zondag 22 december 2024

personal4

Artikelindex

HOOFDSTUK TWAALF

Vervolg van: Vallen in  getallen hoofdstuk 11, Kracht

EEN is de ongerepte scheppingsenergie die zich in TWEE vertraagt.

Dit voortgaande proces van vertraging is de inhoud van 12;

waarin de magiër zich realiseert dat de vertragingen ontstaan,

door een dubbelzinnigheid in de eigen energie.

r12

Lijkt het voor de zintuigen slechts over manifestatie te gaan; in de weerstand die manifestatie, ofwel het ZIJN oproept, ontwikkelt zich BEWUSTZIJN. Zonder deze (al of niet) subtiele feedback zouden we waarden die we als typisch menselijk beschouwen nooit hebben kunnen formuleren, waarden die de onbewuste Magiër vreemd waren maar die zich in de verbinding met TWEE aan hem opdringen. Hij wordt nu onontkoombaar geconfronteerd met al die uit de hand gelopen projecten die hij met zoveel fanfare in de wereld heeft gebracht. Hij loopt tegen zijn eigen muren op. 

De toenemende weerstand is als een ruimtemodule die de buitenkant van de vertraagde energie - die nu planeet is - gebruikt om in de ‘spin’, in de middelpuntvliedende kracht te versnellen en te ontsnappen als een komeet.

Dit voelt vertrouwd. Ik heb de paradox geaccepteerd en verwacht al niet anders dan dat vertraging en versnelling twee kanten van één zaak zijn. De versnelling waarmee informatie de wereld rondflitst en de globaliserende veranderingen in cultuur die ze bewerkstelligt is een zware test op mijn geschiktheid het nog bij te kunnen benen.

Hoe middelpuntzoekende- en middelpuntvliedende krachten in balans gebracht moeten worden lijkt een probleem, maar is dat niet. Wat dreigt te verdwijnen proberen te redden en dat wat toch wel groeit trachten te temperen; dat is het antwoord van een menger. Maar als het antwoord zo simpel is wat voor eer valt er dan aan te behalen. Dus toch maar liever een deskundig onderzoek afwachten, en nog een, en enz.

Van belang hier is dat ik me nu een voorstelling kan maken van waar ik het over heb als ik zeg: ‘Ik ben traag in geweten dat vaak als mosterd na de maaltijd komt. Maar ik ben vlug in mijn oordeel’. Die twee hebben iets met elkaar te maken. Dat wat me versnelt en dat wat me vertraagt verhelderen het beeld van begeerte en afkeer.

Depressies en hypes wisselen elkaar als kou en warmte bij een koortspatiënt. Het mannelijke en vrouwelijke lopen uit de pas. Daarvoor kan ik naar een dokter gaan; uiteindelijk zal ik zelf mijn verlangens en angsten moeten onderzoeken, mijn ademhaling regelen, mijn bewustzijn uitbreiden.

Met het Alles en Niets van NUL als bron - kan de energie van de Magiër niet anders dan dubbelzinnig zijn.

Er zijn Magiërs die leven met de gedachte dat alle energie die zij gebruiken of denken nodig te hebben, te vinden is in een absoluut niets of vacuüm; bovenmentaal te bereiken door ontwikkeling- en inzet van noem het maar ‘verticale aandacht’. Die verticale stroom gaat van het onderbewuste dwars door het bewuste naar het bovenbewuste, vergelijkbaar met de uitlijning van de chakra’s tijdens gevorderde yogaconcentraties of andere aandachtsoefeningen. Het groene hartchakra bemiddelt hier tussen de lagere en de hogere energieën. Empathie met de (groene)natuur is een manier om de werking van het hart te ondersteunen. En dat is nodig omdat onze energieproblemen samenvallen met afnemend bewustzijn van de programma’s en de bedoelingen van juist dat hart, en van de kleur groen - die staat voor de manier waarop we verbinden (religare); een spel van betekenis.

Opkomende theorieën over nulpunt energie voeden de hoop dat er een uitweg is uit de zooi waarin wij ons dank zij de innerlijke tovenaarsleerling bevinden.

Dit serieus nemende zal de relatie tussen de Magiër en de behoefte aan een nieuwe orde tot bewustzijn gebracht moeten worden. De Magiër heeft tenslotte al zoveel nieuwe ordes voortgebracht, en de grote vraagstukken van onze tijd kunnen niet los worden gezien van al deze eens zo briljant lijkende ordes. We zullen de verlangens die aan al dat nieuws ten grondslag lagen op een dieper niveau moeten leren kennen, willen we met de inzichten van verleden en heden een toekomst ontwerpen waarin de talenten van snelle en trage jongens en meisjes wat beter vervlochten worden tot hechte samenlevingen.

Als aandacht een vorm is van energie dan kan ik het energieprobleem in een context plaatsen waar problemen wel degelijk opgelost kunnen worden. 

Ik spreek liever over onbewuste energie dan over vacuümenergie.

De weg naar zelfkennis is een proces van bewustwording. Als we vooroordeel en blindheid loslaten en zien wat energie is, dan is de aanwending ervan slechts een kwestie van herberekening (herbetekening) van omloopbanen; steeds in het licht van zich ontwikkelende opvattingen over zwaartekracht. Dat materie energie-, en energie lege ruimte is; het zou voor een symbolist vreemd zijn als het anders was.

Het spreken over ruimte waar we ‘potentieel’ alle energie vinden die we ooit nodig denken te hebben als ware dat een leegte, definieert de volte waar we het hier over hebben. Het is als de meditatieve leegte die door sommigen onder ons wordt gezocht om bewustzijn te ontvangen van een onuitsprekelijke volte. Of je op deze  energie je terreinwagen kunt laten lopen blijft nog even een vraag. Maar voor hen die het geloof in kabouters hebben weten vast te houden is er altijd hoop.

Gelukkig heeft een symbolist die een beetje aangepast is aan zijn eigen droom niet veel meer nodig dan wat een kinderhand kan bevatten.

 Energie die de chakra’s op de verticale kolom met elkaar verbindt wordt ook wel afgebeeld  als een slang, een stelsel van wikkelingen zoals we die ook bij een elektromagneet aantreffen. Hier ondervindt de rechte Magiër de macht van ronde vormen die vanuit zijn aard gedacht helemaal niet kunnen bestaan. En toch danst hij hier een dans die veel op ‘waveboarding’ lijkt.

De Caduceus is een effectieve, grafische representatie van bovenstaande. 1 voor de staf, 2 voor de spiraal en 3 voor de kroon.

Omdat vertraging energie transformeerde tot materie zal bij voortgaande vertraging materie verder verdichten en steeds meer weerstand bieden aan menselijke pogingen een ontspannen en vloeiend bestaan voor zichzelf te creëren. Het verschil tussen vrije en gebonden energie is als het verschil tussen een op zich fantastisch vermogen te geloven wat ik maar wil, en een geloof dat elk ander geloof uitsluit; een tendens die fundamentalisme wordt genoemd.

Aandoeningen die in ideeën en taal worden omgezet vallen ook onder dit proces van vertraging en leiden er toe dat scheppingen anders uitpakken dan we ons hebben voorgesteld. Op staatsniveau betekent dit dat projecten standaard met overschrijdingen in tijd en kosten te maken krijgen, en in mijn persoonlijke staat van bewustzijn herken ik die inertie aan de bijna overdreven vertraagde gang die ik door de getallen maak. Ik wil het hier liever niet hebben over steeds groeiende files op de weg, oplopende wachtlijsten in de zorg en een zich steeds uitbreidende onveiligheid als gevolg van de gewoonte om rechtvaardigheid te vervangen met repressie. Dit soort clichés kan de lezer zelf wel verzinnen.

In de eis om steeds hogere straffen, om nog meer lik op stuk beleid, hebben we eigen sociale vaardigheid en verantwoordelijkheid uit handen gegeven. We doen niet eens ons best om dichter bij de onbekende ander te komen. Angst regeert; de behoefte aan persoonlijke vrijheid sluit me steeds meer op in situaties die mij geen keuze laten.

De vraag is of mijn ‘to do list’ die altijd groter is dan mijn reikwijdte; of niet al mijn ambities remmers zijn op het bereiken van de gezochte overgangen die ZIJN en BEWUSTZIJN met elkaar verbinden.

Alle remmers tezamen lijken het effect te hebben dat er steeds meer deeltjes in een kubieke millimeter passen, dat mijn magnetische katapult iets in mijzelf met steeds duizelingwekkender snelheden lanceert. In deze fase van het incarnatieproces eist het metabolisme aanpassingen. IJdele en modieuze aanpassingen aan het schoonheidsideaal getuigen van een infantiele invulling van die noodzaak. Energie wordt ingezet om jeugd vast te houden, maar het is alweer ‘het vasthouden’ - zoals een punt zijn cirkel, zoals een persoon zijn horizon vasthoudt - dat ons tenslotte uit de bocht doet gieren. 

Steeds langere files op de weg doen de vraag naar het omslagpunt opkomen. Hoe lang zijn we bereid in een file te staan; een uur, een dag, een week, een jaar? Hoelang zijn we bereid steeds toenemende longziektes en kanker te tolereren alvorens we de rol van onze automobiel, of andere verslavingen, ter discussie gaan stellen? Niet alleen maar als een collectief-, maar als een persoonlijk probleem!

De wens waarheid, schoonheid en eenheid te dienen werd zo snel naar de achtergrond gedrukt door de eis me aan te passen aan een of ander grootst gemene deler. Maar delers delen, wat iets anders is dan verenigen. Als kind werd ik al gewaarschuwd door nachtmerries waarin ik door een geketend, menselijk monster aan stukjes gesneden dreigde te worden. Accepterend dat al mijn dromen voortkomen vanuit innerlijke inhouden doet genoemde droom mij afvragen in welke mate ik zelf mee ben ga doen aan de kindermoord? Heb ik zelf een bijdrage geleverd aan een anti-kind samenleving?

Anders gesteld luidt de vraag of ik medeverantwoordelijk ben voor de archetypische moord op de Christus die symbool staat voor een hogere bewustzijnsvorm. Immers het kind leeft in het huis van de toekomst, in een hogere (diepere) winding van de spiraal.

De vraag hoeveel eelt ik zelf op mijn ziel heb, in hoeverre ik kwetsbaarheid heb ingeruild voor oordeel, kan niet tot in de eeuwigheid ontweken worden. Archetypisch gezien moet ik mijn verantwoordelijkheid erkennen en me vervolgens afvragen waarom ik zo bang ben aan het kruis van mijn beperktheden te sterven en gevolg te gunnen aan de wijsheid van mijn dromen.

Tenslotte moet alle vastgelegde energie weer tot circulatie worden gebracht. Heb ik me teveel geconcentreerd op de vorm; te weinig op de inhoud?  Mijn angst aan inhoud (betekenis) te verliezen wanneer ik afscheid neem van vorm (die toch eigenlijk vastgelegde inhoud is) is een draak die ik niet meer onderschat.

In 12 richt de Magiër zijn innerlijk oog op de Hogepriesteres. Ik kijk naar het object van mijn verlangen. Er staat mij niets in de weg mij in haar te storten, maar de Magiër die ik ben heeft nu een verleden. Hij kent de gevolgen.

Het is niet alleen de realisering hoe ik juist in de gevoelslaag van TWEE faalde, maar ik weet nu dat ik verantwoordelijkheid draag voor eigen beelden of scheppingen, juist vanwege de gevoelens die ze in mijzelf en in anderen opwekken.

Drie lag open voor allerlei invloeden van buitenaf. Twaalf is een voor gevoel en denken revolutionaire doorbraak naar verhoogde intuïtiviteit.

Wanneer het onderzoek naar de eigen aandoeningen begint is dat vooral ook een scan van de gevoeligheid van het fysieke lichaam, waarbij duidelijk wordt dat dit onderzoek goed past in de noodzaak de zintuigen te ontwikkelen. Als ik op een aurascan zie dat mijn hartchakra violet is in plaats van groen dan denk ik aan een vorm van overbelasting en weet ik dat ik de richting van mijn waardering en aandacht moet aanpassen.

Waar horizontale en verticale balk elkaar kruisen bevindt zich het (mystieke) hart, de kern van de zaak of de Graal, net hoe je het noemen wilt. Gevoel zoekt dat hart en opent het, waar denken (angst) en berekening (onzekerheid) het hadden afgesloten. Het hart is als een roos, symbool van onze spirituele bestemming. Op de verticale balk is het hart de bemiddelaar tussen de hogere en lagere frequenties van de chakra’s. Daar wordt het evenwicht gezocht en gevonden.

Het hart zit in de lift. Het is nog niet zo lang geleden dat we belang zijn gaan hechten aan emotionele reiniging en ontwikkeling; we mogen nu zelfs spreken van emotionele intelligentie. Dat is hartverwarmend nieuws!

En waar het hart toch ook de roos is; het Rozenkruis van de Rozenkruisers inspireert menig student tot op de dag van vandaag. 


Om de Magiër van zijn rechtlijnigheid te verlossen worden de magnetische kwaliteiten van de Hogepriesteres, aantrekking en verleiding, op 1001 wijzen ingezet. De schepping blijkt ineens een charmeoffensief te zijn. De lustknopjes van 11 scheppen een erogene sfeer waarin alles alles naar zich toetrekt, samenhangen scheppend waar voorheen slechts egocentrisme de scepter zwaaide. Onderschat 12 niet. Ze manifesteert zich ook in de sirene die zwalkende zeemannen verleidt over boord te springen en te verdrinken in de armen van toch weer diezelfde Hogepriesteres. Dood, het volgende hoofdstuk, neemt dankbaar af van wat seks zo onophoudelijk schept. Niet onbelangrijk hier want velen onder ons zijn juist op het niveau van het kruis zeer aanspreekbaar. Daar lopen de erogene en sensuele onevenwichtigheden nog wel eens hard op. 

In bepaalde kringen luidt het advies, je moet jezelf zo goed mogelijk verkopen. Sympathiek of betrouwbaar gevonden worden, werving, propaganda en reclame – politiek die het voor doet komen alsof er iets aan de problemen gedaan wordt; alle vormen van al of niet verborgen verleiding - horen daar bij.

In zoverre bepaalde soorten gevoelens uitgelokt kunnen worden zie ik in de Hogepriesteres een representatie van alle verleiding waaraan ik, ik ben ook maar een mens, mijn tijdgenoten tracht te onderwerpen. Je moest eens weten hoeveel moeite ik me getroost eventuele lezers, of zoekers naar inzicht, voor mij in te nemen. Ik zoek aandacht. Ik zoek bewondering. Ik zoek geaccepteerd en aardig gevonden te worden.

Nu, voor de auracamera, ontvang ik steeds meer aanwijzingen over het gemak waarmee we onze kleuren kunnen veranderen. Die bonte rij van kleuren die op mijn scherm zichtbaar wordt, metingen van mijn electro-magnetische uitstraling, doet me denken aan een pauwenstaart, en we weten waar die voor dient. Aardig gevonden willen worden is trouwens een manier om vijandigheden te voorkomen, dacht ik zo.

Ik kon het lonken niet laten…

Stelen en bedriegen lijken op elkaar, verwantschap die in de aanduiding ‘hartendief’ vorm heeft gekregen. Zij die schizofrene familieleden of vrienden hebben weten hoe charmant deze ‘patiënten’ kunnen zijn, en hoe onberekenbaar.

Het kind dat ik was is een herinnering geworden; een herinnering die bovendien grotendeels in het onbewuste is gevallen. Sinterklaas heeft nooit bestaan en het geloof in sprookjes is bijgezet in ‘the Hall of Reason’.   

Maar geloof wordt ook vervangen door zeker weten. Het verhaal moet dogma worden. God is geen ritueel waarmee we in contact komen met de ons omringende- en daarmee de eigen natuur maar een zeer mensachtige grote roerganger van deze of gene club. De verhalenvertellers uit mythische en animistische dagen zouden verrast opkijken als ze mee moesten maken hoe wij ons verhaal los hebben gemaakt van beleving. Er zijn er nog wel die middels een pilletje en een dansje de roes zoeken waarin de hallucinatorische aard van onze zogenaamde werkelijkheid beleefd kan worden, maar die moeten oppassen niet tegen de sterke arm op te lopen. Voor je het weet word je aan een of andere schandpaal genageld; een kleine persoonlijke kruisiging.

De behoedzaamheid die het vergt zonder last en ruggespraak deeigen spiritualiteit te verkennen staat niet los van de manier waarop verleiding zich verbergt. Verleiding belooft gouden bergen en levert een tranendal. Net als de oplichters die ons van alles aansmeren maar onvindbaar zijn wanneer we ze aan willen spreken.

Als we niet weten wat het is dat ons trekt kunnen we ons pad wel heel behoedzaam willen vervolgen maar dat sluit het kiezen van dwaalwegen niet uit. Het is dan of de richtingaanwijzers verwisseld zijn en we terecht komen in een doolhof waar de betekenissen over elkaar heen duikelen en we voortdurend op een verkeerd been worden gezet.

Verleiding betekent ‘van het rechte pad weg leiden’.

Wellicht is het niet aan te bevelen, maar als het om de rechtlijnigheid van rede of geloof gaat voel ik toch wel wat voor een misstap hier en daar.

‘Niet jouw weg, maar de mijne is de ware’; wie niet ziet met welke potsierlijkheid hier de schijn van een eigen persoonlijke mening (richting) wordt opgehouden en verdedigd, moet het eigen kompas maar eens laten herijken. Dat die persoonlijke mening voornamelijk wordt onderbouwd door collectief of traditie waar iemand al of niet bewust mee verbonden is demonstreert afwezigheid van authentieke, innerlijke openbaring.

Dat collectieve verleiding, hoe verborgen dan ook, de achterkant is van een mysterie die in 1 + 2 = DRIE werkzaam is, opent me voor een opvatting over energie, en met name over kundalini die niet algemeen wordt aangehangen, maar die wel licht werpt op de zaak.

Tijdens mijn zoeken naar informatie over dit slangevuur kwam ik op het spoor van het volgende: ‘Kundalini is een concept dat wel moederlijke intelligentie wordt genoemd. In dit perspectief wordt kundalini ervaren als een energie die gericht is op volwassenwording, een energie die zich doet gelden als een VERLANGEN naar VERLOSSING’. Opgroeien staat kennelijk gelijk aan een keten van geboortes. Sterven en geboren worden lijken wel wat op een eeneiige tweeling. 

Als we de Magiër hier zien hangen dan komt dat omdat hij in een roekeloze wereld die schreeuwt om bedachtzaamheid niet meer onbedachtzaam mag zijn als een kind; dat hij niet sneller, maar ook niet langzamer mag lopen dan de rest. Koppen boven het maaiveld zijn niet een uitsluitend lokaal probleem. Socrates, Gallilei en Jezus kunnen daarvan meepraten.

Door de Hogepriesteres als symbool te zien werd zij een inwoonster van mijn eigen psyche. In alles wat ik in mij opneem, koester en laat groeien, inhoud met vorm verbindend, benut ik de capaciteit van de Hogepriesteres. De Magiër kan aan de ongelimiteerde energie van de Fool maar één richting geven en die leidt naar de Hogepriesteres. Elke manifestatie van energie, al is het maar zoiets simpels als opstaan of gaan zitten, is de vertraging van een impuls die zo snel is dat we meestal alleen de resultaten waarnemen; hier het opstaan of zitten!

Zolang er geen bewustzijn bestaat van de keuzes die wij constant maken, en we dus ook niet weten welke prikkel wel of niet tot gedrag leidt, functioneren we op een impulsief niveau, een niveau dat een stuk minder rechtlijnig, ordelijk en efficiënt is dan waar de Magiër op rekent.

Wij kunnen dan hoogstens achteraf nog nagaan wat voor soort gevoel (energie) het was die aanzette tot deze of gene actie.

In voorgaande teksten, al of niet van mijn hand, bleken onze impulsen in grote mate bepaald door fasen die ooit een functie hadden in onze ontwikkeling. Op je veertigste nog afhankelijk zijn van andermans goedkeuring is net zo ongewenst als een chirurg die zijn vaste hand (en vrouw en kinderen) verliest omdat hij los raakt van zijn verstand, maar ook van zijn voorgevoel, wanneer hij wordt afgeleid door borst of bil van zijn assistente.

De Gehangene is zeker ook een uitbeelding van de toestand waarin wij ons bevinden wanneer infantiliteit realiteiten schept die afbreuk doen aan de verantwoordelijkheid ons op een juiste manier te ontwikkelen. De consequenties daarvan ontpoppen zich als schuld die om boete vraagt.

Twaalf is EEN die kijkt in de heldere spiegel van TWEE. Water, onze oudste spiegel, biedt middels ‘reflectie’ een toegang tot de spirituele dimensie.

Het thans geopende en kritische oog  ziet de gevolgen van een leven dat beheerst werd door keuzes die nooit echt eigen keuzes waren, maar aanpassingen aan een wereld die we als kind niet kende, en ook niet mochten kennen. De toestand van de wereld is niet bestemd voor kinderoortjes, laat staan voor de tere kinderziel.

Toch blijft de spiegel een uitnodiging om persoonlijke betekenis toe te kennen aan alles wat ik doe en meemaak. Het geven van betekenis heiligt de wereld en legt daarmee een verbinding met de verloren gewaande EENHEID. Houd ik op betekenis te geven dan wordt het moeilijk de aantrekkingskracht die ik in de wereld ervaar te duiden als hogere menselijke uitingen als liefde,  respect of moed.

Ik zie dan in afstoting geen falende, emotionele intelligentie en het ontlopen van verantwoordelijkheid voor de eigen creativiteit, maar wel een groeiende leegte die gevuld kan worden met herinnering aan alles dat ooit verkeerd - of juist goed - ging,. Reflectie!

Zoals de wereld een spiegel is, zo ben ik ook een spiegel voor de wereld. Ik mag dan wel om aandacht vragen; het is goed te bedenken dat - terwijl ik denk waargenomen te worden, de veronderstelde waarnemers slechts stukjes van zichzelf zien. Ik kan dan treuren over het wegvallen van de illusie van publieke belangstelling, zelfs als die toch ook niet veel meer was dan een of andere vorm van sociale controle .

Heden en toekomst moeten hun  ja’s en nee’s nog prijsgeven en dus zal herinnering in veel gevallen de voordehandliggende weg blijken te zijn. De herinnering aan het kind dat we waren. Ambitieuze occultisten beperken hun belangstelling niet tot de levensfasen van één incarnatie; zij zoeken toegang tot Akasha  ‘Een plaats tussen tijd en ruimte, die vele namen heeft. In de Bijbel wordt het “de eeuwigheid”genoemd, anderen noemen het “het collectieve onderbewustzijn”, “De Wereldziel” , “Psi bank “ of… Het Akasha Archief of De Akasha Kronieken. Het begrip Akasha-archief komt uit het Oosterse en refereert aan een collectief geheugen, een opslagplaats, waar alle gedachten, emoties en gebeurtenissen van alle tijden op aarde tot op heden, worden opgeslagen. En die voor een ieder toegankelijk zijn’. (zie: Hydrangea Online). 

‘Het geconcentreerde kijken van de Magiër ontwaart achter de Hogepriesteres de resultaten van de samenkomst van 1 en 2. De Magiër begrijpt nu waarom de creaties van zijn blinde optreden zo schreien. Zij waren ongewenst, ze kwamen voordat er ‘bewust’ voor was gekozen. Hij kijkt naar zichzelf en ziet een vreemde waar je eigenlijk maar beter helemaal niets mee te maken kunt hebben.’ Welke kunstenaar kan zich tevredenheid permitteren met zijn laatste kunstje. Het beste moet altijd nog komen.

Ik hoor de lezer al roepen: ‘Hoe kom je er bij dat mijn kinderen niet gewenst zouden zijn’.

Ik geloof mijn lezers. Ik geloof dat ouders vervuld zijn van liefde voor hun kinderen en ook dat er vurige kinderwensen bestaan. Maar waarom is al deze liefde dan niet wat kritischer over het soort wereld waaraan hun kinderen aangepast moeten worden? En waarom, als we dan zoveel van het kind houden, strekken we die liefde niet in de eerste plaats uit naar de kinderen die er al zijn? Nog steekhoudender misschien is de vraag: ‘Hebben we voor we aan het krijgen van kinderen toe waren onderzocht hoe het er met de eigen kinderlijke inhouden voorstaat? Kunnen wij ons nog een voorstelling maken van een ideale wereld voor kinderen? Hebben we de moed om de wereld aan te passen aan het kind, in plaats van het kind aan de wereld?

Het is niet aan mij te oordelen of te veroordelen. Ik stel alleen maar wat vragen; een bezigheid waar de 2 in 12 niet onderuit komt.

In zoverre het over vertraging gaat ontkomt de Magiër hier in 12 niet aan de conclusie dat er in zijn scheppingsdrift heel veel energie is vastgelegd waardoor er bijna nooit genoeg overblijft voor integratie en goed onderhoud. Er is hier nauwelijks meer sprake van keuze. meer. Onder de hier geschetste omstandigheden moeten we massaal weggooien wat met zoveel moeite geschapen werd. De verbeterde, geheel vernieuwde versie ligt alweer in de etalage.

Vertraging is versnelling. De onrust die onze morele blindheid creëert zijn nerveuze spanningen die afgewend worden op nog meer creatie; en zo onderhouden we een vicieuze cirkel die in TWAALF belichaamd wordt door het feit dat de EEN in 12 eigenlijk een 10 (het Rad) is. Een wiel dat steeds sneller draait, en waar de spanningen steeds hoger oplopen, wat goed is voor de pillenindustrie maar slecht, slecht voor je gezondheid. Vooral wanneer die pillen bewustzijnsvernauwend zijn en het vermogen tot reflectie en herinnering aantasten.

Ik heb tegen de buitenkant der dingen aangekeken, maar nu ik weet dat alle vormen die mij omringen vastgelegde energie (intelligentie) zijn kan ik heel voorzichtig op energetisch niveau contact proberen te maken met de inhoud van die vormen, als ware het resonanties van de archetypen. Dit vereist wel wat kalibratie van zenuwstelsel en zintuigen. Aandacht is in dit proces het sleutelwoord; aandacht voor de fijnste opwellingen in het eigen systeem dat een combinatie is van wereldse en hemelse-, van fysieke en mentale aspecten; dualiteiten die EENHEID vinden in het symbool..

De Gehangene beeldt de schizoïde natuur van de mens uit en dus kom ik er In deze fase achter wat een half- of dubbelgaar persoon ik eigenlijk ben. De kernvraag, ‘Wat het zal zijn: ‘Leven of Dood?, is nog niet onderzocht als zijnde een fundamentele ontwikkelingsstap in het groeiproces. Leven is niet genoeg; er komt een moment dat we bewust voor dat leven horen te kiezen. Hoe anders kunnen we verantwoordelijkheid nemen voor zowel de positieve als de negatieve zijde van dat leven? Deze voor het verstand onmogelijke keuze wordt ons uit handen genomen wanneer dode materie in fijnere waarneming springlevend blijkt te zijn.

Bij vrije keuze lopen we tegen een stevig taboe aan. Onder omstandigheden die we zelf als juist beschouwen mogen we van alles en nog wat doden, behalve onszelf. Volgens het zo binnen- zo buitenprincipe wordt de verboden agressie tegen het (lagere) zelf op allerlei manieren op de buitenwereld gericht.

Zij die tegen deze gedachten willen protesteren geef ik in overweging de krant nog eens open te slaan. Collaterale schade, en die lijkt alleen maar groter te worden, is maar een van de uitkomsten van een moraliteit die welzijn van moeder en kind geen hoge prioriteit heeft gegeven.

Zou er nu echt een intelligente keuze vooraf zijn gegaan aan zoiets fundamenteels als een totaal onbeheerste bevolkingsexplosie? Alsof we niet weten dat overbevolking in een rattenkolonie onherroepelijk tot kannibalisme leidt.

Beschouwen we al onze creaties als kinderen van onze geest dan kunnen voorbeelden - als mobiliteit, energieverbruik, bewapening c.q. regeringen en industrieën die daar achter zitten, heropvoedingskampen voor materieel of emotioneel verwaarloosde en ontspoorde jongeren e.d. - ons informeren over het soort werkelijkheid die onze totems en taboes hebben bewerkstelligd. Alle menselijke creatie bij elkaar opgeteld kost meer dan we weten willen en de wereld wordt spiritueel en emotioneel steeds armer, steeds kwetsbaarder.

Zuipen, slikken, snuiven, roken of anderszins naar binnen werken; de pijnstillende surrogaten voor de betere aanpak waar we naar snakken maar waar we nog niet aan toe denken te zijn, en dus achter slot en grendel opbergen in de afdeling ‘utopieën’. We moeten tenslotte wel realistisch blijven.

In de lagere, enkel-cijferige getallen werden onrechtvaardigheden, uitingen van zwakke geest, nog enigszins goedgepraat met verwijzing naar onbewustheid. Wist de Magiër veel! Maar in het hogere, dubbel-cijferige gaat die vlieger niet meer op; daar wordt juist al het onbewuste tot bewustzijn gebracht, en het is in 12 dat onze magische vriend ten volle geconfronteerd wordt met een dilemma waar je zo ongeveer een Boeddhistisch bewustzijn voor moet hebben om het op te kunnen lossen. Wat te doen als het je aard is te scheppen maar je scheppingen alsmaar uit de hand lopen en onderdeel worden van toenemende spanningen in en met die wereld? Erger; dat zelfs oprechte manifestaties van zorg en liefde, bedoeld om recht te zetten wat krom is, onderdeel kunnen worden van een onbegrijpelijke corruptie die wij onze beschaving noemen.

Ik ben ambitieus en ik val op. Ik beklim de ladder en word tenslotte president directeur. Vanaf dit punt is er alleen nog een weg naar beneden en het grootste deel van mijn tijd gaat zitten in het uitstellen van het onafwendbare.

Ik ben succesvol en ik heb een fortuin opgebouwd. Vrienden kan ik me niet meer veroorloven want die zijn toch waarschijnlijk alleen maar op mijn geld uit, of op mijn positie; en mijn vrouw en kinderen zitten te wachten op mijn dood zodat zij er door kunnen draaien wat ik met zoveel inspanningen hebt opgebouwd.

Ik heb een grote prijs gekregen voor mijn research in de immunologie waarvan de resultaten nog geen 10 jaar later worden aangewend om een hart te transplanteren tegen een kostprijs waarvoor 1200 kinderen van de hongerdood gered hadden kunnen worden, om over incidentjes als softenongeleerdheid nog maar te zwijgen. Dat is immers een heel ander probleem?

Waarom hoor ik de Vereniging tegen de kwakzalverij daar nooit over?

Het dilemma dat 12 stelt is dat zelfs al wil ik alleen maar juist handelen ik toch niet weet of dat handelen geen monsters voort zal brengen. Op het moment van creatie is toekomstige en onbedoelde schade onmeetbaar. Dat is niet alleen een probleem voor kwakzalvers.Trouwens, voor de zuiverheid van het argument; ook in de moderne fysica zijn wetenschap en pseudo-wetenschap niet goed uit elkaar te houden. Want was is wetenschap? Laat staan: ‘Wat is pseudo-wetenschap’?

Dat wat we niet kunnen meten bestaat niet! Maar wie gelooft dat nog?

We zijn zo goed in simulatie. Er moeten wegen zijn om effecten van menselijk ingrijpen beter in te schatten. Dat kost wat en daar heb je misschien ook de empathie van wat kwakzalvers bij nodig, maar afgezet tegen de kosten van de groei stelt dat niet veel voor, en in zoverre de kwakzalver een vermomming is van de Fool mogen we juist van hem leren dat er hogere waarden bestaan dan kredietwaardigheid, onbeperkte mobiliteit, arrivisme, dominantie en verzin het maar.

Stress komt ergens vandaan, en je hoeft geen kwakzalver te zijn om dat op te merken en er oorzaken bij te zoeken. Voor sommigen is ziekte of gezondheid inhoudelijk genoeg, voor anderen zijn dit slechts vormen waarvan een bepaald soort oorzakelijkheid de inhoud is. Onderzoeken we oorzakelijkheid als een bewegingskracht dan begeven we ons op het terrein van het geven van ‘betekenis’, een functie die al of niet terecht, net als bewustzijn, geclaimd wordt als een eigenschap waarmee de mens zich onderscheidt van alle andere scheppingsvormen.  


 Met het stellen van vragen hebben we ons ingeschreven in de Symbool Academie van de Hogepriesteres. Betekenis! Van 11 weet ik dat alles bezield is met een magische kern. Maar het ‘hoe ik mij deze wetenschap ten voordele kan maken’ ligt verborgen achter de sluier van de Hogepriesteres.

Ik kan wel naar het lustknopje van mijn magische bureaublad zoeken of wegtrippen naar paleolithische condities waar we nog geen last hadden van belastingaanslagen of bordjes met ‘Verboden Toegang’ er op; de vraag is of dit soort excursies bijdragen leveren die ik mij als schepper wens. Wat kan kleine Joachim doen in de 21ste eeuw voor de wereld als alles wat hij doet de potentie heeft de zaak alleen maar te verslechteren?

Daar hang ik!

Ik mag mij na 11 een geducht symbolist wanen; daarmee is er nog niet noodzakelijk een einde gekomen aan gretigheid en geiligheid, of aan collectief geïnspireerd gedrag dat overleving van de bestaande staat van bewustzijn als hoogste prioriteit kent. Een nogal imperfecte staat, zou ik denken, maar wel het scherm waarop de uitwerking van onze ideologieën zichtbaar wordt gemaakt. Is dat trouwens niet één van de pseudo-criminele eigenschappen, een praktische en onopgesmukte instelling. Zo zijn wij nu eenmaal!

Het MEER dat ik bij de zwaan bedacht werd een permanent méér van mijn op zelfbevrediging gerichte bewustzijn. In deze staat hebben mijn verlangens vooral woestijnen voortgebracht, met fata morgana’s die sprekend op pretparken lijken.

Echte ofwel existentiële vragen kunnen niet door het dualistische brein worden opgelost.

12 is het getal van initiatie in iets dat dieper gaat dan het denken, in iets dat het denken voortbrengt maar dat in zichzelf niets met denken te maken heeft.

De horoscoop met zijn 12 vaste tekens en 12 huizen, of de beslissing over leven en dood die genomen wordt door een twaalfkoppige jury; ons lot is ten diepste verbonden met het getal 12.                

In Wikipedia staat het zo: ‘Wanneer we het heiligdom naderen, moeten we onze persoonlijke levens achter ons laten, soms voor altijd. We spreken het Heilige Woord uit en interpreteren het, maar we bewaren ook de mysteriën, want in deze ruimte bevindt zich het eeuwig bewegende en het tijdloos rustende mysterie'.

3 + 4 en 3 X 4

Wat mij betreft is optellen wat het lagere bewustzijn me aanzet te doen. Vermenigvuldigen is wat het hogere zelf zoekt als een magische formule om de horizontale uitkomsten van optellen en aftrekken te transcenderen. In zo een optiek is 12 de transcendentie van 5, want 7 is een cyclisch getal dat ons telkens een volgende stap veroorloofd op het verticale pad.

Het concept ‘spiritualiteit’ van 5 heeft in TWAALF handen en voeten gekregen, en is nu onderdeel van het ‘bewust zijn’.

Lezers die deze formule van optellen en vermenigvuldigen op andere paren van getallen willen testen kan ik alleen maar aanmoedigen. Daarmee kunnen schatkamers geopend worden; spirituele pretparken wellicht..

3 X 4, handelend over innerlijke- en uiterlijke actie. Twee manifestaties in twee schijnbaar heel verschillende sferen. 3 vertelt over de hemel op aarde (utopisch), 4 over de aard van de hemel (praktisch). 3 is een uitdrijvende-, 4 een middelpuntzoekende kracht. 12 is ook de yogi die in involutie en evolutie het ritme van zijn ademhaling zoekt.

Is dat wat mij scheidt van jou of de buitenwereld ook datgene wat mij verbindt? En is het daarom dat waar mijn vriend scheidingstekens ziet, ik juist koppeltekens waarneem. Gaat het over dit soort mysteriën? Of ligt het dichter bij en moet ik in de verbinding met het kruis simpelweg een zeg maar ja tegen het leven zien? In de doodsnood van 13 (de Dood) kan ik me zo een liefdesverklaring goed voorstellen.

Is mijn ruimte mijn verbeeldingskracht, en staat stellen van deze vraag gelijk aan de nadering tot het innerlijk heiligdom?

12 punten om ons heen of in onszelf die het inwijdingsproces bewaken.

3 + 4 = 7 Het mennen van de tegenstrijdige krachten is hier een optelsom van posities die het inzicht van 12 kan voortbrengen. Wat is binnen, wat is buiten? Met als uitkomst, ‘zo boven zo beneden!’

Twaalf werd ergens beschreven als de 12 priesters die de inwijding mogelijk maken omdat elk van hen gespecialiseerd is in het afleiden van de negatieve kracht van de subpersoonlijkheden. Gewoon astrologie dus! De klassieke planeten (7) en het beeld van de persoonlijkheid (5) die alles in zich heeft Mens te worden. ZEVEN chakra’s en VIJF zintuigen als een interface van buiten naar binnen en naar ik vermoed, van binnen naar buiten. We spreken dan met wat we zien, horen, voelen enz. Waarom heb ik dit wel en dat niet gezien?

12 is het meest deelbare getal, hetgeen betekent dat ik hier meer met elkaar kan verbinden dan waar ook. Het lijkt er op dat mysterie gewoon een ander woord is voor paradox. Het onbestaande bestaande. Inwijding! Was dat de richting die 7 zich idealiter had gewenst?

Christendom heeft het mysteriegedeelte van het eigen verhaal nauwelijks uitgelegd. Christus stierf aan het kruis om vergeving te regelen voor onze zondige inborst, is wat ik meegekregen heb van meneer pastoor. We zijn allemaal zondig, maar lidmaatschap van de kerk en het geloof in haar verhaal verlost ons en geeft toegang tot een verheerlijkt, eeuwig nabestaan. Het is deze benadering waar ik me het eerst van moest verlossen. Ik ken trouwens iemand die zijn inwijdingsgraden kocht bij de White Lodge in de Verenigde Staten. Dat noem ik nog eens efficiënt.

Christendom kon er ook wat van en verkocht liever aflaten dan dat ze gelovigen informatie verschafte over de betekenis van verhalen die helemaal niet christelijk zijn, maar ontleend aan een veel oudere mysterie- en verhaalcultuur, teruggaand tot de dageraad van menselijk bewustzijn. Een verhaalcultuur die onderdeel was van inwijdingen waarbij de demonen van angst en begeerte werden opgeroepen zich te vertonen om vervolgens als schaduwen op te lossen in het licht van de tribale kosmologie, in datgene wat de stam verenigde tot een levensvatbare brug tussen hemel en aarde.

In deze recapitulatie vertegenwoordigt de Sjamaan nummer TWAALF, het resultaat van een bewuste ontwikkeling in functie en samenwerking van zintuiglijkheid en chakra’s.

Christus, symbool van Horus, van het eeuwige kind, van het Doodsbewustzijn; niet onderworpen aan- maar uitdager van de Vader. Uw wil geschiedde op aarde!

Zoals het lagere nooit in staat is het hogere tot manifestatie te brengen zo zullen mijn woorden nooit in staat zijn behoefte aan inwijding en verlichting te bevredigen.  

Wat wel kan is dat het lagere zich offert aan het hogere, en dat is ook precies wat we in voedselketen en natuur waarnemen. Van het moederlijke kennen we de bereidheid grote offers te brengen als dat de kansen van het kinderlijke verbetert?

De Sjamaan.

In de astrologie worden de 12 punten waar de Sjamaan mee verbonden is sterrenbeelden genoemd. Daarover nadenkend en lichtelijk duizelend voel ik me bijna gedwongen terug te keren naar eerdere opmerkingen in dit hoofdstuk over vertraging en versnelling.

Stel je voor, op afstanden die in vele lichtjaren gemeten worden bevinden zich 12 locaties die in elke ‘hier en nu situatie’ actief meewerken aan het contact maken met- en het opruimen van oud karma. Ga ik door met nadenken over de polariteit van sneller en langzamer dan verliest tijd haar status en vind ik het belang van haar bestaan eerder in de menselijke psychologie dan in die gewenste orde die we realiteit noemen. Maar deze transcenderende beweging liet zich raden in de kruising (verbinding) van welke tegenstelling dan ook.

Tegen de achtergrond van een paradox als die van versnelling en vertraging durf ik mijn fantasie in te zetten en het volgende beeld van de Sjamaan voor te spiegelen.

De Gehangene is een heel oud symbool dat in de mythologische sfeer met VERLOSSERS (Saviour Gods) werd geassocieerd, maar dat in daaraan voorafgaande millennia voor heel praktische zaken stond.

Dat wat wij afwijzen als onaangepast of schizofreen werd in animistische- ofwel sjamanistische tijden als een speciaal talent gezien; een talent dat ontwikkeld diende te worden.

Schizofrenen met hun slecht ontwikkelde besef van tijd, schizofrenen die dingen horen en zien die niemand anders hoort en ziet; je kunt daar last van hebben, bijzonder is het wel. Hij (zij) die zich in het twijfelachtige genot bevond van dit soort aandoeningen werd vanwege zijn onberekenbaarheid aan de sjamaan toevertrouwd. Deze onderwierp de kandidaat aan Spartaanse opleidingsmethoden waarbij de uitkomst was: leven of dood! Ook een gek moet kiezen.

De oversensitieven werden al of niet op hun kop aan een boom gehangen. Stierven ze dan werd hun een ellendig leven bespaard. Overleefden ze het dan waren ze door angst, hallucinaties en waanzin heen gegaan, waarbij de staat van bewustzijn waarin het ego nog een rol van betekenis speelde werd vervangen door een andere staat. Dit afstand nemen van een staat van bewustzijn is als het opgeven van een leven of als het einde van de persoonlijkheid die ik geloof te zijn. Het oude leven bleek onleefbaar te zijn, het nieuwe leven is het JA dat ik vond in het aangezicht van de dood.

Je ziet dat gebeuren wanneer mensen door een crisis heen gaan. Als ze overleven zie je ze vaak hun bestaan op de schop nemen en er vervolgens een menslievender wending aan geven.

Pas wanneer het lagere bewustzijn onder het gewicht van alle innerlijke tegenstellingen is bezweken ontstaat er ruimte voor een meer bovenpersoonlijk bewustzijn; dat grotere aan het onbewuste ontfutselde bewustzijn waar ik zo vaak van droom.

Mijn onwetenschappelijke definitie van schizofrenie zal inmiddels duidelijk zijn: ‘Schizofrenie is een stadium in de ontwikkeling van een bewustzijn waarin het aardse zenuwstelsel teveel werd blootgesteld aan de hoge energie van het nog onbewuste innerlijke universum’.

Wordt deze toestand bestreden ofwel wordt de energie geremd, als ware het een ziekte dan wordt ‘de patiënt’ vastgenageld aan deze ontwikkelingsfase.

In ons soort samenleving wordt de Gehangene vooral behandeld door artsen, psychologen, geestelijken; en als dat niet werkt door politie en justitie. Al deze instanties, in zichzelf subdeeltjes (specialisaties) van de Fool, zijn tot niets in staat als zij niet eerst de eigen eenheid bewerkstelligen. Het is al deze hulpverleners niet voldoende duidelijk dat zij alleen maar van dienst kunnen zijn als zij, net als de oude Sjamaan, de bewustzijnscrisis tot rijping laten komen; iets dat met het huidige taboe op sterven en dood niet tot de mogelijkheden behoort. Als Twaalf niet begrepen wordt kan er geen begrip zijn voor de onwenselijkheid en de onmogelijkheid van genezing van de schizoïde conditie van de mensheid.

Alle waan over eventuele genezing zetten de werkelijkheid op zijn kop. Maar het is de waan die regeert en dus worden geestelijke en lichamelijke aandoeningen niet herkend als positieve boodschappers en de eis die pijn en lijden stellen om een gezonder, holistischer levensstijl aan te nemen wordt niet gehoord. Terugkeer naar de natuur is veel meer dan een romantische notie van een handjevol onaangepaste activisten. De kleur van de natuur, die ook de kleur is van het hart en (hopelijk) van de taal die ik hier gebruik, leidt hier de dans.

Zolang de Gehangene niet echt mag hangen is hij een nutteloos en potentieel gevaarlijk lid van de samenleving en de aartsvijand van al het natuurlijke.

De schizoïde conditie gaat over onvoltooide incarnatie waarbij het hemelse deel het aardse kenbaar maakt dat het komen wil. We zijn allemaal enigszins schizo, en te gelegener tijd moeten we allemaal hangen. Of liever; er komt een moment dat er bewustzijn ontstaat van het feit dat we al hingen vanaf het moment dat we droom en daad als twee verschillende toestanden zijn gaan zien. Nog simpeler is het te zeggen, dat het innerlijk oog - dat wel geweten wordt genoemd - geopend wordt en nooit meer gesloten kan worden.

De schizofreen staat met één been in NUL, met het andere in TWEE, een gespleten Magiër, maar wel de maker van mijn bewustzijn.

De schizofreen heeft last van de dualiteit. Wat onderscheidt hemel van aarde, mijn van dijn of binnen van buiten? De aanpassing is niet gelukt, antwoorden bleken slechts vragen te zijn. Met zijn hemelse deel kijkt hij dwars door alle leugens heen die zijn opvoeders hem willen aansmeren. Met zijn aardse ogen, gevuld als ze zijn met de verschrikkingen van een wereld zoals hij alleen die kan zien, ervaart hij de goden als immorele monsters. Het je zult niet en je kunt niet dondert hem in de oren. Hij ziet de ondergang van zijn soort haarscherp afgetekend in het ommuurde bewustzijn van al die miljarden die daar individueel en collectief de kop tegenaan rammen. Hij ervaart dit als schuld, zijn schuld. En hij kan er niets aan doen. Dat is wat hij aan zijn opvoeding heeft over gehouden, denkt hij misschien wel. Maar op de windingen van ACHT beschouw ik deze mechanismen toch als een aanduiding van mijn spirituele positie. Wat in oerlange lijnen van evolutie is voorbereid moet te eniger tijd tot manifestatie komen. Lijden aan schizofrenie, hoe ellendig ook, kan de afsluiting zijn van een hele lange geschiedenis waarin de vraag ‘wie ben ik’ met te weinig hartstocht is gesteld. Het kan het begin zijn van een bewustzijn waar EENHEID en DUALITEIT samen een snijpunt, een kruis, dan wel een ROOS creëren waar wij ons aan op kunnen hangen en waar wij onze pijlen op kunnen richten.

We hebben geleerd het maar aan de deskundigen over te laten. Maar welke deskundigen hebben de eigen dualiteit geïntegreerd, waar zijn de universiteiten die ons kunnen leren hoe de weg er uit ziet tussen de huidige staat van bewustzijn en de transformatie daarvan in een hogere (verruimde) staat van bewustzijn? Wie het weet mag het zeggen.

De schizofreen die ik ben hangt tussen hemel en aarde en het enige dat mij ervan weerhoudt er een einde aan te maken is dat dunne draadje dat best het laatste restje van de navelstreng zou kunnen zijn, een verbinding tussen het persoonlijke en het collectieve.

Onbewust weet de schizofreen, zoals elke patiënt,  waar zijn kuur of verlichting te vinden is. Hij wil, nee hij moet, zijn innerlijke situatie naar buiten brengen, hij wil echt hangen en tot eenheid komen. Symbolisch lost hij dat op door zich in situaties te begeven die zo crimineel of gevaarlijk zijn dat hij, zoals we van de Fool weten, zijn doel meestal vrij snel weet te bereiken. Veel schizofrenen hebben een jezus-complex. Aardig is dat de dagvan Jezus geassocieerd wordt met een inbreker. ‘Die komt als een dief in de nacht’.

En er waren in die nul-dagen, aan het begin van onze jaartelling, typetjes die in Jezus vooral een wetsovertreder zagen. 

Aldus zie ik een verband tussen ‘crimineel’ talent en de schizoïde aanleg. Essentieel in dit verhaal is dat wij het schizoïde potentieel niet weten in te zetten voor de oplossingen van vraagstukken waar het dualistische bewustzijn van de zogenaamde aangepasten geen raad mee weet. Kennelijk zijn wij nog lang niet crimineel genoeg. Het verzet tegen de duistere machten die ons opzadelen met atoomtijdperk, milieumoord en minachting voor al het kwetsbare mag best eens onder de loep genomen worden. Doen we wel genoeg? Zijn we wel anarchistisch genoeg? Is burgerlijke ongehoorzaamheid een bewijs voor de werking van geweten? Op mijn vraag aan een holistisch arts of hij zijn werk nog naar eer en geweten kon doen zonder hier en daar wat wetten te overtreden mocht ik tot op heden geen antwoord ontvangen.Celia Green was er van overtuigd dat Jezus een anarchist was, en daarin stond ze niet alleen.

In oude tijden werd de geïntegreerde schizofreen de nieuwe sjamaan die in de dualiteit de werkzaamheid van EENHEID kon zien. De ‘primitief’ had voor de overleving van zijn stam telkens weer de speciale talenten van de sjamaan nodig. Of het nu ging om de opsporing van water, het in balans krijgen van onzichtbare krachten die het lot van stam of stamlid bepaalden, de toepassing van kruiden, het voorspellen van het weer of van vijandige bewegingen; het was de sjamaan die met zijn (haar) speciale contact met het grotere bewustzijn de gemeenschap haar ‘natuurlijke’ overlevingsbronnen wees.

Elk individu, maar ook elke cultuur, nadert in zijn of haar ontwikkeling een punt waar de innerlijke tegenstellingen zo groot worden dat interventie van ‘niet-rationele’ intelligentie de enige bron van hoop is. Alles wat wij aannemen in messianisme, astrologie, wichelroede lopen of geestenuitdrijving berust op een intuïtief aanvoelen van dit feit. In onze cultuur staat de klok op 5 voor 12, volgens sommigen zijn we de 12 al gepasseerd. 12 wordt hier gezien als een kritische grens; een punt waar het ‘to be or not to be’ echt is bereikt. Een breekpunt.

Hoewel we de bemiddelaar tussen onze problematiek en de hogere orde niet meer hoeven te zien als de extatische, in trance ronddansende tovenaar met veren, bellen en trommeltjes, verdienen alle technieken die de schizoïde aanleg, kunnen transformeren onze belangstelling. Ook al lijken deze technieken niet van deze wereld. Ook al verzet religie, politiek en humanisme zich en zullen ze daar zeker hun handen niet vuil aan willen maken.

Maar de praktijk is sterker dan de leer.

De in kopstand mediterende yogi, bungee-jumpende pubers, en opgroeiende generaties die extase zoeken in oorverdovende ritmes, in LSD en andere roesverwekkende middelen; er is geen eind aan menselijke inventiviteit die gericht is op ontsnapping aan de sclerose van onze aangepastheid.

Drugs, roes, muziek en disco, maar ook de hypnotische monotonie van een kantoorbaan of een borrel of TV-avondje, zijn tijdloze expressies van een behoefte die in kerken en godsdiensten in de dienst van het woord nogal in de verdrukking zijn geraakt, en doet nieuwe marktsegmenten ontstaan. Extatisch theater en collectieve emotie als religieus bind- en verlossingsmiddel zijn hun opstand tegen een eenzijdige woordreligie begonnen en heeft in met name de zwarte kerk een godsdienstige en misschien zelfs een religieuze wedergeboorte bewerkstelligd.

De verlichting van het onbewuste loopt parallel aan het verleggen van grenzen en de grens tussen VEEL en EEN is ongetwijfeld een van de meest intrigerende.

Door archetypen gedreven moeten we de innerlijke ruimte vinden en toestaan waar zuiverhuid de toon zet, licht het ritme - en waar EENHEID de maat der dingen is.

In alle moderniteit zit er meer sjamaan in ons dan we denken. Dat hebben godsdiensten die hun verhaal baseerden op ‘een zichzelf offerende God’ goed gezien. Ergens, heel diep in ons zelf, is dat wat we willen.

Wat is er nu mooier voor een rechtgeaarde schizofreen dan: ‘Ophouden te bestaan als bijdrage aan een betere wereld’? Dan ben je toch ook mooi af van al je ellende.

Vraag het de Zelfmoordbrigades van de Profeet! Maar ook een rondgang in de psychiatrie is verhelderend; en bedenkende dat er meer gekken vrij rond lopen dan dat we ingesloten hebben, ligt hier een nog redelijk maagdelijk onderzoeksgebied.

Sjamanisme wordt een atavisme genoemd en dat zal wel kloppen als je in aanmerking neemt dat het in moderne tijden steeds meer over het IK ging, zonder overigens veel inzicht te hebben in wat dat nu eigenlijk precies is. De Hogepriesteres is nummer 2 in de rij. Het tweede beeld in de horoscoop is Stier en in de mythologie wordt de Stier geassocieerd met Genade en Vergeving. Dit gaat verder dan, ‘heb genade met de aap die ik ben en vergeef hem zijn onbewustheid’. Dat ik het resultaat ben van Genade, dat alles wat ik weet en kan het resultaat is van Genade, dat vergeving zo snel te hulp snelt dat er nauwelijks tijd is voor oordeel; daarin ligt het wonder van een ZIJN dat ik niet kan samenvatten in alleen maar een IK.., maar misschien wél in een ik BEN! Het gaat uiteindelijk om het zijn en de beleving daarvan. IK is niet meer, maar vooral ook niet minder, dan een instrument om dit ZIJN tot ervaring te brengen. Immers, een belevenis zonder iets of iemand die het beleeft; wat is dat voor belevenis?

De Hogepriesteres zal er in 12 op uit zijn de Magiër ofwel het IK-BEELD tot dit soort dienstbaarheid te verleiden.

En de Magier in mij, nooit te groot voor het maken van een groots gebaar, roept elke lezer op genoemde dame in deze lofwaardige onderneming te steunen, als je dat, desnoods zonder het zelf te weten, al je hele leven niet hebt gedaan. Overigens was die Stier natuurlijk oorspronkelijk een Koe. Vraag het de feministen!

Laat ons onze schuld vergeven en dank zeggen voor alle aandoeningen van vreugde en ellende die de spiegel zichtbaar maakt.

Wil ik het dilemma van de blinde scheppingskracht oplossen dan zal ik ziende moeten worden.

Het is dat wat de schizofreen méér ziet dan zijn beter aangepaste tijdgenoten wat we nodig hebben om in alle gemoedsrust de Gehangene te laten sterven en de Nieuwe Mens te verwelkomen. Maar zover is het nog niet. Voorlopig bungelt de Gehangene zoals we op de kaart zien met zijn voeten in de hemel en zijn hoofd naar de aarde. De benen vormen het getal VIER, de armen een DRIE.

Wat onvoldoende geïncarneerd is, zijn de sterke Keizerlijke benen waarop ik moet leren staan om de verantwoordelijkheid voor mijn eigen incarnatie te kunnen dragen.

Alles wat ik aan creativiteit en voortbrengingsvermogen bezit is op de aarde gericht. In die positie ben ik een volslagen amorele schepper. Niet geaard!

Vind je het gek dat ik zo nu en dan geteisterd word door angsten? Ik ben geen vriend van dictators, vooral ook vanwege de neiging van dit soort heren, soms dames, om eerst af te rekenen met het denkende deel van de populatie. Dit is niet alleen projectie van het eigen angstige denken. Dit soort afrekeningen dienen vooral ook als spiegel voor iets dat geleerde broeders en zusters vergeten lijken te zijn. Als de regel - ‘wie weet die zwijgt’ - in waarde was gelaten hadden we nu geen kernbommen of eindeloze files op de weg, met broeikaseffecten als toetje. De obstakels die ik zelf ondervind wanneer ik wat zwijgzamer probeer te zijn nodigen mij uit tot bescheidenheid. Toch staat de innerlijkheid van de Hogepriesteres voor dat zwijgen, ook al probeert het Kind daar nog zo hard afbreuk aan te doen. Stilte in de storm verzoent de innerlijke spanning in de dubbelbeelden die ik in mijn omgang met het orakel steeds weer voorgeschoteld krijg.

In verhalen en TV-vertier zijn het demonische krachten die ons naar het leven staan. Maar demonen zijn geweigerde innerlijke inhouden, ontbrekende stukjes in het kennen van onszelf.

Als de lichtsnelheid echter de ‘absolute’-, de enige maatlat is voor het meten van onze ruimte dan is het geen wonder dat we weinig aankunnen met de duisternis, waarmee we tenminste de helft van datgene wat we echt horen te zien en te weten buiten boord houden.

Dat is misschien wel wat al die onwelkome stemmetjes ons willen vertellen.

In de ontwikkeling van kosmologische modellen zien we dat elke uitbreiding in waarnemingsmethoden als radiotelescoop, spectroscoop of deeltjesversneller de kosmologen in staat stelt tot dusver onbekende informatie binnen te halen die bestaande theorieën onderuit haalt. En bij elke uitbreiding van zintuiglijkheid worden bestaande coryfeeën naar een tweede plan gedrongen en nemen jonge, nog redelijk onbevooroordeelde onderzoekers het (tover)stokje over.

Het verzet tegen een nieuwe orde is een formidabele kracht. Het is dit verzet dat verantwoordelijk is voor de mythe van de kindermoord. Herodes beval de moord op alle TWEEjarige jongetjes om de komst van dat ene aangekondigde kind ongedaan te maken.

Binnen de interactie van 1 en 2 is de verschijning van de revolutionaire 3 onvermijdelijk, en 3 - of een meervoud daarvan - is in de symboliek verbonden met wat de een ‘Jezus’ noemt en een ander ‘Christusbewustzijn’, voor mij een ruimte waar rationaliteit en irrationaliteit (realisme en metaphysica) nieuwe-, levensvatbaarder verbindingen aangaan.

Een volgeling in de vroege dagen van het Christendom werd gerepresenteerd door een vis. Ichthus (ΙΧΘΥΣ) is het Griekse woord voor vis. Het is ook gebruikt als een Christelijk acroniem van de Griekse woorden:

I (Ιησους = Jezus), Ch (Χριστος =Christus), Th (Θεος = Theou = God), U (Υιος = Uios = Zoon) en S (Σωτηρ = Soter = Verlosser).

Ichthus. Netjes opgeschreven, lees ik: ‘Jezus Christus, Zoon van God, Verlosser’ (vrij naar Wikipedia).

Als ik een of andere Zeloot of Jehova hoor zeggen: ‘Wij doen dit goede werk vanuit het geloof in Jezus Christus, dan klinkt dat mooi maar geeft geen inzicht in de noodzaak van de ontwikkeling van een uniek individueel geweten. Comfortabel genoeg hoeft dat ook niet zolang je je Tien Geboden hebt en daar nooit een andere dan de collectief overeengekomen betekenis in ziet.

Het zoeken van persoonlijke betekenissen in een taal die per definitie symbolisch is past niet in het spectrum van het sterrenbeeld Vissen. Vissen opereren in scholen. Iedereen zwenkt gelijktijdig naar rechts of naar links. De bindende factor hier heet, ‘onderlinge empathie’. De waarden van de Vis zijn voor iedereen gelijk.

Het probleem hier is dat gecollectiviseerde moraliteit geen verantwoording aflegt over het waarom een bepaald werk goed of slecht is voor jou. Het is gewoon goed of slecht, en daarmee is de kous af. Dat Jezus Christus zelf in de eerste plaats symbool was en is, daar hoor je de ‘bible bashers’ niet over, fundamentalisten die er op staan dat het sprookje de werkelijkheid is, dat de oude verhalen niet allegorisch zijn maar historisch. Een verderfelijke benadering die de deur opende voor eindeloze strijd en broedermoord.

Hoe ik een en ander ook moge bekijken, om verlossing te ervaren zal het offer van de eigen overtuiging - voor zover deze in een schizoïde ruimte tot stand is gekomen – toch echt gebracht moeten worden. In de evolutie van de relatie tussen de voorkeuren van een lager bewustzijnsniveau en die van een hoger bewustzijn zijn de eerste gedoemd het hoe dan ook af te leggen.

Arme vissen; hun hoog ontwikkelde empathie lijkt maar al te veel op een overontwikkelde intuïtieve conditie waarbij de hoge energie van wat er binnenkomt niet geïntegreerd kan worden in de lagere energie van de eigen collectieve en dualistische natuur. Vissen en schizofrenen hebben veel met elkaar gemeen. 

Wat overvloedig incarnatie zoekt, en dat kan ook haast niet anders met een (1 + 2 =) 3 die voor ‘teveel’ staat, is als een neerwaarts gerichte driehoek op de kaart afgebeeld. De armen staan voor het handelen; het hoofd voor het bedenken van deze handelingen.

Hoewel ik niet het idee heb voor de dood gekozen hebben suggereert de kaart dat wij een cultuur in leven hebben geroepen die in reeksen van overdrijvingen (van een gigantisch teveel) onze suïcidale inslag reflecteert.

Weg met al dat teveel! Teveel schept tekorten; in ruimte of tijd, of in allebei tegelijk. Ik waan me graag toppie en bevoorrecht, en praat liever niet over voorkomende schuldgevoelens, stress en depressies. Teveel van het goede neigt ernaar weinig geduld te hebben met minder lustbevredigende staten van bewustzijn, maar is in zichzelf wat het is: te veel! En alles waar TE voor staat moet in de gaten gehouden worden. Wat het mentale betreft ontwikkel ik me droevige eenzijdigheid.

Edoch, als ik het maar dol genoeg maak lijkt Dood mijn enige kans op verlossing. Vanuit een karmageoriënteerde gedachtegang is het nabestaan van dit leven het voorbestaan van een volgend leven. Geboorte is als een oprijzen uit de dood. De vormen die ik op aarde zou willen brengen zweven nog in mijn voorbestaan.

Het is de niet geaccepteerde schizoïde aanleg en gebrek aan concentratie die maakt dat ik na- of voorbestaan niet als lust maar als last ervaar. Ik zie niet dat overleden geliefden thans mijn voorspraak zijn in het overleg tussen het bewuste en het onbewuste, tussen het lagere en het hogere, tussen het IK en mijn SCHADUW. We hebben afstand moeten nemen en beseffen onvoldoende dat afstand nodig is om überhaupt iets te kunnen zien.

In de schizoïde conditie ben ik losgezongen van karma en oorzakelijkheid en dus grijp ik - omdat scheppingsdrift, na gegeten en gedronken te hebben - toch mijn eerste aanleg is - nog al eens verkeerd. Ontwikkelen wat al lang ontwikkeld is en verwaarlozen wat al te lang verwaarloos is. Wie dit niet herkent raad ik aan dit hoofdstuk verder maar over te slaan.

We hebben zo ongeveer een toestand bereikt waar het reeds geschapene dicteert wat de volgende schepping moet zijn, maar dictaten zijn niet wat een vrijheidslievend mens zoekt.

Hoezeer vele van deze scheppingen ons ook mogen ‘boeien’, met het volgen van de eigen fantasieën, laat staan met het eigen geweten, heeft het allemaal weinig te maken. Het is hier dat wij het heldere zien het meest van node hebben, al was het maar om de tirannieke en blind kopiërende orde van 8 beter in de peiling (4) te krijgen. Wat zin voor schoonheid en waarheid betreft mogen al die verkeerde scheppingsvormen uit de weg worden geruimd.

We scheppen maar aan, terwijl we er in de regel niet eens aardigheid aan beleven en het alleen maar uit gewoonte doen of voor groter eer, poen of consumptie. Op de kaart ontvalt de Gehangene dit zilvergeld. Als de begeerte om materie voor ons te laten werken groter wordt dan het verlangen materie tot bloei te brengen en er een zo veelzijdig mogelijke relatie mee aan te gaan, dan hangen we inderdaad aan een collectieve navelstreng en is onze behoefte aan permanente voeding (bevrediging) de enig overgebleven God. Dan is er nooit genoeg om gelukkig te zijn.

De muntstukken die uit de zak van de Gehangene vallen doen ook denken aan Odin die de letters van het alfabet (of waren dat runen?) als pepernoten uitstrooit. Raven, leden van de kraaifamilie, vaste begeleiders van Odin en begrafenissen, representeren dit beschavingsavontuur waarin woorden boven natuurlijke ervaring worden gesteld, synthesen boven organismen; zeg maar ‘pillen boven kruiden’.

In zoverre de pientere kraai geassocieerd wordt met slagvelden, oorlog en het ‘tot hier en niet verder’, bedenk ik dat de strijd tussen wat is en wat zou kunnen zijn niet alleen iets zegt over het weten en geweten van het individu maar ook van hele beschavingen.  Als we getto’s, achterbuurten en derde werelden laten ontstaan moet het geen verbazing wekken daar vervolgens de traditionele reacties bij cadeau krijgen. We zijn geschokt wanneer deze reacties wel heel erg lijken op de beelden die we kennen van Armageddon. Steeds zien we auto’s in vlammen opgaan, alsof het ZELF of ‘dat wat we denken te zijn’ de schuld draagt van alle sociale ongelijkheid en onrechtvaardigheid. En daar zit misschien nog wel wat in ook.

12 hangt in een groter besef van causaliteit en opent zicht voor de noodzaak de idee van karma verder te onderzoeken, al of niet in samenspraak met onze overleden vrienden. Wij hebben het kind in onszelf aan een kruis van ideologische rechtvaardigingen geslagen  toen we de zaakjes van onze voorouders overnamen en net als zij contracten ondertekenden alvorens dóór te denken over ‘de eigen missie’. Het gespreide bed leek wel zo comfortabel.

Aan al die overeenkomsten hing wèl een prijskaartje. Om contracten, liefst met heel veel kleine lettertjes, op te kunnen stellen is het al lang niet meer genoeg een slimme vos te zijn. Hogescholen en universiteiten grossieren in kennis van kneveling door contract. Ze geven er allerlei namen aan zoals paradigma, consensus, empirie of bewezen feit. Maar eigenlijk leent het geheel van taal, interpretatie en gebruik zich voor de verhanging van potentiële individualiteit aan het collectieve kruis. De wanhoop die ik in 12 bespeur steekt wel heel schril af bij de toeters en bellen van het grote feest dat het leven volgens sommige optimisten zou kunnen, of zelfs moeten zijn.

Het praten over ether toen, het praten over donkere materie nu; we blijven onze ‘boeiende’ contracten kopiëren, en we worden er niet wijzer van. De wanhoop mag wat dat betreft blijven groeien, zoals ook zwaartekrachttheorie, relativiteitstheorie of quantum mechanica zich nog even moeten blijven behelpen met lastige verschillen tussen theorie en waarneming. En de prijs blijft stijgen. God weet wat de volgende te bouwen deeltjesversneller gaat kosten, en hoeveel wijken daarvoor moeten wijken!

Niets van onze primitieve sjamanistische voorouders te willen weten schept de noodzaak antwoorden te zoeken buiten de verbondenheid om die we altijd gehad hebben met die staten van bewustzijn waar de kennis - of liever de ervaring - van EENHEID en VEELHEID voor het grijpen ligt. Occult, echt holistisch open staan, is niet aan iedere geharde intellectueel gegeven.

2 X 6 = 12

Dat wat ik doe is niet wat ik ben. De TWEE ontzekert hier de EEN. En aan de onzekerheid van de Geliefden is moeilijk een maat te stellen.

In het kiezen valt er altijd iets af. In Zes ging het over het maken van keuzes. In Twaalf word ik geconfronteerd met het geweigerde-, niet gekozen deel van een wereld in manifestatie.

In Twaalf lijkt de vraag op te komen wat er achter die weigeringen stak, wat die offers die geen offers bleken te zijn betekenen voor diegenen die ze bij vol bewustzijn brachten. Niet meer belast te worden door al die heerlijkheden die begeerte op mij neer deed dalen; o droom aller dromen!

Het verleggen van aandacht naar een bovenpersoonlijk IK is als het opgeven van de overtrokken concentratie op dat zogenaamde persoonlijke IK. Het verliezende idee wordt geslachtofferd aan het winnende idee.

1 dat ben ik. 2 dat ben jij. In de omkering bereik ik het IK via het JIJ. Wat ik voor een ander doe, doe ik voor mezelf. Als dit geen verwijzing is naar de manier waarop de liefde werkt mag ik een biet zijn. Er steekt iets potsierlijks in de aanmatiging van het ‘verbeter jezelf begin bij de ander’ zoals die in missie, propaganda en ontwikkelingspolitiek, al of niet met getrokken kanonnen, aangetroffen wordt.

12 is het mutatiepunt. De kruisiging of liever het kruis, is de X-factor. EEN en TWEE zijn nu verbonden in een continu proces van kruisbestuiving. Dit was altijd al het geval, maar is nu een bewust proces geworden.

De X die voor mysterie staat laat zien hoe diep een bij in zijn bloemetje moet kruipen om die bestuiving mogelijk te maken. Dieper, steeds dieper verzink ik in de meerwaarde die vereniging met jou bleek te brengen.

De opgaande hemelse balk is haaks over de horizontale aardse- heen gelegd. De diepere inzichten van 2 en 11 maken contact met het bewustzijn van wat ik van mezelf gemaakt heb, en sluiten kort. Ik zie de afstand tussen mijn kinderlijke natuur en de derderangs consument die ik geworden ben, met 1001 verplichtingen in plaats van 1001 extatische nachten. Het leek allemaal zo wondermooi. Ik plukte schoonheid en die verdorde in mijn hand. De Hogepriesteres heerst over alles dat met verleiding te maken heeft. Onderscheid te maken tussen het mogelijke en het wenselijke is een van de uitdagingen die 12 zo interessant maakt

Over verleidingen gesproken.

De explosie die we sinds de zeventiger jaren hebben meegemaakt in het experimenteren met geestverruimende middelen brengt mij een opmerking te binnen van Robert M. Pirsig in ‘Lila’ waarin hij veronderstelt dat peyote geen hallucinogeen is maar een dé-hallucinogeen.

In Twee lichtte het illusoire aspect van onze werkelijkheid op. In Twaalf, waar ik deze gedachte op mij in laat werken, wordt de zogenaamde hallucinatie die peyote ons geeft de vernietiger van de hallucinatie die we voor de werkelijkheid houden. Bestrijdt het gelijke met het gelijke is een uitgangspunt waar de (holistische) homeopathie naam mee heeft gemaakt.

Bovenstaande past naadloos in de omkeringgedachte die Twaalf aankleeft.

De kijk die we hebben op drugs is intens gemanipuleerd door het establishment. Het besef dat godsdienst opium is voor het volk, of dat materialisme een drug is waarvan de ontwenningsverschijnselen menig ‘patiënt’ tot zelfdoding aanzet doet de fanatieke manier waarop marihuana, LSD of opium in het taboeregister zijn opgenomen wat merkwaardig overkomen. Maar ook hier wordt de strijd tussen cultuur en natuur nog niet beslist door het hart maar door aandeelhouders van de Moloch BV.

Het kruis is een samenkomst van tijdelijkheid en oneindigheid, zeg maar van leven en dood. Vluchten is een onderdeel van het grote kosmische spel waaruit geen vlucht mogelijk is. Zelfdoding maakt geen einde aan begeerte en lijden. Het kruis hier gaat niet over het gewone leven en de gewone dood, maar over een dieper, een mysterieuzer samenhang. Inwijding aan het kruis gaat over het opheffen van innerlijke tegenstrijdigheid. Zonder doodsbewustzijn is leven niet meer dan al of niet aangepast gedrag, een litanie van oordelen en gewoontes. Dat wat wij leven noemen, noemt Pirsig een laagvlakte van statische kwaliteiten; hetgeen dynamische kwaliteit overlaat aan wat wij dood noemen. Wie dat tot zich door laat dringen moet zich wel verbazen over hetgeen totem en taboe met ons begrip van tijdelijkheid en oneindigheid hebben gedaan.

Tussen spel en knikkers gaapt een kloof (een spleet of gespletenheid) waarboven de Gehangene aam zijn versleten navelkoordje bungelt.

De schijn dat zij die voor de winst (statisch) gaan en niet voor het spel (dynamisch) ook werkelijk kunnen winnen trekt twijfelaars van alle tijden uit alle windstreken over de streep. Heel stiekem geloof ik dat al die investeringen in het allerallernieuwste, in de resultaten van andermans creativiteit, veel beter gebruikt kunnen worden voor een universele inspanning ter bevordering van een helderder begrip van waar we nu precies op afknappen en waar we nog naar durven reiken. Wellicht zou dat de verwaarloosde studie van mythologie, etymologie en archetype een nieuwe impuls geven. Mogelijk kunnen we zelfs een reis aanvangen die ons over al die bewustzijnsstromen voert waar ik de vragen verwacht te vinden die ik nu nog niet stellen kan of mag, maar die wel aan de orde zijn. Misschien vind ik er zelfs de sleutels waarmee ik me van mijn ketens kan bevrijden.

+, of liever X, is een kruis, een aanduiding voor alles dat mysterieus is en wonderbaarlijk; en wie wil daar niet aan hangen? Twaalf, staat voor het Kruis, symbool van alle vermeende verschillen tussen EENHEID en VEELHEID, is het Getal van Inwijding en Innerlijke Openbaring, en verwijst naar de 12 bewustzijnsstralen, de twaalf tekens van de horoscoop, maar vooral ook naar het 12de beeld. Vissen die in staat zijn de collectieve tendenzen te doorzien en te transcenderen, zijn de bewoners van een onderwereld en vertellen het verhaal over de uiteindelijke bewustwording van alle onbewustheid. Als ik me daar iets bij probeer voor te stellen kom ik in ademnood, en zuurstofgebrek in de hersenen leidt al gauw (hoe ik het ook draai of keer) tot hallucinaties.    

Tibetanen, Egyptenaren en andere Nobele Wilden schreven hun dodenboeken. Wij schrijven ons Boek van het Leven en beseffen onvoldoende dat de twee als een eenheid bestudeerd dienen te worden. We hebben toegang tot beide. Totem en taboe bepalen tot welke laag van informatie we ons beperken.

De naam van de Gehangene had ook ‘Oorzakelijkheid’ kunnen zijn. Als de exclusiviteit van het kiezen balanceert met de inclusiviteit van vereniging ontstaat een helderder beeld van de eigen biografie en de onafwendbaarheid van de vaak zo slecht begrepen kapriolen van het noodlot.

Het is niet moeilijk in de diepe schacht van Elf, naast lust, ook de aanwezigheid van emotie en angst te vermoeden. Angst reflecteert nogal eens het ontbreken van moed, en moed associeert met het hart. Wie niet vanuit het hart te durft te leven kan het kruis aanbidden; er zich mee te verbinden zal  niet lukken, althans niet op de manier die in het mysterie van 12 gevonden kan worden.

Er wordt beweerd dat het enige waar we angstig voor zouden moeten zijn de angst zelf is.

In de reeks van drieën past de behandeling van angst en de betekenis die we daar aan toekennen ongetwijfeld het best in de sfeer van de Duivel (15).

Omdat het KRUIS nu eenmaal ook in broekje en slipje om aandacht schreeuwt valt er in 12 voor liefhebbers toch heel wat te onderzoeken.

De angst afgewezen of verlaten te worden, de angst niet goed genoeg te zijn, doet in de liefde wat het niet laten kan en voor we het weten klampen wij liefhebbers ons vast aan het object van onze liefde. Als dat het geval is valt deze conditie onder de verslavingen en kan ik die projecteren op 15, de Duivel.

Er schieten doornen uit de angst die ik hier in 12 zichtbaar wil maken. Of ik echter ‘doordring’ of ‘doordrongen wordt’ er wordt een vorm van EENHEID bereikt.

Het is ook goed en juist te bedenken dat het vuurelement niet alleen over spiritualiteit gaat maar ook over seksualiteit. Seks wordt wel de kleine dood genoemd. Het kleine orgasme van het bruidsbed verwijst naar een orgastische staat van bewustzijn, samenvallend met elke verbinding die we kunnen maken in welke tegenstelling dan ook.

De kleine dood alleen maar te associëren met een post-coïtum, voldoet niet. De val uit de EENHEID is een veelomvattender ervaring dan die we aan het einde van wat seksueel vertier ervaren. Die ervaring kennen we al vanaf het moment dat we geboren werden en afscheid moesten nemen van de eenheid die we met moeder hadden, en nog ingrijpender, met de eenheid van het bewuste en het onbewuste.

Wat de spiritualiteit van het kruis betreft moet ik me ook opmerkingen over de ‘Vreze Gods’ uit de Bijbel voor de geest halen. Hoe we het ook bekijken, angst voor het onbekende en dus ook voor een nog onbekende staat van bewustzijn blijft ons begeleiden tot een moment van groter inzicht. Dit soort angsten zijn herkenbaar voor elke scheppende geest. De mogelijkheid van een depressie na het voltooien van een werkstuk dat onder grote concentratie tot stand is gekomen aan de ene kant; aan de andere kant het nog geheel maagdelijke doek dat alles kan worden maar niets is.

Dat het niets in Minimalistisch Kunst meer dan ooit onderzocht wordt is een interessante ontwikkeling, en kan opgevat worden als een verschuiving richting Sjamaan, de verpersoonlijking van de ‘Fool’.

In het Nieuwe Testament staat het kruis centraal. Het staat daar als een verkeersteken op de tweesprong naar schuld en verlossing. Bij het openen van de bijbel krijgen we toegang tot een kosmos van symbolen. Er is geen gebruiksaanwijzing. Wil ik me daar een weg banen dan zal dat alleen lukken wanneer ik vaardigheid ontwikkel in het maken van vergelijkingen. Ik kan het boek op elke willekeurige plek openen. Vergelijkingen vol van omdraaiingen en spiegelbeelden stromen alle kanten uit. Het kruis als een centraal punt te zien waar al deze stromen samen komen is een mogelijkheid. Maar het kruis zelf stroomt ook in alle richtingen. Het is als de zwaartekracht. Alles trekt aan alles. En daar waar het kruis het pad kruist van een ander symbool valt niet uit te maken wie of wat op deze ontmoeting uit is geweest. Veel van de belangrijkere gebeurtenissen leken me, hoe onterecht misschien ook, eerder te overkomen dan dat ik ze zocht.

Pak ik verleden en toekomst samen in EEN heden, een simpele meditatieve ontspanning, dan haal ik tijd, een fenomeen waar we het gedrag van denken te kennen zonder te weten wat het is, uit de sfeer van de zogenaamde werkelijkheid en staat alles met elkaar in verbinding. De mythe zegt, Jezus bracht zijn offer voor alle mensen, van alle tijden, voor alle staten van bewustzijn, voor alle fysische toestanden die ik me kan voorstellen. Alles wat daar voor nodig was, was het leven los te laten. Het eeuwige leven wordt een exponent van het opgeven van de tijd die ik dacht te hebben. Om het te winnen moest ik het verliezen.

Vanaf dit inzicht wordt elke ontmoeting een aanval op datgene wat zo verschrikkelijk afhankelijk is van ruimte en tijd; het ego. Het ego rekent en tijd moest daar wel het resultaat van zijn.

Het ego, die moeilijk te splitsen kern die bijna alle energie aanwendt om dat wat het denkt te zijn in stand te houden. Maar tijd stroomt en ruimte zet uit of krimpt. Ego voert een strijd die echt nooit en te nimmer gewonnen kan worden.

Voor het doel dat we nastreven maakt het niet zo veel uit welke pagina van het boek we openslaan; waar onze symboolstudie begint. We komen er snel genoeg achter dat symbolische teksten steeds weer dezelfde stadia van menselijke evolutie beschrijven. We dragen dat kruis met ons mee, altijd. We overdrijven het belang van persoonlijke aanwezigheid in de wereld. Maar het onbewuste weten dat we niet van deze wereld zijn blijft dat belang relativeren, zo niet ondermijnen.

Godsdiensten immobiliseren de openbaringsstroom. Dat wat duizenden jaren geleden gedroomd en geduid werd moet, ondanks een totaal gewijzigde context, ook nu nog op dezelfde manier (waar) zijn. Wetenschap, het denken zelf, loopt altijd het risico concepten te scheppen die de stroom van intelligentie en leven in de weg zit.

Het schizoïde talent leest de tekens op aanwijsborden en gevarendriehoeken, en is gevoelig voor de mogelijkheid van misleiding. Hij ziet als het ware de achterkant van alle goede bedoelingen. Hij ziet de schaduw in de mens, een sinistere projectie van de eigen dubbele natuur.

Machteloosheid zit in het hier behandelde archetype opgesloten. De Hogepriesteres, die eerste representatie van het vrouwelijke, heeft het al duizenden jaren niet makkelijk gehad.

Is EEN het opgerichte totem, dan is TWEE, alle feminisme ten spijt, het in de grond getrapte taboe. Deze onevenwichtigheid beïnvloedt het gedrag van het Wiel. Dat brengt discontinuïteit in de ontwikkeling van samenleving en individu waarin de delen elkaar tegenwerken (competitie en liberalisme) - of juist samenwerken in consensus waar ze dwars zouden moeten liggen (nationaal socialisme). En zo hobbelen we van collectieve- naar individuele verantwoordelijkheid en visa versa. De staat zegt dat jij verantwoordelijk bent. Jij zegt dat de staat verantwoordelijk is.

Storing in het ene principe verbreekt de balans en wordt vervolgens een storing in al het andere. Niets of niemand is daar van uitgesloten; middels elektromagnetische velden (aura’s?) staat alles met elkaar in verbinding.

Verbinden we totems en taboes met inhouden van een persoonlijk samengesteld symbolisch systeem dan komt er vanzelf een moment waarin we ons ja en nee opnieuw op validiteit en authenticiteit moeten onderzoeken. Het lezen van de aardse werkelijkheid in de hemelse spiegel van de symboliek geeft namen aan inhouden die tot dan onbewust moesten blijven. Het lezen van hemelse inhouden in de aardse spiegel geeft tastbaarheid aan onze diepere aspiraties. De verbreking van deze samenhangen staat gelijk aan angst, paranoia en al die geestelijke dwaalwegen waar het zo onaangenaam toeven is.

Studie van het abstracte kost weinig en levert heel wat op, vandaar mijn overtuiging dat het wel een tandje minder kan met alle inspanningen die individu en collectief steken in steeds meer ‘overleving’. Carrière of opwaartse mobiliteit, allemaal mooi en wel, maar contraproductief als die niet vooral in dienst staan van de reis naar een dieper gelegen zelf. Op die weg hoeven we geen energie te verspillen aan competitie en rechtvaardiging. De doelen die economie zich stelt en de wijze waarop die doelen worden nagestreefd zijn zo dominant mannelijk, met zo weinig vrouwelijke gratie en wijsheid, dat economie langzamerhand beschouwd mag worden als een monster dat de kinderen die wij zijn verslindt.

Met toenemende, maar slecht verdeelde, welvaart groeit het onderlinge wantrouwen. ‘Big Brother is watching you’; elke dag een beetje meer. De niet ontwikkelde gewetensfunctie sta ik maar al te graag af aan buurman, kerk of staat.

Sociale controle, ethische en morele sturing zijn, nu de invloed van godsdiensten afneemt, overgenomen door de staat, een staat waar dokter, S.P.D.’er en politieman ons knevelen met maatregelen en babbels die ons rustig moeten houden. Kalmerende middelen concurreren met illegaal verklaarde drugs, en de politieman ziet er op toe dat we slikken wat de dokter (lees farmaceutische industrie) voorschrijft en niet wat het kruidenvrouwtje aanbiedt. Maar ook de media en de vermaaksindustrie doen hun lucratieve best ons aangenaam verdoofd te houden. Ik wijs hier geen daders en slachtoffers aan. Zij spelen samen een spel waarin niemand geloofwaardig is, laat staan een of ander gelijk kan opeisen. Iedere deelnemer kan elk moment uit deze ‘charade’ stappen als hij of zij dat wil. Zelfs in gevangenis of strafkamp kunnen we ophouden voedsel aan te nemen of te luisteren naar wat ons bevolen wordt. In de geest zijn we altijd vrij. Of niet! Die keus moet iedereen voor zichzelf maken.

Drie is niet alleen het getal voor moeder en kind, het is vooral ook het getal van de natuur.

Sommigen onder ons zijn er op uit de natuur te redden. In auto en vliegtuig begeven ze zich op hun milieudefensieve pad om deel te nemen aan protesten en confrontaties die vrijwel altijd uit de hand lopen en tot stevige knokpartijen leiden met het in zwart geklede gezag, liefst te paard, dat ook allemaal weer aangevoerd wordt met op ‘super’ lopende vervoersmiddelen.

Ik zou denken dat de natuur er niet is om beschermd- maar om beleefd te worden. Als die beleving er is dan laat je het wel uit je hoofd om voortdurend de wereld rond te vliegen of voor autovervoer te kiezen wanneer het met trein of bus kan; om over fietsen of lopen nog maar te zwijgen. Maar onze economie schijnt van ons te vergen ons wel zorgen te maken over wat er nog aan natuur is overgebleven maar niet te denken dat wie van ons dan ook, daar iets aan zou moeten doen, ondanks alle lippendienst aan persoonlijke verantwoordelijkheid en het heil dat we mogen verwachten van spaarlampen waar maar enkele milligrammen kwik per exemplaar in zit. Zolang je dat niet met enkele miljarden vermenigvuldigd niets om je zorgen over te maken! 


 De spanning tussen 1 en 2 is de spanning tussen ja en nee, en zeker ook die tussen hoofd en hart. Dat EEN hier vóór TWEE komt doet vermoeden dat het maken van keuzes toch vooral aan de eisen van onze blinde Magiër dienen te voldoen.

Vertaal ik dat naar de behoefte aan een of ander godsbeeld dan zie ik direct de keuze die gemaakt moet worden tussen een ‘god der wrake’ en een ‘god van vergeving’.

Ondanks de schijnbare tegenstelling tussen deze twee beelden worden ze verenigd in de constatering dat ze beide projecties zijn van zeer menselijke sentimenten waarin angst en hunkering veel voorkomende ingrediënten zijn.

In godsdienst, en die waait door het getal 12 zoals mythologie dat deed in 11 en het animisme in 10 zijn de ideeën van schuld en boete, maar dus ook van vergeving, uitgewerkt tot een systeem van sociale beheersing dat nauwelijks fijnzinnig is te noemen.

Konden in de mythologische fase Goden en Godinnen nog op vele manieren tot expressie worden gebracht, in de Godsdienstige sfeer wordt deze keuzevrijheid desnoods met geweld onderdrukt. Het zelfde gebeurt met het Woord. Was het Woord in de mythologische fase levend en verbonden met de uitgestrektheid van het firmament (elke god, elke godin was in de meest letterlijke zin een Ster); in de godsdienstige ruimte verwijzen woorden alleen nog maar naar een of ander gecanoniseerde betekenis die gecontroleerd wordt door een zorgvuldig in stand gehouden hiërarchie. Het levende woord is overleden, onze verbinding met de hemel is afgesneden en kan alleen terugverdiend worden met het kopen van aflaten en door onderwerping aan de ‘onfeilbaarheid’ van het gezag.

Wat het bewustzijn betreft is een heel groot deel van de eigen inhoud verboden terrein geworden. Dat is goed voor de psychiatrie en de pillendraaiers maar neurose en psychose bloeien op en dompelen individu en samenleving in een onderwereld waar het pandemonium van het strijdtoneel aan de oppervlakte nauwelijks meer doordringt, afgedekt als het is met halve waarheden en onbeperkte consumptie, escapisme en zelfmisleiding..

Hoe zieker en zwakker de gebonden gelovigen, hoe groter de macht en de controle van de zichzelf aangestelde vertegenwoordigers van de vooruitgang, de enige echte waarheid waar wij allen maar beter in kunnen geloven. Bang te zijn voor de vreemde- en niet voor de eigen godsdienstige (lees ‘ideologische’) ruimte volgt een oud patroon van verdeel en heers. De holistische afkomst is een dunne, rechte lijn geworden waar, als je hachje je lief is, maar beter niet van afgeweken kan worden.

Deze onbevredigende toestand brengt de bereidheid er uit te stappen dichter bij. En deze bereidheid verbindt zich, dat kan niet anders, met al onze werken en structuren. Suïcidaal gedrag bedreigt nu elk mens in alles wat die voortbrengt.

Gelukkig kunnen ook godsdiensten de spirituele kern niet echt raken, laat staan verwoesten, waardoor er toch een bijna onzichtbaar evenwicht blijft bestaan tussen waarheid en leugen.

Wanneer ik me tot de traditie wend, worden me kruizen aangeboden in allerlei vorm. Hoewel elke lijn in dit kruizenverhaal wel iets toevoegt aan de relatie tussen wereldlijke en hemelse interessen, en de spanningen die er tussen deze twee bestaan, beperk ik me hier tot het Latijnse Kruis , het Sint Andreas Kruis ´ en het Griekse Kruis +.

Voor iemand die een evenwichtige menging van de vier elementen voorstaat zal het Griekse kruis de voorkeur genieten.

Het Latijnse kruis heeft de horizontale balk een stuk boven het hart geplaatst. Het verhaal van de rede staat in dit kruis kennelijk in hoger aanzien dan het verhaal van het hart.

Zagen we in 4 dat het aanbrengen van de diagonalen de mogelijkheid het hart te peilen binnen bereik brengt, dan past ´, beter in het verhaal dat ik zoek te vertellen dan .

Barbara Walker ziet een verbinding tussen het Latijnse kruis en de vogelverschrikker, die weliswaar zelden een vogel afschrikt, maar die als herinnering aan de ‘oergekruisigde’ geheimen representeerde die de Latijnse kerk voor zichzelf opeiste. De eerste kerkvaders moesten niets weten van een kruis dat verwees naar oudere ‘Savior Gods’

In deze oude context moet gedacht worden aan oeroude competitie tussen goden en godinnen onder elkaar.

Mariakapelletjes op elke driesprong namen het op tegen dat heidense kruis. Het lijkt er dan ook op dat godsdiensten minder te maken hebben met openbaring dan met menselijke ontwikkeling, en de strijd tussen de machten die daar richting en leiding aan geven.

In de Engelse taal is een vogelverschrikker een ‘scarecrow’; en de kraai was al in de oudste tijden een complex symbool van de schepper van de zichtbare wereld, symbool van beschaving en spirituele kracht. In de overgang van mythe naar rede zoals die in de klassieke oudheid zijn beslag kreeg bleef er van de uitgebreide symbolische betekenis van de kraai niet veel over, maar de mening dat de kraai de toekomst kon zien bleef overeind. De Roomse Kerk moest daar niets van hebben. Als er al wonderen’’  bestonden was het wel zo aantrekkelijk dat te reguleren en toe te voegen aan de strategische middelen waarmee Rome haar macht en controle zocht uit te breiden, of tenminste te bestendigen.

De symboliek van de kraai hecht zowel aan de aaseter als aan het aas. Wij mogen niet denken dat de consument al consumerend zelf geconsumeerd wordt. En heel wat van mijn klanten blijken van orakel naar orakel te bewegen zoals een consument van kiloknaller naar de aanbieding van de eeuw holt.

Maar toch! Vrij naar Beaumont (Zie Cirlot) staat de kraai voor een isolement zoals die ervaren wordt door diegenen die het collectieve bewustzijn zijn ontstegen, en dus (aldus Beaumont) op een superieur niveau zijn aangekomen.

 ‘If you can’t win join them’. Tenslotte, maar niet eerder dan in de 4de eeuw, begon het kruis zich te ontwikkelen als het centrale symbool van de Christelijke Godsdienst; een kruis dat niet in balans is en waar hemel (en hel) belangrijker worden gevonden dan de aardse interessen, ofwel de eisen van voortgaande incarnatie. Voor die tijd bediende het vroege Christendom zich van de vis als het centrale symbool van Jezus Christus, het 12de teken in de dierenriem.

Juist omdat het Kruis zo een belangrijke rol speelt in mythologie en godsdienst, maar ook in de rekenkunde waar + samenvoegt om in ´ te transcenderen, is het noodzakelijk er bij stil te staan en de betekenis op mij in te laten werken. Als ik moet hangen dan wil ik tenminste weten waaraan ik hang.

Ik onderscheid twee hoofdrichtingen in de betekenis van het kruis. De eerste is de verwijzing naar de levensboom, de tweede die naar de kruisiging, het offeren van jezelf aan een hoger doel.

In de kabbala is het kruis (de levensboom) het centrum van de kosmos, en omdat bewustzijn van elk mens centrum is van de eigen horizon, valt dit centrum samen met mijn bewustzijn.

De levensboom is ook die kosmos zelf, volgens Dion Fortune een woestijn met 10 sferen die ze oasen noemt, en die de tocht door de woestijn mogelijk maken. Vertrekkende van de ene hoeven we slechts kennis te hebben van de volgende om de reis door dood en levensvijandig gebied mogelijk te maken. Van NUL naar EEN en van EEN naar TWEE enz. Zonder die kennis kunnen pogingen dit soort reizen te maken beter achterwege blijven; tenzij je levensmoe bent.

Fortune, een kabbalist, ziet in haar boom ook een rekenliniaal waarmee we de reis door onze (onbekende) ziel maken, en waarmee we de ingewikkeldheden door middel van berekeningen toegankelijk hopen te maken. 

De paden tussen deze 10 sferen komen inhoudelijk overeen met de 22 Grote Arcana van de Tarot. Een student die zich een beeld heeft gevormd van de 22 paden hoeft zich slechts de namen en de attributies van de 10 sferen eigen te maken om een rijk en beproefd model aan zijn bagage toe te voegen waarmee de reis kan worden voortgezet.

De kruisiging stelt de indaling van geest gelijk aan een wereld van opkomende manifestaties. Geest wordt logos genoemd, maar vooral ook ‘God’, het principe dat aan ‘het bestaan’ van het universum ten grondslag ligt. De oorsprong.

Ansluitend op de cultuur waarin we ons bevinden is het occultisme, net als psychiatrie, in eerste instantie een meer of minder geslaagde poging het denken weer stromend te krijgen. Om gevoeliger te worden voor de fijnere energieën moeten de muren die door mentaliteit zijn opgericht geslecht worden. In die eerste aanleg staan woordbeelden en taal centraal. Dit retorische werktuig verbindt logos met pathos en ethos; bundelt als het ware rationaliteit, authenticiteit en emotionaliteit in één programma. Logos is de verticale balk. De wereld van manifestatie, van gevoel en emotie is de horizontale balk. Als het wat indaling betreft om een afgebakend moment ging, de geboorte bijvoorbeeld, dan zou er geen hoofdstuk 12 nodig zijn om dit proces verder te duiden. Hoofdstuk 3 zou voldoen. Betrek ik echter alle manifestaties van een gegeven incarnatie in dit geboorteproces dan is de Gehangene een authentiek archetype (vol en ledig) dat mede vorm geeft aan elk moment van mijn bestaan. Authenticiteit is het hart van het kruis.

Occultisme ligt straatlengtes voor op de psychiatrie. Occultisme heeft nooit een medisch model of een ander modern rationeel gepresenteerde wetenschap hoeven te omarmen om geaccepteerd te worden, maar als rechtgeaarde eclectici mogen occultisten er wel naar hartelust uit lenen. Dat veel psychiaters niet zien waarom ‘sommige’ patiënten zo verkwistend met leven en gezondheid omgaan komt ongetwijfeld door een veel te grote broek die opgehouden moet worden. Als je academicus bent, je staat op een academische loonlijst, genietende van academisch inkomen en prestige, dan doe je toch gewoon mee met elke hersenscan die de kassa doet rinkelen. Dan zijn we eigenlijk al overtuigd van het feit dat irrationeel, onaangepast of crimineel gedrag haar oorsprong vindt in breinfuncties of  in erfelijke factoren. Maar het ‘oorzaak en gevolg verhaal’ dat hier gezocht en verdedigd wordt vindt geen aansluiting bij een werkelijkheid waar nu juist alle componenten in een vergelijking of in een hypothese delen zijn van een EENHEID die niet middels woorden maar misschien wel in innerlijke bewustzijn tot ervaring kan worden gebracht. Dan echter moet er wel ruimte worden gemaakt voor het bestaan van de idee van EENHEID. Eerder vermeldde ik dat EEN de bouwsteen is van alle getallen. Deze EENHEID te ontkennen doet de psychiatrie met lege handen staan. Oorzaak en gevolg zijn EEN en de patiënten weten dit en keren zich in steeds groter getale tot tovenaars, heksen en wat het alternatieve milieu maar verzint om ook een graantje mee te pikken.   

In het Latijnse kruis is de lengte van de verticale balk groter dan die van de horizontale; hetgeen me doet denken aan wat wel ‘information overload’ wordt genoemd. Het incarnerende potentieel is groter dan de matrix waarin de manifestatie van dat potentieel tot stand komt. Groei is geen optie maar een dwingende opdracht; elke bepantsering kan nooit meer dan tijdelijk zijn. Op de ‘overload’  hebben we niet altijd directe invloed; op die bepantsering wel.

In de ‘echte’ kosmologie is 90 % van alle materie die volgens zwaartekrachtmetingen zou moeten bestaan zoek. Ik denk dat een gemiddelde kosmoloog daar redelijk gestoord van kan raken.

De keuze hier is: of de theorieën kloppen niet, of het zintuig waarmee ik deze stof zou moeten waarnemen werkt niet. De woorden, ‘wie oren heeft om te horen’, beschouw ik als een klemmende oproep die van toepassing is op alle zintuigen.

Op mijn innerlijk worden bombardementen van aandoeningen, beelden en stemmingen losgelaten waar maar in zeer beperkte mate vorm aan gegeven kan worden. Het exces moet, als ik de rust wil bewaren, verdrongen worden of platgespoten.

Onderdrukking echter is geen oplossing.

Verheldering hier zal niet gevonden worden in de bewustzijnsvernauwing die de gemedicaliseerde psychiatrie aanbiedt maar wel in vereende pogingen ideologisering bloot te leggen, op te ruimen en de ontstane ruimte voor zich te laten spreken zodat er gezien kan worden wat er te zien valt en gehoord kan worden wat er te horen is. Dit stelt hoge eisen aan het gehele organisme dat ik ben.

Tussen de Spartaanse aanpak van de sjamaan en ‘de humaniteit’ van de 21ste eeuw kunnen wegen gevonden worden die aan de innerlijke spanningen van mens en samenleving een  goede draai geven. Dan moeten we wel hopen dat onze humanisering niet ook een van die ideologieën is. Mocht dat toch zo blijken te zijn dan vallen we vanzelf terug op de ‘onmenselijke’  methoden van de oude sjamaan.

Zintuigen die nog niet goed functioneren zijn onderwerp van gesprek in occulte, spirituele en parapsychologische kringen, of horen dat te zijn. Is het al niet eenvoudig om de buitenwereld helder waar te nemen, mede ook dank zij de brede acceptatie van allerlei vooroordelen in een wereld waar lang niet alles is wat het lijkt te zijn.

Zelfwaarneming ligt nog ingewikkelder. In plaats van ‘kijken naar’ wordt hier gevraagd om  een ‘kijken in’. Ontwikkeling en integratie van intuïtie en empathie staat nu centraal.

Hoe harder ik het probeer hoe minder het lukt. In de binnenwereld heb ik niet alleen met mijn eigen ideologieën te maken maar ook met de vreselijke dingen die ik sommige mensen heb aangedaan en waar ik maar geen vergeving voor kan vinden. Hoe kan ik onder die omstandigheden stil en helder zijn?

Wat me opvalt in de Gehangene is zijn overgave, en zijn sereniteit. De vereniging met het kruis lijkt wel wat op de condities die ik verwacht na gebruik van de Heilige Paddestoel.

Ze doen me vervolgens ook denken aan de apathie van de verslaafde pilletjesslikkers omdat slapeloosheid en angst in ons eindeloze conflict met de natuur onbehandelbaar worden bevonden. Juist nu ik dit opschrijf hoor ik stemmen opgaan dit soort bewustzijnsverlagende middelen uit het de verzekering te halen. Ik ben benieuwd waar al die verslaafden dan hun heil gaan zoeken. Als gevolg van onderdrukking was de groei van een onderwereld (onderbewuste) op het Latijnse kruis altijd al een gegeven. Godsdienst, psychiatrie en criminaliteit voeden elkaar.

Bach’s muzikale en dichterlijke, ‘Ich ende behende mein irdisches Leben’, opent een mystiek die wel heel bijzonder lijkt te passen bij de Gehangene die ik al jaren als mijn favoriete archetype beschouw.

Na veel overwogen- en ook wel wat geleefd te hebben komt er een moment dat je vreemde constructies creëert of accepteert met als doel een bewustzijnseffect te realiseren die je een nieuwe stap laat zetten in je evolutie. En dat zal per definitie altijd een fijnere afstemming zijn tussen denken, voelen, willen en aanvaarden. En dan zal het ook zijn of al de woorden en de ideeën die we gebruiken meer glans hebben gekregen; alsof ze meer leven.

En beleefd worden! Want dat is wat ik verwacht dat incarnatie wil. Steeds meer diversiteit, steeds meer schoonheid en steeds meer betrokkenheid.

Ik beweer niet dat je aan- of van de drugs moet of dat je ook maar één woord van bovenstaande hoeft aan te nemen.

Het is mijn overtuiging dat ieder individu een eigen onderstroom bezit waar de dingen nooit helemaal zijn wat ze lijken te zijn. Daar bestaat een droomtaal die ons nooit verlaat, en die eindeloos doorgaat met het aanbieden van al of niet rationele oplossingen. En er komt altijd een moment dat je daar ontvankelijk voor blijkt te zijn. En misschien maak je dan zelfs een moment mee waar je denkt: ‘O God laat deze beker aan mij voorbij gaan’; ook al weet je diep van binnen dat je dan wel weer even die lang gezochte graal aan je voorbij laat gaan.

Troost je, achteraf gezien was dat nooit meer dan een moment. En wie faalt komt via het Wiel toch steeds die keuze weer tegen. Sta op en zondig niet meer.

In Twaalf gaat het er om dat het vinden van je draai meer oplevert dan tevredenheid.

In Twaalf kent elk deeltje zijn tegendeeltje, elke graad zijn oppositie. Deze toestand, zeggen de theoretici, kwam voor in de eerste ogenblikken van het ontstaan van het heelal. Ook de terugkeer naar  een holistische staat van bewustzijn begint met een knal. Voor het innerlijk gehoor klinkt die als de vrijkomende kurk van een champagnefles.

Twaalf kan vergeleken worden met een ‘oerknal’ In yoga is het de eerste bewuste ervaring die we met kundalini opdoen.

De omdraaiing aan het kruis zet alle tegenstellingen op zijn kop. Wat de hoogste prioriteit had zakt naar de onderkant, terwijl de onderkant (alle kwetsbaarheid van DRIE en de DERDE wereld) naar de top stijgt van onze prioriteiten. Normen en waarden, deeltjes en tegendeeltjes; alles wordt nieuw. Wat we er ook van moge vinden! 

Wie zich die omslag niet kan voorstellen mag een realist genoemd worden, hoewel realisme hier ver te zoeken is. Daarvoor hebben we al teveel energie gestoken in humanistische ideaalbeelden waarvan de mensenrechten, hoe gebrekkig ook verdedigd, het voorlopige boegbeeld zijn. Vrijheid van Geest, gelijkheid voor de Wet en broederschap in het Economische leven blijven als hogere waarden, na hun revolutionaire ontstaan, zoeken naar indaling in het holistische patroon dat we creatie, manifestatie of incarnatie noemen; een evolutionair proces.

Net als de moed die nodig is om leven te verkiezen boven overleven kunnen de keuzes alleen vanuit een groeiend Zelf gemaakt worden. Ze kunnen niet opgelegd worden. De keuze tussen goed en kwaad is een onderscheid tussen licht en duisternis. Wie het licht zoekt doet dat vanuit de duisternis. Er is geen alternatief. Dat het juist zwart is waartegen kleuren hun meest briljante, hun meest psychedelische aard prijs geven was voor velen onder ons een verrassing.  

De schizofreen die ik ben heeft altijd al vermoed dat er persoonlijke aansprakelijkheid bestaat voor alles wat er mis is in de wereld. Het vrijwillig opnemen van deze verantwoordelijkheid lijkt zoveel moeilijker dan een simpele daad van zelfvernietiging.Het einde van de angst voor verlies van allerlei gewoontes, begeerten en bevredigingen. Het einde van de persoon die we tot aan dit moment dachten te zijn, een identiteit die zich zo lang teweer heeft gesteld tegen ontmaskering dat het is gaan lijken op een onneembare, militaire vesting.

Ook daar hoef ik niet te zwaar aan te tillen. In voetbalstrategieën wordt de verdediging gezien als de basis voor de aanval. De verdediging verdedigt de Nul, en in een symbolische context is daar niets mis mee, zolang de Nul geduid blijft worden als een volle leegte die ons informeert over de leegheid van ons volle bestaan. Wedstrijden die volle stadions trekken, een kinderspelletje dat het bloed doet koken en supportergroepen opzet tegen supportergroepen die vervolgens elkaars koppen zoeken te snellen. Zie hier het eeuwige kind; in alle schoonheid en in alle corruptie.

Dat Twaalf ondanks schuld en boete, niet is gediend met harde oordelen lees ik bij Paulus wanneer hij zegt: ‘Wee hem die als verworpeling anderen bepreekt’.

Ik voeg daar luchthartig aan toe: ‘Ontwaakt, verworpenen der aarde! Ontwaakt, verdoemde in hongers sfeer’. En dan heb ik het uiteraard over mijn eigen geestelijke honger, een honger die mij toch steeds weer laat zeggen: ‘Uw wil geschiedde op aarde zoals in de hemel..’.

Ik vond bij Graham Greene in ‘Het Einde van het Spel’ dit prachtig schizofrene gebed:

‘Lieve God, ik heb geprobeerd lief te hebben en ik heb er zo’n chaos van gemaakt. Als ik U kon liefhebben, zou ik weten hoe ik hen moest liefhebben. Ik geloof het sprookje. Ik geloof dat U geboren werd. Ik geloof dat U voor ons stierf. Ik geloof dat U God bent. Leer mij liefhebben. Mijn eigen pijn kan me niets schelen. Het is hun pijn die ik niet kan uithouden. Laat mijn pijn eeuwig blijven duren, maar maak een eind aan de hunne. Lieve God, als U maar voor een tijdje van Uw Kruis kon afdalen en mij Uw plaats liet innemen. Als ik kon lijden als U, zou ik kunnen genezen als U’.

Het is niet allemaal kommer en kwel. De Asen uit de Edda staan voor Goden en Godinnen. De Azen in de hofkaarten staan voor TIENEN of ENEN. Er is een tijd geweest dat vrouwelijk en mannelijk bewustzijn evenwichtig in de EEN (in een Aas) gerepresenteerd waren. Yin en Yang symboliseren die toestand helder en effectief.

In onze dagen wordt de gedachte opgedrongen dat al het goddelijke mannelijk is. Dit misverstand is de grondslag van de crisis waar we in 12 naar zitten te kijken.

EEN is mannelijk en TWEE is vrouwelijk; dat zijn indelingen waaraan mijn modernistische, ordenende geest kennelijk behoefte heeft, maar die orde vindt geen basis in de mythologie. VEELHEID roep altijd om EENHEID, zoals het hoofd het niet kan stellen zonder het hart.

Het meeste leed wordt geleden omdat we ons de EENHEID niet meer kunnen voorstellen. Uitbreiding van het voorstellingsvermogen is de oplossing van de kwaal. Dat de dominees van de geest, de baronnen van de markt of de verleiders van welke ideologische snit dan ook geen boodschap hebben aan verruiming van bewustzijn of aan toenemende zelfkennis komt overeen met het simpele gegeven dat getal in die kringen niet als kracht maar als macht wordt gezien.

Dominantie van bepaalde waarden en normen kennen gewoonlijk een lange geschiedenis van strijd, indoctrinatie, manipulatie of zelfs dwang. Samenzweringstheorieën in reactie hierop bloeien net zo welig als brandnetels op mijn afvalhoop.

Ik zoek de verklaring voor allerlei onvolkomenheden liever in de archetypische binnenwereld. Het is niet het probleem dat aandacht verdient maar de persoon die al of geen aandacht geeft.

Als de kunst van het leven tot in haar nerven getest wordt moet aandacht, moet alle aandacht, geconcentreerd worden op de mentale en lichamelijke ademhaling. Er mag geen snippertje energie vermorst worden, aan geen enkele spanning vastgehouden worden. Onstandvastigheid in concentratie kan bij hoge energie leiden tot shock en erger.

Ik denk dat elk mensenleven een leven is aan het kruis van de horizontale en verticale verlangens. Wordt deze gedachte aanvaard en uitgewerkt in beeldvorming en gedrag dan staan we al met één been in de hemel, dan wel in het grotere bewustzijn. Overleven en eeuwig leven liggen net zo dicht bij elkaar als we toelaten.

De kleur van dit hoofdstuk is groen. Hoe meer we onze plek in de ecologie ondermijnen hoe meer groene partijen we zien ontstaan. Het uitgangspunt van dier, plant en mineraalvriendelijke politiek is dat we nu moeten redden wat er nog gered kan worden. Ik geloof niet dat deze insteek de resultaten gaat opleveren die we zoeken. Natuur is er niet om gered- maar om beleefd te worden als constitutionele grondtoon op de weg naar zelfkennis. De aanname dat de mens is opgebouwd uit sterrenstof suggereert hoever die menselijke natuur zich uitstrekt. Komt beleving van deze aanname op gang dan is het ondenkbaar geworden onachtzaam met de aandoeningen van het hart om te gaan.

Het begint te dagen. Dat doet het altijd. In pijn en wanhoop kun je het keren zien naar dat immense niet geïntegreerde deel van onszelf. De verloren zoon moet te eniger tijd toch altijd weer thuiskomen.

Als de 12 Huizen weer zijn verenigd in één Tempel ontstaat bewustzijn van het vergeestelijkte lichaam, symbool van transformatie in de moeizame uitwisselingen tussen 1 en 2, in de ultieme tegenstelling die TWAALF is.

Geen overwinning door dominantie maar door vereniging. Het is hier dat ons zoeken naar de energie die in fusie gegenereerd wordt vorm krijgt. Dit is de triomf van het Kruis. Het verleggen van de pijngrens (ofwel de lustgrens) tot haar uiterste limiet brengt ons in contact met een wereld van energieën die we natuur noemen.

12 is het getal van initiatie, een priesterlijk getal. De priester is de oudste van de gemeenschap, de man of vrouw die namens de gemeenschap de offers brengt. Zou de priester zoals wij die heden ten dage kennen zich kunnen identificeren met het energieaspect van god en natuur dan zou hij de ‘stralende vreemdeling’, zoals de Christus ook wel wordt genoemd, zichtbaar kunnen maken in eigen geest en natuur.

Dromers, trippers, heiligen, profeten; zij allen kunnen rapporteren dat de visioenen die zich verbergen achter lagen van kramp en pijn, onze bestaande expressiemiddelen te boven gaan. Dat mag dan zo zijn, dat ontslaat mij niet van mijn zelfgestelde opdracht toch een poging te wagen. Drugs, methoden of rituelen die we gebruikt hebben om de innerlijke visie te transformeren worden in Twaalf overbodig. Dat wat brandt hoeft niet meer aangestoken te worden.

De ontwikkeling van jezelf dient geen ander doel dan het in manifestatie brengen van bewustzijn zodat je kunt zien hoe en wat het is. Want dat lichtende wezen in droom en visioen dat ben je toch echt zelf.

Joachim Bunders

Vervolg: Vallen in getallen hoofdstuk 13: De Dood

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 571 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +