Professionele hulp in bovenstaande mag met argwaan bekeken worden. Op korte termijn mag die hulp de rust herstellen; op langere termijn zet de manier waarop de hulp verleend wordt de boel op zijn kop. Toepassing van verslavende en bewustzijnsvernauwende drugs die een slot op ‘the doors of perception' zetten en een stuwmeer vormen van tegengehouden onbewust materiaal, blijkt maar al te vaak een rampzalig scenario te zijn. Misschien kennen we daar allemaal wel voorbeelden van. Ik ben op deze manier een paar goede vrienden kwijt geraakt.
In een verzorgingsstaat is het lastig geworden nog te durven vertrouwen op zelfhulp. Tuinieren, koken, Feng Shui of het schrijven van een boek zijn beschikbare oefenruimtes; daar orde en schoonheid te brengen is een krachtige beweging richting herontdekking van het zelf. Bidden en uithuilen zijn eveneens een gekwalificeerde manier om de gekte in de klauw te krijgen, om de toppen van eenzaamheid en verdriet in het gevoel toe te laten en vervolgens ‘te boven' te komen. Het zijn de zogenaamde vrouwelijke inhouden die uiteindelijk in staat zijn het Nieuwe Jeruzalem in de wereld te brengen, zoals het vrouwelijk via geboorte alles wat we kennen tot manifestatie heeft gebracht.
De innerlijke leegte dan wel het onbewuste voedt zich in Negen met de geestelijk-materiële omstandigheden van de eigen incarnatie. De berg wordt niet zelden gezien als het middelpunt van de wereld, zoals de ruggengraat als het middenstuk wordt gezien tussen het hoogste en laagste chacra. Slang of Saduceus die met de staf van de Magiër wordt geassocieerd komt overeen met de kundalinikrachten die, wat yogi's betreft, eenmaal bevrijdt, alle chacra's opent en met elkaar in harmonie brengt. Bewuster ademhalen en ontspanning van dit gebied kunnen helpen die bevrijding te bewerkstelligen.
In de overgang van het collectieve ‘nee' naar een individueel ‘ja' kan veel mis gaan, maar er kunnen ook paradijselijke visoenen gewonnen worden. Zelfs voor dit laatste moeten we echter op onze hoede zijn. Meester Eckhart gaf ons in overweging, ‘dat het beter is de mystieke verrukkingen te vergeten en in plaats daarvan een mens in nood te helpen'.
Het naar buiten brengen en vorm geven aan innerlijke beelden, hoe schoon of monsterlijk deze ook moge zijn, is het vorm geven aan een overgang van een zeg maar psychologisch- naar een spiritueel referentiekader. Daarmee wil ik zeggen dat psychologie niet, maar spiritualiteit wel ruimte biedt aan het kennen van het zelf of het tot bewustzijn komen van de eigen identiteit.
Persoonlijke opvattingen over goed en kwaad blijken symptomen te zijn geweest van de keuze voor progressie dan wel regressie, of voor persoonlijke ontwapening dan wel bewapening. Symptomen ook van een ego dat zich met hand en tand verdedigt tegen spiritualisering. Spiritualiteit is afgeleid van het woord voor ‘ademhalen'. In mijn eigen pogingen greep te krijgen op spiritualiteit heb ik het vervangen met het woord energie. Via deze persoonlijke vertaling kan het ego verleidt worden in te schikken. Tenslotte willen we allemaal wel eens een echte aura zien.
Mystici gaan door berg en dal. Het gericht houden van hun geest op de eigen relatie met het kosmische verhaal, een verhaal over leegte en volte, legt hun leefregels op die onlosmakelijk met dit verhaal verbonden zijn. Deze tucht (het dal) levert, zoals ook in andere vormen van deprivatie, visioenen op (de berg) die hun pad verlichten.
Het woord relatie te vervangen met het woord vereenzelviging brengt de idee van het Zelf weer op tafel. In het Oosten wordt dat zelf (de Ziel) Atman genoemd. Hoewel er officieel geen verbinding bestaat tussen de klanken Atman en adem, zijn leegte en volte wel belangrijke kenmerken van de ademhaling. Yoga dat juk betekent doet mij nadenken over de rol van tucht. Net als in topsport of bij welke verdieping van concentratie dan ook komen we eigen zwakte en feilbaarheid tegen die slechts overwonnen kan worden door een discipline die ons niet komt aanwaaien. Velen zijn geroepen enz.
Ademhalen doen we echter allemaal, en in die zin zijn we allemaal mystici in spe.
Het antwoord op de vraag waar topsporters hun motivatie vandaan halen om zich zoveel te ontzeggen kan niet uitsluitend gevonden worden in een verlangen naar winst en roem. Dat zeggen ze wel wanneer ze hoog op het erepodium staan, ‘daar doe je het tenslotte allemaal voor', maar de meesten beseffen heel goed dat ze die absolute top nooit zullen bereiken. En toch trainen ze, en ontzien zichzelf net zo hard. De eerste notie van eenzame hoogte vond ik reeds in de Hiërophant; en deze 5 te verbinden met de tucht van de Keizer (4) geeft een redelijk beeld van het soort weg dat de Kluizenaar bewandelt. Eindeloze quizzen, gezelschapsspelletjes en competitie van allerlei aard wijzen naar de latente topsporter in elk van ons. Ergens willen we allemaal winnen. En de beker die gewonnen kan worden is een mooie representatie van de Graal waarnaar ridders pleegden te zoeken.
De doorbraak van het onbewuste kan, los van persoonlijke ambities, ook door allerlei omstandigheden op gang worden gebracht. In mijn eigen biografie zie ik de bui vooral losbarsten wanneer ik voor langere tijd onder mijn mogelijkheden heb gefunctioneerd. Langdurige weigering aandacht te besteden aan de betekenis van hetgeen ik denk, voel, begeer of meemaak verbindt me met een Maan die koud is.
Maar toch! De Maan wordt geassocieerd met het astrale gebied waar de begeertes leven.
Hoewel opgemerkt wordt dat het de begeertes zijn die het lijden brengen, zijn het toch juist diezelfde begeertes die ons verleid hebben op te staan uit de sluimer van het onbewuste. We willen iets; en zelfs al is het de Zon die we begeren, de begeerte is een geschenk van de Maan. Mijn innerlijke Maan, als de krachtige magneet die ze is, trekt alle resultaten van mijn begeerte naar zich toe. Dit is de wassende Maan.
Maar ze geeft er iets voor terug. Kennis van het Zelf. Logos wordt dat genoemd, traditioneel voorgesteld als ‘Gods Zoon'. Logos, de lantaarn in de hand van de Kluizenaar, vertegenwoordigt het mentale. De verlossing schuilt in de supervisie van het mentale over de begeertes. Dit is de afnemende Maan.
In deze zin kan de Maan begrepen worden als een ademhaling die onze spirituele evolutie aanjaagt, zoals magneten rond een spoel de energie leveren voor het licht dat ons van de duisternis (het lijden) verlost.
Slagen we er in toe- en afname, middels bewustzijn, te verbinden met de eigen ademhaling dan winnen onze meditaties aan kracht en doelgerichtheid.
Aangezien onze gehele cultuur getuigt van een collectief dat het, moreel gezien, al sinds mensenheugenis aflegt van de potentie van individueel geweten, mogen we een explosie verwachten op het gebied van bewustzijnsveranderingen. De vergelijking hier kan gemaakt worden met het milieu. We kunnen eindeloze roofbouw plegen; vroeger of later krijgen we dat op ons bordje, en volgens een film als ‘The day after tomorrow' kan dat stevig aankomen. Zij die daar toch nog door verrast worden, kunnen de Maan als meditatiepunt kiezen en de in- en uitademing van dit lichaam in lijn brengen met eb vloed van begeren en begrijpen.
En laten we wel zijn, depressie en crisis helpen ons onze prioriteiten bij te stellen. Elk verlies wordt tenslotte gevolgd door een bezinning op wat er over is gebleven. De begeertes nemen af waardoor er ruimte komt voor iets dat elke lezer tenslotte voor zichzelf zal duiden. Relativering is een groot goed, maar de winst van verlies gaat, wat mij betreft, verder dan dat.
Als de universiteit (7) de introspectie en de wijsheid van de Hogepriesteres (2) assimileerde zouden de gevolgen van een naderende crisis beter zijn op te vangen; Maan en Zon als psychische inhouden zouden beter begrepen worden. Drakenkop en Drakenstaart, de maanknopen die handelen over datgene waarmee we ons voeden en vervolgens uitscheiden. Daar ligt het begin van de wijsheid waarvan we steeds weer moeten hopen dat die ons nog op tijd bereikt.
De Kluizenaar kan ons wijzen op de zwijnenstal die wij er hier in het dal van gemaakt hebben. Veel meer dan duidelijk maken dat iedereen zijn eigen straatje schoon moet houden kan hij ook niet. Als universiteit en de kenniseconomie niet toe willen geven dat zij zelf al heel lang op een veel te laag moreel niveau heeft gefunctioneerd zullen er nog de nodige gedrochten toegevoegd worden aan de ellende die ons toch al te wachten staat. Voor hen die ogen hebben om te zien hoef ik hier niet te betogen dat, metaforisch gesproken, buikloop en verstoppingen al volop bezig zijn onze vooruitgang te verstoren. In de tegenwerping dat dit altijd al zo was vind ik geen excuus om daar niet eens wat aan te doen.
Vanuit mijn waarneming lijkt het erop dat de Universiteit - als symbool van wat wij als de top van onze mentale vermogens beschouwen – creativiteit te vaak ondergeschikt maken aan conformisme en gevestigde belangen. Maar alles wat op te lage energie zit, en dat zouden we binnen onze universitaire ruimte toch moeten kunnen begrijpen, wordt overrompeld door een hogere energie. De lage energie echter, ‘underperformance' heet dat, is het zwarte gat waar wij straks allemaal in vallen als er niets gedaan wordt aan de kippige staat van bewustzijn waar wij studenten en docenten aan lijden.
Als het waar is dat de onderzoeker het resultaat van zijn onderzoek beïnvloedt dan ligt het toch voor de hand de onderzoeker te onderzoeken. We kunnen onderzoekers onderzoeken, maar wie dan onderzoekt ons?
Uiteindelijk zal blijken dat de morele dimensie van binnenuit moet komen en niet opgelegd kan worden. Ik kijk derhalve met belangstelling uit naar de opening van een Universiteit voor Zelfonderzoek.
Kritiek op mijn tolerante houding ten opzichte van bewustzijnsverruimende drugs wil ik nuanceren met de opmerking dat de drugservaring in inwijding er was, lang voor yoga en ascese, laat staan psychotherapie, werden ontwikkeld. Slechts weinigen zijn in staat de geest te richten en zo een richting vast te houden. Het gebruik van psychotrope drugs, onder de juiste condities, met de juiste informatie, heeft bewezen ons daarbij te kunnen helpen.
Soms ontvang ik iets waarvan ik me niet realiseer dat ik daar eigenlijk al heel lang voor gebeden hebt, hetgeen de vraag oproept wat bidden nu eigenlijk precies is. Is het verlangen zelf al een vorm van bidden; of is geconcentreerde aandacht juist onze meest werkzame mantra?
We weten van vacua dat die in de wereld zoals we die kennen geen lang leven beschoren zijn. Omdat we de meditatieve praktijk opzij hebben gezet als iets dat behoort tot de bagage van de toch wel wat uitzonderlijken, hebben we niet in de gaten dat de leegte een innerlijke kristallen bol is waar waarnemingen gedaan kunnen worden die de grenzen van tijd en ruimte doorbreken. Bidden is een nuttige combinatie van emotie en concentratie. Vervang het ‘Onze Vader' door het ‘Onze Moeder' en zie wat een invloed dit heeft op onze zelfbeleving. De inhouden die we aantrekken worden in hoge mate bepaald door de inhouden van de onderzoeker. Dat op zich is al reden genoeg die innerlijke inhouden beter te leren kennen.
Wat de bol betreft; daarmee kan heel wel Hoofdstuk 10 (het Rad van Fortuin) worden geopend.
Joachim Bunders
Vervolg: Vallen in getallen hoofdstuk 10: Het Rad van Fortuin