zondag 22 december 2024

personal4

Artikelindex

Maar er is ook dat zelfbeeld dat zijn identiteit zoekt in excentriciteit, door het middelpunt te willen zijn, of er juist helemaal niet bij te horen. Deze autistische vorm van zelfbeleving kan gevaarlijk dicht aanleunen tegen terrorisme. Het volgt de waan dat er maar één fantasie bestaat, en dat is de eigen fantasie die dan nog voor de werkelijkheid wordt aangezien ook. Eigenlijk betekent dit de afschaffing van de fantasie. Ik kan me met geen enkele rol meer vereenzelvigen behalve met die ik mijzelf heb toedicht. Dat of die ben ik dan!.

Er is heel wat om uit weg te breken. Geboorte stelt eisen waar opvoeding en aanpassing ons niet op hebben voorbereid.

Wij kunnen de ellende die we creëren wel steeds voor ons uitduwen; op een kwaad (of is dat nu juist een goed) moment staan wij voor de afgrond, zodat ons niets anders rest dan te springen.

Dit voor de afgrond staan is een belangrijke eigenschap van de Kluizenaar. De Fool blijkt zich geprojecteerd te hebben in een weg die eindigt in ‘wasteland'. In 9 vindt hij zich weer op het punt vanwaar hij zich in manifestatie wierp. Vanaf dit verheven standpunt kan hij de weg overzien en nagaan waar hij zijn plezier in dwalen en vallen verloor; waar de angst precies toesloeg.

Op het moment dat ik mijn deelname stop aan de grote uitvreterij, het geroddel, het gekonkel en de afmattende rivaliteit, ben ik een ‘outcast' geworden, vergelijkbaar met de positie van de Fool waar de maatschappij middels uitsluiting, spuitjes of desnoods dwangbuizen zo goed raad mee weet.

In Negen wordt de onverzoenlijkheid van de tegenstelling tussen individualiteit en collectiviteit pas goed duidelijk. De keuze voor individualiteit plaatste je buiten de samenleving en vanaf deze keuze ben je vogelvrij. Geen wonder dus dat de Kluizenaar zijn heil in de bergen zoekt.

Drie keer drie is negen, ieder zingt zijn eigen lied. Was dat maar waar!

Negen is de eenzaamheid die we uit alle macht vermijden. Wij voelen ons niet samen één, en als eenzaamheid zich vertaalt in deprivatie, ontstaan er mentale en fysieke barrières die maken dat de inhouden van de Kluizenaar in onszelf niet zo gauw nagestreefd zullen worden.

Dat zelfzucht een rol speelde in het bereiken van isolement maakt het beeld er niet makkelijker op.

Mezelf zijn zonder gehinderd te worden door het ego; ziedaar de zwaarte van de klim die mij naar de top moet brengen, alwaar een koele ‘mountain breeze' mij genezen kan van de wonden die ik in de verhitte strijd van het dal heb opgelopen.

De lichtzijde van de eenzaamheid zit hem in de ruimte een relatie met mijzelf te beginnen, een ontdekkingstocht naar de eigen waarden.

We hebben de eenheid gezocht in de Geliefden en later in allerlei andere verbindingen, maar geen van deze verbindingen bleek de onbewuste herinneringen aan ‘de eenheid' met de moeder voluit te kunnen compenseren. En zo bleven we roepen om herstel van iets dat nog zaliger is dan zeg maar een overmaatse bankrekening.

In sommige van die betrekkingen hebben we een glimp opgevangen van de zaligheid, maar op de een of andere manier ontglipte het ons.

Zes en Negen lijken wel wat op spermatozoa. Mezelf te zien als een zaadcel die geprogrammeerd is het kosmische ei dat ik ben te bevruchten is een vrijpostige stelling. Zo heb ik dat niet op school geleerd en ook niet in het catechisatieklasje.

Als het in Negen gaat om de bewustwording van de relatie tussen het individuele en het collectieve, het ik en het gij dan is mijn persoonlijke biografie een leerzaam document. Het nemen van de geliefde bleek iets anders te zijn dan het geven van mezelf. De blindheid uit die dagen beneemt me nog steeds de adem, zoals ook bergbeklimmers soms problemen hebben met de zuurstofvoorziening.

Anderzijds; om mezelf op zo een manier te kunnen geven dat de eenheid bereikt wordt en de ander geen slachtoffer hoeft te worden van mijn gift, heb ik inzicht - en de sterke benen van de bescheidenheid - nodig. Geef ik van mijzelf aan iemand die niet geleerd heeft op eigen benen te staan en dus niet samen één kan zijn dan bestaat de kans dat ik parelen werp voor de zwijnen, en volgens ons Grote Heilige Boek mag dat niet. In Negen ontwikkelt mijn stijgen in het berglandschap van mijn geest sterke beenspieren en een standpunt van waaruit ik de diepte kan pijlen. Of deze gedachte een kind is van een wens, is een vraag die in de huidige cyclus waar mijn waarheid slechts één been heeft om op te gaan en staan, een antwoord zoekt. In de eendimensionale optiek van de getallen van 0 tot met 9 moet ik elk bereikt inzicht als voorlopig beschouwen.

Voorwaarde voor het samen één zijn is dat ik mij eerst een weg gebaand heb

door de eenzaamheid van de eigen unieke ontwikkeling. Zou ik deze voorbereiding overgeslagen hebben dan zou ik niet in staat zijn iets anders te ervaren dan de aanhoudende dwang van de collectiviteit, waar zelden gegeven wordt om niet. Mijn uitkering zelfs wordt me ontnomen wanneer ik verkies in een boomhut op de Veluwe te gaan wonen. Mijn uitkering is immers gebonden aan regels en bestemmingsplannen. Alle regels en plannen samen, en de mate waarin ik deze kritiekloos eerbiedig, vormen de totalitaire staat waaraan ik me heb onderworpen.

Wil ik een einde maken aan deze totalitaire structuren dan dien ik uit het eigen zogenaamde autonome ‘ik' te treden. Het primitieve ik-denken moet vervangen worden door een bovenpersoonlijk denken, waar winnaar en verliezer versmelten tot één - noem het - ‘neutrale toeschouwer'. In Negen wordt het onderscheid tussen persoonlijk ‘ik' en het hogere ‘ik' een les die geleerd moet worden. Richtsnoer in dit proces is het geweten dat soms eisen stelt die dwars ingaan tegen de draaikonterij van een op zichzelf gericht ‘ik'.

Zelfzucht of de instandhouding van het lagere ikbewustzijn was het product van de bescherming die ik nodig had om mijn plaats binnen een groot collectief veilig te stellen, zoals dieren hun territorium bewaken. Op leven en dood!

Blijven we op het beperkte ik-standpunt staan dan wordt de vereenzelviging met een hoger bewustzijn bij voorbaat geblokkeerd.

Mozes moest om met het grotere zelf (God) te kunnen communiceren de berg op. Ons denken kan de laagvlakte van het ikbewustzijn te boven komen door het concentratieniveau te verhogen, door het blikveld te verruimen. Steeds beter waar te nemen, zonder voorgebakken beelden, zonder commentaar, is een beproefde weg. Om te kunnen schilderen moet je leren zien.

Kernbegrippen in onze zich ontwikkelende wetenschap zijn dissipatie en entropie. Vrij vertaald: ‘verstrooiing en wanorde'.

Door het uiteenvallen van gezinnen, kerkgemeenschappen en werkgelegenheid, waarbij de collectieve- ofwel de sociale controle afbrokkelt - hebben we - wanneer de idee van een persoonlijk ‘ik' niet is getransformeerd - een goede kijk gekregen op het verschijnsel ‘eenzaamheid'.

Eenzaamheid is een onderdeel van het teloorgaan van de identiteit die een erkende positie binnen de groep verleende, terwijl de eigen, de echte identiteit nog een onbekende grootheid is.

Misschien is de aanwezigheid van de Kluizenaar nog nooit zo massaal en geprononceerd geweest als in juist onze tijd. In Tarotlezingen stuit ik voortdurend op problemen met de eigen identiteit. Of dat goed nieuws is hangt af van wat we die eenzaamheid toestaan in ons te bewerkstelligen. Als de wanorde een kritisch punt bereikt ontstaat er, mits we afzien van probleemdempende drugs, iets nieuws, iets dat uitbreiding van het bewustzijn toestaat.

Qua functie is het ik-vermogen een overlevingsinstrument, iets om me aan vast te houden. De waan bestaat dat een sterk ‘ik' een sterke individualiteit inhoudt. Ik zie de ik-component binnen het bewustzijn echter vooral als een ontwikkelingsinstrument dat de richting uitzet naar deugden als mobiliteit, reactiesnelheid en moed; eigenschappen die in een leger worden gecultiveerd. Het persoonlijke ‘ík' is in die zin een commandocentrum waar bepaald wordt of in een gegeven situatie aanval dan wel verdediging de juiste strategie is. Aldus creëert zo een ‘ík' een dualisme, dat net als in de creaties van de Tovenaarsleerling, tot wanstaltige proporties kan uitgroeien.

Het leerproces dat het leven is, is wat een gemiddeld bewustzijn betreft, zelf een manifestatie van dualiteit. ‘Ik' wordt dan bemiddelaar tussen de innerlijke- en de uiterlijke dualiteit, zoals de Magiër bemiddelaar bleek te zijn tussen innerlijke- en uiterlijke chaos; chaos die in mijn vocabulaire ‘scheppingskracht' heet. Die bemiddeling is echter ook een doorgaande oefening in Eenheid. Om in een groep te kunnen groeien en bloeien moet er bemiddeld worden, consensus bereikt en samen door één deur gegaan kunnen worden. Het buiten wordt een voorwaarde voor het binnen, en andersom.

Het is vanuit dit bemiddelingspunt dat besluiten genomen worden en de gevolgen van deze besluiten tot ervaring worden gebracht, gevolgen die gunstig of ongunstig uitpakken, afhankelijk van de mate van de gelijkwaardigheid tussen ik en gij, binnen en buiten enz. Deze oefenruimte biedt de positie waar de Magiër ervaring kan opdoen met balans of het gebrek daaraan.

Opgemerkt kan worden dat bovenstaande niet nieuw is; dat deze beelden al ontstonden in het denken over vorige getallen, en zeker ook in Acht.

In zoverre de Zen Meester tot de kluizenaarsfamilie behoort wordt in Negen de spanning tussen de noodzaak van ordening en die van creatieve chaos niet als tegenstelling gepresenteerd maar als een ondeelbare eenheid. Hoe krachtiger de collectieve orde wordt nagestreefd hoe meer de individuele potenties in de verdrukking komen en in opstand komen, en zo brengt de behoefte aan orde onbedoelde maar noodzakelijke wanorde voort.

De getalswaarde van het woord ‘Mozes' is ironisch genoeg Zes. Mozes was wel in staat om de hoogte te bereiken; deze hoogte mee het dal in te nemen ging hem boven de pet. Hij stuitte op de soevereiniteit van het gouden kalf, een situatie die er sindsdien niet beter op is geworden. Als het in het leven om overleven gaat dan toch maar het liefste in goede welstand. Zonder welstand (lees: veelheid) is het leven immers geen leven.

Mozes, in de droogte van de woestijn, in de spirituele armoede van zijn volk, twijfelde, en met twijfel los je geen twijfel op. Hij mocht het beloofde land niet betreden. Het misverstand dat de wet van boven komt, en het goede van buiten, impliceert het bestaan van een autoriteit buiten mijzelf, en daar neemt de wachter aan de poort van de individualiteit geen genoegen mee. Het behoorde tot Mozes' geopenbaarde kennis dat hij zijn magische bestemming, zijn lot, de staf, in eigen handen had. Wat hij moest leren is dat openbaring niet zo maar overdraagbaar is. Integendeel, die veronderstelling dreef zijn volk alleen nog maar in slaafser idolatrie van de bekende kalf. In moderne termen spreken we dan over de mate van maakbaarheid van samenlevingen.

Om het eigen lied te kunnen zingen moet de tweesporigheid in morele ontwikkeling van binnen- en buitenwereld geaccepteerd worden, ook al leidt dit tot iets dat in een bepaalde fase als bittere eenzaamheid wordt ervaren.

In het zoeken van de hoogte vinden we de diepte. Al eerder verwees ik naar Aurobindo die zich een punt boven de kruin voorstelde als een bovenpersoonlijke licht dat aangewend kan worden de duisternis van het diepe onbewuste veiliger te betreden.

Het zelf is noch het dal, noch de berg. Het zelf is het totaal van zowel het bewuste als het onbewuste, maar ook van depressie en extase. En natuurlijk is de reis naar de top de reis naar - de bewustmaking van - dat diepere, duizelingwekkende onbewuste.

De Fool heeft in Negen de grenzen van zijn aanpassing dan wel zijn bewustzijnsvernauwing bereikt, hoger of dieper zit er niet meer in.

Veel van mijn tijdgenoten beschouwen reflectie, meditatie of yoga als passieve kwaliteiten; zij echter die er in slagen diepte in hun reflectie te krijgen, diepte in een bewuster waarnemen van de eigen beperkingen die als innerlijke wetten (karma) zijn geaccepteerd, geven vorm (4) aan de spirituele tendens die in (5) werd ingezet; in feite een zeer dynamisch proces.

Het gaat hier niet om een omslag zoals in 12, de Gehangene. Zie het eerder als een ei dat op het punt staat te breken om het nieuwe leven voort te brengen. In Negen gaat het niet slechts om overleving van de huidige incarnatie, maar om de duurzaamheid van het ‘hier en nu'. Ritueel en reflectie zijn hier van essentieel belang. Alchemistische laboratoria waren goed verstopte plekken waar de Magiër ongestoord zijn werk kon doen. Eenzaamheid in Negen is functioneel en noodzakelijk, en alleen maar onacceptabel voor diegenen die de concentratie niet kunnen vasthouden.

Ik moet me blijven herinneren dat Negen nog maar op een been staat. Tegen eigen reflectie en intuïtie in wordt nog steeds aangenomen dat het bewuste in een andere richting ligt dan het onbewuste. Nog steeds is het leven of dood, ik of niet-ik.

In Negen loop ik weg voor een totalitaire samenleving, maar het autoritaire ‘ik' is de staf waar ik nog steeds op steun. Die staf weg te gooien is gevaarlijk want voor ik het weet verandert die, dat weet iedere yogi, in een slang die mij dodelijk kan verwonden. Het leven zonder een persoonlijk ‘ik' gaat het bereik van een nog niet getransformeerde persoonlijkheid te boven.

Weglopen van de maatschappij is net zo min een oplossing als weglopen van het ouderlijke huis. Het gaat er om het bewustzijn, het lantaarntje in de hand van de Kluizenaar, te richten op eigen handelen en op de ervaringen die de omgeving ons aanbiedt. Het is het bovenpersoonlijke licht dat we genade zouden kunnen noemen. Dit licht is geen persoonlijk geschenk voor een of ander wanhopig ‘ik' maar is, net als de Zon, bestemd voor de verlichting van het geheel. Een geschenk niettemin dat slechts herkend en gewaardeerd wordt door de reuzen onder; liever hun leven schenkend dan te stoppen het hogere zelf naar buiten te brengen, ofwel: te getuigen van hun God en de ethiek die daar bij hoort .

L.S.D tripjes, psychische inspanningen en ontberingen kunnen ons een plotselinge kijk geven op de mogelijkheden van het grotere zelf. Lichtervaringen worden deze kijkjes genoemd. Dat wij niet in deze grote ruimte kunnen blijven hangt samen met het feit dat wij eerst alle ervaringen waar wij faalden opnieuw moeten doorleven. Negen wordt daarom ook wel in verband met regressie genoemd. Mijn geliefde riep wel in gespeelde wanhoop: ‘Leren we dan alleen maar door regressie?'

Op het eerste gezicht lijkt dit wel zo te zijn. Toch doen de echte leermomenten meer denken aan herinnering. In het Engels doet ‘remembering' me denken aan het woord ‘re-embody'. En daarmee zijn we weer teruggekeerd naar de notie van geboorte als een onophoudelijk proces. Verdieping van deze ideeën (2 + 9) zal ik in Elf moeten zoeken.

9 is het hoogste getal dat we kennen, en de voorschouw die dit getal ons vergunt op wat we dan maar de ‘hoogst' voorstelbare werkelijkheid zullen noemen, staat bekend als piekervaring. Omdat pieken onder verschillende condities ervaren kunnen worden en tot even veel bewustzijnstoestanden kunnen leiden is het goed om het ‘geeft acht' van het vorige getal in de gaten te houden. Egoverlies als gevolg van een alcoholvergiftiging is een andere toestand dan de leegte die wordt nagestreefd door de boeddhist.

Het uit mijn ik stappen laat een leeg huis achter waar de nog niet geïntegreerde primitieve inhouden zoals angsten en begeerten, de zaak over kunnen nemen, zonder dat ik het in de gaten heb.

Het is als met sociaal contact; als ik me teveel op de ander richt kan die ander, omdat er toch niemand thuis is makkelijk binnenkomen, de boel uitwonen en grote hoeveelheden energie afnemen. Ik heb geleerd de zeer luidruchtige- en de uiterst stille medemens, en daarmee mijzelf, op dit punt goed in de gaten te houden.

9 heeft de ander niet nodig en voegt ook niets aan een ander toe, maar is wel in staat onvermoede diepte tot stand te brengen in de ontmoeting.

7 + 9 = 16 (16 = 1 + 6 = 7). Zeven blijft onveranderd, maar trilt in 16 op een hoger niveau. Dit is de eigenschap van de vraagstellende geest. Door niet op de geijkte manier de spelletjes van de omgeving mee te spelen, door steeds weer het niveau van argumenten te ontkennen, doorbreek ik bestaande patronen en zet ik de toon voor de verhoudingen die ik met mijn medemens wil en kan hebben, eentje van volstrekte gelijkwaardigheid. Iedereen heeft het volste recht op de eigen staat van bewustzijn die net als bij mij voortdurend in beweging is; een eindeloze trip!

9 staat voor de uitbraak uit het sociale ‘ego versus egospel' waarin de Kluizenaar voor zover het de unieke eigen ontwikkeling betreft noch met vriend, noch met vijand veel kan aanvangen. 

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 159 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +