Ik kan me best voorstellen dat de verheffing tot een goddelijke status waar de Duivel mij mee probeert te verleiden een verleiding is om in het grotere plaatje te springen en mij de grandeur ervan eigen te maken. Het inzicht dat duivel, verhevenheid. uitzicht en verleiding innerlijke kwaliteiten zijn moet binnen het Hermetische ‘zo binnen zo buiten’ als een gegeven worden aanvaard. Zo niet dan houden we de noodzaak verleid te worden - tegen beter weten in - in stand.
Ook dat echter is onderdeel in het leerproces. Een oeroude betekenis van ‘Tempatation’ wordt omschreven als ‘The act of testing or trying’. Soms moet je wel 1000 keer proberen voordat je op een oplossing stuit, maar wie ophoudt te proberen zal niet gauw iets vinden.
Hoogte schept diepte. Als we de Duivel met de onderwereld associëren dan moet dit archetype gezien worden als een mogelijkheid om de laagvlakte van onze diepere natuur te leren kennen. De afdaling naar hetgeen thans nog onbewust is, komt overeen met het proces van incarnatie zelf.
15 noopt mij opnieuw na te denken over incarnatie en wat dat precies is. Gematerialiseerde energie? Geest wordt vlees? Of alleen maar een bundeling van blinde scheppingskracht, of van iets dat we fantasie noemen?
Over het algemeen wordt incarnatie als een afdaling van energie of levensgeest in de stof gezien. De opwaartse beweging echter van de VIJF ONDERSTEBOVEN in de strijd van individu versus collectief schiep een diepte, zoals depressie en schaarste ons naar de laagte voeren. Het leren kennen van de bovenwereld, een veel gedeelde ambitie van de sensationele mens, laat ook die andere kant zien. Deze laagte is gevuld met van alles en nog wat waar we op hopen of bang voor zijn. En zo is menig bolwerk van zelfverzekerdheid en succes, als je wat beter kijkt, toch gebouwd op onzekerheid en angst. Angst die niets anders creëert dan zichzelf. Het is deze creatie die de betekenis van onderwereld zo een problematische status heeft gegeven.
Angst komt van dezelfde wortel als het woord ‘worgen’. Deze conditie staat voor een beroerde ademhaling. Er zit nog teveel druk van buiten op het eigen innerlijke systeem.
In 5 dwong ik mijn zintuigen wat selectiever te gebruiken zodat ik in de meetbare resultaten van mijn acties niet teveel gestoord werd door schuldgevoel. Het eerste nee tegen een afkomst waarin ik voor mijn (op)voeding van afhankelijk was - of ben - veranderde in vele glibberige ja’s. Er moesten talloze compromissen gesloten worden, allemaal nederlagen die ik wel uit mijn bewustzijn weg moest drukken wilde ik niet van ellende onder een trein lopen.
Zelfhandhaving werd de norm. Noodgedwongen dus ontwikkelde ik het vermogen om van datgene wat ik van de wereld waarnam net dat stukje te zien dat mij op de een of andere manier steunde in mijn defensieve gelijk.
De wet van ‘zo binnen zo buiten’ maakte dat ik alleen nog maar mensen zag die net zo gecompromitteerd waren als ik zelf. Hypocrisie werd de norm, en ondanks al het spektakel van Vijf had ik niet in de gaten dat het omarmen van die norm een zeer slecht substituut was voor gewetensvol verzet. Maar wat kun je tenslotte in je eentje uitrichten?
Dat kinderen meer horen, zien, ruiken enz. is me vooral ook opgevallen toen ik bezig was een verzameling halfedelstenen op te zetten. Zelfs notoire ADHD jongetjes uit de buurt bleken stil en geboeid te raken wanneer ze mijn waar ontdekten en met de vrijmoedigheid die hen eigen is elke steen wilde voelen en bekijken. In veel gevallen zien ze er kennelijk meer in dan hun ouders en er moet heel wat onderhandeld worden voor er toestemming komt geld uit te geven aan zoiets nutteloos als een steen. Maar met de volharding van hun spontane inspiratie spelen ze heel wat klaar. Stenen die geen onwaarheid kunnen spreken schijnen iets uit te stralen waar het onbedorven kind gevoelig voor is. Aurametingen bij kinderen tonen ook veel meer rood - en dus vitaliteit - dan de meeste metingen die ik bij volwassenen doe.
Dynamische kwaliteit wint het hier van statische kwaliteit, een verontrustende gedachte voor opvoeders die al lang niet meer in de gaten hebben dat ze niet het kind maar het establishment dienen. Theorie en model hebben het voorlopig even gewonnen van waarnemen er ervaren. In Vroon’s ‘De mens als Metafoor’ las ik: ‘Bacon noemt als voorbeeld een lange discussie tussen geleerden over de vraag hoeveel gebitselementen een paard heeft. Toen een jonge monnik binnenkwam en aanraadde tot telling over te gaan werd hij weggehoond omdat hij het denken van de oude meesters afleidde’. Mijn ervaring is dat zodra ik begin na te denken ik eigenlijk niet meer in staat ben te volgen wat er om mij heen gebeurt.
Ik doe alsof ik nog naar mijn gesprekspartners luister maar eigenlijk ben ik er helemaal niet meer. Dat een meer innerlijke, vrouwelijke oriëntatie tot groter bekwaamheid in multitasking leidt geeft aan dat gevoel veelzijdiger is dan het zogenaamde rationele denken.
Eenzijdigheid kan het gevolg zijn van de wrede onderdrukking van het zien zoals je het als uniek mensenkind ziet. Over de persoonlijke werkelijkheid wordt een collectieve saus van moraal, dogma, ideologie, profijt en andere fundamentalismen aangebracht die het zicht op wat we aan eigenheid ervaren grondig verstoren. Beschadigingen op dit niveau zij zo algemeen dat we ze als de normale gang van zaken zijn gaan beschouwen. Maar op onverwachte momenten hebben we flash backs naar een nog onbedorven, veel rijkere sensorische werkelijkheid. De pijn van het verlies kan verantwoordelijk zijn voor de schreeuwerige lelijkheid van onze tijd.. Als 14 een hoofdstuk is dat ik wel heel erg lastig vond dan herken ik dat in het loslaten van de menselijke maat als een belangrijke oorzaak van steeds toenemende wansmaak. Dat hangt dan wel af van mijn definitie van menselijkheid die altijd anders is dan die van al mijn tijdgenoten.
Na de val uit mijn kinderlijke, primitieve, enigszins hallucinatorische staat moest de betekenis van wereld, natuur en cultuur als onderrichters teruggebracht worden tot een nog al Grootst Algemene Deler. Immers, de wereld is er niet voor jou maar jij bent er voor de wereld. Bestuurbaarheid en economisch belang zijn tenslotte belangrijker dan jouw of mijn individuele behoeften. Hoe ook, extase of uitbundige expressie ven emoties, de voertuigen van onze spirituele kern, konden niet meer op spontane deelname rekenen. Big Brother is een regelrechte nazaat van Beëlzebub, Baal.
Een oudere versie van dit goddelijke archetype is etymologisch verwant aan ‘bezitten’ en ‘heersen’. In dit soort mythologie werd de representatie van het goddelijke gevonden in de onderhorigheid van de burger aan de staat en van de vrouw aan de man. Aldus kunnen we vaststellen dat de scheiding van kerk en staat met een korreltje zout genomen dient te worden. Dat klopt ook wel als ik bedenk dat de Romeinse 5 ( V ) die voor de dienst aan de goden staat niet anders is dan een uitgedeukte 4 ( § ), die voor de gevestigde machten staat.
Spiritualiteit moet wel problematisch worden wanneer die me herinnert aan de kroon die mij in de aanpassing werd afgenomen. Mogelijk vind ik daar ook de oorzaak van liefdesverhoudingen die veelvuldig op psychologische oorlogsvoering leken, of op werkcondities die opvallend veel overeenkomsten vertoonden met tuchtoefeningen.
Hoe ook, bezetenheid hier vertoont affiniteit met de veronderstelling dat de burger bezit is van de staat en dat vrouwen bezit zijn van de man.
Doe dit doe dat.
Waarom?
Omdat ik het zeg.
Zoiets.
Weg van moeder, vader en de moraal, hun moraal. Een moraal van doe maar gewoon dan doe je gek genoeg. Wat dan gewoon is - en wat niet - is niet meer aan mij om te beslissen.
De 5 in 15 staat voor vrijheid, en loopt weg van desnoods alle moraal. Zie hier het dualisme in al zijn verheven normaliteit! Te moeten griezelen voor hetgeen mij heeft voortgebracht; het is wat.
Waar moeder symbool staat voor natuur, en vader voor cultuur - levert mijn begrijpelijke escapisme vooral ook een breuk op met de betekenis die natuur en cultuur hebben als draagvlak voor mij n bestaan.
Helaas, maar wel begrijpelijk dat er uiteindelijk toch gekozen wordt voor overleving en dus voor de begeerlijkheden van huisje, boompje, beestje - en met het ‘samen staan we sterk’ in een wereld vol dreiging en onzekerheid. En aldus blijven we, ondanks alle scheidingen en verdriet toch het jawoord uitspreken, en beloven eeuwige trouw.
Reactie is een op angst gebaseerde levenshouding die het nadeel heeft voortbrengsel te zijn van een doorgedraaide wereld die me snel leerde me te moeten verdedigen. En de verdediger is het succesvolst in de aanval. Maar in de ondergrond is er toch een weten dat mijn ware interesse uitgaat naar inhoud en creativiteit, naar een leven als spel dat met hartstocht wordt gespeeld, met alle risico’s die we - het is immers maar spel - nemen. Dat die behoefte vaak werd overtroefd door de eindeloze spiegelgevechten met- en kritiek op structuren die meestal in vervormd formaat laten zien wat ik in mezelf en voor mezelf verborgen probeer te houden.
De opmerking - geen mens is volmaakt - wordt dan, hoe waar ook, een doekje voor het bloeden, een excuus om te blijven wat ik ben - en niet mee te hoeven evolueren in het groter geheel van steeds toenemende kennis en verdiepend inzicht. Ik zit vast in een bewustzijnsvernauwing die me wel goed uit lijkt te komen, maar niet is te onderscheiden van andere verslavingen.
In 15 gaat het om het bewustwording van een spirituele dimensie. Ik zoek inwijding in een nieuwe bladzijde in de geschiedenis van de ziel, of van de kosmos zelf.
Niet zo gek als het lijkt wanneer ik me realiseer dat elk atoom, elk pulsje, waar ik uit besta afkomstig is van een heelal dat aaneen hangt van explosies en implosies. ‘A hell of a universe’.
Astronomen, en zij niet alleen, noemen die hel de hemel.
Ik liet mij ooit levensdoelen aanpraten die er slechts op gericht waren de oude, zieke goden in leven te houden. Onvruchtbaarheid werd mijn deel en op momenten dat aanrakingen echt intiem dreigden te worden wist ik altijd wel weer een of andere uitvlucht te verzinnen waarmee ik mijn gedenaturaliseerde orde kon herstellen; althans dat dacht ik. Loslaten, mezelf overgeven - en voelen wat er dan gebeurt, leek net even te riskant.
Buiten de slaapkamer klonken mijn theorieën opwindend genoeg, binnen verschrompelden ze, liepen leeg als opgeblazen kaakblaas. Net als opium valt de mechanica van seks voor liefhebbers van verandering en variatie te eniger tijd toch wel wat tegen.
In de jaren dat het er nog toe deed beperkte het beeld dat ik me van de liefde maakte zich onder invloed van een flinke dosis onzekerheid zo ongeveer tot de genitaliën, en mijn seksinspanningen die veel leken op (al of niet wederzijdse) masturbatie mocht nu doorgaan voor het hoogste wat er aan gevoel tussen twee mensen kan bestaan. Ik had me natuurlijk moeten afvragen waarom ik niet zei de liefde te beleven maar te bedrijven, want in bedrijven is het hard werken en presteren.
Misschien ben ik toch meer aangetast door die prestatiecultuur en daaraan palende faalangsten?
Het zinnelijke dubbelbeeld van Drie de Duivel te noemen doet geen recht aan de grote sinjeur die dit heerschap heet te zijn. Maar zaken die ons bewustzijn aangaan (alle zaken dus) kunnen vanuit elk willekeurig punt benaderd worden, ook de lastige totems en taboes die hier werkzaam zijn, maar die niet ontlopen kunnen worden wanneer Drie gedwongen wordt in de spiegel te kijken, hetgeen in Vijftien (1+5= 6) het geval is. En als het de genitaliën zijn die me dwars zitten kan ik net zo goed daar beginnen. Ik kan me die heel heilige mannen en vrouwen die eigen kruis inruilen voor het houten kruis van een Verlosser wel voorstellen. Al die onzekerheid, al dat rekening houden met, al dat gelazer; weg ermee!
Als alles dat bestaat deelt in dat grote proces van evolutie dan ook de genitaliën. Weglopen voor angsten mag gezien worden als een symptoom van heiligheid, het gaat voorbij aan het feit dat het goddelijke nu juist de totaliteit is, en niet een totaliteit minus de geslachtelijke liefde.
Omdat de Duivel ons door de strot is geduwd als zijnde de veroorzaker van al het boze is identificatie met dit Heerschap op mijn weg naar groter bewustzijn onvermijdelijk.
Als ik mijn eigen erotische krachtbron niet 100 % positief kan richten dan vervuilt deze bron. Wat aanleiding geeft tot spanningen waardoor de ademhaling oppervlakkig wordt en niet meer zo goed functioneert. Hyperventilatie is een techniek waarbij nog wel eens verruimd bewustzijn wordt ervaren. Het is echter denk ik niet verstandig mijn geestelijk heil af te laten hangen van een gestoorde ademhaling.
De Duivel wordt op de kaart voorgesteld als de knevelaar, een worger van onze hoop op een (ver)lichte en liefdevoller toekomst. De weerloze Geliefden die de positieve natuur in zichzelf hebben uitgebannen moesten naar de aard van alle projectie het negatief natuurlijke’ in zichzelf manifesteren. Sonde werd zonde. Wie niet sondeert zal echter niet gauw doorgronden waar het in dit leven om gaat. Evolutie of schepping zijn leuke dingen voor de darwinisten of anders wel voor de creationisten. Een normaal mens houdt zich toch liever aan de waan van de dag. Een vliegende schotel hier, een wedergekomen Messias daar. Emanationisme, resonantie, maar ook mythische beelden van het universum als een uitgebroed ei, of een bonk klei waaruit de pottenbakker de werelden vormt en bakt; er zijn vele smaken op de markt van kennis en zelfkennis.
Dat wetenschap per definitie een soort leugen is moet voorzien zijn door de intelligentie die Adam en Eva confronteerden met de boom van kennis van goed en kwaad. Onze oorsprong laat zich niet lokaliseren vanuit de lineaire staat van bewustzijn waarin wij verkeren.Maar dat wisten we al toen we bezig waren vierkant en cirkel te verenigen om het punt van oorsprong te vinden.
Taboe heeft het zo geregeld dat ik mijn zondigheid - als het maar even kan - op de ander projecteer. Heel zondige fantasieën, die heeft iemand als ik niet. En zou ik ze wel hebben dan zal ik de zondigheid ervan op allerlei manieren relativeren, overeenkomstig de manier waarop we geprobeerd hebben de natuur te relativeren.
Het duivelse negatief zit hem nog niet eens zozeer in bokspoten of in de horens als wel in de mega fallus (of clitoris) die zich verbergt achter bossen schaamhaar, en die straks in de Toren zijn uiterste expansie tot manifestatie brengt.
De commentator achter zijn borrel verzucht wellicht dat de mens nu eenmaal een dier is en dat dat wel altijd zo zal blijven, waarmee misschien wel bedoeld wordt dat de Duivel het toch altijd wint.
Zodra ik kan toegeven dat het natuurlijke in mezelf en om mij heen eigenlijk al heel lang op de laatste plaats komt houdt de verbazing op te bestaan. Dan wordt duidelijk dat seksualiteit en zintuiglijke beleving poorten zijn die toegang geven tot de krachten waaruit natuur bestaat. Die zijn heftig en kunnen ingedeeld worden bij de (para)normale verschijnselen. Denk maar aan orkanen, vulkaanuitbarstingen, tsunami’s en dat soort vertoon. Maar ook aan het ontstaan van leven uit ‘dode materie of het curieuze feit dat geen twee sneeuwvlokken aan elkaar gelijk zijn. De weg van seksualiteit naar Tantra is, als je op goede voet staat met dit soort krachten en omstandigheden, niet zo ingewikkeld. Wie de eigen apocalyptische (lees: ‘veranderlijke’) kwaliteiten niet onder ogen durft te zien zal nog lang zijn dagen in schaamte en stress moeten doorbrengen. Onwetendheid en zonde zijn niet voor niets nauw met elkaar verbonden. In dit verband is het interessant uit te vinden dat ‘sin’ etymologisch verbonden is met woorden als ‘ís’ of ‘zijn’.
Een manier om de Duivel beter te leren kennen is te zien hoe het beeld van dit heerschap zich in onze mythologie heeft ontwikkeld. Goden als Bacchus, Dionysus of Pan verwijzen naar een soort verlichte natuur, naar een inspiratie die komt met de kracht, maar ook met de kwetsbaarheid van het dier (het beest), en van plant en mineraal. Lust en verlangens en de bevrediging ervan brachten een dynamiek die niet onderdeed voor die van een groots, carnavalesk feest waarin de wijn, symbool van transcendentie en spirituele ervaring, rijkelijk vloeide.
Wat aan deze Goden voorafging is diffuus en is, ook als we de resten van sjamanistische of animistische culturen proberen te begrijpen, nooit opgeschreven of vastgelegd. Maar dat de gehoornde al heel lang als een Ram de EERSTE plaats innam op de cirkel van de Zodiak, is opvallend. Het symbool dat we allemaal kennen is ^, die veel lijkt op de V, een Latijnse 5, piramide van inwijding, symbool van persoonlijke ontwikkeling. Deze V verdubbelt zich in het aardse, vrouwelijk negatieve teken van Geit of Bok waarbij het een kronkelend, slangachtig (g) aanhangsel produceert. Steenbok is het Tiende teken in de Zodiak, en is daarmee een spiegel voor Vijf. Het listig uitgespeelde dualisme van de slang is liefde voor wijsheid (filosofie) in de Steenbok, een beweeglijke oriëntatie tussen hoogte en diepte of tussen vallen en stijgen.
Om deel uit te kunnen maken van de wonderen van de natuur moet zuivere geest het offer brengen die de indaling in de beperkingen van manifestatie nu eenmaal is.
De Gehoornde God verwijst naar de Duivel maar vooral ook naar de vorm van de maansikkel, en in de aanloop naar mijn hoofdstuk over de Duivel is mij verschillende malen op het hart gedrukt de vrouwelijke aspecten van de Duivel niet te vergeten. In zoverre verlangen en verleiding tot essenties van de Duivel gerekend mogen worden is de associatie naar het vrouwelijk magnetische gauw gemaakt.
Het beeld dat zich opdringt hier is er een van ambitie voor het hogere en het diepere, van een diepgeworteld verlangen naar licht en vergezicht. Hoe deze verlangens uitwerken in mijn ontwikkeling naar unieke individualiteit laat zich raden. Iets zo vurig te willen (Ram), en daar ook gevolg aan te geven wordt niet zelden gevolgd door ‘hang-ups’ die veel lijken op verslavingen, kleine begerige beestjes die steeds meer nodig hebben om te overleven. De eerste keer was de bevrediging van verlangen groots, de miljoenste keer was het de zoveelste druppel in een reservoir van toenemende ellende en afhankelijkheid. Een bezoek aan een afkick kliniek kan wat dat betreft heel informatief zijn.
Bok en geit staan voor begeerte en bevrediging waarvan de vreselijk lekkere gevoelens die daar ervaren worden zeer zondig zijn. Dat geitenneukers voor een gemiddelde kerkganger brandstof zijn voor de hel, ligt wat symboliek betreft niet voor de hand. Waarom zouden we de Duivel zelf niet eens een goede beurt mogen geven.
Er heerst ongetwijfeld dubbelzinnigheid in gedachteloze verwerping van deze Heerser van het Incarnatieproces zelf. Evolutie, die net als Moeder nieuw leven en nieuwe dood voortbrengt. Eb en vloed. Evolutie en Involutie. Incarnatie en Excarnatie. Scheppend en vernietigend.
Hoe we het dualisme ook benoemen; er achter schemeren de oeroude totems en taboes die in eindeloze wisseling tot eenheid gebracht willen worden. Juist in 5 X 3 zoeken we de klem, het worgkoord te begrijpen. De opgerolde staat van de Geliefden (6) wil zich uitrollen (ontwikkelen) in de Kluizenaar (9), ook een cluster van Drieën.
Om het dualisme te begrijpen wordt om inzicht gevraagd in de schijngestalten van de Maan.
Nummer 18, de Maan, ook weer een composiet van Drieën.
De hoorns aan de weerzijden van de spiegel van de Zon vinden we terug in de iconografie van moedergodinnen. Isis als vruchtbaarheidsgodin lijkt wat dat betreft wel op de Duivel. Je hebt gestalten en schijngestalten, hoewel het natuurlijk ook zo kan zijn dat elke gestalte een schijngestalte is. Maar dat we in het najagen ervan juist die verschillen over het hoofd zien, dat we de woorden kennen maar niet de onderliggende betekenis, biedt een leeromgeving zonder weerga. My little devil! The king of Illusions.
Onszelf belastend met schuldgevoelens rond de briljante uitvinding van erfzonde die in het monotheïstisch, relatief moderne Christendom VERLOSSING noodzakelijk maakte. De markt van doop en inwijding liggen in elkaars verlengde. We spreken over de drievoudigheid van de monotheïstisch God. Maar de Duivel, als moeder van incarnatie, volgens Indiase mythologie, is ook drievoudig. De wateren van Ganga banen zich een weg door drie sferen. Hemel, Aarde en Hel worden gelijkelijk bediend door de magnetiserende kwaliteiten van de Maan.
Hechting en onthechting zijn begrippen waarmee niet alleen de menselijke worsteling met zichzelf wordt verduidelijkt. Alle ‘at random’ systemen in het evolutieproces, noem het ‘trial and error’, laten zich analyseren met behulp van een indeling in statische en dynamische eigenschappen, en de synthesen van die twee. Echter, wat vandaag dynamisch is kan morgen heel wel statisch zijn, en omgekeerd.
In de filosofie wordt wellicht gezocht naar verlichting van wat mijn vriend de ontologische verleiding noemt, een steen die rust op de magen van de ontredderde, klassiek mechanische nazaten die moeite hebben met de komst van Homo Subatomicus.
Werkelijkheid beleven we door onze zintuigen.
Ik ben de Duivel. Ik ben dat zintuiglijke ding dat nog steeds opgewonden raakt wanneer innerlijke waarneming zich manifesteert. De zintuigen als onderdeel van onze dierlijke natuur in de onderdrukte staat waarin het verkeert, moet bevrijdt dan wel verlost worden. De torenhoge ambities van 5, een uniek individu te zijn kunnen niet tot in het oneindige ontlopen worden. Een volstrekt eigen invalshoek ten opzichte van de inhouden die in mijn werk of in het ‘ware’ leven zo vertrouwd leken, dient zich aan.
Weet waar je aan begint, wanneer je je die eigen invalshoek eigen gaat maken. Onderschat de Duivel van het Aangepaste Denken of de Duivel van de Simpele Oplossing never nooit.
Als de dingen niet meer zijn wat ze altijd leken te zijn bestaat de kans dat we ons bevinden in het voorland van synthese dan wel individuatie, en als dat voelt als crisis - of als hel - kunnen we er bijna zeker van zijn dat we bezig zijn de negatieve Duivel, vast onderdeel van de archetypische configuratie die we mens noemen, in het vizier te krijgen.
Van alle Goden en Godinnen waar de Duivel mee geassocieerd wordt beperk ik me hier tot Pan. Pan in mijn visie is de hoeksteen in het Pantheïstische universum
Wikipedia laat weten: Pan is de god van het woud en patroon van de herders en hun kudden. Verder is hij de god van het vee en het dierlijk instinct. En vooral de laatste doet mijn bloed sneller stromen.
“”Ook het voorvoegsel pan- (alles) is van Pan afgeleid, omdat hij werd gezien als de personificatie van een allesomvattende natuur, iets dat we thans holisme noemen. Sinds de middeleeuwen werd Zijn uiterlijk overgenomen om de Duivel af te beelden””.
Paniek, afgeleid van Pan, in gezelschap van Echo
Natuur uit zich in aandoeningen. Instinct moet wel hoog op het verlanglijstje gestaan hebben van onze behaarde voorvaderen. De ogenblikkelijkheid van instinct kon het verschil maken tussen leven en dood. Ik vergelijk instinct met de innerlijke werking van de zintuigen; een vrouwelijke eigenschap.
De fallus van Pan laat zich makkelijk vergelijken met het riet waaruit hij zijn fluit sneed. De harde mannelijke vorm van riet en de melodieuze, vrouwelijke stem die er aan ontlokt kon worden door te blazen; een oude goddelijke techniek waarbij het levenloze tot leven werd gewekt.
Pan had nog geen naam, was dynamisch en statisch, werd ervaren in de levenskracht van de natuur zelf. Al vanaf die oudste tijden werd de eigen- en omringende natuur gezien als de grote leermeesteres, een positie die ze wat de natuurwetenschap betreft tot op de dag van vandaag nog steeds bezit, of behoort te bezitten.
Pan betekent ‘alle’. De oudste natuurreligie, en een andere bestond niet, was de ervaring van verbondenheid met het geheel Dat we de beginselen van het holisme aan het herontdekken zijn belooft veel goeds voor de toekomst van religie die al veel te lang door kerken en sekten wordt gegijzeld. Zij die denken dat ze het beter weten dan de kennis die instinct oplevert zijn net als Midas domme ezels..
Dat Pan in zijn volledigheid ook sterfelijk is, verbindt hem onherroepelijk met de dood van de Godenzoon op de Calvarieberg. In die zin is de volledigheid van deze maar al te menselijke god onbetwistbaar. In de schaduw van de dood wordt onmiddellijk een beroep gedaan op de noodzaak een verbinding te maken met het onbewuste die als vreemde geluiden in een nachtelijk oerbos ons reizigers doet verschrikken, zoals nachtmerries onze nachtrust verstoren.