een getal met massa en massa wordt, al of niet terecht geassocieerd met zwaartekracht, aantrekkingskracht dan wel magnetisme. Onze relatie met werkelijkheid zoals we die ervaren is dubbelzinnig. Aanpassing bleek op gespannen voet te staan met de noodzaak de eigen kwaliteiten te ontdekken en te ontwikkelen. Hier heeft Vier de NUL nodig om zichzelf te overstijgen. Een Nul waarvan het centrale punt niets dan omloop of omweg ziet.

Mezelf overstijgen! In verhalen over antizwaartekracht kom ik regelmatig de gyroscoop tegen. Deze draaiende beweging die we ook kennen van dansende derwisjen creëert een overgangstoestand waarin de conditionering van een bepaalde staat van bewustzijn wordt ontbonden. Vijf bleek een ontsnapping te zijn aan de druk van het collectief; een belangrijke stap op de weg naar individualiteit, een beweging die inhoud gaf aan de idee van transcendentie.

Alleen al de bewustwording van ideeën als afhankelijkheid en onafhankelijkheid creëert gewaarwordingen en herinneringen die verder reiken dan wat een ‘normaal' bewustzijn zich als ruimte waant. Wat in de Geest ontstaat moet werkelijkheid worden. Als er geen theorie voorhanden is voor het bestaan van antizwaartekracht, hetgeen trouwens nog maar de vraag is, dan mag alleen de behoefte eraan, ofwel de aanwezigheid ervan in onze geest, als een profetische energie beschouwd worden. Laat antizwaartekracht verbannen zijn naar het domein van fantasten en ufologen; de transcenderende tendensen in de VIJF die VEERTIEN is, laten geen twijfel aan het uiteindelijke gelijk van de fantast en het ongelijk van de behoudende wetenschapper. Ook hier moeten collectief geaccepteerde noties het afleggen tegen de originaliteit van het onaangepaste- ofwel van het speelse denken. Wishful thinking trouwens is wat mij betreft een onvoldoend onderzocht terrein. Ikzelf wens mij met enige regelmaat een miljoen toe. Dat heeft nog niets opgeleverd, maar ik ben nog maar een beginnend student.

Geloof het of niet, de echte ontdekkers in de wetenschap waren vaak wezensvreemde persoonlijkheden die anekdotisch gesproken nauwelijks in staat waren hun eigen gat af te vegen. Zeer experimenteel ingestelde individuen staan voor dezelfde opdracht als hun minder risicozoekende broeders en zusters; er moet gemengd worden. Omdat bij grondige menging de extremen niet buitengesloten kunnen worden moet het speelse, anarchistische karakter van spel met de veel pompeuzer, autoritaire energieën van het establishment toch maar de vredespijp roken en spreken over nu en de toekomst. Kool en geit zullen hier gespaard moeten worden.

‘Goat' in mijn etymologisch woordenboek associeert met ‘spelen' en ‘cabbage' met het ‘hoofd' Ik wist dit niet voor ik ‘kool en geit' als beeld gebruikte. Alweer een aanwijzing voor het bestaan van een engel die zweeft boven het laagland van mijn beperktheden. In 14, in het vinden van de balans, gaat het om de overstijging van weerstand en zwaartekracht die wat mij betreft bovenmenselijke dimensies hebben. Gematigdheid zoekt daarvoor de beste condities. Zwaarlijvigheid en alles wat ons op de grond houdt moet vanuit dit perspectief aangepakt worden.

Ik begin nu te beseffen dat de VIJF die VEERTIEN is niet alleen de ontwikkeling van de persoonlijkheid op het oog heeft maar ook die van een bovenpersoonlijkheid. Het was mijn persoonlijkheid die me aanzette tot begeerte, angst, lafheid en al die andere zogenaamd onbedoelde eigenaardigheden. Ik fantaseer me een lichtende Engel in wier armen ik ten hemel stijg. En de Tarot gebiedt me dan te zeggen dat dat is wat ik óók ben: een Engel. Let dus maar goed op. Hier spreekt een Engel!

Vijf is de antizwaartekracht die elk dogma, elke opvattingen van de werkelijkheid net zo grondig sloopt als we gewend zijn van de stille wereld van lijken, wormen en bacteriën. Vijf zet zich af tegen alles dat mij vast wil houden, verzet zich tegen alles dat mij laat zeggen: ‘ik kan het niet' en ‘ik wil het niet'. De aanwijzing dat er betere werkelijkheden mogelijk zijn dan die ik ken moet wel van Vijf komen. Misschien moet ik de omwegen die ik in de materialiteit van 14 opmerkte wel ‘voorbereidingen' noemen. Heel veel van wat ik doe is in feite gericht op ontsnapping aan de pijn van een slecht geweten, aan het niet willen zien van de Engel.

Zonde of sonde; de weg kwijt zijn is vooral een nadeel voor hen die dat niet willen toegeven. De Tarot, een aangename wandeling door velden en bossen, langs rivieren en oceanen, een leerproces, een God die zichzelf in zijn schepping wil leren kennen. Dat die tocht ook langs afgronden voert en mij beproeft met dorst, honger en kou doet mij hopen dat de avonturier in mij nog springlevend is.

Het mengproces als een op de kern gerichte activiteit kan het niet stellen zonder uitschakeling van de logica zoals we die kennen. Want wat moet ik me nu helemaal voorstellen bij een menging van Water en Vuur. Warm water lukt nog wel maar een waterig vuurtje zal voor een gemiddelde student een lastige zijn. Zonder hallucinatie, poëzie, sprookje of een vleugje quantummechanica komen we daar niet uit.

Logica is de wetenschap die zich met de formele regels van het denken bezighoudt (van Dale). In het mengproces waar ik naar kijk komen die regels in de lucht te hangen. Formaliteit en conditionering nemen geen deel in het leren kennen van onszelf, erger nog, ze werken dit proces uit al hun macht tegen.

Vormen, samenhangen, aandoeningen zijn in een voortdurende staat van beweging en verandering. En daar houden we niet zo van. Voor een opgeruimd mens is voortdurende verandering niets dan chaos.

Het denken is een psychisch proces dat mensen in staat stelt om een abstract model van de wereld te vormen om op die manier effectief met doelen, plannen en wensen om te kunnen gaan. Gelijksoortige concepten en processen zijn: cognitie , gedachte , ervaring , gevoel , bewustzijn , idee en verbeelding (Wikipedia).

Een vraag die zich hier aandient is: Wat zijn denken en logica waard als dieren lang voor de Tsunami de wijk hebben genomen, en wij logische denkers massaal worden uitgeroeid door een ongecontroleerde menging van water en aarde.

De eenzijdigheid in de beoordeling van logisch denken is toch vooral ook een poging geweest grotere controle te krijgen over onze habitat. De feiten laten zich echter weinig gelegen liggen aan onze intellectuele vooroordelen en blijven aandringen op erkenning. Voorkennis hebben van bepaalde gebeurtenissen impliceert andere bronnen van informatie dan die we aan de hand van beperkte en kunstmatige regeltjes hebben aangenomen. Voorbarigheid heeft ons er toe gebracht de natuurlijke intuïtie zoals die nog bestond bij nobele wilden uit te roeien Voor, na, opzij, van onderen en van boven zijn omwegen die we niet wensten. Dat we daarmee de weg naar onze oorspronkelijkheid blokkeerden heeft geleerdheid helaas over het hoofd gezien.

Maar toch; wij matigen onszelf in onmatigheid. Overmaat en zwaarlijvigheid of gewichtigheid en aanmatiging creëren wallen die het schip keren. De matiging die we vermijden plant zich onder de oppervlakte voort in matiging die ons wordt opgelegd. Dat er in concentratie en beperking staten van bewustzijn zijn te winnen die meerwaarde geven aan de opvattingen die we over leven en dood hebben, is de simpele uitkomst van ervaring.

Aan het eind van dit hoofdstuk vraag ik me af of ik de essentie van 14 begrepen heb. Deze twijfel schrikt me niet af. Grotere geesten hebben hun ontzag voor 14 toegegeven. De menger die ik ben moet gebruik maken van alles dat hem is overkomen; een geweldig complex aan herinneringen. Hoe helderder mijn herinnering hoe beter ik die kan inmetselen in de tempel van mijn individualiteit.

Herinnering, net als een spiegelbeeld, vertraagt en aldus heb ik misschien toch iets van 14 begrepen. Dit is een kaart voor iedereen die middels yoga, bio-energetica of meditatie de condities van lichaam en geest met elkaar in evenwicht tracht te brengen. Beheersing is de zwakte en de kracht van Gematigdheid. Het na te streven ontspant niet; het niet na te streven levert ook weinig op. Vandaar die tussen- of omwegen. Ervaring opdoen in de vier verschillende elementen en die ervaringen met elkaar in relatie en in evenwicht brengen; dat doet de Engel verschijnen.

Binnen een wereldbeeld waar irrationaliteit, en dus ook reïncarnatie en karma, onderdeel van mogen uitmaken staan bepaalde graden van lediging en ontspanning contact toe met Akasha en dus met de herinneringen die het zelfbeeld aan moeten vullen. Uiteindelijk zal wellicht alles tot herinnering -, alles tot bewustzijn komen. Als toegangspoort tot het onbewuste is 14 als de Aleph in de gelijknamige verhalenbundel van Borges. In dat éne punt waar ruimte en tijd niet meer beperken maar juist openen. Hoe psychedelisch moet ik zijn om me dat voor te kunnen stellen? De toegang tot Akasha komt met schittering; niet alleen een visueel hoogstandje maar een eigenschap van alles en iedereen; een eigenschap die ons doet uitroepen: ‘Schitterend!'

De opkomst van het hippiedom wordt beschreven in Lancelot's ‘God in het gelaat zien'. Deze psychedelische doorbraak zal onomkeerbaar blijken te zijn. Het establishment doet er alles aan om deze verlichting ongedaan te maken. Farmacie, regeringen en talloze reactionaire burgerlobby's spannen zich in opkomende individualiteit te knevelen. Het volgende hoofdstuk kan ons er van bewust maken dat dit satanische inspanningen zijn.

Ik noteer in het jaar 2008: Een wereldwijde (financiële) crisis reflecteert de innerlijke crisis in elk van ons. We kunnen de problemen proberen af te schuiven op de globalisering, op een te snelle ontwikkeling van voorheen derde wereld landen, op de migratie van steeds grotere groepen, op de eindigheid van delfstoffen - of op de overexploitatie van zeeën, regenwoudgebieden en landbouwgronden; al deze zorgen vertellen me toch vooral dat we op te grote voet leven.

Teveel is de achterkant van te weinig. We missen iets. De ontwikkeling van DERDE wereldlanden mag als aanwijzing dienen voor een andere relatie met de natuur. De uitdaging hierin is natuur en spiritualiteit of lichaam en geest weer als een eenheid te zien. Als natuur de gemanifesteerde godheid is dan moet het mogelijk zijn in elk detail van de schepping het gelaat van God te herkennen. Quantummechanica ondersteunt deze animistische notie.

Psychedelische middelen dienen menig mens als blikopener op een veel wonderbaarlijker, veel rijkere, werkelijkheid dan ons toegestaan werd te zien. De strijd van morgen gaat niet alleen over decentralisatie van onze energieopwekking en distributie; het gaat om de decentralisatie van moreel gezag. Niet alleen ‘baas' in eigen buik, maar nu vooral ook ‘baas in eigen geest'.

De geest mag dan een en al schittering en opwinding zijn; het incarnatieproces zelf is de matiging die 14 aan een mensenkind oplegt. Mensen worden geacht rationele beslissingen te nemen, maar Geest verzet zich daar tegen. Onze ratio is te beperkt voor die waaier van mogelijkheden die ons gegeven is.

En als troost voor alle ongematigden en zondaars mag gezegd worden dat het in 14 niet zo zeer gaat om schuld en boete maar om vallen en opstaan. De sereniteit waar ik al zo lang naar zoek herken ik in de mildheid en wijsheid die mijn vergrijzing aan mij oplegt. We hebben geen keuze. Evolutie volgt haar eigen noodzaak. Terugkijkende op wat ik geleerd heb zie ik nu dat Gematigdheid en de omwegen die ze bepleit al voor mij uitgespeld werd in de opmerking: ‘Tel tot 10 alvorens te reageren wanneer je boos of opgewonden bent'. Wat Gematigdheid betreft begint als alles ‘in de geest', en de menger is bezig uit te vinden dat de inhoud van die geest al onze werkelijkheden dicteert. We zijn goden in het diepst van onze gedachten.

De noodzaak het ego of het beeld dat we van onszelf hebben te relativeren gaat wat dat betreft echt voor de hoofdprijs, en dat vind ik in 14 dan toch wel weer een mooie paradox. Een verstandige aanwijzing, of wat daar voor door moet gaan, voor opvoeders, dominees en politici. Gematigdheid kan niet afgedwongen worden. Probeer het en je komt er achter dat dat slechts leidt tot leugen, achterbaksheid, hypocrisie, criminaliteit - en nog wat van dat ongerief.

Gematigdheid komt van binnen uit en is het resultaat van langdurige en vaak ongebreidelde onmatigheid. Wie daar ziek van is geworden maar nog niet toe is aan de omslag doet er verstandig aan zijn of haar Engel aan te spreken. Want het wonder in 14 is niet minder dan de ontsnapping aan collectiviteit in een eerste manifestatie van het IK.

Wat we in 14 zien is dat het kwantitatieve uiteindelijk toch het kwalitatieve voortbrengt. Ik leerde eerst rekenen, daarna begon ik me pas vragen te stellen over het hoe en waarom van een EEN en een VIER. De transformerende ruimte die 14 is, is lastig te begrijpen omdat we in de ontwikkeling van het denken losser zijn komen te staan van herinnering, waarmee onze natuurlijke, dierlijke, plantaardige of minerale overlevingsinstincten onbereikbaar zijn geworden.

Waar meesterschap toont zich in de beperking, wordt wel beweerd. ‘Nee', zegt mijn intuïtie, ‘de ware kunst ligt in de herinnering', herinnering aan alles dat ooit onder de drempel weg is geveegd. 14, net als 7, is een getal van gestage evolutie. Concentratie is een vorm van zelfbeheersing. Zoals ik begon met een verwijzing naar het calvinisme zo kom ik er niet onder uit thans af te sluiten met een pleidooi voor concentratie.

‘Instant satisfaction', lijkt de korte weg naar geluk te zijn. Eerder heb ik bedacht dat er omwegen bestaan die heel wat korter zijn en dus sneller naar het doel leiden. Cultuur is een omweg die uiteindelijk haar oorsprong moet erkennen en aanwenden, en die oorsprong heeft vele namen, maar ‘natuur' hoort daar zeker bij.

Ik vermoed dat het nauwkeuriger is te zeggen dat vertraging hier leidt tot versnelling elders, net als bij een ballon die hier ingedrukt ergens anders opbolt, of voor hen die praktisch zijn ingesteld als een stuwdam die door regulering van de waterstroom schone energie opwekt waarmee we onze racecultuur in stand kunnen houden.

Uiteindelijk kan ik Gematigdheid vooral ook als een advies beschouwen niet te vlug te leven, vaker stil te staan bij hetgeen me overkomt en daar betekenis aan geven. Eigenlijk verbaas ik me nu over de klakkeloosheid waarmee ik heb aangenomen dat 14 ingewikkeld is. En natuurlijk, omdat ik dat geloofde was het ook zo. Puur positief gesproken is het het gewicht van de schepping die remt, en is het zware magma en aarde die onze mooiste kristallen verbergt. Schitterende bedachtzaamheid!

Als de lezer dit soort evolutionaire condities voor zich ziet zoals ik die nu zie, gaat er door die lezer een rilling van ontzag.

Joachim Bunders

Vervolg: Vallen in getallen - Hoofdstuk 15: De Duivel

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 261 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +