zaterdag 21 december 2024

personal4

Artikelindex

Dat het in de Duivel niet zozeer gaat om meningen maar wel om zintuiglijke indrukken heeft de druk op dit archetype in ons onnatuurlijk tijdperk verhevigd. Met het verstand kan alles gescheiden en verbonden worden. De zintuigen zijn wat kritischer. In seksualiteit bijvoorbeeld kunnen ze zeer verkeerde keuzes en verbindingen voorkomen. Als een potentiële Geliefde niet aangenaam ruikt, smaakt, oogt, klinkt of voelt kunnen we beter naar een ander uitkijken. Als dat niet gebeurt, en dat komt nog al eens voor, dan hebben we de kleine stemmetjes niet willen horen - en zullen we eens de rekening ontvangen voor dit gebrek aan sensitiviteit. 

Wij zouden de vervuiling van ons leefmilieu niet accepteren als onze neuzen nog in staat waren hun werk te doen zoals dat hoort, als we maar zouden ruiken als een beest.
Ja zeggen wanneer het ja is en nee zeggen wanneer het nee is behoort tot de onmogelijkheden als we niet nauwkeurig opletten waar onze zintuigen mee aankomen. En wie zijn ja’s en nee’s niet kent moet in feite nog geboren worden, of tenminste terug naar af. Wanneer we meegaan met de opening van de zintuigen - die innerlijke sensibiliteit activeren - is het de vraag of we dat gebraden diepvrieskippetje nog wel lusten. Als het innerlijk oog tot in detail laat zien hoe dit soort kiloknallers tot stand komen vergaat de smaak ons vanzelf. Geen enkele waarschuwing van buiten kan op tegen de overtuigingskracht van innerlijke beleving. Verlichting komt van binnen uit.

Op kaart 15 zie ik de aan de Duivel geketende Geliefden. Van onderen geit van boven mens.
Hij is zo geil als een bok - of liever - ze zijn zo geil als een bok.
Qua klankbeeld liggen geil en geel intiem tegen elkaar. Geel echter is de kleur die staat voor het intellect. De ontwikkeling van de rede heeft een stempel (noem het een brandmerk) gedrukt op onze perceptie van de Duivel. De wens is de vader van de gedachte.
Als het intellect de maatstaf is voor keuzes die in feite loutere berekening overstijgen dan gaat dat ten koste van waarden die ik eerder als kinderlijk, natuurlijk of vrouwelijk heb geduid. De Duivel, net als de menselijke geest houdt niet van begrenzingen of beperkingen.
Zoek ik in een Engels woordenboek op ‘trespass’, dan vind ik ondermeer:
‘To commit an offense or a sin; transgress or err. An intrusion or infringement on another’.
De weg naar individualiteit staat niet toe dat we de ANDER als uitgangspunt nemen voor het gedrag van een IK. De neiging andermans leven te leiden is de absolute dood in de pot voor een mens die eigen benen om op te staan zoekt te ontwikkelen. Al die ‘busybodies die weten hoe ik of jij zouden moeten handelen; ‘to hell with them’.

De grenzeloosheid van de geest doet ons maat en richting vergeten waardoor intellect bijna niet meer te onderscheiden is van een bezettingsmacht in een voortdurend kolonisatieproces. Je moet zus of zo. Hij zal wel dit. Ze zou eigenlijk dat enz… Denken voor een ander is een machtige techniek om reflectie op mezelf te ontgaan, maar het is eveneens, zoals we allen weten, een onderdrukkingsmiddel dat door iedereen ingezet wordt die de eigen positie stelt boven die van een ander.
Er is een grens aan persoonlijk geluk. Geluk is voorwaardelijk. Extase is onvoorwaardelijk grenzeloos. Dit wetende wordt het nog moeilijker de Duivel voor het hoofd te stoten.
Overschrijd ik de grens dan betaal ik tol aan de Duivel. Overschrijd ik die grens niet dan krijg ik ook met de Duivel te maken. Dualisme drijft mij naar een punt waar het slikken is of stikken. Ik kan in het diepst van mijn gedachten wel als een God willen zijn, het is het innerlijke beeld dat ik van de Duivel heb dat bepaalt of dat streven aangemoedigd dan wel geremd moet worden. Wat voor de een egocentrisme is, is voor een ander het aanleren van wat broodnodige assertiviteit.

Angsten en onzekerheden die zich aandienen bij het penetreren van onbekend terrein worden gedempt met een arsenaal van gewoontes, drugs en helaas niet al te betrouwbare reisgidsen en vooronderstellingen. We trachten het onbekende in te lijven als ware het altijd al persoonlijk bezit. Terra incognita, de draken van de cartograaf, herinneren mij er aan dat elke grensoverschrijding verwijst naar een verschuiving van het rationele naar het mythische, dan wel van levensbewustzijn naar doodsbewustzijn. Uiteraard werkt dit soort verschuivingen in twee richtingen. De mythische vampier blijkt dan mijn eigen onverzadigbare honger naar energie die ik desnoods, al of niet bewust, bevredig door me op te rollen in de energie van familie en vrienden.
Wij kunnen die doorwoekerende gretigheid die begeerte en geiligheid zijn herkennen in allerlei rechten waar we op staan en in de afwijzing van de tegenkant daarvan, de plichten. Mijn Duiveltje lust er wel pap van. De oervraag hier is, ‘durf ik mezelf, mijn opvattingen en al die ontwijkende gewoontes los te laten?’ Durf ik de vrijheid van V aan? De vrijheid de grenzen tussen geest en beest te overschrijden. En dan denk ik vooral aan een door dualisme opgejaagd mens en aan een beest dat leeft in eenheid met de natuur. Op het moment dat ik dit schrijf is de pleuris uitgebroken in katholiek binnen- en buitenland. Volgens zegsmannen uit die kringen hebben massale knapenschenderij niets te maken met het celibaat. Maar in de onderdrukking van het tot extase bereide lichaam kan ik niet om een verband tussen die twee heen.

In een symbolisch systeem gaat het over ‘betekenis’. Betekenis is nooit exact, en kon dus niet wedijveren met exact geachte berekeningen. Berekeningen die - hoe ironisch ook - nodig waren om een kunde te ontwikkelen waar ‘betekenis’ uitgewist kon worden. Het woord ‘wiskunde’ is binnen deze reductionistische instelling veelsprekend. Wiskunde bestaat uit berekeningen en ruimtelijke verhoudingen. Massa, tijd, lokatie en gedrag zijn eigenschappen waaraan ik al of niet betekenis kan geven. Ze verwijzen altijd naar een context waarvan ik geen enkele eigenschap werkelijk ken, tenzij ik ervaring heb met de EENHEID, de ijle ‘dark matter’ van de natuurkundige die nog steeds durft te hopen op een algemeen geldige theorie waar alles in past wat we ooit hebben waargenomen en ooit nog zullen waarnemen. Dat het menselijke nu juist menselijk is vanwege allerlei innerlijke en uiterlijke mysteriën en irrationaliteiten doet twijfel rijzen aan dit wetenschappelijk optimisme.
Utopisten die de grens overschrijden van hun hier en nu passen in het beeld van een Duivel die geen grenzen accepteert. Dat die Duivel de leiding zou hebben in het hechtingsproces is niet waarschijnlijk. We zijn het zelf die archetypische impulsen honoreren of afwijzen, en zonder overzicht van het geheel moeten we dan helaas constateren dat we ons te vaak gedragen als ongeleide projectielen. Voor het ontsnappen aan de bekende ruimte worden altijd weer grote risico’s genomen. Of dat nu een morele- of een fysieke ruimte is, doet er in de school van Hermes niet zo toe.

Geloof omzetten in wetenschap, en fantasie in historische, materialistische feitelijkheid; dat zijn oude verleidingen waar elke potentiële fundamentalist graag aan toegeeft. En een lekker gevoel; kwam dat ook niet van de Duivel?
In kan me de omwegen van 2 X 7 nu beter voorstellen. Te snelle nadering van het punt waar totem en taboe versmelten gaat de draagkracht te boven. De windingen op de staf van chtonische (aardse) goden, waartoe ook de Duivel behoort, laten een geleidelijk nadering zien. Ongeduld, het snelle geld, de verafgoding van efficiency; het zijn allemaal begrippen die zo uit het duivels woordenboek kunnen komen.
Een goede vriendin vroeg aan een vingervlugge caissière: ‘ga je in de liefde ook zo snel?’
Gedrevenheid is soms lastig te onderscheiden van obsessie, een angst gerelateerd verschijnsel .

Mijn waarheid die uniek is, is alleen voor mezelf waar. Maar het is ook een waarheid die - zou dat gewenst worden - met iedereen gedeeld kan worden. De zonden die ik toch echt liever voor mijzelf houdt niet in de laatste plaats.
Het kan zijn dat ik verliefd ben op de eigen ideeën en dan kan er een ware missionaris, of wat voor spirituele oplichter dan ook. in mij opstaan.
Het is aardig te zien hoe sadomasochistische tendensen zich verbonden hebben met afzeikprogramma’s en hufterige reporters. Maar ook Internet slaagt er aardig in infantiliteit en slechte smaak als waarden in te bouwen. Internet als openbare biechtstoel. Sadomasochisme is de norm, aanpassing aan die norm is een favoriete verdwijntruc. Mijn hoofd toch maar liever niet boven het maaiveld En dus doe ik fucking mee met de fucking ongein van onze gevierde smaakmakers.
We kennen het verschijnsel mimicry in de natuur. De kleur aannemen van de omgeving!
In Vijf ging het om ontsnapping aan aanpassing. We zoeken vrijwaring van sociale besmetting. Onze zintuigen zijn voortdurend actief met het registreren van mogelijke aanvallen, van de rollen die gepeeld worden, van de omwegen, de zingeving. Daar het dualisme uit te halen kan alleen door eenwording met een omgeving die ‘hier en nu’ wordt genoemd; eenwording die de dood betekent voor alles wat nog dualistisch in mij is..
Het gevoeld dt ik bij het schrijven van deze hoofdstukken krijg zegt me dat er voor mij nog heel wat windingen zijn te gaan.

Crowley meende dat de inhoud, dan wel de betekenis van het Duivels Prentenboek, die wat hem betreft, van morele aard is, is samen te vatten in woorden als: ‘Thou hast no right but to do thy will’ en ‘Love is the law, love under will’. Omdat Crowley door menigeen als de baarlijke duivel zelf werd gezien is bovenstaande een motto dat je niet verwacht van zo een duivelsdienaar. Maar een mooi lied is niet lelijk, vooral niet wanneer de regels van deze ‘song’ mij opleggen vooreerst een individualist te zijn, een ‘thou’. Ik weet niet wat jij wilt. Ik vind het al moeilijk genoeg te weten wat ik zelf wil.

Het was de aanleg van de oorspronkelijke energie, noem het de godsvonk, zich te delen in wederkerig verlangen naar eenheid. Wij zijn de scheppende God en hebben het eerste deel van onze scheppende natuur onder de knie. We weten hoe we verdeeldheid kunnen scheppen. Dat proces is, de Nul even buiten beschouwing latend, beschreven in de eerste zeven kaarten van de Tarot. Van de tweede zeven hebben we geleerd dat vervolmaking van de wereld uitsluitend binnen elk afzonderlijk individu bereikt kan worden. De eenheid kan weer ontstaan in het derde deel en bewandelt de weg van verinnerlijking van de buitenwereld. Mijn koninkrijk is niet van deze wereld!
We zien hoe terecht het was in Vijf over de kroon te spreken, want jij bent de enige (individu) die jezelf kan verinnerlijken.

De Duivel zet aan tot heroverweging van de rol van mijn tot extremisme geneigde rede.
Daar waar mijn rede voldoende ontwikkeld is kan ik een proces van afwegingen sturen waaraan elke scheppingsactie hoort te voldoen. Mijn primitieve voorouder werd aangestuurd door collectieve ideeën en kon naar onze maatstaven nauwelijks persoonlijk verantwoordelijk gehouden worden voor zijn persoonlijke keuzes van goed of kwaad. Goed en kwaad die in eerste instantie gedefinieerd werden aan de hand van overlevingseisen. Het persoonlijke denken waarmee hij het gewenste van het ongewenste (totem en taboe) kon scheiden was nog niet voldoende ontwikkeld. Je kunt wel op een orgastische manier leven, maar als de gemiddelde levensduur niet hoger is dan 25 jaar of zoiets, dan blijft er buiten de creatie en zorg van een nieuwe generatie weinig tijd over voor het ontwerpen van genoegens die het belang van loutere instandhouding te boven gaan.
Daarmee wil ik geen afbreuk doen aan de wenselijkheid van een orgastisch bewustzijn, maar een orgastisch bewustzijn is een evolutionair gegeven in zichzelf. Uitsluitende aanwending van het vermogen om te blijven wie we zijn zou de wereldgeschiedenis saai en eentonig hebben gemaakt. Sterker, het begrip ‘geschiedenis’ zou zich nooit ontwikkeld hebben.

Seks, een potentieel verslavende energie, maakt net zo onvrij als welke andere verslaving dan ook. En in persoonlijke onvrijheid zullen hogere (originelere) staten van bewustzijn niet gauw tot bloei komen.
Op de kaart werd het dierlijke niveau als onderdeel van de menselijke natuur ingetekend. Onze slechte verhouding met de positieve natuur kluistert ons aan het negatieve deel van Heer Satan. Wij willen wel maar weten lang niet altijd of het geiligheid is of liefde die ons doet reiken naar het onbekende dat we in het ‘nieuwe’ hopen te vinden. Het gaat steeds om de vraag of er werkelijk een relatie is, of dat er een relatie moet zijn ingevolge een denknoodzaak - zoals gevoed door angst voor eenzaamheid, angst voor die eerder genoemde innerlijke ruimte, angst ja voor de eigen natuur, angst er niet bij te horen of de boot te missen. Angst is de keerzijde van verlangen en ambitie.
In (1 + 5 =) ZES wordt de opstijgende energie in evenwicht gehouden met de neerdalende energie. Aldus onderzoekt Geest het Dierlijke en het Dierlijke Geest. Alle aanspraken worden hier au serieus genomen en vervolgens in experimentele situaties getest. In dit proces komen we alle totems en taboes tegen. Als er een zwaard van Damocles boven mijn hoofd hangt dan wil ik alles weten van zwaarden en van de mensen die er naar grijpen wanneer ze het strijdtoneel verplaatsen van de binnenwereld naar de buitenwereld.

Raoul Heertje sprak in Wintergasten met Ray Kurzweil die de idee van menselijke onsterfelijkheid in de fysieke wereld tot de mogelijkheden rekende. Over de wenselijkheid van deze abominabele utopie hoorde ik hem niet.
We kunnen of willen de helft van de wereldbevolking geen menswaardig bestaan bieden, we verdringen elkaar in handelsbelemmeringen en blind egoïsme, zelfmoordcijfers willen maar niet zakken, moeder aarde staat in brand…en dus… laten we vooral investeren in een eeuwigdurend, persoonlijk bestaan op aarde!
De amorele opstelling van bepaalde wetenschappers, het buiten de grenzen gaan staan van de natuurlijke, menselijke maat…, dat is de Duivel waar we ten diepste aan lijden. Ik opende hoofdstuk 15 met de woorden: ‘De aandrang een ideale wereld te scheppen is misschien wel ons meest over het hoofd geziene duiveltje’.
In mijn intuïties is het lichamelijke tijdelijk, het geestelijke eeuwig. Vandaar dat we het bestaan van een Ziel, een eeuwig geestelijke zwerver aannemen. In de occulte wereld wordt deze ziel gezien als een blauwdruk die steeds nieuwe projecties, (incarnaties) uitprobeert. En wat is nu helemaal het onderscheid tussen een mensenziel in een nieuw lichaam en een gevallen engel? Wie het weet mag het zeggen.

Het woord dat ik spreek is het resultaat van mijn ervaringen in de tijd en ruimte die me gegeven zijn. Hoewel goed en kwaad relatieve begrippen zijn, biedt de geschiedenis een imponerende hoeveelheid beelden waarin de scheidslijn tussen goed en kwaad herkend kan worden in de uiteindelijke resultaten,
Het dierlijke in de mens is niet in staat tot liegen, maar is ook niet in staat om de ervaringen in de tijd anders te benutten dan in instinctief gedrag, een leerproces dat zich afspeelt op de tijdschaal van de evolutie zelf.
Het menselijke in het dier is heel goed in staat om te liegen. Wie echter zijn geschiedenis verdraait zal in het vervolg niet gauw greep krijgen op zijn hier en nu, op archetype en historische interpretatie. Dat zie je in dictaturen maar ook in allerlei ideologieën die het Avondland ons influistert.
In de meerwaarde die de vereniging van toen en nu oplevert openbaart zich de mogelijkheid tot moreel handelen. Dan vluchten we niet langer in kwantiteit maar richten ons op kwaliteit.
Een zorgvuldige interpretatie van onze persoonlijke en collectieve geschiedenis en het herkennen van de archetypische rode draad openbaart de mogelijkheden Binding en verlossong daarin zijn net als de Apocalyps permanente bouwstenen. Dat het vak geschiedenis als studierichting gewoonlijk onderdeel uitmaakt van de letteren faculteit impliceert dat het persoonlijke verhaal het kennelijk niet stellen kan zonder die grote collectieve context die we tijd of geschiedenis noemen.
Maken wij van onze geschiedenis een leugen, waarin het massaal vergieten van bloed als hoogtepunt wordt opgevoerd dan kijken we naar heel andere lichten dan de kopstukken die ik tegenkom in onze eigen profetische traditie. Maar Adolf Hitler of Jozef Stalin zijn kennelijk interessanter dan Jakob Böhme of Hildegard van Bingen.
Studenten van de innerlijke wereld raken in hun isolement makkelijk de weg kwijt. Satanskerk of andere obscure, zogenaamd occulte beweging brengen vervolgens rattenvangers voort die met hun fluit de toestromende gelovigen in (geestelijke) geilheid achter zich aan laten marcheren. Op weg naar persoonlijke verlossing. Op weg naar de volgende val.
Onze geschiedenis is er een waarin de kiemen van individualiteit onafgebroken gesmoord moesten worden, en zoals bekend leidt verdringing op den duur tot crisis en chaos.

Zeg maar dat jij de Meester bent. Jouw woord is wet. Maar naast de Meester verrijst altijd de Duivel die je de leugen aanbiedt van een wereld die jouw exclusieve eigendom kan worden. Om dan te zeggen, ‘Gaat heen Satan. Mijn koninkrijk is niet van deze wereld’, moet je van goede huize komen. Het blijft opletten. De Duivel en het leugenachtige woord vormen een hechte band en zijn niet van elkaar te onderscheiden. De gevorkte tong van de slang; het met dubbele tong spreken is een expressie gebaseerd op die verbondenheid van taal, duivel en leugen. Het bezit van de aarde of een deeltje daarvan (een illusie) veronderstelt dat je je iets hebt eigen gemaakt.
De uitnodigendheid van de duivel kan positief geinterpreteerd worden als een oproep ons de aarde(onze incarnatie) eigen te maken. Eigen maken wordt in het synoniemenboek niet geassocieerd met bezit maar met ‘instuderen’. Zonder de rede, zonder een zo getrouw mogelijk beeld van onze geschiedenis lukt het ons niet een steeds bewuster onderdeel te zijn van de fantastische, holistische utopieën die we onszelf soms gunnen.
Voor studie is concentratie nodig en concentratie is de pijpleiding naar het grotere geheugen.
Kiezen voor de binnenwereld is een ramp als dit niet gebeurt in het besef dat de binnenwereld een tempel is van het zuiverste licht. De ordening van hetgeen wij realiteit noemen vindt plaats in dit licht, ook al hebben we daar geen bewustzijn van. Dit licht kan je zo doen geilen op persoonlijke verlichting dat vergelijking met andere vormen van verslaving niet zomaar weerlegd kunnen worden. De vraag is wat persoonlijke verlichting voorstelt als het geheel van de schepping daar niet in mag delen. Ik ben bang dat dit soort verlichting snel kan omslaan in haar tegendeel.

Het zijn de zintuigen, als de bijen op kaart 5, die de rede informeren over ‘de waarheid’ van onze situatie.
Het menselijke en het dierlijke ontmoeten elkaar in het hart, het enige orgaan dat zich lijkt te onttrekken aan evolutionaire experimenten en in alle soorten gelijk aan zichzelf blijft.
In het hart vloeien gevoel en kennis samen in een helderheid van waaruit beslissingen genomen kunnen worden. Zo niet, dan worgen wij onze toekomst en kunnen we maar beter gelouterd worden door het apocalyptische vuur, net zolang tot de samenwerking waarom gevraagd wordt ‘van harte’ gegeven wordt. Om een individu te kunnen zijn moet ik leren samenwerken, leren holistisch te denken. Kiezen voor mezelf blijkt kiezen voor het geheel te zijn.

15 gaat over het leren omgaan met angsten en vluchtgedrag, ofwel over verslaving aan verdoving. In mijn lichaam kan ik alle spanningen leren kennen, Als de gedachte aan wat dan ook mijn adem sneller doet gaan dan sta ik voor een goeroe waar ik nog veel van kan leren. Ik ben de Duivel. Die goeroe blijkt gewoon mijn eigen lichaam te zijn, een creatie van geest en natuur.
Het maakt niet uit of het om studie, zaak, vriend of vijand gaat Als ik energie geef aan situaties die mijn verdeeldheid in stand houden ben ik bezig met de negatieve Duivel. Geef ik energie aan situaties waar juist eenheid ervaren kan worden dan sta ik de positieve Duivel, ook wel engel genoemd, toe een flinke duit in het zakje te doen, en voed ik de natuurlijke, heilzame en holistische tendensen. Om de liefde te kunnen smaken moet elk facet van mijn wezen ja kunnen zeggen tegen de invloeden waaraan ik ze blootstel. Zolang ik mijn nee’s nog verdoezel, heeft mijn ja voor de verwerkelijking van een vreedzamer toekomst nog weinig betekenis. Ja te zeggen wanneer het ja voelt en nee wanneer het nee voelt is hetgeen de Duivel in balans brengt, waardoor hij een waar bondgenoot wordt in mijn verwachting dat ik net zo extatisch zal blijken te zijn als de natuur. Want daar staat de Duivel in zijn meest magnifieke gedaante voor. Pas wanneer we alle ja’s en nee’ s tot expressie hebben gebracht komen we er achter dat er een taal bestaat die de dualiteit van het ja en nee te boven gaat.

Heel begrijpelijk dat de Duivel in de rol terecht is gekomen van ‘heerser der duisternis’ Ik heb al eerder de verbondenheid van woorden als ‘zwart’ en ‘wijsheid’ genoemd. De duisternis van de Duivel verwijst naar het onbewuste. Dat is waar Hij in (of voor) gevallen is. Vandaar organiseert Hij de instinctieve, intuïtieve en empathische reacties die maar niet in rede of dogma willen passen. De wonderbaarlijkheid ervan heeft de glans gegeven aan wat we MAGIE zijn gaan noemen, maar die in wezen de toekomst laat zien van de transcenderende ontwikkeling van onze zintuigen. Wie de mogelijkheden van zijn lichaam, zijn natuur leert kennen is klaar voor een nog diepere val. Maar daar moeten we voor bij de Toren terecht.

Als ons grootse toekomstvisioenen worden voorgeschoteld komt al gauw de vraag op, ‘What is the catch?’ Het addertje in het gras.
Als wij Prometheus zijn, voorbestemd om dat briljante vuur naar de aarde te brengen, wie en wat was dan wel die Prometheus?
In Wikipedia tref ik het volgende aan: Prometheus wordt bovendien voorgesteld als een leraar en uitvinder, die de mensen wederzijds respect bijbrengt en hen leert vooruit te zien: zijn naam wordt verklaard als 'de vooruitdenkende'
Christien, een vriendin, zei ooit: ‘Nadenkers hebben we genoeg, maar we hebben behoefte aan voordenkers’.
Uitvinders en techneuten associëren Prometheus eenzijdig met hun vindingen, die meestal technisch van aard zijn. Dat uitvinders onderworpen horen te zijn aan grotere humanitaire idealen is nogal stelselmatig over het hoofd gezien.
Je moet het licht gezien hebben om er iets steekhoudends over te kunnen zeggen. Maar dat gegeven kom je ook tegen wanneer de Boom van de Kennis van Goed en Kwaad in zicht komt, waar van de appel gegeten moet worden om persoonlijke moraliteit mogelijk te maken.
Dat die kennis met de dood betaald moet worden lijkt voor Adam en Eva bijzaak te zijn.
Anarchisten van het zuivere water, zou ik zo zeggen.
Willem Kloos zette de punt op de i met: ‘Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten’.
Beter kan de innige relatie met de Duivel niet beschreven worden, dunkt mij.

Joachim Bunders

Vervolg: Vallen in getallen hoofdstuk 16: De Toren 

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 183 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +