vrijdag 27 december 2024

personal4

Artikelindex

 

Werkelijk nieuwe- of liever werkelijk originele ideeën komen van de Nul. Omdat Nulfantomen hoogte in diepte en diepte in hoogte laten zien worden originele ideeën door het statistische “establishment” zelden met warmte onthaald. Het aantal inrichtingen nodig om al die originelen in op te sluiten geeft een indicatie over de omvang van de offers.

Dat wat we over ons zelf denken te weten moet vallen bij elk stukje inzicht dat wij aan het onbekende weten te ontfutselen. We weten dat we de grondslagen van materie en leven niet kennen. Al wat wij kunnen denken en hopen is dat binnen onze hypothetische ruimten bepaalde combinaties die we daar projecteren de uitkomsten of gevolgen zullen hebben die we verwachten. De vraag is waarom? Maar dát mijn beste is een verboden vraag!

Als het gevolg zich maar vaak genoeg herhaalt gaat het vanzelf op een voorspelbare zekerheid lijken. En zo ontstaan de gesanctioneerde wetenschappelijke axioma's die weer deel uitmaken van opvolgende magische stappen in de wetenschappelijk- en ordelijk voorgestelde onbekendheid.

Droevig is dat dit soort geleerdheid vaak als zo superieur wordt voorgesteld. Het eenzijdige analytische- en causale denken heeft flink bijgedragen aan het ontstaan van tegenstellingen die eerder groter dan kleiner schijnen te worden. En dat is een uitbreiding in de dualiteit.

Hulpverleners en politici voeden dit schisma tussen geletterde en ongeletterde nonsens door etiketjes uit te delen waarop te lezen staat: kansarm, gedepriveerd, sociaal zwak e.d.

Zo worden van boven af de geweigerde inhouden geprojecteerd op een onderklasse. De behaaglijkheid die de bevoorrechtten na deze zelfreiniging ervaren zal echter op langere of kortere termijn niet het gewenste resultaat opleveren. Het oplossen van angsten kan niet gedelegeerd worden. Alles wat leven in zich heeft groeit in de tijd, ook angsten die verdrongen zijn. Uitstel maakt de val alleen nog maar pijnlijker.

Hulpverleners en psychiaters, regulier of alternatief, zouden beter moeten weten dan mee te werken aan dat sinister suggestieve proces waarin de taboes onveranderlijk op bepaalde types geprojecteerd worden en waarbij er witte jassen worden aangetrokken en er gecureerd wordt en de zakken gevuld, maar waarbij de bron van al dit gedrag, van al deze tegenstellingen, niet gezocht wordt.

Ikzelf moet uitkijken dat ik mijn hoogtevrees niet uitleef in het schoppen van de kleine en grote autoriteiten. Vanwege de non dualistische- en dus amorele natuur van de kern zou je verwachten dat intellectuele- en spirituele voorgangers op de hoogte zijn van de mogelijkheden die het symbolische denken of de mythologische ruimte te bieden hebben, juist met het oog op de morele dimensie. Waarom wel? Waarom niet?

Naïeve aanwending van kennis brengt beschavingen ten val, innerlijk en uiterlijk. En dat is in wezen het plaatje dat we zien als we naar de Rider'kaart van de Fool kijken die toch altijd weer in de afgrond valt, steeds weer het beginpunt zoekende van waaruit hij zijn fantasieën van de grond af kan herbouwen, steeds in een iets andere richting, steeds weer de mythologie van de vorige val met zich meedragend in dat wat hij is, onbewust.

Ik heb mezelf ingeprent in elk Arcanum, in elk voorval, materieel of geestelijk, de hand van de Fool te herkennen. De rollen die we spelen zijn ons ingegeven door een onbewust verlangen om hetgeen we in diepste wezen zijn tot uitdrukking te brengen.

Volgens Nul zijn wij creaturen van de Chaos, de oorsprong van goden, maar we willen het niet weten. De verantwoordelijkheid die daarmee verbonden lijkt durven we niet op te eisen. Het kleinhouden van kinderen, onderklassen en derde werelden is een directe projectie van dit gebrek aan moed.

Verbinding met de innerlijke mythologie, ofwel met de geest in de materie (volgens sommigen: de materie in de geest), is als een verlossing uit deze onderdrukking.

Als die verlossing niet wordt ingebed in een persoonlijke symbolische structuur ontstaan er eenzijdige identificaties met inhouden waarbij het slachtoffer zich de Christus waant, de beloofde ‘führer' of een

i ncarnatie van Sneeuwwitje. En dat is vragen om een gaatje in je hoofd. Want dat is het teken. Een rond gaatje, een cirkel, een nimmer gesloten oog dat mij de kern van de zaak wil laten zien.

De Fool, of meer in het algemeen het Archetype, wordt een probleem wanneer we herkenning in onszelf niet aandurven. Op wat we niet erkennen kunnen we ook geen invloed uitoefenen. Dat wat we niet durven beheersen beheerst ons. En zo wordt gedrag bepaald door de kramp en pijn van onze verdringingen, die - zoals bekend - de vorm aan kunnen nemen van subpersoonlijkheden.

In ontmoetingen met Amerikanen heb ik verhalen horen vertellen over een groeiend geloof in ‘walk'ins'. Kort samengevat komt dit geloof er op neer dat een bepaalde groep van zielen zich zo verknocht heeft aan de materie dat de materie zelfs na de dood niet geheel en al losgelaten wordt. De bakermat van deze ontwikkeling zou in Egypte liggen waar mummificatie slechts een gedeeltelijke excarnatie toeliet en aldus zielen opsloot in een gebied ergens tussen leven en dood in. In dit psychische niemandsland moet het voedsel van de levenden komen.

Omdat dit voedsel slechts in geestelijke vorm genoten kan worden moeten de bewoners van deze subwereld inbreken in de menselijke geest en daar een toestand creëren waarin veel geestelijke energie wordt opgewekt, die dan vervolgens afgetapt kan worden. Het ontstaan en instandhouden van religies of andere zeer sterk emotioneel- en ideologisch groepsgedrag is een voorwaarde, aldus mijn informanten, voor de overleving van deze groep ongelukkige zielen.

Er werd in deze verhalen met name verwezen naar J. van Rijckenborgh, een Nederlandse Rozenkruiser, die de bestanddelen heeft verzameld voor dit nieuwe geloof. Allerlei samenzweringstheorieën hebben zich er inmiddels aan gehecht, en Amerika zou Amerika niet zijn als er niet direct een toepassing in werd herkend van de Apocalyps die als een bijna herkende U.F.O. over ‘the land of opportunities' scheert.. “America is doomed”, vertelde Chris Cross me in zijn persoonlijke ‘soundshow' die hij mij deed toekomen vanaf het net niet onbewoonde eiland waar hij zich verborgen heeft voor buitenaardse vampiers en de uiteindelijke afrekening.

Het bezwaar van projectietheorieën waarin goden, vampiers en andere supramentalen met superieure paranormale vermogens de dienst uitmaken is dat de eigen integriteit en autoriteit uit handen wordt gegeven. Je bent niet meer verantwoordelijk voor wat je doet. Je wordt beheerst door de zelfverzonnen spoken en godheden.

We worden overweldigd door fantasieën en angsten. Overleving wordt in toenemende mate afhankelijk gemaakt van technologie, een steeds verdergaande uitbreiding van onze sfeer.  De geestelijke en materiële zekerheden die wij menen nodig te hebben zijn projecties waarover wij weinig macht hebben. Sommige cynici geloven dat het geld is dat de wereld regeert. Anderen geloven dat het informatie is. Welke god of demon, welk totem of taboe we ook ter verantwoording roepen voor rampen of zegeningen die ons bereiken; in goden en duivels spiegelt zich de dubbelzinnigheid van de Fool. Rampen en zegeningen zijn de evenwaardige manifestaties van een geheim. In de Fool kunnen deze tegenstellingen gerelativeerd worden tot een punt waar ze in eenheid samenvloeien. Een bijzonder mooie ondeelbare chaos.

Indien we falen de ware aard te zien van onderdrukking en projectie dan zal de strijd tussen de niet geïntegreerde delen Apocalyps aan het licht brengen.

W ij hebben als individu en als mensheid het “script” van de ondergang al zo vaak opgevoerd. De symbolen werken telkens iets anders uit maar bij vergelijking vallen ze door de mand. Het lijkt steeds om het einde te gaan van een voorstellingswereld die niet beantwoord aan ons veranderend formaat.

Inspiratie  en intuïtie allemaal mooi en wel, een gezond wantrouwen is op zijn plaats wanneer inspiraties voor universele- en dus superieure waarheden worden aangezien. Dank zij hun speciale intuïtie schijnen bepaalde mediums, genezers, evangelisten, profeten, yogi's en pausen een directe lijn te hebben met deze hogere machten. Sterker nog, zij controleren deze machten en kunnen deze wanneer zij maar willen oproepen.

Ons geschiedenisboek telt heel wat in bloed gedrenkte pagina's, en de naam van godheid of ideologie doet er in vergelijking met de enormiteit van de slachtingen niet zo veel toe. Waar wetenschap zich vermengd met ideologie wordt wetenschap een machtig werktuig voor ondergang. Dat de Fool deze mechanismen niet door heeft kunnen we hem op grond van wat hij is nauwelijks kwalijk nemen.

Met het oog op voorkoming van toekomstige bloedbaden ken ik daarom aan eventuele voortbrengselen van inspiratie in dit werk geen hogere macht toe dan aan de schroevendraaiers die ik gebruik om bij processor of geheugen in mijn computer te kunnen komen.

Idee en ideologie verhouden zich tot elkaar als zuivere- en toegepaste wetenschap, of zoals een antroposoof zei, als voordenken en nadenken. De werkelijkheid is dat we zo vertrouwd zijn met de onbewuste menging van deze dualistische paren dat we niet altijd meer weten wat origineel is en wat niet, en dus gebeurt het wel dat we het wenselijke verwerpen en ons onderwerpen aan het ongewenste.

Ik keer terug naar de Fool die ik ben. Vanuit het niets heb ik me nu naar een punt toegewerkt waarop ik kan vaststellen dat alles wat ik in de komende Grote Arcana liever niet zie, de zaken zijn waar ik mij misschien bij voorkeur mee zou kunnen verenigen. Er achter komen wat mijn afweer voorstelt, wat het is dat ik probeer te beschermen. Ik weet maar al te goed hoe offensief mijn defensie is. En als ik terugkijk op de verdediging van mijn zwaktes en de schade die dat heeft aangericht, en ik bedenk me hoe het had kunnen zijn als ik maar niet zo angstig was geweest, dan voel ik een diep verlangen naar kennis van die angsten.

Kijkende naar de kaart zie ik de witte roos in de onbewuste linkerhand van de Fool. De roos is een symbool van liefde en wit is de kleur van maagdelijke zuiverheid. Is dit wat ik altijd zo gevreesd heb? Liefde om niet? Of is het zak en stok in de bewuste rechterhand? Laat onoordeelkundige vermenging van seks en liefde ons net zo tuimelen als de vermenging van wetenschap en ideologie? En wat gebeurt er als we emotie en rede, instinkt en kennis, materie en idee, of welk paar dan ook, zonder kennis van de bron waar ze vandaan komen met elkaar gaan mengen. En dat doen we. Zonder theorie, zonder model rommelen we maar wat aan.

In het God is dood tijdperk waarin we de verantwoordelijkheid voor onze daden nog slechts op eigen rekening kunnen schrijven ontstaan er met name op het terrein van de moraal de grootste problemen. Als er geen God meer is, wie kan dan nog met zekerheid zeggen wat goed is of kwaad, wat de waarde van menselijk leven is, wat zijn bestemming? Wat is winst? Wat is verlies?

Er is troost. Ik mag denken een zeer zondig wezen te zijn, in staat tot wellust, agressie en hoogmoed; de Fool geeft me een knipoog alsof hij zegt, zit niet te zeuren. De weg is oneindig. Tijd genoeg om te broeden op de wan-constructies. En 'wan', als ik in het woordenboek kijk, blijkt een ei te zijn dat nog niet is uitgekomen.

Misschien is het wel een zeer algemeen voorkomend gevoel van tekortschieten en schuld die de ontmoeting met iemand die daar totaal niet door geplaagd wordt tot zo een ongemakkelijke gebeurtenis maakt. Onschuld en goedheid om niet roept achterdocht op. De eigen berekenendheid, de moeilijkheid zonder bijgedachten te geven en te ontvangen keert zich tegen dit maagdelijke vermogen. En zo groeit er in ons minnaars een verkrachter die neemt, en die het al te “open ronde onschuldige” geselt met de energie van de angst. De bruid gaat één dag in het wit en dan weg met die witte roos. Einde sprookje.

Nul is het ongerepte en is volmaakt. Het volmaakte is niets. Niets is volmaakt. Ja is nee.

De Fool plaatst mij hoog in de bergen. Buiten mij en mijn roos is er geen ander leven te bespeuren dan het hondje. Het hondje waarschuwt voor gevaar maar juist door daar aandacht aan te schenken mis ik de rand van de afgrond en tuimel naar beneden. Of dat het hondje staat voor mijn zintuigen en instincten, of dat het staat voor de hel die de val zelf veronderstelt wordt te zijn ligt ter beoordeling. Hoe ook, Pluto is in onze tijd een kracht waar behoorlijk rekening mee gehouden moet worden.

Zak en stok geven wat concretere reisinformatie over de weg van zijn, onzijn en bewustzijn. Zak en stok. Nul en Een. De onbewuste Nul, op de kaart een zak met vrijwel niets erin; de bagatellen die ik meesjouw,  mogelijk 21 belletjes lucht. Hangende aan een stok die de hoofdrol speelt in het domein van de Magiër en die in Nul eigenlijk nog slechts een onzichtbare straal is.

Zak en stok worden gewoonlijk geïnterpreteerd als seksuele attributen. Wij vereenzelvigen ons niet ongaarne, ook al zijn we er bang voor. In de vereenzelviging ligt de hoop dat de angst overwonnen kan worden. Het ‘onderzoekt alle dingen en behoudt het goede' moeten we niet laten frustreren door opgeheven vingers, noch door waakhonden; en dat doen we dan ook niet.

In sommige culturen aanbad men de Zon als opperste godheid. Bij ons ging die Zon op als de zuivere rede. In een van mijn eerste associaties op de Nul kwam de Zon in beeld.

Wij zijn niet alleen bang voor de Nul. Wij voelen ons ook onweerstaanbaar tot het onbekende aangetrokken zoals motten tot de vlam of de koene prins tot zijn ronde grot waarin de draak woont die nog verslagen moet worden.

Na de Zuivere Rede een plaats te hebben gegeven in de relativiteitstheorie kunnen we een meer holistische koers inslaan.

Van de Zon wordt beweerd dat hij eerst zichzelf verlicht en vervolgens alle andere hemelse dingen.

De Zon is meer dan een symbool voor de zuivere rede, het is het symbool voor bewustzijn. Niet een beetje-, maar een oneindig bewustzijn van al het geschapene. De Zon op kaart Nul van het Rider'spel is, wanneer je er maar naar kijkt, altijd in rijzende positie. Er zijn geen eindstations in de oneindigheid. Een absolute waarheid, een volmaakte creatie of een definitief einde zijn geen opties in de Nul. Van goed naar beter naar best zijn dwaasheden die uit angst voortkomen. Alles is al volmaakt, volmaakt in ontwikkeling.

Ook al knallen we vandaag of morgen onze thuisplaneet in stukken, dat zal het Niets niet tegen houden weer te springen in het iets. Misschien zullen het niets en het iets nog wat meer met de neus op chaos gedrukt worden na deze ‘nieuwe' val maar daar zijn ze wel aan gewend.

De angst te vallen is de aanleiding voor de val. Vanuit de Fool kunnen we onze onafwendbare Apocalypsen blijven mengen met de vitale originaliteit en de humor van de Fool. Want ook al mag je je nog zo graag overgeven aan de valsport, het is wel zaak om er bij op de been te blijven.

Alles of niets is een uitspraak van de compromislozen. Traditie, mijns inziens, legde terecht een verbinding tussen de Nul en de Fool.

Het zijn vooral gekken en heiligen die moeilijk van hun stokpaardjes afstappen. Jezus voor waarheid na, of wat daar maar als fetisjistische substitutie voor in aanmerking moge komen. Als incarnatie van een verduisterd bewustzijn noemen we hem gek, als incarnatie van een verlicht bewustzijn noemen we hem heilig of genie. Niet altijd een makkelijke keuze. Hoe kunnen we er zeker van zijn dat we geen gekken heilig verklaard hebben of heiligen hebben opgesloten gemarteld en vermoord?

Zo was het al in antieke tijden. Mislukte de oogst dan ging de dorpsgek er aan. Je kunt moeilijk god zelf aan het kruis slaan.

De angst voor de buitenaardsen, de onbewuste demonen en engelen, die buitenlanders wier taal en zeden we niet verstaan, die kwijlende halfgaren, die gekte in ons zelf die we trachten te isoleren en uitstoten of ombouwen tot zombie; deze angst gaat volgens de regels een leven van zichzelf leiden. De angst voor gekte is gekte en kweekt gekte. En natuurlijk doen de gedoodverfde gekken hun best zo goed mogelijk te lijken op wat er in deze projecties van hen verwacht wordt en vertonen hun kunstjes. Als gekte de opgelegde identiteit is en je accepteert die definitie als je persoonlijke werkelijkheid dan kun je er ook maar beter iets moois van maken. Dat de Fool in deze beperkte identificatie, Nul is tenslotte nu ook weer niet zo veel, zijn potenties corrumpeert ligt voor de hand. Het is de gave van de Nul om ons te overladen met elk denkbaar- of ondenkbaar idee. Worden de mogelijkheden van de fantasie echter niet onder controle gebracht dan zijn geboorte, opgroeien en incarnatie een stormvloed waar geen (zand)zak tegen opgewassen is.

Dat onschuld zo makkelijk ingeruild wordt voor een armzalig rolletje is tragiek waar de clown dikke tranen om schreit of, zo je wilt, niet om uitgelachen raakt.

Gekken helaas zijn echter ook maar mensen en na een kundige shock- of chemotherapie maak je je niet meer druk over al de keuzen die je uit handen hebt gegeven en hangt er een pop aan een smerig draadje. Het is in de uiterste consequentie van de getallen, in de Negen, op de top van de berg - dat de Kluizenaar zijn offer brengt aan de Maan. Er worden ons allerlei toppunten aangeboden. Een topbaan hier, een topsalaris daar, een topervaring in bed of in de kerk. En we zijn maar al te bereid de witte roos in te ruilen voor iets sensationelers: de bewustzijnsvernauwing, de identificatie met rol, roem, revolutie of rijkdom. Nul is ons niet genoeg. Grote geest, nog groter beest.

Ik heb geprobeerd de Fool bij mijzelf te houden maar merk dat ik hem toch weer heb zitten projecteren op wij, ons en overig mensdom. Als een Fool zich niet vereenzelvigd moet hij zich projecteren. En misschien zijn dit wel twee kanten van één proces. Dat alle projecties uiteindelijk via vereenzelviging weer teruggenomen worden is een gedachte waar ik mij misschien nog wel eens ernstig mee zal moeten bezighouden.

Een positieve blik op de Fool toont mij dat het onbewuste niet slechts angsten produceert maar ook de nobelste en schitterendste fantasieën. Edelmoedigheid, tederheid, wijsheid, moed en alle hogere deugden verbergen zich in dit zwarte gat. Het bezit van dit soort deugden wordt niet zelden ervaren als onaangepastheid. Deze hogere of liever “verruimde” staten van bewustzijn staan niet open voor de verleidingen van het alsmaar betere leven. Godsdienst, politiek en reclame hebben geen invloed op de meningsvorming van een Individu. Zo wel dan heeft Individu nog een appeltje te schillen met de verminderde toerekeningsvatbaarheid van de Collectieve projecties.

Als de koning door gekte wordt bevangen en de waardigheid van het koningschap te grabbel gooit, dan mogen zijn getrouwen hem verstoten en ten val brengen, de hofnar blijft trouw, waadt door de modder tot hij zijn Heer bereikt en helpt hem terug op zijn troon.

De Fool vraagt om onbevooroordeeldheid, om spontaniteit, een arm te leggen om de pijn van de eenzame rationalist, te lachen op een begrafenis omdat de georganiseerde treurigheid in zo een malle verhouding staat tot de frivole aard van de geachte overledene.

Mens durf te leven, is de boodschap van de Fool aan het bangelijke verstand. Maar ga niet te ver. Spontaniteit is iets anders dan hysterie. In een trip van de Sacre Coeur afspringen kostte een goede vriendin het leven.  De Fool representeert onbeperkte potentie, ‘for the good and for the bad'.  Als hij zichzelf in Acht voor de spiegel plaatst wordt hem gevraagd acht te geven. Ga niet te ver. Een waarschuwing die de Fool per definitie aan zijn laars lapt. Zo zij het.

In Sufi-traditie waar cirkels in dans tot trance worden gedraaid is men van mening dat de kern overeenkomt met het hart.

Irina Tweedie schrijft over “een hart met een plaats waar het eenzaam is en waar niemand kan komen, ook de Geliefden niet. Verlangen huist daar, bij sommigen meer, bij sommigen minder. Deze eenzame plek heel diep in het hart is de plaats die God voor zichzelf heeft gereserveerd. Als we deze plek kunnen vinden, er tot rust kunnen komen en er onze eeuwige woning van maken dan zullen we daar kennis van het zelf vinden”.

Zij die nu denken na lezing van voorgaande het fenomeen Nul nu wel te vatten moet ik teleurstellen. Wie de leegte van Nul zoekt, of liever – wie de eigen innerlijke leegte op het spoor hoopt te komen zal in meditatie, contemplatie, concentratie of introspectie een weg vinden. In het opsommen van de eigenschappen van Nul, hetgeen ik in bovenstaande heb gepoogd, zit niet zo veel verdienste. In de beschouwing van de Nul kunnen we wellicht transcenderen naar een werkelijkheid waarin de geest ophoudt zo een vreselijk onbekende inhoud te zijn. 

Het is niet de bedoeling dat ik of de lezer zich aan de leegte of aan het raadsel die de Fool is vertilt. Nul weegt niets. Neem de bagger die je meesleept niet te zwaar op. Denk aan de trouw van het hondje. Denk aan de trouw van de Fool aan de eigen onberekenendheid. We hoeven niet voor alles een reden te hebben. We leven simpelweg omdat we niet anders kunnen. We leven om lachend te huilen en huilend te lachen. We leven als een zalige onwetende idioot.

Voor vervolg,  klik hier

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 151 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +