zondag 22 december 2024

personal4

Artikelindex

 Met het stellen van vragen hebben we ons ingeschreven in de Symbool Academie van de Hogepriesteres. Betekenis! Van 11 weet ik dat alles bezield is met een magische kern. Maar het ‘hoe ik mij deze wetenschap ten voordele kan maken’ ligt verborgen achter de sluier van de Hogepriesteres.

Ik kan wel naar het lustknopje van mijn magische bureaublad zoeken of wegtrippen naar paleolithische condities waar we nog geen last hadden van belastingaanslagen of bordjes met ‘Verboden Toegang’ er op; de vraag is of dit soort excursies bijdragen leveren die ik mij als schepper wens. Wat kan kleine Joachim doen in de 21ste eeuw voor de wereld als alles wat hij doet de potentie heeft de zaak alleen maar te verslechteren?

Daar hang ik!

Ik mag mij na 11 een geducht symbolist wanen; daarmee is er nog niet noodzakelijk een einde gekomen aan gretigheid en geiligheid, of aan collectief geïnspireerd gedrag dat overleving van de bestaande staat van bewustzijn als hoogste prioriteit kent. Een nogal imperfecte staat, zou ik denken, maar wel het scherm waarop de uitwerking van onze ideologieën zichtbaar wordt gemaakt. Is dat trouwens niet één van de pseudo-criminele eigenschappen, een praktische en onopgesmukte instelling. Zo zijn wij nu eenmaal!

Het MEER dat ik bij de zwaan bedacht werd een permanent méér van mijn op zelfbevrediging gerichte bewustzijn. In deze staat hebben mijn verlangens vooral woestijnen voortgebracht, met fata morgana’s die sprekend op pretparken lijken.

Echte ofwel existentiële vragen kunnen niet door het dualistische brein worden opgelost.

12 is het getal van initiatie in iets dat dieper gaat dan het denken, in iets dat het denken voortbrengt maar dat in zichzelf niets met denken te maken heeft.

De horoscoop met zijn 12 vaste tekens en 12 huizen, of de beslissing over leven en dood die genomen wordt door een twaalfkoppige jury; ons lot is ten diepste verbonden met het getal 12.                

In Wikipedia staat het zo: ‘Wanneer we het heiligdom naderen, moeten we onze persoonlijke levens achter ons laten, soms voor altijd. We spreken het Heilige Woord uit en interpreteren het, maar we bewaren ook de mysteriën, want in deze ruimte bevindt zich het eeuwig bewegende en het tijdloos rustende mysterie'.

3 + 4 en 3 X 4

Wat mij betreft is optellen wat het lagere bewustzijn me aanzet te doen. Vermenigvuldigen is wat het hogere zelf zoekt als een magische formule om de horizontale uitkomsten van optellen en aftrekken te transcenderen. In zo een optiek is 12 de transcendentie van 5, want 7 is een cyclisch getal dat ons telkens een volgende stap veroorloofd op het verticale pad.

Het concept ‘spiritualiteit’ van 5 heeft in TWAALF handen en voeten gekregen, en is nu onderdeel van het ‘bewust zijn’.

Lezers die deze formule van optellen en vermenigvuldigen op andere paren van getallen willen testen kan ik alleen maar aanmoedigen. Daarmee kunnen schatkamers geopend worden; spirituele pretparken wellicht..

3 X 4, handelend over innerlijke- en uiterlijke actie. Twee manifestaties in twee schijnbaar heel verschillende sferen. 3 vertelt over de hemel op aarde (utopisch), 4 over de aard van de hemel (praktisch). 3 is een uitdrijvende-, 4 een middelpuntzoekende kracht. 12 is ook de yogi die in involutie en evolutie het ritme van zijn ademhaling zoekt.

Is dat wat mij scheidt van jou of de buitenwereld ook datgene wat mij verbindt? En is het daarom dat waar mijn vriend scheidingstekens ziet, ik juist koppeltekens waarneem. Gaat het over dit soort mysteriën? Of ligt het dichter bij en moet ik in de verbinding met het kruis simpelweg een zeg maar ja tegen het leven zien? In de doodsnood van 13 (de Dood) kan ik me zo een liefdesverklaring goed voorstellen.

Is mijn ruimte mijn verbeeldingskracht, en staat stellen van deze vraag gelijk aan de nadering tot het innerlijk heiligdom?

12 punten om ons heen of in onszelf die het inwijdingsproces bewaken.

3 + 4 = 7 Het mennen van de tegenstrijdige krachten is hier een optelsom van posities die het inzicht van 12 kan voortbrengen. Wat is binnen, wat is buiten? Met als uitkomst, ‘zo boven zo beneden!’

Twaalf werd ergens beschreven als de 12 priesters die de inwijding mogelijk maken omdat elk van hen gespecialiseerd is in het afleiden van de negatieve kracht van de subpersoonlijkheden. Gewoon astrologie dus! De klassieke planeten (7) en het beeld van de persoonlijkheid (5) die alles in zich heeft Mens te worden. ZEVEN chakra’s en VIJF zintuigen als een interface van buiten naar binnen en naar ik vermoed, van binnen naar buiten. We spreken dan met wat we zien, horen, voelen enz. Waarom heb ik dit wel en dat niet gezien?

12 is het meest deelbare getal, hetgeen betekent dat ik hier meer met elkaar kan verbinden dan waar ook. Het lijkt er op dat mysterie gewoon een ander woord is voor paradox. Het onbestaande bestaande. Inwijding! Was dat de richting die 7 zich idealiter had gewenst?

Christendom heeft het mysteriegedeelte van het eigen verhaal nauwelijks uitgelegd. Christus stierf aan het kruis om vergeving te regelen voor onze zondige inborst, is wat ik meegekregen heb van meneer pastoor. We zijn allemaal zondig, maar lidmaatschap van de kerk en het geloof in haar verhaal verlost ons en geeft toegang tot een verheerlijkt, eeuwig nabestaan. Het is deze benadering waar ik me het eerst van moest verlossen. Ik ken trouwens iemand die zijn inwijdingsgraden kocht bij de White Lodge in de Verenigde Staten. Dat noem ik nog eens efficiënt.

Christendom kon er ook wat van en verkocht liever aflaten dan dat ze gelovigen informatie verschafte over de betekenis van verhalen die helemaal niet christelijk zijn, maar ontleend aan een veel oudere mysterie- en verhaalcultuur, teruggaand tot de dageraad van menselijk bewustzijn. Een verhaalcultuur die onderdeel was van inwijdingen waarbij de demonen van angst en begeerte werden opgeroepen zich te vertonen om vervolgens als schaduwen op te lossen in het licht van de tribale kosmologie, in datgene wat de stam verenigde tot een levensvatbare brug tussen hemel en aarde.

In deze recapitulatie vertegenwoordigt de Sjamaan nummer TWAALF, het resultaat van een bewuste ontwikkeling in functie en samenwerking van zintuiglijkheid en chakra’s.

Christus, symbool van Horus, van het eeuwige kind, van het Doodsbewustzijn; niet onderworpen aan- maar uitdager van de Vader. Uw wil geschiedde op aarde!

Zoals het lagere nooit in staat is het hogere tot manifestatie te brengen zo zullen mijn woorden nooit in staat zijn behoefte aan inwijding en verlichting te bevredigen.  

Wat wel kan is dat het lagere zich offert aan het hogere, en dat is ook precies wat we in voedselketen en natuur waarnemen. Van het moederlijke kennen we de bereidheid grote offers te brengen als dat de kansen van het kinderlijke verbetert?

De Sjamaan.

In de astrologie worden de 12 punten waar de Sjamaan mee verbonden is sterrenbeelden genoemd. Daarover nadenkend en lichtelijk duizelend voel ik me bijna gedwongen terug te keren naar eerdere opmerkingen in dit hoofdstuk over vertraging en versnelling.

Stel je voor, op afstanden die in vele lichtjaren gemeten worden bevinden zich 12 locaties die in elke ‘hier en nu situatie’ actief meewerken aan het contact maken met- en het opruimen van oud karma. Ga ik door met nadenken over de polariteit van sneller en langzamer dan verliest tijd haar status en vind ik het belang van haar bestaan eerder in de menselijke psychologie dan in die gewenste orde die we realiteit noemen. Maar deze transcenderende beweging liet zich raden in de kruising (verbinding) van welke tegenstelling dan ook.

Tegen de achtergrond van een paradox als die van versnelling en vertraging durf ik mijn fantasie in te zetten en het volgende beeld van de Sjamaan voor te spiegelen.

De Gehangene is een heel oud symbool dat in de mythologische sfeer met VERLOSSERS (Saviour Gods) werd geassocieerd, maar dat in daaraan voorafgaande millennia voor heel praktische zaken stond.

Dat wat wij afwijzen als onaangepast of schizofreen werd in animistische- ofwel sjamanistische tijden als een speciaal talent gezien; een talent dat ontwikkeld diende te worden.

Schizofrenen met hun slecht ontwikkelde besef van tijd, schizofrenen die dingen horen en zien die niemand anders hoort en ziet; je kunt daar last van hebben, bijzonder is het wel. Hij (zij) die zich in het twijfelachtige genot bevond van dit soort aandoeningen werd vanwege zijn onberekenbaarheid aan de sjamaan toevertrouwd. Deze onderwierp de kandidaat aan Spartaanse opleidingsmethoden waarbij de uitkomst was: leven of dood! Ook een gek moet kiezen.

De oversensitieven werden al of niet op hun kop aan een boom gehangen. Stierven ze dan werd hun een ellendig leven bespaard. Overleefden ze het dan waren ze door angst, hallucinaties en waanzin heen gegaan, waarbij de staat van bewustzijn waarin het ego nog een rol van betekenis speelde werd vervangen door een andere staat. Dit afstand nemen van een staat van bewustzijn is als het opgeven van een leven of als het einde van de persoonlijkheid die ik geloof te zijn. Het oude leven bleek onleefbaar te zijn, het nieuwe leven is het JA dat ik vond in het aangezicht van de dood.

Je ziet dat gebeuren wanneer mensen door een crisis heen gaan. Als ze overleven zie je ze vaak hun bestaan op de schop nemen en er vervolgens een menslievender wending aan geven.

Pas wanneer het lagere bewustzijn onder het gewicht van alle innerlijke tegenstellingen is bezweken ontstaat er ruimte voor een meer bovenpersoonlijk bewustzijn; dat grotere aan het onbewuste ontfutselde bewustzijn waar ik zo vaak van droom.

Mijn onwetenschappelijke definitie van schizofrenie zal inmiddels duidelijk zijn: ‘Schizofrenie is een stadium in de ontwikkeling van een bewustzijn waarin het aardse zenuwstelsel teveel werd blootgesteld aan de hoge energie van het nog onbewuste innerlijke universum’.

Wordt deze toestand bestreden ofwel wordt de energie geremd, als ware het een ziekte dan wordt ‘de patiënt’ vastgenageld aan deze ontwikkelingsfase.

In ons soort samenleving wordt de Gehangene vooral behandeld door artsen, psychologen, geestelijken; en als dat niet werkt door politie en justitie. Al deze instanties, in zichzelf subdeeltjes (specialisaties) van de Fool, zijn tot niets in staat als zij niet eerst de eigen eenheid bewerkstelligen. Het is al deze hulpverleners niet voldoende duidelijk dat zij alleen maar van dienst kunnen zijn als zij, net als de oude Sjamaan, de bewustzijnscrisis tot rijping laten komen; iets dat met het huidige taboe op sterven en dood niet tot de mogelijkheden behoort. Als Twaalf niet begrepen wordt kan er geen begrip zijn voor de onwenselijkheid en de onmogelijkheid van genezing van de schizoïde conditie van de mensheid.

Alle waan over eventuele genezing zetten de werkelijkheid op zijn kop. Maar het is de waan die regeert en dus worden geestelijke en lichamelijke aandoeningen niet herkend als positieve boodschappers en de eis die pijn en lijden stellen om een gezonder, holistischer levensstijl aan te nemen wordt niet gehoord. Terugkeer naar de natuur is veel meer dan een romantische notie van een handjevol onaangepaste activisten. De kleur van de natuur, die ook de kleur is van het hart en (hopelijk) van de taal die ik hier gebruik, leidt hier de dans.

Zolang de Gehangene niet echt mag hangen is hij een nutteloos en potentieel gevaarlijk lid van de samenleving en de aartsvijand van al het natuurlijke.

De schizoïde conditie gaat over onvoltooide incarnatie waarbij het hemelse deel het aardse kenbaar maakt dat het komen wil. We zijn allemaal enigszins schizo, en te gelegener tijd moeten we allemaal hangen. Of liever; er komt een moment dat er bewustzijn ontstaat van het feit dat we al hingen vanaf het moment dat we droom en daad als twee verschillende toestanden zijn gaan zien. Nog simpeler is het te zeggen, dat het innerlijk oog - dat wel geweten wordt genoemd - geopend wordt en nooit meer gesloten kan worden.

De schizofreen staat met één been in NUL, met het andere in TWEE, een gespleten Magiër, maar wel de maker van mijn bewustzijn.

De schizofreen heeft last van de dualiteit. Wat onderscheidt hemel van aarde, mijn van dijn of binnen van buiten? De aanpassing is niet gelukt, antwoorden bleken slechts vragen te zijn. Met zijn hemelse deel kijkt hij dwars door alle leugens heen die zijn opvoeders hem willen aansmeren. Met zijn aardse ogen, gevuld als ze zijn met de verschrikkingen van een wereld zoals hij alleen die kan zien, ervaart hij de goden als immorele monsters. Het je zult niet en je kunt niet dondert hem in de oren. Hij ziet de ondergang van zijn soort haarscherp afgetekend in het ommuurde bewustzijn van al die miljarden die daar individueel en collectief de kop tegenaan rammen. Hij ervaart dit als schuld, zijn schuld. En hij kan er niets aan doen. Dat is wat hij aan zijn opvoeding heeft over gehouden, denkt hij misschien wel. Maar op de windingen van ACHT beschouw ik deze mechanismen toch als een aanduiding van mijn spirituele positie. Wat in oerlange lijnen van evolutie is voorbereid moet te eniger tijd tot manifestatie komen. Lijden aan schizofrenie, hoe ellendig ook, kan de afsluiting zijn van een hele lange geschiedenis waarin de vraag ‘wie ben ik’ met te weinig hartstocht is gesteld. Het kan het begin zijn van een bewustzijn waar EENHEID en DUALITEIT samen een snijpunt, een kruis, dan wel een ROOS creëren waar wij ons aan op kunnen hangen en waar wij onze pijlen op kunnen richten.

We hebben geleerd het maar aan de deskundigen over te laten. Maar welke deskundigen hebben de eigen dualiteit geïntegreerd, waar zijn de universiteiten die ons kunnen leren hoe de weg er uit ziet tussen de huidige staat van bewustzijn en de transformatie daarvan in een hogere (verruimde) staat van bewustzijn? Wie het weet mag het zeggen.

De schizofreen die ik ben hangt tussen hemel en aarde en het enige dat mij ervan weerhoudt er een einde aan te maken is dat dunne draadje dat best het laatste restje van de navelstreng zou kunnen zijn, een verbinding tussen het persoonlijke en het collectieve.

Onbewust weet de schizofreen, zoals elke patiënt,  waar zijn kuur of verlichting te vinden is. Hij wil, nee hij moet, zijn innerlijke situatie naar buiten brengen, hij wil echt hangen en tot eenheid komen. Symbolisch lost hij dat op door zich in situaties te begeven die zo crimineel of gevaarlijk zijn dat hij, zoals we van de Fool weten, zijn doel meestal vrij snel weet te bereiken. Veel schizofrenen hebben een jezus-complex. Aardig is dat de dagvan Jezus geassocieerd wordt met een inbreker. ‘Die komt als een dief in de nacht’.

En er waren in die nul-dagen, aan het begin van onze jaartelling, typetjes die in Jezus vooral een wetsovertreder zagen. 

Aldus zie ik een verband tussen ‘crimineel’ talent en de schizoïde aanleg. Essentieel in dit verhaal is dat wij het schizoïde potentieel niet weten in te zetten voor de oplossingen van vraagstukken waar het dualistische bewustzijn van de zogenaamde aangepasten geen raad mee weet. Kennelijk zijn wij nog lang niet crimineel genoeg. Het verzet tegen de duistere machten die ons opzadelen met atoomtijdperk, milieumoord en minachting voor al het kwetsbare mag best eens onder de loep genomen worden. Doen we wel genoeg? Zijn we wel anarchistisch genoeg? Is burgerlijke ongehoorzaamheid een bewijs voor de werking van geweten? Op mijn vraag aan een holistisch arts of hij zijn werk nog naar eer en geweten kon doen zonder hier en daar wat wetten te overtreden mocht ik tot op heden geen antwoord ontvangen.Celia Green was er van overtuigd dat Jezus een anarchist was, en daarin stond ze niet alleen.

In oude tijden werd de geïntegreerde schizofreen de nieuwe sjamaan die in de dualiteit de werkzaamheid van EENHEID kon zien. De ‘primitief’ had voor de overleving van zijn stam telkens weer de speciale talenten van de sjamaan nodig. Of het nu ging om de opsporing van water, het in balans krijgen van onzichtbare krachten die het lot van stam of stamlid bepaalden, de toepassing van kruiden, het voorspellen van het weer of van vijandige bewegingen; het was de sjamaan die met zijn (haar) speciale contact met het grotere bewustzijn de gemeenschap haar ‘natuurlijke’ overlevingsbronnen wees.

Elk individu, maar ook elke cultuur, nadert in zijn of haar ontwikkeling een punt waar de innerlijke tegenstellingen zo groot worden dat interventie van ‘niet-rationele’ intelligentie de enige bron van hoop is. Alles wat wij aannemen in messianisme, astrologie, wichelroede lopen of geestenuitdrijving berust op een intuïtief aanvoelen van dit feit. In onze cultuur staat de klok op 5 voor 12, volgens sommigen zijn we de 12 al gepasseerd. 12 wordt hier gezien als een kritische grens; een punt waar het ‘to be or not to be’ echt is bereikt. Een breekpunt.

Hoewel we de bemiddelaar tussen onze problematiek en de hogere orde niet meer hoeven te zien als de extatische, in trance ronddansende tovenaar met veren, bellen en trommeltjes, verdienen alle technieken die de schizoïde aanleg, kunnen transformeren onze belangstelling. Ook al lijken deze technieken niet van deze wereld. Ook al verzet religie, politiek en humanisme zich en zullen ze daar zeker hun handen niet vuil aan willen maken.

Maar de praktijk is sterker dan de leer.

De in kopstand mediterende yogi, bungee-jumpende pubers, en opgroeiende generaties die extase zoeken in oorverdovende ritmes, in LSD en andere roesverwekkende middelen; er is geen eind aan menselijke inventiviteit die gericht is op ontsnapping aan de sclerose van onze aangepastheid.

Drugs, roes, muziek en disco, maar ook de hypnotische monotonie van een kantoorbaan of een borrel of TV-avondje, zijn tijdloze expressies van een behoefte die in kerken en godsdiensten in de dienst van het woord nogal in de verdrukking zijn geraakt, en doet nieuwe marktsegmenten ontstaan. Extatisch theater en collectieve emotie als religieus bind- en verlossingsmiddel zijn hun opstand tegen een eenzijdige woordreligie begonnen en heeft in met name de zwarte kerk een godsdienstige en misschien zelfs een religieuze wedergeboorte bewerkstelligd.

De verlichting van het onbewuste loopt parallel aan het verleggen van grenzen en de grens tussen VEEL en EEN is ongetwijfeld een van de meest intrigerende.

Door archetypen gedreven moeten we de innerlijke ruimte vinden en toestaan waar zuiverhuid de toon zet, licht het ritme - en waar EENHEID de maat der dingen is.

In alle moderniteit zit er meer sjamaan in ons dan we denken. Dat hebben godsdiensten die hun verhaal baseerden op ‘een zichzelf offerende God’ goed gezien. Ergens, heel diep in ons zelf, is dat wat we willen.

Wat is er nu mooier voor een rechtgeaarde schizofreen dan: ‘Ophouden te bestaan als bijdrage aan een betere wereld’? Dan ben je toch ook mooi af van al je ellende.

Vraag het de Zelfmoordbrigades van de Profeet! Maar ook een rondgang in de psychiatrie is verhelderend; en bedenkende dat er meer gekken vrij rond lopen dan dat we ingesloten hebben, ligt hier een nog redelijk maagdelijk onderzoeksgebied.

Sjamanisme wordt een atavisme genoemd en dat zal wel kloppen als je in aanmerking neemt dat het in moderne tijden steeds meer over het IK ging, zonder overigens veel inzicht te hebben in wat dat nu eigenlijk precies is. De Hogepriesteres is nummer 2 in de rij. Het tweede beeld in de horoscoop is Stier en in de mythologie wordt de Stier geassocieerd met Genade en Vergeving. Dit gaat verder dan, ‘heb genade met de aap die ik ben en vergeef hem zijn onbewustheid’. Dat ik het resultaat ben van Genade, dat alles wat ik weet en kan het resultaat is van Genade, dat vergeving zo snel te hulp snelt dat er nauwelijks tijd is voor oordeel; daarin ligt het wonder van een ZIJN dat ik niet kan samenvatten in alleen maar een IK.., maar misschien wél in een ik BEN! Het gaat uiteindelijk om het zijn en de beleving daarvan. IK is niet meer, maar vooral ook niet minder, dan een instrument om dit ZIJN tot ervaring te brengen. Immers, een belevenis zonder iets of iemand die het beleeft; wat is dat voor belevenis?

De Hogepriesteres zal er in 12 op uit zijn de Magiër ofwel het IK-BEELD tot dit soort dienstbaarheid te verleiden.

En de Magier in mij, nooit te groot voor het maken van een groots gebaar, roept elke lezer op genoemde dame in deze lofwaardige onderneming te steunen, als je dat, desnoods zonder het zelf te weten, al je hele leven niet hebt gedaan. Overigens was die Stier natuurlijk oorspronkelijk een Koe. Vraag het de feministen!

Laat ons onze schuld vergeven en dank zeggen voor alle aandoeningen van vreugde en ellende die de spiegel zichtbaar maakt.

Wil ik het dilemma van de blinde scheppingskracht oplossen dan zal ik ziende moeten worden.

Het is dat wat de schizofreen méér ziet dan zijn beter aangepaste tijdgenoten wat we nodig hebben om in alle gemoedsrust de Gehangene te laten sterven en de Nieuwe Mens te verwelkomen. Maar zover is het nog niet. Voorlopig bungelt de Gehangene zoals we op de kaart zien met zijn voeten in de hemel en zijn hoofd naar de aarde. De benen vormen het getal VIER, de armen een DRIE.

Wat onvoldoende geïncarneerd is, zijn de sterke Keizerlijke benen waarop ik moet leren staan om de verantwoordelijkheid voor mijn eigen incarnatie te kunnen dragen.

Alles wat ik aan creativiteit en voortbrengingsvermogen bezit is op de aarde gericht. In die positie ben ik een volslagen amorele schepper. Niet geaard!

Vind je het gek dat ik zo nu en dan geteisterd word door angsten? Ik ben geen vriend van dictators, vooral ook vanwege de neiging van dit soort heren, soms dames, om eerst af te rekenen met het denkende deel van de populatie. Dit is niet alleen projectie van het eigen angstige denken. Dit soort afrekeningen dienen vooral ook als spiegel voor iets dat geleerde broeders en zusters vergeten lijken te zijn. Als de regel - ‘wie weet die zwijgt’ - in waarde was gelaten hadden we nu geen kernbommen of eindeloze files op de weg, met broeikaseffecten als toetje. De obstakels die ik zelf ondervind wanneer ik wat zwijgzamer probeer te zijn nodigen mij uit tot bescheidenheid. Toch staat de innerlijkheid van de Hogepriesteres voor dat zwijgen, ook al probeert het Kind daar nog zo hard afbreuk aan te doen. Stilte in de storm verzoent de innerlijke spanning in de dubbelbeelden die ik in mijn omgang met het orakel steeds weer voorgeschoteld krijg.

In verhalen en TV-vertier zijn het demonische krachten die ons naar het leven staan. Maar demonen zijn geweigerde innerlijke inhouden, ontbrekende stukjes in het kennen van onszelf.

Als de lichtsnelheid echter de ‘absolute’-, de enige maatlat is voor het meten van onze ruimte dan is het geen wonder dat we weinig aankunnen met de duisternis, waarmee we tenminste de helft van datgene wat we echt horen te zien en te weten buiten boord houden.

Dat is misschien wel wat al die onwelkome stemmetjes ons willen vertellen.

In de ontwikkeling van kosmologische modellen zien we dat elke uitbreiding in waarnemingsmethoden als radiotelescoop, spectroscoop of deeltjesversneller de kosmologen in staat stelt tot dusver onbekende informatie binnen te halen die bestaande theorieën onderuit haalt. En bij elke uitbreiding van zintuiglijkheid worden bestaande coryfeeën naar een tweede plan gedrongen en nemen jonge, nog redelijk onbevooroordeelde onderzoekers het (tover)stokje over.

Het verzet tegen een nieuwe orde is een formidabele kracht. Het is dit verzet dat verantwoordelijk is voor de mythe van de kindermoord. Herodes beval de moord op alle TWEEjarige jongetjes om de komst van dat ene aangekondigde kind ongedaan te maken.

Binnen de interactie van 1 en 2 is de verschijning van de revolutionaire 3 onvermijdelijk, en 3 - of een meervoud daarvan - is in de symboliek verbonden met wat de een ‘Jezus’ noemt en een ander ‘Christusbewustzijn’, voor mij een ruimte waar rationaliteit en irrationaliteit (realisme en metaphysica) nieuwe-, levensvatbaarder verbindingen aangaan.

Een volgeling in de vroege dagen van het Christendom werd gerepresenteerd door een vis. Ichthus (ΙΧΘΥΣ) is het Griekse woord voor vis. Het is ook gebruikt als een Christelijk acroniem van de Griekse woorden:

I (Ιησους = Jezus), Ch (Χριστος =Christus), Th (Θεος = Theou = God), U (Υιος = Uios = Zoon) en S (Σωτηρ = Soter = Verlosser).

Ichthus. Netjes opgeschreven, lees ik: ‘Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser’ (vrij naar Wikipedia).

Als ik een of andere Zeloot of Jehova hoor zeggen: ‘Wij doen dit goede werk vanuit het geloof in Jezus Christus, dan klinkt dat mooi maar geeft geen inzicht in de noodzaak van de ontwikkeling van een uniek individueel geweten. Comfortabel genoeg hoeft dat ook niet zolang je je Tien Geboden hebt en daar nooit een andere dan de collectief overeengekomen betekenis in ziet.

Het zoeken van persoonlijke betekenissen in een taal die per definitie symbolisch is past niet in het spectrum van het sterrenbeeld Vissen. Vissen opereren in scholen. Iedereen zwenkt gelijktijdig naar rechts of naar links. De bindende factor hier heet, ‘onderlinge empathie’. De waarden van de Vis zijn voor iedereen gelijk.

Het probleem hier is dat gecollectiviseerde moraliteit geen verantwoording aflegt over het waarom een bepaald werk goed of slecht is voor jou. Het is gewoon goed of slecht, en daarmee is de kous af. Dat Jezus Christus zelf in de eerste plaats symbool was en is, daar hoor je de ‘bible bashers’ niet over, fundamentalisten die er op staan dat het sprookje de werkelijkheid is, dat de oude verhalen niet allegorisch zijn maar historisch. Een verderfelijke benadering die de deur opende voor eindeloze strijd en broedermoord.

Hoe ik een en ander ook moge bekijken, om verlossing te ervaren zal het offer van de eigen overtuiging - voor zover deze in een schizoïde ruimte tot stand is gekomen – toch echt gebracht moeten worden. In de evolutie van de relatie tussen de voorkeuren van een lager bewustzijnsniveau en die van een hoger bewustzijn zijn de eerste gedoemd het hoe dan ook af te leggen.

Arme vissen; hun hoog ontwikkelde empathie lijkt maar al te veel op een overontwikkelde intuïtieve conditie waarbij de hoge energie van wat er binnenkomt niet geïntegreerd kan worden in de lagere energie van de eigen collectieve en dualistische natuur. Vissen en schizofrenen hebben veel met elkaar gemeen. 

Wat overvloedig incarnatie zoekt, en dat kan ook haast niet anders met een (1 + 2 =) 3 die voor ‘teveel’ staat, is als een neerwaarts gerichte driehoek op de kaart afgebeeld. De armen staan voor het handelen; het hoofd voor het bedenken van deze handelingen.

Hoewel ik niet het idee heb voor de dood gekozen hebben suggereert de kaart dat wij een cultuur in leven hebben geroepen die in reeksen van overdrijvingen (van een gigantisch teveel) onze suïcidale inslag reflecteert.

Weg met al dat teveel! Teveel schept tekorten; in ruimte of tijd, of in allebei tegelijk. Ik waan me graag toppie en bevoorrecht, en praat liever niet over voorkomende schuldgevoelens, stress en depressies. Teveel van het goede neigt ernaar weinig geduld te hebben met minder lustbevredigende staten van bewustzijn, maar is in zichzelf wat het is: te veel! En alles waar TE voor staat moet in de gaten gehouden worden. Wat het mentale betreft ontwikkel ik me droevige eenzijdigheid.

Edoch, als ik het maar dol genoeg maak lijkt Dood mijn enige kans op verlossing. Vanuit een karmageoriënteerde gedachtegang is het nabestaan van dit leven het voorbestaan van een volgend leven. Geboorte is als een oprijzen uit de dood. De vormen die ik op aarde zou willen brengen zweven nog in mijn voorbestaan.

Het is de niet geaccepteerde schizoïde aanleg en gebrek aan concentratie die maakt dat ik na- of voorbestaan niet als lust maar als last ervaar. Ik zie niet dat overleden geliefden thans mijn voorspraak zijn in het overleg tussen het bewuste en het onbewuste, tussen het lagere en het hogere, tussen het IK en mijn SCHADUW. We hebben afstand moeten nemen en beseffen onvoldoende dat afstand nodig is om überhaupt iets te kunnen zien.

In de schizoïde conditie ben ik losgezongen van karma en oorzakelijkheid en dus grijp ik - omdat scheppingsdrift, na gegeten en gedronken te hebben - toch mijn eerste aanleg is - nog al eens verkeerd. Ontwikkelen wat al lang ontwikkeld is en verwaarlozen wat al te lang verwaarloos is. Wie dit niet herkent raad ik aan dit hoofdstuk verder maar over te slaan.

We hebben zo ongeveer een toestand bereikt waar het reeds geschapene dicteert wat de volgende schepping moet zijn, maar dictaten zijn niet wat een vrijheidslievend mens zoekt.

Hoezeer vele van deze scheppingen ons ook mogen ‘boeien’, met het volgen van de eigen fantasieën, laat staan met het eigen geweten, heeft het allemaal weinig te maken. Het is hier dat wij het heldere zien het meest van node hebben, al was het maar om de tirannieke en blind kopiërende orde van 8 beter in de peiling (4) te krijgen. Wat zin voor schoonheid en waarheid betreft mogen al die verkeerde scheppingsvormen uit de weg worden geruimd.

We scheppen maar aan, terwijl we er in de regel niet eens aardigheid aan beleven en het alleen maar uit gewoonte doen of voor groter eer, poen of consumptie. Op de kaart ontvalt de Gehangene dit zilvergeld. Als de begeerte om materie voor ons te laten werken groter wordt dan het verlangen materie tot bloei te brengen en er een zo veelzijdig mogelijke relatie mee aan te gaan, dan hangen we inderdaad aan een collectieve navelstreng en is onze behoefte aan permanente voeding (bevrediging) de enig overgebleven God. Dan is er nooit genoeg om gelukkig te zijn.

De muntstukken die uit de zak van de Gehangene vallen doen ook denken aan Odin die de letters van het alfabet (of waren dat runen?) als pepernoten uitstrooit. Raven, leden van de kraaifamilie, vaste begeleiders van Odin en begrafenissen, representeren dit beschavingsavontuur waarin woorden boven natuurlijke ervaring worden gesteld, synthesen boven organismen; zeg maar ‘pillen boven kruiden’.

In zoverre de pientere kraai geassocieerd wordt met slagvelden, oorlog en het ‘tot hier en niet verder’, bedenk ik dat de strijd tussen wat is en wat zou kunnen zijn niet alleen iets zegt over het weten en geweten van het individu maar ook van hele beschavingen.  Als we getto’s, achterbuurten en derde werelden laten ontstaan moet het geen verbazing wekken daar vervolgens de traditionele reacties bij cadeau krijgen. We zijn geschokt wanneer deze reacties wel heel erg lijken op de beelden die we kennen van Armageddon. Steeds zien we auto’s in vlammen opgaan, alsof het ZELF of ‘dat wat we denken te zijn’ de schuld draagt van alle sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid. En daar zit misschien nog wel wat in ook.

12 hangt in een groter besef van causaliteit en opent zicht voor de noodzaak de idee van karma verder te onderzoeken, al of niet in samenspraak met onze overleden vrienden. Wij hebben het kind in onszelf aan een kruis van ideologische rechtvaardigingen geslagen  toen we de zaakjes van onze voorouders overnamen en net als zij contracten ondertekenden alvorens dóór te denken over ‘de eigen missie’. Het gespreide bed leek wel zo comfortabel.

Aan al die overeenkomsten hing wèl een prijskaartje. Om contracten, liefst met heel veel kleine lettertjes, op te kunnen stellen is het al lang niet meer genoeg een slimme vos te zijn. Hogescholen en universiteiten grossieren in kennis van kneveling door contract. Ze geven er allerlei namen aan zoals paradigma, consensus, empirie of bewezen feit. Maar eigenlijk leent het geheel van taal, interpretatie en gebruik zich voor de verhanging van potentiële individualiteit aan het collectieve kruis. De wanhoop die ik in 12 bespeur steekt wel heel schril af bij de toeters en bellen van het grote feest dat het leven volgens sommige optimisten zou kunnen, of zelfs moeten zijn.

Het praten over ether toen, het praten over donkere materie nu; we blijven onze ‘boeiende’ contracten kopiëren, en we worden er niet wijzer van. De wanhoop mag wat dat betreft blijven groeien, zoals ook zwaartekrachttheorie, relativiteitstheorie of quantum mechanica zich nog even moeten blijven behelpen met lastige verschillen tussen theorie en waarneming. En de prijs blijft stijgen. God weet wat de volgende te bouwen deeltjesversneller gaat kosten, en hoeveel wijken daarvoor moeten wijken!

Niets van onze primitieve sjamanistische voorouders te willen weten schept de noodzaak antwoorden te zoeken buiten de verbondenheid om die we altijd gehad hebben met die staten van bewustzijn waar de kennis - of liever de ervaring - van EENHEID en VEELHEID voor het grijpen ligt. Occult, echt holistisch open staan, is niet aan iedere geharde intellectueel gegeven.

2 X 6 = 12

Dat wat ik doe is niet wat ik ben. De TWEE ontzekert hier de EEN. En aan de onzekerheid van de Geliefden is moeilijk een maat te stellen.

In het kiezen valt er altijd iets af. In Zes ging het over het maken van keuzes. In Twaalf word ik geconfronteerd met het geweigerde-, niet gekozen deel van een wereld in manifestatie.

In Twaalf lijkt de vraag op te komen wat er achter die weigeringen stak, wat die offers die geen offers bleken te zijn betekenen voor diegenen die ze bij vol bewustzijn brachten. Niet meer belast te worden door al die heerlijkheden die begeerte op mij neer deed dalen; o droom aller dromen!

Het verleggen van aandacht naar een bovenpersoonlijk IK is als het opgeven van de overtrokken concentratie op dat zogenaamde persoonlijke IK. Het verliezende idee wordt geslachtofferd aan het winnende idee.

1 dat ben ik. 2 dat ben jij. In de omkering bereik ik het IK via het JIJ. Wat ik voor een ander doe, doe ik voor mezelf. Als dit geen verwijzing is naar de manier waarop de liefde werkt mag ik een biet zijn. Er steekt iets potsierlijks in de aanmatiging van het ‘verbeter jezelf begin bij de ander’ zoals die in missie, propaganda en ontwikkelingspolitiek, al of niet met getrokken kanonnen, aangetroffen wordt.

12 is het mutatiepunt. De kruisiging of liever het kruis, is de X-factor. EEN en TWEE zijn nu verbonden in een continu proces van kruisbestuiving. Dit was altijd al het geval, maar is nu een bewust proces geworden.

De X die voor mysterie staat laat zien hoe diep een bij in zijn bloemetje moet kruipen om die bestuiving mogelijk te maken. Dieper, steeds dieper verzink ik in de meerwaarde die vereniging met jou bleek te brengen.

De opgaande hemelse balk is haaks over de horizontale aardse- heen gelegd. De diepere inzichten van 2 en 11 maken contact met het bewustzijn van wat ik van mezelf gemaakt heb, en sluiten kort. Ik zie de afstand tussen mijn kinderlijke natuur en de derderangs consument die ik geworden ben, met 1001 verplichtingen in plaats van 1001 extatische nachten. Het leek allemaal zo wondermooi. Ik plukte schoonheid en die verdorde in mijn hand. De Hogepriesteres heerst over alles dat met verleiding te maken heeft. Onderscheid te maken tussen het mogelijke en het wenselijke is een van de uitdagingen die 12 zo interessant maakt

Over verleidingen gesproken.

De explosie die we sinds de zeventiger jaren hebben meegemaakt in het experimenteren met geestverruimende middelen brengt mij een opmerking te binnen van Robert M. Pirsig in ‘Lila’ waarin hij veronderstelt dat peyote geen hallucinogeen is maar een dé-hallucinogeen.

In Twee lichtte het illusoire aspect van onze werkelijkheid op. In Twaalf, waar ik deze gedachte op mij in laat werken, wordt de zogenaamde hallucinatie die peyote ons geeft de vernietiger van de hallucinatie die we voor de werkelijkheid houden. Bestrijdt het gelijke met het gelijke is een uitgangspunt waar de (holistische) homeopathie naam mee heeft gemaakt.

Bovenstaande past naadloos in de omkeringgedachte die Twaalf aankleeft.

De kijk die we hebben op drugs is intens gemanipuleerd door het establishment. Het besef dat godsdienst opium is voor het volk, of dat materialisme een drug is waarvan de ontwenningsverschijnselen menig ‘patiënt’ tot zelfdoding aanzet doet de fanatieke manier waarop marihuana, LSD of opium in het taboeregister zijn opgenomen wat merkwaardig overkomen. Maar ook hier wordt de strijd tussen cultuur en natuur nog niet beslist door het hart maar door aandeelhouders van de Moloch BV.

Het kruis is een samenkomst van tijdelijkheid en oneindigheid, zeg maar van leven en dood. Vluchten is een onderdeel van het grote kosmische spel waaruit geen vlucht mogelijk is. Zelfdoding maakt geen einde aan begeerte en lijden. Het kruis hier gaat niet over het gewone leven en de gewone dood, maar over een dieper, een mysterieuzer samenhang. Inwijding aan het kruis gaat over het opheffen van innerlijke tegenstrijdigheid. Zonder doodsbewustzijn is leven niet meer dan al of niet aangepast gedrag, een litanie van oordelen en gewoontes. Dat wat wij leven noemen, noemt Pirsig een laagvlakte van statische kwaliteiten; hetgeen dynamische kwaliteit overlaat aan wat wij dood noemen. Wie dat tot zich door laat dringen moet zich wel verbazen over hetgeen totem en taboe met ons begrip van tijdelijkheid en oneindigheid hebben gedaan.

Tussen spel en knikkers gaapt een kloof (een spleet of gespletenheid) waarboven de Gehangene aam zijn versleten navelkoordje bungelt.

De schijn dat zij die voor de winst (statisch) gaan en niet voor het spel (dynamisch) ook werkelijk kunnen winnen trekt twijfelaars van alle tijden uit alle windstreken over de streep. Heel stiekem geloof ik dat al die investeringen in het allerallernieuwste, in de resultaten van andermans creativiteit, veel beter gebruikt kunnen worden voor een universele inspanning ter bevordering van een helderder begrip van waar we nu precies op afknappen en waar we nog naar durven reiken. Wellicht zou dat de verwaarloosde studie van mythologie, etymologie en archetype een nieuwe impuls geven. Mogelijk kunnen we zelfs een reis aanvangen die ons over al die bewustzijnsstromen voert waar ik de vragen verwacht te vinden die ik nu nog niet stellen kan of mag, maar die wel aan de orde zijn. Misschien vind ik er zelfs de sleutels waarmee ik me van mijn ketens kan bevrijden.

+, of liever X, is een kruis, een aanduiding voor alles dat mysterieus is en wonderbaarlijk; en wie wil daar niet aan hangen? Twaalf, staat voor het Kruis, symbool van alle vermeende verschillen tussen EENHEID en VEELHEID, is het Getal van Inwijding en Innerlijke Openbaring, en verwijst naar de 12 bewustzijnsstralen, de twaalf tekens van de horoscoop, maar vooral ook naar het 12de beeld. Vissen die in staat zijn de collectieve tendenzen te doorzien en te transcenderen, zijn de bewoners van een onderwereld en vertellen het verhaal over de uiteindelijke bewustwording van alle onbewustheid. Als ik me daar iets bij probeer voor te stellen kom ik in ademnood, en zuurstofgebrek in de hersenen leidt al gauw (hoe ik het ook draai of keer) tot hallucinaties.    

Tibetanen, Egyptenaren en andere Nobele Wilden schreven hun dodenboeken. Wij schrijven ons Boek van het Leven en beseffen onvoldoende dat de twee als een eenheid bestudeerd dienen te worden. We hebben toegang tot beide. Totem en taboe bepalen tot welke laag van informatie we ons beperken.

De naam van de Gehangene had ook ‘Oorzakelijkheid’ kunnen zijn. Als de exclusiviteit van het kiezen balanceert met de inclusiviteit van vereniging ontstaat een helderder beeld van de eigen biografie en de onafwendbaarheid van de vaak zo slecht begrepen kapriolen van het noodlot.

Het is niet moeilijk in de diepe schacht van Elf, naast lust, ook de aanwezigheid van emotie en angst te vermoeden. Angst reflecteert nogal eens het ontbreken van moed, en moed associeert met het hart. Wie niet vanuit het hart te durft te leven kan het kruis aanbidden; er zich mee te verbinden zal  niet lukken, althans niet op de manier die in het mysterie van 12 gevonden kan worden.

Er wordt beweerd dat het enige waar we angstig voor zouden moeten zijn de angst zelf is.

In de reeks van drieën past de behandeling van angst en de betekenis die we daar aan toekennen ongetwijfeld het best in de sfeer van de Duivel (15).

Omdat het KRUIS nu eenmaal ook in broekje en slipje om aandacht schreeuwt valt er in 12 voor liefhebbers toch heel wat te onderzoeken.

De angst afgewezen of verlaten te worden, de angst niet goed genoeg te zijn, doet in de liefde wat het niet laten kan en voor we het weten klampen wij liefhebbers ons vast aan het object van onze liefde. Als dat het geval is valt deze conditie onder de verslavingen en kan ik die projecteren op 15, de Duivel.

Er schieten doornen uit de angst die ik hier in 12 zichtbaar wil maken. Of ik echter ‘doordring’ of ‘doordrongen wordt’ er wordt een vorm van EENHEID bereikt.

Het is ook goed en juist te bedenken dat het vuurelement niet alleen over spiritualiteit gaat maar ook over seksualiteit. Seks wordt wel de kleine dood genoemd. Het kleine orgasme van het bruidsbed verwijst naar een orgastische staat van bewustzijn, samenvallend met elke verbinding die we kunnen maken in welke tegenstelling dan ook.

De kleine dood alleen maar te associëren met een post-coïtum, voldoet niet. De val uit de EENHEID is een veelomvattender ervaring dan die we aan het einde van wat seksueel vertier ervaren. Die ervaring kennen we al vanaf het moment dat we geboren werden en afscheid moesten nemen van de eenheid die we met moeder hadden, en nog ingrijpender, met de eenheid van het bewuste en het onbewuste.

Wat de spiritualiteit van het kruis betreft moet ik me ook opmerkingen over de ‘Vreze Gods’ uit de Bijbel voor de geest halen. Hoe we het ook bekijken, angst voor het onbekende en dus ook voor een nog onbekende staat van bewustzijn blijft ons begeleiden tot een moment van groter inzicht. Dit soort angsten zijn herkenbaar voor elke scheppende geest. De mogelijkheid van een depressie na het voltooien van een werkstuk dat onder grote concentratie tot stand is gekomen aan de ene kant; aan de andere kant het nog geheel maagdelijke doek dat alles kan worden maar niets is.

Dat het niets in Minimalistisch Kunst meer dan ooit onderzocht wordt is een interessante ontwikkeling, en kan opgevat worden als een verschuiving richting Sjamaan, de verpersoonlijking van de ‘Fool’.

In het Nieuwe Testament staat het kruis centraal. Het staat daar als een verkeersteken op de tweesprong naar schuld en verlossing. Bij het openen van de bijbel krijgen we toegang tot een kosmos van symbolen. Er is geen gebruiksaanwijzing. Wil ik me daar een weg banen dan zal dat alleen lukken wanneer ik vaardigheid ontwikkel in het maken van vergelijkingen. Ik kan het boek op elke willekeurige plek openen. Vergelijkingen vol van omdraaiingen en spiegelbeelden stromen alle kanten uit. Het kruis als een centraal punt te zien waar al deze stromen samen komen is een mogelijkheid. Maar het kruis zelf stroomt ook in alle richtingen. Het is als de zwaartekracht. Alles trekt aan alles. En daar waar het kruis het pad kruist van een ander symbool valt niet uit te maken wie of wat op deze ontmoeting uit is geweest. Veel van de belangrijkere gebeurtenissen leken me, hoe onterecht misschien ook, eerder te overkomen dan dat ik ze zocht.

Pak ik verleden en toekomst samen in EEN heden, een simpele meditatieve ontspanning, dan haal ik tijd, een fenomeen waar we het gedrag van denken te kennen zonder te weten wat het is, uit de sfeer van de zogenaamde werkelijkheid en staat alles met elkaar in verbinding. De mythe zegt, Jezus bracht zijn offer voor alle mensen, van alle tijden, voor alle staten van bewustzijn, voor alle fysische toestanden die ik me kan voorstellen. Alles wat daar voor nodig was, was het leven los te laten. Het eeuwige leven wordt een exponent van het opgeven van de tijd die ik dacht te hebben. Om het te winnen moest ik het verliezen.

Vanaf dit inzicht wordt elke ontmoeting een aanval op datgene wat zo verschrikkelijk afhankelijk is van ruimte en tijd; het ego. Het ego rekent en tijd moest daar wel het resultaat van zijn.

Het ego, die moeilijk te splitsen kern die bijna alle energie aanwendt om dat wat het denkt te zijn in stand te houden. Maar tijd stroomt en ruimte zet uit of krimpt. Ego voert een strijd die echt nooit en te nimmer gewonnen kan worden.

Voor het doel dat we nastreven maakt het niet zo veel uit welke pagina van het boek we openslaan; waar onze symboolstudie begint. We komen er snel genoeg achter dat symbolische teksten steeds weer dezelfde stadia van menselijke evolutie beschrijven. We dragen dat kruis met ons mee, altijd. We overdrijven het belang van persoonlijke aanwezigheid in de wereld. Maar het onbewuste weten dat we niet van deze wereld zijn blijft dat belang relativeren, zo niet ondermijnen.

Godsdiensten immobiliseren de openbaringsstroom. Dat wat duizenden jaren geleden gedroomd en geduid werd moet, ondanks een totaal gewijzigde context, ook nu nog op dezelfde manier (waar) zijn. Wetenschap, het denken zelf, loopt altijd het risico concepten te scheppen die de stroom van intelligentie en leven in de weg zit.

Het schizoïde talent leest de tekens op aanwijsborden en gevarendriehoeken, en is gevoelig voor de mogelijkheid van misleiding. Hij ziet als het ware de achterkant van alle goede bedoelingen. Hij ziet de schaduw in de mens, een sinistere projectie van de eigen dubbele natuur.

Machteloosheid zit in het hier behandelde archetype opgesloten. De Hogepriesteres, die eerste representatie van het vrouwelijke, heeft het al duizenden jaren niet makkelijk gehad.

Is EEN het opgerichte totem, dan is TWEE, alle feminisme ten spijt, het in de grond getrapte taboe. Deze onevenwichtigheid beïnvloedt het gedrag van het Wiel. Dat brengt discontinuïteit in de ontwikkeling van samenleving en individu waarin de delen elkaar tegenwerken (competitie en liberalisme) - of juist samenwerken in consensus waar ze dwars zouden moeten liggen (nationaal socialisme). En zo hobbelen we van collectieve- naar individuele verantwoordelijkheid en visa versa. De staat zegt dat jij verantwoordelijk bent. Jij zegt dat de staat verantwoordelijk is.

Storing in het ene principe verbreekt de balans en wordt vervolgens een storing in al het andere. Niets of niemand is daar van uitgesloten; middels elektromagnetische velden (aura’s?) staat alles met elkaar in verbinding.

Verbinden we totems en taboes met inhouden van een persoonlijk samengesteld symbolisch systeem dan komt er vanzelf een moment waarin we ons ja en nee opnieuw op validiteit en authenticiteit moeten onderzoeken. Het lezen van de aardse werkelijkheid in de hemelse spiegel van de symboliek geeft namen aan inhouden die tot dan onbewust moesten blijven. Het lezen van hemelse inhouden in de aardse spiegel geeft tastbaarheid aan onze diepere aspiraties. De verbreking van deze samenhangen staat gelijk aan angst, paranoia en al die geestelijke dwaalwegen waar het zo onaangenaam toeven is.

Studie van het abstracte kost weinig en levert heel wat op, vandaar mijn overtuiging dat het wel een tandje minder kan met alle inspanningen die individu en collectief steken in steeds meer ‘overleving’. Carrière of opwaartse mobiliteit, allemaal mooi en wel, maar contraproductief als die niet vooral in dienst staan van de reis naar een dieper gelegen zelf. Op die weg hoeven we geen energie te verspillen aan competitie en rechtvaardiging. De doelen die economie zich stelt en de wijze waarop die doelen worden nagestreefd zijn zo dominant mannelijk, met zo weinig vrouwelijke gratie en wijsheid, dat economie langzamerhand beschouwd mag worden als een monster dat de kinderen die wij zijn verslindt.

Met toenemende, maar slecht verdeelde, welvaart groeit het onderlinge wantrouwen. ‘Big Brother is watching you’; elke dag een beetje meer. De niet ontwikkelde gewetensfunctie sta ik maar al te graag af aan buurman, kerk of staat.

Sociale controle, ethische en morele sturing zijn, nu de invloed van godsdiensten afneemt, overgenomen door de staat, een staat waar dokter, S.P.D.’er en politieman ons knevelen met maatregelen en babbels die ons rustig moeten houden. Kalmerende middelen concurreren met illegaal verklaarde drugs, en de politieman ziet er op toe dat we slikken wat de dokter (lees farmaceutische industrie) voorschrijft en niet wat het kruidenvrouwtje aanbiedt. Maar ook de media en de vermaaksindustrie doen hun lucratieve best ons aangenaam verdoofd te houden. Ik wijs hier geen daders en slachtoffers aan. Zij spelen samen een spel waarin niemand geloofwaardig is, laat staan een of ander gelijk kan opeisen. Iedere deelnemer kan elk moment uit deze ‘charade’ stappen als hij of zij dat wil. Zelfs in gevangenis of strafkamp kunnen we ophouden voedsel aan te nemen of te luisteren naar wat ons bevolen wordt. In de geest zijn we altijd vrij. Of niet! Die keus moet iedereen voor zichzelf maken.

Drie is niet alleen het getal voor moeder en kind, het is vooral ook het getal van de natuur.

Sommigen onder ons zijn er op uit de natuur te redden. In auto en vliegtuig begeven ze zich op hun milieudefensieve pad om deel te nemen aan protesten en confrontaties die vrijwel altijd uit de hand lopen en tot stevige knokpartijen leiden met het in zwart geklede gezag, liefst te paard, dat ook allemaal weer aangevoerd wordt met op ‘super’ lopende vervoersmiddelen.

Ik zou denken dat de natuur er niet is om beschermd- maar om beleefd te worden. Als die beleving er is dan laat je het wel uit je hoofd om voortdurend de wereld rond te vliegen of voor autovervoer te kiezen wanneer het met trein of bus kan; om over fietsen of lopen nog maar te zwijgen. Maar onze economie schijnt van ons te vergen ons wel zorgen te maken over wat er nog aan natuur is overgebleven maar niet te denken dat wie van ons dan ook, daar iets aan zou moeten doen, ondanks alle lippendienst aan persoonlijke verantwoordelijkheid en het heil dat we mogen verwachten van spaarlampen waar maar enkele milligrammen kwik per exemplaar in zit. Zolang je dat niet met enkele miljarden vermenigvuldigd niets om je zorgen over te maken! 

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 548 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +