zondag 22 december 2024

personal4

Artikelindex

HOOFDSTUK NEGEN

9 is de oude wijze man in mijn dromen wiens woorden ik nog niet kan verstaan omdat ik nog geen oren heb om te horen.

r09

Vervolg van vallen in getallen hoofdstuk 8, Gerechtigheid

De Kluizenaar

Na negen maanden voor een mens, negen weken voor een kat, komt het moment uitgedreven te worden en vandaar geleidelijk te leren op eigen benen te staan. De grootste angst die we kennen is die van de eenzaamheid. En Negen is de grootste. Een groter getal kennen we niet. We kunnen getallen nog zo groot maken als we willen; tellen we alle cijfers waaruit het getal bestaat bij elkaar op en dikken we de uitkomst in dan kom je nooit hoger uit dan Negen.

Een voorbeeld: 835600245 telt op tot 33 en 33 telt op tot 6.

Is dat het hoogste wat er bestaat? Geboren worden?

Om de vraag te beantwoorden wat het betekent om geboren te worden in de 4 dimensies die ik steeds elementen noem, heb ik meer nodig dan het stuk papier waar ik op schrijf.

Van een roze, warme, veilige baarmoeder naar een verblindende, koude, onveilige jungle. Ik stel me dat voor, die plotselinge overgang van eenheid naar chaos.

Zoals ééns de rekeningen van huur, gas, water, elektra en belasting zullen komen, moet ik me nu ineens zelf in leven houden. Ik moet ademen, ik moet eten, ik moet groeien, ik moet aandacht!

Geboorte zal best een triomf zijn voor het vuur van de creativiteit en voor de aarde die daar vorm aan geeft. Maar wat het betekent voor het water van het gevoel en de lucht van het denken, hoe diep dat allemaal is gegaan, dat weet ik niet meer zo precies; en misschien wil ik dat ook niet weten.

Geboren worden houdt niet op op die dag dat we geboren werden. Te accepteren dat we steeds weer uit het bekende moeten wegbreken om weer een heel mens te kunnen zijn is de niet eenvoudige weg die Negen voor ons uitrolt.

In Negen zie ik het lampje dat de vragen die in acht nog niet gesteld werden moet verlichten. Het stellen van zijnsvragen plaatst mij buiten de overeengekomen logica, al of niet ‘fuzzy', van mijn omgeving - die bij nader inzien gebouwd is op halve waarheden en leugens. Ons zien houdt in 8 op bij wat rede en comfort ons toestaan te zien. Ook de meest avant-gardistische, op sprookjes lijkende fysica, deelt in de blindheid die een te ‘gretige' aandacht voor materie en orde heeft aangebracht.

Deze overconcentratie is niet alleen een vijand van de topsporter maar dus ook van de gevestigde orde, ofwel van de huidige collectieve staat van bewustzijn.

Negen verbindt ons met wat we metafysica zouden kunnen noemen, en daardoor met de diepere vibraties, met de diepere betekenis van mijn verlangen- en mijn angst ‘te zijn'.

De zoekende mens, de doolaard of zij die zich eerder gebonden voelen aan vraagtekens dan aan uitroeptekens bevinden zich in een isolement. Zij missen het comfort van de zekerheden waaraan een gevestigde orde zich juist identificeert en definieert.

Definitie is een begrenzing waaraan de zoekende poogt te ontsnappen.door zich te richten op divinatie ofwel het mysterie. Ik ken een boek met de titel: ‘Wie niet in wonderen gelooft is geen realist'.

In de intellectuele dimensie lijkt elk argument uiteindelijk weerlegd te worden door een tegenargument. De Kluizenaar tracht die chaos, die ongebreidelde veelheid uit te bannen en zoekt rust, zoekt wat wel de mentale stilte wordt genoemd.

Het ‘geeft acht' galmt in Negen nog na. Voorbarige uittreding uit traditie, huis of samenleving kan kwalijke gevolgen hebben wanneer niet eerst enige training is ondergaan in zelfonderhoud of zelfhandhaving in een wereld waar vele meesters en charlatans wachten om de reeds aanwezige verwarring nog een duwtje in de rug te geven. Spirituele groei is een strikt persoonlijke business dat begint en (mogelijk) eindigt bij kennis van het ‘ik'.

Negen heeft iets naïefs, zeker voor de rationalist of de materialist. 3 + 3 + 3 geeft het idee dat we naar een toepassing kijken van de kinderlijke inhouden op lichaam, ziel en geest. Aan de kinderlijke inhouden verbinden zich ook die van de vrouwelijke, die van de natuur en die van explosieve creativiteit. Deze inhouden behoren tot de categorie ‘bedreigde diersoorten', en het advies aan de wetende om te zwijgen is dus niet misplaatst. Ik vermoed veel maar weet vrijwel niets en hoef mij daar voorlopig dus geen zorgen over te maken.

Doordrongenheid in alle lagen van bewustzijn van deze machtsverheffing van 3 creëert het holistische of (Fritjof Capra) diepe ecologisch paradigma, waarin we ons weer als deel van een groter organisme ervaren. Het spraakgebrek dat ons ‘eco' liet uitspreken als ego, hebben we gezien, leidt tot een diepe ecologische ramp. Wanneer de nood het hoogst is echter keren we ons tot de Kluizenaar, die niet zelden voor profeet wordt aangezien, en laten we ons inlichten over hetgeen des Negens is.

Vergeet niet; de archetypen zijn innerlijke inhouden. De weg van de Kluizenaar naar zijn top is een metafoor voor een innerlijke zoektocht naar het hogere bewustzijn.

Ego verhoudt zich tot eco als bewustzijn tot verruimd bewustzijn. In Negen verschuift het paradigma van een mechanistisch naar een organisch wereldbeeld. In de constante uitbreiding van kennis die in Acht nog als opstapeling van meerwaarden gezien werd, moest de omslag wel komen. Constant leven met dode theorieën leidt niet alleen tot de dood maar is ook dodelijk voor het kind in de onderzoeker.

De wetenschap van de laatste vier eeuwen heeft in haar bejubelde toepassingen de aarde en haar directe omgeving vergiftigd, verkracht en ondermijnd. Normen en waarden maken geen deel uit van de wetenschappelijke, reductionistische werkelijkheid; en dat is goed te merken.

Was Zes (de Geliefden) de aanzet tot heel veel verwikkelingen; Negen gaat over ontwikkeling. De opwinding van Zes moet in Negen afgewonden worden, of tot ontspanning gebracht.

Het ‘ont' in ontwikkeling betekent hetzelfde als het ‘ant' in antwoord. De door mij geraadpleegde etymologische bronnen toonden geen relatie met ‘onto' dat ‘zijn' betekent. Een verband dat bij beschouwing van nummer 9 wel moet bestaan. Ont en ant zijn herleidbaar tot ‘tegen'. Woord en tegenwoord zouden dan hetzelfde betekenen als woord en antwoord. Woord en tegenwoord, dat is toch wel iets heel anders dan ‘zijn'.

Alleen maar zijn; hoe zou dat zijn?

Toch vind ik in bovenstaande een aanwijzing dat in het verfoeide dualisme de fundamenten te vinden zijn voor wat het Hoogste Getal te bieden heeft. De verbinding tussen het bewuste en het onbewuste lijkt verdraaid veel op de samenkomst van woord en tegen- dan wel antwoord.

Tot en met 8 is de aanwezigheid van individualiteit diffuus, waardoor ook het gecollectiviseerde ik niet goed herkenbaar is. De ontwikkeling van uiterst abstracte modellen en de daaraan ontleende onpersoonlijke structuren zijn niet geschikt om het individuele in de mens te ontwikkelen. Wat bijna iedereen dom houdt is het specialisme en het geloof daarin.

Uit te blinken in één kunstje en verder van toeten noch blazen weten is het lot van menig specialist, is het lot van menig zogenaamd ondeelbaar individu. Terwijl juist aan dat ene kunstje het onderscheid wordt ontleend dat meewerkt aan die schijn van individualisme. Ik zeg dan bijvoorbeeld: ‘Ik ben schrijver'. Ha!

Niettemin is de toeneming van complexiteit die mij van dag tot dag, meer en meer, tot een intellectuele mug reduceert, ook weer niet anders dan de veranderingen die zich in het persoonlijke en collectieve bewustzijn voordoen. Als wij te ontwikkelen creaturen zijn dan vindt er uiteraard ook ontwikkeling plaats. Zien wij die ontwikkeling als een uitbreiding ofwel als iets kwantitatiefs, dan moet complexiteit wel de uitkomst zijn.

Het spel van Licht en Schaduw, of van Geest en Aarde kon in 8, kon in alle vormen van dualiteit, uitgelegd worden als opeenvolgende leermomenten die moesten leiden tot herkenning en vervolgens tot een balanceren van rede en gevoel.

Door de nadruk op het materiële en het rationele in onze dagen lukt het er met dat noodzakelijke evenwicht niet zo best voor te staan.

Wat ons bewustzijn ten onrechte heeft aangenomen is dat er geen markt is voor een geheel eigen opvatting. Juist die moest bespoten en uitgeroeid worden. Onkruid echter vergaat niet zo makkelijk, zoals tuinliefhebbers maar al te goed weten.

Wij hebben het eerste nee van 5 laten vervalsen door de macht van het collectieve (4) waarin we hoe dan ook geborgenheid zochten.

Nine klinkt als Nein. Het nee-zeggen tegen de leugen wordt in Negen misschien wel de hoogste kunst.

De overeenkomst in klank tussen het Engelse nine en het Duitse ‘nein' verleidt mij ertoe mij - hier in Negen - alles te herinneren waar ik ‘nee' tegen heb gezegd en te achterhalen wat daar de redenen voor waren, of waar wanneer en waarom ik dat nein heb ingeruild voor een ‘ja'.

5+4=9. Het om zeep geholpen nee van 5 manifesteert (4) zich opnieuw in 9. De ontkenning waar het hier om gaat beperkt zich niet tot de onmiddellijke afkomst en de opgelegde aanpassing daaraan, maar is een categorisch nee tegen de manier waarop menselijk bewustzijn, of liever het gebrek eraan, zich heeft gemanifesteerd in staat, instellingen en consensus, maar vooral in mijzelf.

Ontkenning is hier de enige manier om bij de eigen vraag te komen. Ontkenning schept een open ruimte waarin onbekende inhouden van het onbewuste zich kenbaar maken. De geboorte van deze inhouden noem ik, en ik ben niet de enige, openbaring.

Baring en geboorte zijn openingen naar een openheid die we zelf mogen, nee moeten, vullen. De zin van mijn leven is de zin die ik er zelf aan geef.

Al 50 jaar of langer leef ik met de gedachte dat mijn vader een artistieke reus was waar ik nooit van mijn leven aan kon tippen. Ook stond het vast in mijn gedachten dar mijn moeder een vrouw was die zich totaal wegcijferde en dus eigenlijk een soort heilige was.

Dit soort gedachten leven een lang leven en ik kan niet ontkennen dat ze deel van mijn identiteit zijn gaan uitmaken. Het is goed mogelijk dat een gevoel van persoonlijke inferioriteit zich van mij meester heeft gemaakt en vervolgens deel is gaan uitmaken van de manier waarop ik iemand probeer te zijn. Minderwaardigheidscomplexen die zich uiten als meerwaardigheidscomplexen!

In deze associaties leg ik een deel van de verantwoordelijkheid voor hetgeen ik ben en doe bij iets waar ik totaal geen invloed op uit kan oefenen. Ik ken ook mensen die een gewelddadige vader of een zwaar verslaafde moeder, ook al behoren deze al vele jaren niet meer tot de levenden, verantwoordelijk houden voor al het leed dat hen is aangedaan en voor het gebrek aan eigen kracht dat ze daar aan toeschrijven.

Deze beperkende en kennelijk verslavende denkschil moet het eerst verwijderd worden. De eenvoudigste manier om dit te doen is door ontkenning. Zodra ik mijn ouders ontken als de verantwoordelijken voor wie ik ben, moet ik me afvragen wie of wat dan wel verantwoordelijk is.

Toen ik mijn zoon vroeg of hij voor dat zijn vader en moeder van elkaar scheidden gelukkiger was dan daarna, zei hij onmiddellijk ‘ja'.

‘Houdt dit gevoel stand als je bedenkt hoeveel meer je nu kunt dan toen je nog klein en gelukkig was'?

Het antwoord was nu ‘nee', en na enig nadenken zei hij: ‘Ja maar al die verantwoordelijkheid!' Hij begon te lachen omdat hij plotseling inzag hoe makkelijk het is je eigen geluk te vervalsen of te ontkennen; omstandigheden te koesteren die je de schuld kunt geven van de eigen te lage energie en onoplettendheid. Het was de inertie van Twee en later van Zes die ons alsmaar deed berusten in ‘het onvermijdelijke'. Guru, dokter of welvaartsstaat moeten dan maar een list verzinnen. Gebrek aan energie is de schuld van de omgeving en dus zijn we die omgeving weinig verschuldigd. Dat zal wel zo zijn, maar de stagnatie die daar het gevolg van is heeft een prijs. Achterstandswijken, afbraak van solidariteit, depressie en stress, om enkele voorbeelden te noemen, zijn aanwijzingen dat niet alles koek en ei is. Afkomst en traditie kunnen vergeleken worden met een navelstreng die nog niet geheel en al is doorgesneden. Dat geldt voor onderdrukkers; dat geldt voor de onderdrukten.

Iemand die schreeuwt dat het beter is Batavier te zijn dan Arabier verzamelt geen volgelingen meer wanneer ‘wij volgelingen' ons losgemaakt hebben van stereotiepen en vooroordelen. Informatie die niet van binnen komt, of niet vanuit de eigen ervaring kan worden bevestigd, kan geen rol meer spelen in Negen.

De vraag of Batavieren beter zijn dan Arabieren wordt een non-vraag wanneer ik me realiseer dat noch Batavier, noch Arabier veel betekenis voor mij hebben. In die zin bestaan die twee nauwelijks voor mij, laat staan datgene waarin ze zich van elkaar onderscheiden.

Het zijn de eigen betekenissen die geraadpleegd moeten worden. Ik persoonlijk weet heel weinig van Batavieren en Arabieren, en in die zin zijn ze aan elkaar gelijk. Eenheid!

Het vooroordeel gaat voor mij niet meer op, althans dat is het streven. Het belangrijkste voordeel daarvan is dat ik er ook geen energie meer in hoef te steken. Ik heb dus de nijging de opiniemakers en het papegaaiencircuit te beschouwen als inwoners van een heelal waar ik amper van gehoord heb en waar ik verder ook niks te zoeken heb.

Dat populisten en volksmenners toch succes hebben met hun ophitserij komt omdat velen onder ons (zich) in onvoldoende mate de eigen veelzijdigheid en kleurenrijkdom hebben gerealiseerd. Veelkleurigheid zelf wordt dan bedreigend.

Waar is de parlementariër die opmerkt dat het niet gaat om het al dan niet aanschaffen van nog afschrikkender wapensystemen ter bestrijding van vijand of terrorist, maar om de moed van elk afzonderlijk individu onder welk regime dan ook voor de eigen waarden op te komen? De moed om voor die eigen waarden te willen leven of te sterven is de beslissing die uiteindelijk bij mij ligt; en bij elk afzonderlijk medemens. Wie denkt dat het beter is dood te schieten dan doodgeschoten te worden is hoe je het ook bekijkt gijzelaar van de angst.

Het besluit uit moed en niet uit angst te leven kan niet door het collectief genomen worden. Gebeurt dat wel dan sterft de moed die echte vrijheid van ons eist, waarna het op het morele vlak niet meer uitmaakt of je je stem uitbrengt in de sociaal democratische welvaartsstaat, dan wel kameraad bent in een Maoïstische bananenrepubliek. Waren we in staat een eigen moreel oordeel te formuleren, en daarnaar te handelen, dan zouden honger, oorlog, onderdrukking en verschil minder kans maken van deze wereld een hel te maken.

De gedachte dat voorgaande een laffe redenering is, is precies wat de ‘universal soldier' en de eeuwige massaslachting in stand houdt. Onderwerping aan eigen dan wel aan vijandig bestuur is tegengesteld aan zelfverwerkelijking.

Bovenstaande vereist toelichting. Individuen als Gandhi of de Dalai Lama staan vooral bekend om hun pleidooien voor ‘non-violence'. Daarvoor worden ze bewonderd en verguisd. Zij die geweld zien als een middel om zich te verdedigen tegen barbarij en extremisme lijken het gelijk aan hun kant te hebben. Dat geweld geweld in stand houdt mag wellicht waar zijn; de overleving van vrijheid en democratie, of welk systeem van aangenomen waarden dan ook, vereisen verdediging of aanval. We laten ons niet zo maar alles afnemen, we laten ons niet zomaar afslachten.

Mee te vechten ter verdediging van die waarden veronderstelt dat ik die waarden onderschrijf. En daar komt Negen op de proppen. Ben ik het eens met de afbraak van de natuur, met het voortbestaan van handelsbelemmeringen die arme landen nog armer maken, met de ongebreidelde zelfverrijking van onze geprivatiseerde en geglobaliseerde superondernemingen, met de ongelijke kansen, met pragmatisme dat vaak niet meer te onderscheiden is van cynisme enz?

Dat deze waarden-systemen zichzelf zoeken in stand te houden lijkt heel begrijpelijk. Of ik daaraan mag en kan meewerken is de vraag.

Te vechten voor waarden die ik niet kan onderschrijven, is dat het eigen lied dat ik moet leren zingen? Of moet ik de eigen waarden die ik uit mijn persoonlijke verkenningen van ‘ja' en ‘nee' heb gedestilleerd als uitgangspunt nemen voor een eigen schier onbegaanbare weg?

De pelgrim in Negen begrijpt dat de balans die in Acht gezocht werd vooral ook een heel persoonlijke balans is tussen gedachte en daad. Hoe die balans uitvalt blijkt natuurlijk pas wanneer ik op de martelbank lig of het zwaard boven mijn nek bungelt.

Hoe waardeer ik leven; hoe waardeer ik de dood, door velen van ons het eeuwige leven genoemd. Deze vragen aan het collectief te stellen is net zo ontoereikend als de hoop dat het collectief op deze persoonlijke vraag, voortkomend uit een zich ontwikkelend geweten, het antwoord kan geven.

In een wat lichtere toets kan ik denken aan overheden die ongewenst gedrag bestrijden door boetes op te leggen, ecotaks te heffen of andere hindernissen op te werpen zonder zich ook maar ooit te verdiepen in de onderliggende oorzaken van dat ongewenst gedrag? Bestrijding schijnt vrijwel altijd de voorkeur te hebben boven inzicht, liefde, dialoog en preventie. De boetes worden hoger, de straffen zwaarder, maar helpen doet het niet, en het kost alle partijen uiteindelijk bakken met geld en verdriet. De problemen worden niet opgelost!

Het geroddel, de ontrouw, de prietpraat op welk niveau dan ook is de opiumwolk waarin ik even kan vergeten hoe beperkt en vijandig ik eigenlijk zelf ben, hoezeer ik zelf tekort schiet in liefde en zorg voor hetgeen mij is toevertrouwd. Het is al dit gebabbel dat niet alleen een groot deel van mijn sociale onderonsjes ontsiert, maar ook de automatische circuits heeft uitgeslepen in hetgeen ik als mijn denken beschouw. 

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 571 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +