Maar hout en metaal, het buigzame en het onbuigzame, zijn niet van vandaag of gisteren. De schatten die in sprookjes of op het mythische slagveld te winnen zijn, zijn de dingen die nog steeds worden gebruikt in de reclame-industrie: ongelimiteerde toegang tot seks, status, rijkdom en dat soort gouden kalveren. Maar als de norm voor de persoonlijke extase afhankelijk gemaakt wordt van wat per definitie door slechts een minderheid gewonnen of genoten kan worden dan hoeven hel en vagevuur niet voorbij de grenzen van dit leven geprojecteerd te worden, maar hebben we die toestand in ons zorgelijke hier en nu reeds gerealiseerd. Dromen is een heerlijke bezigheid, maar als het niet de eigen dromen zijn die nageleefd worden dan zijn we de schizofrenie dicht genaderd.
De dwerg in ons soort samenleving zou bijvoorbeeld de wetenschap kunnen zijn. Zogenaamde objectiviteit wordt hier ‘waardevrije’ wetenschapsbeoefening genoemd. Een tikfout deed mij ‘waardeloos’ schrijven.
Kijk ik om me heen dan vind ik een hele stoet van dwergen, maar dichter bij huis vind ik hem vooral in mijzelf.
Het ontbreken van een morele dimensie in de werken van de Magiër is een uitvergroting van een slechte menging in de vier elementen.
Elf gaat over de waarneming van het IK door een IK. Dit naar mijzelf kijken activeert de gewetensfunctie. Het is hier dat ik begrijp waarom 11 en 8 (Gerechtigheid) zo makkelijk van plaats verwisselen. Want is geweten niet nauw verwant aan een van binnen uit komende gerechtigheid?
De mate waarin we leven vanuit morele principes die we ons door lust en last hebben eigengemaakt is een toets voor de mate waarin we de vier wezensdelen met elkaar in balans hebben gebracht.
Een goed functionerend overlevingsinstinct wordt in de regel als positief ervaren. Maar als dat zelfde instinct mij er toe aanzet in iedere ontmoeting een bedreiging te zien, of wanneer overlevingsvoorraden en afschrikkingtechnieken zich torenhoog opbouwen tot het formaat van Ford Europa, de Koninklijke Shell of de geprivatiseerde woningbouwcorporaties dan worden dwergen reuzen en de gemiddelde consument die het allemaal heeft toegestaan wordt teruggebracht tot het formaat van de inwoners van Madurodam.
De werkelijkheid van Elf is net zo groot of net zo klein als we ons dat voorstellen. Een goed gebruik van het voorstellingsvermogen wordt bevorderd door kennismaking met en studie van de mythische dimensie. Zo vond ik het verhaal van Balder en Lit in de Edda, een boek dat, anders dan de Bijbel, spaarzaam wordt gelezen, maar dat wel veel dichter bij onze midden- en noordeuropese traditie staat dan die van het nabije oosten. Als het dus gaat om het behoud van contact met je wortels dan mag je je afvragen hoe het toch mogelijk is dat er in ons onderwijssysteem nauwelijks enige belangstelling lijkt te bestaan voor onze meest nabije mythologie. Voor het moment dat ik het onderwijssysteem ontvluchtte had ik nog nooit van de Edda gehoord.
Het materialisme bestaat uit een buitensporige belangstelling voor alles wat meetbaar en vergankelijk is. Onvergankelijkheid; onder dat kopje vinden we mythologie en alle uitingen van de geest. Mijn moeder leerde me dat ik alles kan verliezen behalve wat ik geleerd heb. Met toenemende dementie onder de bevolking lijkt dat onzin maar wanneer in Hoofdstuk 21 het onbewuste bewust is geworden zal toch blijken dat mama gelijk had.
Het verkeerd gebruik maken van Kracht is het gemeenschappelijke element in de vergelijking tussen de ondergang van verschillende beschavingsperioden, instituties of persoonlijke staten van bewustzijn. De eerste vraag waar de Magiër die zijn eigen scheppingskracht begint te ontdekken voor gesteld wordt luidt: ‘Hoe ga ik met die kracht om’?
Martin Luther King schreef zijn ‘Strength to love’, en Maria sprak tegen Elisabeth over het ‘krachtige’ werk dat Hij deed door ‘zijn arm’. En ze vervolgt met, ‘Hij heeft de hoogmoedigen verstrooid’, ‘Hij heeft machtigen van hun troon gestort en eenvoudigen verhoogd’ en ‘Hongerigen heeft Hij met goederen vervuld en rijken heeft hij ledig weggezonden’.
Het komt mij voor dat de inhoud van King’s gedachtewereld voor Wetenschap, Godsdienst of Politiek even onwenselijk is als het Boek der Boeken, dat meest gelezen epos: ‘de Bijbel’.
Wat opvalt is dat het grote, het machtige en het welgestelde deel der mensheid hier als dwergen de desintegratie in worden gedreven en de kleine stemmetjes van het geringe, het machteloze en kwetsbare reusachtig geridderd worden.
Vragen die ik me hier wil stellen zijn: ‘Is het onachtzame gebruik van kracht een uitvloeisel van de overwaardering van de omgeving in combinatie met een onderwaardering van het bewustzijnsaspect, ofwel van de geest?’
‘Is een mens die de geestelijke dimensie niet erkent het Beest van de Apocalyps?’
Helemaal een beest kan het niet zijn, want de potentie tot menselijkheid, tot spiritualiteit is als optie ingeboren.
De dwerg uit de Edda is een aantrekkelijk alternatief voor het beest. De onvolgroeide mens!
In de mythologische sfeer liggen betekenissen niet vast. Ik zie er niets verkeerds in om wat te ‘shoppen’ en uit verschillende culturele achtergronden beelden te verzamelen waarmee ik een zekere affiniteit heb. Puristen kijken neer op de eclecticus en banen zich een weg die net zo recht is als het eigen gelijk. Omdat fundamentalisme in godsdienst en ideologie nog steeds een wereldwijd probleem vormen verdient het aanbeveling in de leer te gaan bij de rondheid van Godinnen, sagen, mythen; en niet te vergeten Vrouw Holle. Dat aan dit rijtje nu ook de quantum mechanica, complexe systeemtheorieën en andere non-lineaire ontwikkelingen in fysica en wiskunde toegevoegd kunnen worden doet vermoeden dat we bezig zijn een kloof te dichten die ons al te lang innerlijk en uiterlijk heeft verscheurd De samenkomst van Geest en Beest, het samen liggen van leeuw en lam, creëert een situatie waarin zowel mentaliteit als vitaliteit een sprong kunnen maken.
Hoe ook, het gaat niet te ver hier vast te stellen dat zij die verantwoordelijk waren voor de inhoud van de Bijbel aanzienlijk meer problemen hadden met het Beest dan die gedoodverfde barbaren die bestreden moesten worden; Noorse woestelingen die in alles geloofden behalve in een mannelijke drie-eenheid.
Samenvattend kan ik nu overwegen of het waar is dat de krachten waarmee ik omga onbegrepen blijven als ik er geen gevoelsrelatie mee aanga. Zonder die relatie kan ik niet weten of ik een vriend dan wel een adder aan mijn borst koester; kan ik niet weten wat goed voor mij is en wat slecht. Als ik zeg ik weet wat ik weet zonder er me bewust van te zijn dat dit weten niet meer is dan een waarschijnlijkheid. Als ik zeg ik geloof dit of ik geloof dat, ik een sympathie uitspreek, een voorkeur die uiterst zelden op rationele afwegingen is gebaseerd.
Als ik dit soort dingen zeg, wat zeg ik dan eigenlijk?
Zonder instincten (de leeuw), zonder intuitie (de vrouw) blijft de ruimte waarin yin en yang gebalanceerd kunnen worden voor ons afgesloten. Het is dat hele fijne gevoel voor situaties, theorieën of overtuigingen die ons kan weerhouden van de inzet van primitieve kracht of uit de hand gierende hysterie.
In mythe en sprookje krijgt het beest een stem. De kikker die gekust wil worden is een amfibie die zich in een vroeg stadium bedient van kieuwen, die zich vervolgens tot longen ontwikkelen.
In 11 zie ik parallelliteit. Het waterdier vertegenwoordigt een heel oude laag in mijzelf. Het landdier, waaronder de mens ook gerekend wordt, heeft een verwrongen relatie met deze laag, overeenkomstig de verdringingen die de psychologische stoornissen opleveren waar psychiaters dan maar wat aan moeten doen. De problematische kant van therapieën die op regressie zijn gebaseerd is, dat niet valt uit te maken hoe ver we terug moeten gaan om bij de oorzaak van welke stoornis dan ook uit te komen. Is de oerknal ons beginpunt of was dat ook slechts een overgang in een ontwikkeling die nog veel uitgebreider is dan we ons kunnen voorstellen?
Oceanen die veranderden in land, land dat veranderde in oceaan; grote, vaak rampzalige gebeurtenissen die dwongen tot aanpassing of mutatie. Sprookje en mythe beschrijven en verenigen de elementen. We gaan niet terug naar een ver verleden, maar we laten dat verleden herleven zoals we bij het bereiken van ouderdom steeds meer herinneringen krijgen aan de kindertijd.
Oude mensen hoeven niet meer zo nodig te overleven waardoor er ruimte ontstaat voor een herschikking van de elementen. In gewone taal heet dat een verandering in prioriteiten. Het ‘zo binnen zo buiten’ is een uitnodiging om de eigenschappen van de wereld ook in de eigen binnenwereld op te merken. Zelfkennis is vooral een zaak van herinnering ofwel van bewustwording van het onbewuste. Dat herinneringen aan een ver verleden vaak samenvallen met het verdwijnen van het korte termijn geheugen laat zien dat het ons nog aan inhoud ontbreekt. Maar het is ook gebrek aan configuratie of synchronisatie waarbij in ons tijdsgewricht het ene soort geheugen ten koste gaat van een ander soort geheugen. De erkenning van het bestaan van emotionele intelligentie was al een hele stap. Als we nu ook nog op het spoor komen van spirituele en fysieke intelligentie dan kunnen boven en beneden, links en rechts uitgelijnd worden tot het perfecte vierkant, tot een concentratie die het ronde bevrijdt en een einde maakt aan al het lijden dat samenhangt met dualiteit. Alleen maar te vertrouwen op mentale intelligentie is niet verstandig. Satprem merkt op: ‘Het mentale is zo scherpzinnig dat het met gemak schapen kan zien grazen op een obelisk’.
Soms worden dingen die we zijn vergeten mysteries of geheimen genoemd. Soms is de concentratie op overleving en op de eisen van de omgeving zo een obsessie dat daar het kritische zelf dat de route moet bepalen vergeten wordt. Herinnering verandert hocus pocus in een weg die bij het Zelf begint. Dit proces is al zo vaak beschreven dat ik me daar niet verder over hoef uit te laten. Yoga, ontspanningsoefeningen, meditatie enz. zijn beproefde methodieken. Er is voor elke smaak wel wat!
10 + 1 = 11.
TIEN representeert de wet. EEN is gekoppeld aan die wet. De wet is gelijk voor iedereen. Toch heeft ieder individu daar een eigen opvatting over. Ik ben het met sommige wetten wezenlijk oneens. Door ze te gehoorzamen pleeg ik verraadt aan mezelf. Ze niet te gehoorzamen brengt mij in contact met de sterke arm.
‘Geeft den Keizer wat des Keizers is en Gode wat Gods is’, staat geschreven.
Meestal wordt dit citaat opgevat als een aansporing om toch vooral je belastingbiljet naar waarheid in te vullen. Maar als ik de context verruim dan zijn respect en gehoorzaamheid ook dingen die we al of niet aan iets of iemand, een partner bijvoorbeeld, geven.
De Keizer doet me denken aan het getal VIER. Problemen met dit getal verwijzen naar concentratieproblemen. Gaat het in concentratie toch aanraken op een ander niveau dan zou men kunnen denken dat concentratie- en relatieproblemen dezelfde afkomst hebben. Het is moeilijk me te beperken tot één zaak!
God staat bij velen op nummer EEN. Problemen met dit getal verwijzen naar problemen met creativiteit of scheppingskracht. Het is moeilijk dan om stem te geven aan innerlijke beroeringen.
De relatie tussen 1 en 4 werd al direct gelegd bij de Magiër die zijn werk verricht aan een vierkante tafel.
Het is alsof ik zachtjes geduwd wordt naar het inzicht dat het er in 11 om gaat evenwicht te bereiken tussen dat wat ik van mijzelf in de wereld wil brengen en dat wat de wereld mij openbaren wil.
Omdat ik innerlijk zo verdeeld ben zie ik ook geen consensus in de wereld om mij heen. Dat wat ik avontuur noem en vrijheid, wordt door mijn omgeving criminaliteit genoemd. Dat wat ik als crimineel beschouw, wordt door mijn omgeving privatisering, vrije markt en geopolitiek genoemd.
Geen stem, geen woorden kunnen vinden die mijn relatie met IK en GIJ verduidelijkt, bedreigt de mogelijkheid de verdeeldheid in mijzelf en de wereld te verzoenen, dan wel op een hoger (dieper) niveau te brengen en integreren. Geschiedenis of de feitelijke situatie waar ik in verkeer zijn meer dan alleen maar een andere wenteling van het Rad. Binnen deze verhalen verbergt zich de openbaring waar elke symbolist naar op zoek is.
Elf is profetie, is het gekwaak van een oude man of het gekakel van een hysterische maagd? Zij die nog groen achter de oren zijn of zij die door jaren van dwaasheid de Nul hebben leren kennen en accepteren, maken een goede kans de magische implicaties van gesproken woord en verhaal te verstaan. Dat dit begrip veelal gezien wordt als een onordelijkheid van de Geest is tekenend voor de mate waarin rechtlijnig-, materialistisch denken de eigen mythische natuur heeft verworpen.
Ik mag geen verstand hebben van chaostheorie; een van de wetmatigheden die er in te vinden zal moeten zijn is dat menselijke complexe systemen zichzelf organiseren, waarbij ‘self-fulfilling’ profetieën een ingrijpende rol spelen. Kan het nog magischer?
Ik heb mijn hersens geslepen aan het ‘Ik en Gij’. In mij is een beeld aan het ontstaan van EENHEID dat afgeleid kan worden uit de merkwaardigheid dat iedereen IK zegt.
Bruno Latour heeft het in ‘Wetenschap in actie’ over de overvloeiing tussen substantie en context.
EEN in Elf staat ook in zo een context. Ik kan zeggen: ‘Ik zie een Linkse Een en ik zie een rechtse Een. Of ik kan zeggen: ‘Beide Enen vertellen het verhaal van de Eenheid maar die verhalen kan ik allerminst EEN op EEN over elkaar heenleggen.
Die eerste EEN is dan ook eigenlijk een Tien, want 10 + 1 = 11.. Die eerste EEN wordt middels een hier onzichtbare NUL, en middels de eigen linkse positie in verband gebracht met het onbewuste.
6 + 5 maakt een andere ELF dan 7 + 4. Elk mens maakt zijn eigen keuzes in hetgeen als positief of negatief wordt beschouwd. Omdat het negatieve vaak verdrongen wordt (onbewust wordt gemaakt} pakken die keuzes niet altijd goed uit. In ELF lijkt de tijd gekomen mijn keuzes wat bewuster te maken; motieven en verwachtingen wat beter tot me door te laten dringen.
Wat verwonderlijk genoemd mag worden is dat in de jungle aan keuzes we al niet honderdduizend keer ten onder gegaan zijn. En misschien zijn we wel honderdduizend keer ten onder gegaan maar herinneren we ons dat niet meer.
Omdat kaart ELF ‘kracht’ heet ziet het er naar uit dat er in al dat geïndividualiseer toch een onderliggende kracht werkzaam is die de schier oneindige reeksen aan tegenstellingen in balans houdt. Het is ook niet voor niks dat er vele Tarotstudenten zijn die Elf ‘Gerechtigheid’ noemen. Een kaart waar Justitia de weegschaal van recht en onrecht, van schuld en boete hanteert.
Einstein heeft met zijn E = MC4 mijn vereenzelviging van materie met energie een status gegeven waarmee ik voor de dag durf te komen. Alles is energie;alles is een sprookje! Geen wonder dus dat velen ELF het gekkengetal noemen.
In hekserij, in populaire- en minder populaire magie of in fantastische films duikt kracht op (denk maar aan de ‘Force’) als een innerlijke afstemming waardoor bezems vliegtoestellen worden. Elf is Twee op een hoger of dieper niveau. Sommigen zien alleen materiële vormen, anderen onderscheiden iets van het krachtveld waarin die materie vorm kreeg en noemen dat de aura.
De een ziet een lelijke composthoop in een tuin, een ander ziet een kosmos van energieën die elkaar doordringen, afscheiden, ontbinden en in steeds nieuwe verbindingen waarden in vruchtbaarheid produceert die meer is dan de som der delen. Ik verplaats de composthoop elk jaar en zie op de plekken waar ze is weggehaald planten boven verwachtingen presteren. Ik zie deze planten in alle fasen van hun ontwikkeling groter, sterker en gezonder worden dan soortgenoten elders in de tuin.
Iedereen die wel eens over IK en AL nadenkt zal verleid worden door de gedachte dat in de uitwisseling van substantie en context van geval tot geval steeds verschillende resultaten worden bereikt. De omstandigheden zoals ik die ervaar bepalen de voorstelling die ik van dat IK heb. De roerselen van IK bepalen echter terzelfder tijd de voorstellingen die ik heb van AL.
Mag ik ‘geloof’ of ‘aanname’ beschouwen als een voorstadium van gedrag dat voortdurend op zoek is naar bevestiging van dat eigen geloof; ook al is dat slechts een geloof in zogenaamde harde feiten?
Zijn geloof en aanname eerste pogingen de eindjes aan elkaar te knopen?
Heel veel studenten zien in ELF Gerechtigheid. Maar komt dat dan ook niet omdat rechtvaardiging, en vooral zelfrechtvaardiging, zo een belangrijk element is in het reiken naar?
En is dat reiken niet ook een demonstratie van onze honger naar sprookjes, naar een betekenisvoller bestaan?
Weer sta ik voor een paradox. Alle zogenaamde feiten immers zijn op zichzelf resultaten van chaotische processen en oneindige wederzijdse beïnvloeding dan wel overvloeiing. Populair gedacht zou ik kunnen zeggen dat de speurtocht naar ‘het ware IK zó hachelijk is dat, zonder vertrouwen in een of andere hogere kennis of macht die mij in staat stelt deze tocht tot een goed einde te maken, succes ondenkbaar lijkt.
Ik wil wel maar kan niet is niet zelden een vast onderdeel van het pakket aan aannames dat de zelfbeelden heeft vastgelegd.
Hoe ook, esoterie is niet voorbehouden aan de wat minder begaafde. De behoefte aan kracht heeft goden, rituelen en ideologieën voortgebracht. Dit reiken naar het onbestaande is het gebaar dat de Magiër maakt wanneer hij bezig is zijn magische scheppingen tot expressie te brengen.
De elementalen waar sjamaan of heks zich mee zoekt te verstaan, de astrale projectie waar afgewezen ruimtevaarder of sciencefiction addict op hoopt, de vervulling van al die gebeden, wensen en rituelen; ze hebben met elkaar gemeen dat ze geleidelijk aan een ruimte scheppen waar we stemmetjes horen, beelden zien of aandoeningen beleven die de hoop omzetten in zekerheid. En het is niet zelden in naam van een IK dat zich nog lang niet voldoende erkend acht dat we zekerheden ervaren lang voor ze zich voordoen. Esoterie, waanvoorstellingen, toekomstvoorspelling, krankzinnigheid en de zogenaamde werkelijkheid liggen allemaal veel dichter bij elkaar dan soms wordt aangenomen.
Of in al die formaties en transformaties ook werkelijk het IK wordt gevonden valt nog te bezien.
Aandacht voor het feit dat IK niet slechts geconfronteerd wordt met dat IK maar vooral ook met de EENHEID tussen IK en IK.
Er zit een wonderbaarlijke kracht in de concentraties waar 11 om vraagt. Vertraging, onthaasting en ontspanning zijn ingrediënten voor de herkenning van lust als een gevolg van de versmelting tussen geest en lichaam. Het lijkt allemaal zo simpel, en in wezen is het dat ook.
Alaaf!
Spreken is macht, Zwijgen is kracht!
Hecht geen geloof aan een man van veel woorden.
Joachim Bunders
Vervolg: Vallen in getallen hoofdstuk 12: De Gehangene