HOOFDSTUK ACHT
Het spreekwoord zegt: Acht is meer dan 1000 Gerechtigheid 8 wordt over het algemeen met karma in verband gebracht, waar het ene wiel, net als in een horloge, het ander wiel in beweging zet. Dat kan als een fatalisme worden opgevat. Voortbouwen op de ervaring van het verleden, klinkt wat constructiever. Elk veranderlijk bewustzijnsverschijnsel ontleent zijn bestaan aan voorgaande bewustzijnsverschijnselen. Taal en traditie spelen sleutelrollen in dat proces. |
Vervolg van: Vallen in getallen hoofdstuk 7, De Zegewagen
In de chaostheorie vond men dat kleine oorzaken grote gevolgen hebben; dat alles inwerkt op alles. Holisme! Chaos echter gaat over onvoorspelbaarheid. Durven we dat aan?
Als we ons realiseren dat voorspelbaarheden voortduren worden ondermijnd door ‘chaotische' storingen; waarom zouden we dat dan niet aandurven.
Gemini. Tweelingen, de beweeglijke, veelzijdige, contactzoekende schaduw.
In 8 mogen we weer naar het waarom vragen. En elk waarom creëert een nieuwe chaos. Geef acht! In dit alarm worden we gemaand attent of oplettend te zijn. Zeven ging voor bevrediging, in Acht moeten we onderzoeken of de prijs die daar voor staat evenredig is aan het genot.
Intelligentie was in Zeven de superillusie achter alle inspanningen die het leven van de welingelichten wat draaglijker moesten maken. Als er echter in Zeven al intelligentie te vinden was, dan toch hoogstens als selectiemechanisme in de organisatie van hiërarchie of pikorde.
Vertrouwen op intelligentie als was het een maatlat is als kopen op afbetaling. Ik kan in de kortste keren mijn huis vol zetten met de allermooiste materialisaties van al mijn aannames; wanneer de rekening gepresenteerd wordt komt mijn solvabiliteit aan het licht en voor ik het weet zit ik voor jaren vast aan toezichthouders die mij het leven aardig zuur kunnen maken.
In Zeven kon intelligentie eigenlijk niet meer dan een vermoeden zijn. Omdat ‘redelijk' (lineair) denken de wereld zo snel verrijkte met asfalt, mobiel plastic en elektrische tandenborstels dachten we het ‘Sesam opent U' gevonden te hebben, maar het ziet er naar uit dat de rekening voor die schitterende weggooicultuur die we creëerden straks in volle omvang in de bak ‘dubieuze debiteuren' bijgezet kan worden.
Acht is een nimmer eindigende lus die qua vorm aan de dubbele helix doet denken. Molecuul-ketens, melkwegstelsel of onze erfelijke code zijn opgebouwd uit spiralen, de uitdijende golfbewegingen van de Hogepriesteres. Deze oermoeder moet wel glimlachend neerkijken op het gepruts dat wij er van maken. Misschien is ze wel verbaasd over het gebrek aan realiteitszin van haar kinderen.
Ze heeft in de zich herhalende scheppingspatronen zo duidelijk gedemonstreerd wat de basis is van haar succes. De mens hoeft alleen maar te kijken en het foefje over te nemen om werelden te kunnen scheppen die het keurmerk van goddelijke kwaliteit mogen dragen. Bij voldoende hoogachting voor hetgeen we in het allerkleinste en het in het allergrootste waarnemen zal ons alles gegeven worden, zal elke deur voor ons ontsloten worden.
Organismen worden gewoonlijk gekarakteriseerd door een kennelijke bereidheid van elk deeltje geen ander doel te dienen dan de welstand van het lichaam waar het deel van uit maakt. Zou dat niet zo zijn dan zou geen enkel organisme of geen enkele organisatie langer bestaan dan de ademtocht die nodig is om de naam van zo een organisatie uit te spreken. Acht is als de raderen van een klok, er hoeft maar één wieltje uit te vallen en we weten niet meer hoe laat het is.
Als we dit verkeerd interpreteren, en staat of kerk als het lichaam beschouwen, solliciteren we naar fundamentalisme of dictatuur. En toch, veel sociale theorieën bevatten elementen als: concurrentie moet vervangen worden door samenwerking, exploitatie en uitbuiting door dienstbaarheid, egoïsme door saamhorigheid.
Dat deze edele inzichten niet werken komt omdat de menselijke soort zich onvoldoende realiseert dat zij een deeltje is van de gehele kosmos. Als sociale theorieën niet opgebouwd zijn uit het materiaal dat deze kosmische supernatuur ons als voorbeeld geeft, halen we zaken door elkaar en zijn we gedoemd op de meest nutteloze wijze collectieve- en universele problemen te behandelen alsof het individuele problemen zijn. Vooral het neoliberalisme lijdt in hevige mate aan dit soort kippigheid. In Acht zijn deze inhouden volledig kort gesloten (Є + 3).
Het voorbeeld is duidelijk genoeg. Elke cel in eigen lichaam stuurt energie naar enig ander deel dat bedreigd wordt. Dat is puur eigenbelang. Het geheel bestaat bij de gratie van de deeltjes, zoals de deeltjes niet kunnen bestaan zonder het lichaam, zeker als je het op de schaal van de kosmos bekijkt. Wie was dat ook weer die een korreltje zand tussen zijn vingers nam en zei als dit niet zou bestaan dan bestaat er helemaal niets?
Willen we onszelf ontwikkelen dan moeten we bij de zwakste schakel beginnen. In Acht zijn dat nog steeds de moederlijke- en kinderlijke inhouden.
Omdat hetgeen we vooruitgang in de menselijke conditie noemen tot dusver vooral het resultaat is van eindeloos gemaakte fouten, geeft Acht een beeld van wat nog wel eens ons tranendal genoemd wordt. In Zes dacht de Geliefde zich aangenaam op te rollen in de energie van een ander, en daar de emotionele en materiële veiligheid te handhaven die als het goed is niet meer door de ouders geboden kan (mag) worden.
In Zeven wordt die ander gecollectiviseerd en zoeken we het in wat we subculturen zouden kunnen noemen. In Acht zitten we zo vast aan dit collectief, dat we geen stap kunnen zetten of we worden achtervolgd door een wespenzwerm aan regeltjes en voorschriften die me er aan herinneren dat vrijheid een onderwerp is dat voornamelijk door filosofen wordt bestudeerd.
De meester is onthand wanneer de slaafjes zich laten opstoken door de vakbondsleider. De slaafjes dollen radeloos en reddeloos rond op de puinhopen van hun ingestorte of gesaneerde bedrijfstak.
In deze mechanismen lijkt het of we het prikkel en reflex gedrag uit de natuur in onze cultuur hebben overgenomen. Dat is ook zo, maar in dit proces zijn afwijkingen binnengeslopen die lachspiegels opleveren; en lachen staat heel dicht bij huilen.
Afwijkingen van ‘het plan' worden vooral bepaald door ideologieën, normen, waarden of economische- en juridische kaders, allemaal denk-elementen. Het zwakke wordt steeds verder verzwakt maar wel in leven gehouden (doodgaan is immers taboe). Het sterke wordt sterker; mede door energie en hulpbronnen van toekomstige generaties op te eisen. Monopolisering, monoculturen of de verhouding tussen rijk en arm illustreren de ideologisering, of liever de kolonisering, van processen die zichzelf toebehoren en uit evenwicht raken wanneer wij daar invloeden op loslaten die voortkomen uit persoonlijke- dan wel groepsbelangen.
De broederschap die wij in Zes om zeep hielpen weegt, wat effect betreft, op tegen de omvang van de ingrepen die ons moeten behoeden voor totale wederzijdse vernietiging, en draagt in zichzelf bij tot spanningen die angst en onzekerheid versterken; angst die weer tot nieuwe scheiding, agressie en afbraak kan leiden. Denk bijvoorbeeld maar aan terrorisme bestrijding en de groeiende angst dat massavernietigingswapens uitzaaien naar steeds onstabielere omgevingen.
Onze Zegewagens rijden over de wegen die onze vaders hebben aangelegd. Richting en doel zijn daarmee vastgelegd. Dat voorvaders met hun wegen potentieel bereid zijn onze ondergang voor te bereiden zagen we al in het verhaal van Abraham. De getalswaarde van ‘Abraham' is Acht. Vaders hebben die latente nijging hun scheppingen met de grond gelijk te maken. Die last zelf te dragen is wat pijnlijk en dus is het wel handig om dat soort klusjes aan volgende generaties over te laten.
Met tradities die ons gebonden hebben aan twijfelachtige scenario's is het oppassen geblazen. In opvolgende beschavingen zien we dat het klakkeloos overnemen van axioma's die zo duidelijk hebben bijgedragen tot de ondergang van die beschavingen geen best idee is.
De voorouderlijke achterlijkheden lijken wel voor de bijl te gaan gedurende de vele reformaties en revoluties die achter ons liggen; in de regel gebeurt er niet veel meer dan het vervangen van wat naambordjes. Studie van mythologie leert dat wij vanuit de ene en ondeelbare scheppingsenergie pantheonnen aan antagonistische goden wisten te scheppen. Wij keken niet naar de onveranderlijke orde van de sterrenhemel of naar de manier waarop een boom groeit maar meenden onze gedragsregels te kunnen ontlenen aan buiten onze zintuigen vallende mystificaties, hetgeen niet alleen goden opleverde, maar ook duivels.
Mars is rood van agressie, Waterman is een blauwe vloed van uitstromende wijsheid. Dit kan waar zijn geweest voor voorouders die zo lang geleden hebben geleefd dat we zelfs hun botten niet meer terug kunnen vinden; voor de gemiddelde eigentijdse waarnemer is deze informatie, net als die botten, niet meer beschikbaar. Het simpele feit dat oude beschavingen ten onder zijn gegaan zou ons kritisch moeten stemmen over de aard van alle overgeleverde wijsheid. Het ‘onderzoekt alle dingen en behoudt het goede', is wat mij betreft een ijzersterke.
Ik wil studenten in de kosmologie van de binnenwereld niet tegen me in het harnas jagen, maar soms vraag ik me af of we echt iets opschieten met onze esoterische en sektarische structuurtjes waaraan iemand als Blavatskti hiërarchieën toeschrijft die uitmonden in een hoogste wijsheid!
Acht herhaalt de informatie die de Magiër ons al verschafte: macrokosmos en microkosmos zijn elkaars spiegelbeeld.
Sterker, God en mens, hemel en aarde zijn alle reflecties van een en dezelfde kern. Alles spiegelt alles. Zij die restauratie zoeken van het animisme noemen die alles verbindende oorzakelijkheid: ‘energie' of ‘Chi'. Zonder dat, geen holistisch denken en geen orakels.
De veranderingen die wij hier aanbrengen laten het buitenaardse niet onberoerd. Veranderende opvattingen over de kosmos veranderen het innerlijke referentiekader. In dit proces hebben zekerheden geen plaats. De voortdurende staat van verandering, of liever ‘metamorfose', staat dat niet toe.
Volgens de wet van behoud van energie en ellende mag het lijken dat er helemaal nooit iets verandert. Vanuit het door de zintuigen gevoede bewustzijn is dit onzin. Ik ben er nog maar net aan gewend dat mannen zich allemaal met stropdassen naar hun werk spoeden, of ik moet me al weer aanpassen aan werkloze horden in jeans en t-shirt. Nog maar nauwelijks bekomen van de uitvinding van de stoommachine, moet ik me al weer een oordeel vormen over klonen, cybernetica of broeikaseffect.
Sterren zijn geen aan de hand van een paar simpele wetten gedefinieerde energiemassa's maar, net als wij, met geest begiftigde entiteiten, zeggen esoterici en occultisten. Me realiserend dat ster of buurman uit dezelfde energetische (complexe of chaotische structuur) zijn voortgekomen heb ik geen moeite met deze stelling, als die dan ook maar inhoudt dat mijn veranderende bewustzijnsinhouden, hoe beperkt die ook moge zijn, weerspiegeld worden in de lessen die we van onze mythische broeders en zusters in de ruimte kunnen leren, en die ons getallen en woorden hebben gegeven waarmee we ze kunnen bereiken.
In de astrologie wordt de oneindige veranderlijkheid van de macrokosmos vooral gezien in de relationele sfeer. Hoe staat de Maan ten opzichte van Jupiter, wat of wie is er op welk moment inwoner van wel teken of welk huis? Opvallend is dat ook de kwantum mechanici niet meer uitgaat van het loutere bestaan van deeltjes, maar vanuit de relatie tussen die deeltjes en hun eigenschappen
8 is het verbond dat vanuit de dualiteit een visie geeft op de Eenheid van alle dingen
Het geheel schept de mens, de mens schept het geheel. Dat is de draad die loopt door astrologie en al die andere kosmologieën. Zou dat niet zo zijn dan zat ik hier niet te proberen een eigen verstandhouding te ontwikkelen met al dat aangeleverde materiaal vanuit de miljoenen bronnen die mij zo gretig ten dienste staan, elk met een uniek eigen openbaring van het mysterie dat Eenheid is.
Een horoscoop, een mythe die maar op één manier geduid mag worden zou de ergste vorm van tirannie vertegenwoordigen die ik ken; zou voorbijgaan aan de uniciteit van elke schakel; zou de mogelijkheid van bewustzijn van die glorieuze Eenheid onmogelijk maken.
Waar geest verandert kan materie niet achterblijven, zodat we mogen aannemen dat de eeuwigheid van de kosmische waarheid een even relatieve aangelegenheid is als de ruimte zelf. Willen wij delen in de kosmische intelligentie dan horen wij ons te ontdoen van elk voorgekookt plaatje over super-intelligentie die ons lot bestiert.
Wij zijn de eenzame Adam en andere scheppingswoorden dan de zijne kennen we niet. In welke denklussen we ons ook draaien we komen altijd weer uit bij de vaststelling dat ons gedraai onze bewustzijnruimte heeft veranderd, maar geen yot heeft toegevoegd aan de inwendige blauwdruk die zelfkennis als uitkomst belooft.
8 zijn twee aan elkaar geplakte nullen. Twee halvegaren die alleen nog maar gezamenlijk in hun afgrond springen. Een onvruchtbare positie wanneer ik de overeenkomst zie tussen de Een die uit de kern valt van de Nul, en menselijk bewustzijn dat alleen maar voort kan komen vanuit elke afzonderlijke persoonlijkheid.
Soms vraag ik me af of het niet beter zou zijn op te houden met lezen. Wat baat het mij om alsmaar oplossingen aangereikt te krijgen voor vragen die ik nooit heb gesteld? Occultisten en traditionele wetenschappers lijden aan dezelfde dwang. Zij gaan er van uit dat er een uiteindelijke waarheid moet bestaan.
Zintuiglijk of bovenzintuiglijk, er moet ergens consensus bereikt kunnen worden over een ondeelbare en absolute waarheid, vooral als we die waarheid op één lijn stellen met kennis. Binnen die dwang kan de wet van synchroniciteit even absoluut worden als de wet van oorzaak en gevolg.