vrijdag 27 december 2024

personal4

Artikelindex

Scheppend- of magisch vermogen is een vernauwing van de expressie van Nul, van het onbewuste. Wat zich hier vernauwt moet zich elders verwijden. Wat wij leegte of materie noemen blijkt straling te zijn, een bepaalde golflengte of een vibratie. Deze vibraties zijn net als alle geschapen illusies uitwijdingen, misschien zelfs wel inwijdingen, toegevoegde waarden. 

Een zangeres die een toon of een combinatie van tonen zuiver wil zingen moet lang oefenen, moet zich concentreren, een veelheid van ontwikkelingsrichtingen beperken.

Materie of lege ruimte, het is allemaal energie. Volgens Koenen betekent energie arbeidsvermogen of volhardende geestkracht. Het volle licht vanuit het duister geachte onbewuste valt op een door ons gepolijste lens en schept een ‘nieuw’ beeld. Wij kunnen dit licht polariseren, synchroniseren, manipuleren. We kunnen er ‘starwars’ mee op tafel krijgen of een Galactische Encyclopedie van Leugens die waar zijn. Dat hangt af van de optiek...

...en van het woord. In- en uitademing en de werking van de stem functioneren in het zelfde medium. De scheppingswoorden van God, het voorrecht van Adam namen te mogen geven. Hoe geconcentreerder de woorden worden uitgesproken hoe zuiverder de overeenkomst tussen innerlijk beeld en geschapen feit kan zijn. Het woord zelf is de verbinding tussen voorstelling en waarneming, zoals de Magiër het communicatiekanaal is tussen de twee illusies die verdedigd worden door spiritualisten en materialisten.

Taal en denken zijn uitingen van de geest of althans van een geestelijk principe. Lucht in het spraakvermogen is het medium waarin abstracties vertaald worden in herkenbare code, een vibratie of een klank. Geschapen feiten die opgenomen kunnen worden door mijn mentale ‘recorder’ en weer afgedraaid.

Omgekeerd is lucht ook het element waarin beleving van werkelijkheid vertaald kan worden in symbolische categorieën. Woord is vooral ook symbool, een verwijzing naar de eigen bron.

Eenheid is veelzijdig; een luidspreker kan eenvoudig omgebouwd worden tot microfoon.

Lucht is een van die vier kardinale energetische principes waar ik op tal van plaatsen in het vervolg naar terug hoop te keren. In een symbolische context staat lucht voor de mentale ruimte. En als de mentale ruimte al niet genoeg hooi is voor mijn vork, hoe moet ik dan wel niet omgaan met de  ideeën van iemand als Aurobindo die de Supramentale ruimte verkende.

Een in de symboliek wordt gewoonlijk geassocieerd met vuur. Vuur is het medium waarin materie teruggeven wordt aan abstraktie of waarin droom een feniks voortbrengt. Dit proces is afhankelijk van de aanwezigheid van voldoende zuurstof. Verwijzingen naar Lucht in dit essay, waar ik me eigenlijk met Vuur dien bezig te houden, bevatten mijn bekentenis dat definities van transformatie, transcendentie of de overgangsmomenten tussen dood en leven of tussen staten van bewustzijn nog te moeilijk zijn. Klanken en woorden vinden hun oorsprong in vuur maar krijgen consequentie in lucht.

Ik zou mijn tong wel af willen bijten wanneer ik het woord verkeerd heb uitgesproken. Verkeerde gedachtes lijken een stuk minder pijnlijk.

Ik moet de elementen en de getallen nog afzonderlijk bestuderen, aan eenheid durf ik mijn vingers nog niet te branden.

Magie komt van dezelfde wortel waaraan ook het woord ‘maken’ haar ontstaan ontleent.

In het magische bewustzijn fantaseert een iets zich een incarnatie in een universum dat als blauwdruk verborgen ligt opgeslagen in de meest verborgen kern van onze werkelijkheid of onwerkelijkheid. Een ik-straal transporteert deze fantasie en projecteert het op iets dat zich vervolgens ‘ik’ waant in een ruimtelijk groot heelal. Afhankelijk van werkkracht, geestkracht, concentratie en andere factoren die ik mij nog bewust moet maken zal het resultaat bevallen of niet.

In dit proces vind ik mijzelf niet alleen. Mijn scheppend vermogen disharmonieert niet zelden met het scheppende vermogen van een ander. Ik kan de ander doodslaan of een compromis sluiten en vervolgens zien ontstaan wat we geen van beiden echt wilden. Hoogst onbevredigend. Voor het magische bewustzijn immers is die andere ik slechts een projectie van het eigen ik. Maar zoals gezegd, een magisch bewustzijn wordt zelden aangemoedigd, en dus worden andere ikken, net als muren, opgevat als onweerlegbare bewijzen van de dualiteit, en dus ook van beperking en weerstand. Niet ik maar dat andere ik zit fout.

De paradox van Een is dat willen we het ‘ik’ naar buiten brengen beïnvloeding van de andere ikken moet worden afgeschermd, terwijl bewustwording van het ik juist plaats vindt door beleving van confrontatie- en tenslotte vereenzelviging met niet-ik. De gedachte dat ‘ik’ en ‘niet-ik’ beide projecties zijn van één kern die door elk ik als persoonlijk wordt ervaren, zijn voor radslager, filosoof of theoloog even complex als de relativiteitstheorie is voor bordeel-, boek- of wethouder.

Voor Geliefden zijn openstelling en afscherming het begin en het einde van de verliefde staat. Met zijn tweeën in Een te staan geeft een aanwijzing hoe we ons met het archetypische ik van een compleet heelal kunnen verenigen. Net als in de eerste jaren van ons bestaan vinden we in de verliefdheid een bewustzijn dat dicht tegen het oceanische aanligt, een bewustzijn waar de ‘would be’ mysticus naar uitkijkt. Er zit meer rek in mijn staat van bewustzijn of verliefdheid dan waar opvoeding en onderwijs mij op hebben voorbereid. 

Die eerste naamgever, lees ik, voelde zich knap eenzaam. God of de informatie opzuigende diepste kern van het onbewuste, zag dat en deed er wat aan. Genesis noemt de straal van de cirkel die geactiveerd werd tot een niet-ik een rib.

Aldus ontving Adam zijn beïnvloeding en daarmee zijn val uit een ongecompromitteerd- en ongedeeld ik. Een ‘paradijs’ ging onder.

De baan die de Een beschrijft van Nul naar Twee bewijst dat dit is wat de Magiër werkelijk wil: zijn Hogepriesteres. Een niet-ik. Een schoot voor zijn zaad. Nu hij beïnvloed kan worden kan hij zelf invloed uitoefenen.

En... hij kan de intieme relatie die hij met zichzelf had (God kwam nu en dan een praatje met hem maken) materialiseren in de omgeving waarin hij zich geïncarneerd heeft. De Magiër laat het er niet bij zitten en zoekt zijn verloren paradijs te recreëren.

Hier komen we te spreken over de onbewustheid van de Magiër. Zijn enthousiasme is zo groot, dat hij niet steeds in de gaten heeft dat bevrediging van lusten gevolgen heeft voor bijvoorbeeld zijn status als onbezorgd vrijer. De vrije wilde verandert in een zwoegende arbeider die praktisch al zijn energie nodig heeft om de open mondjes te vullen. Magie en paradijs verdwijnen met elke beet in de appel meer in de achtergrond.

Het onderhoud van de veelheid die uit eenheid gesponnen wordt is een illusie die grote hoeveelheden energie opslokt.

Volgens sommigen komen we hiermee in een energieschaarste terecht. Anderen zijn van mening dat energie volgens de wetten van de natuur niet verloren kan gaan. Ik denk dat dit een dispuut is tussen 3D en 4D bewustzijn. Volgens ‘oorzaak- en gevolg denken’ kunnen we een hoeveelheid gewonnen gas maar één keer verbranden. Volgens het synchrone denken is de afname van energie in één medium de toename van energie in een ander medium. Dat we niet weten hoe die energie uit het andere medium te herwinnen herinnert mij er aan hoe moeilijk het is een herinnering die in het onderbewuste is verdwenen weer in mijn actieve geheugen terug te winnen.

De toenemende veelheid stelt steeds hogere eisen aan de infrastructuur van een persoonlijkheid waarin steeds meer tegenstrijdige informatie afgehandeld moet worden.Ik zie in mijn fantaseren over de Magiër het beeld oprijzen van een scheppend principe dat zichzelf een wereld van weerstanden of muren projecteert, noem ze manifestaties, en in die weerstanden niet alleen het potentieel aan zichzelf bewust maakt maar in dit proces ook een leerschool aantreft die hem in staat stelt steeds complexere of subtieler werelden te projecteren.

De idealisering van muur en materie is niet uitsluitend de misplaatste bezigheid van een stelletje filosofisch onderontwikkelde materialisten; het is een richting van voelen en experimenteren die door menig kunstenaar, bodybuilder en denker wordt aanvaard als een richting naar zelfkennis. Noem het de openbaring van de openbaring.

In zoverre onze zelfgecreëerde materiële omgeving herkend wordt als een modulatie van de natuur blijven onze scheppingen een relatie onderhouden met de mythische aspecten die menselijke interactie daar gedurende vele tienduizenden jaren in geprojecteerd heeft.

De Geest in de Natuur, en daarmee de natuur zelf, maakt deel uit van onze menselijk existentie. Spijtig genoeg een tamelijk verdrongen (negatief gemaakt) deel.

Wij vuurspuwende westerlingen wanen ons te kwetsbaar voor de jungle. Natuur ervaren we als chaotisch, primitief en submenselijk, en pogingen ons te ontdoen van het beeld - waar alle werkelijkheid het godsbeeld of de kern weerspiegelt - zijn nog lang niet ten einde gekomen.

Hoe ook, inplaats van in vrede onder een boom te mediteren - bevredigen wij onze lusten liever in de uitvinding van wiel, cyclotron, raket en al of niet mobiel reken- en communicatietuig - en moeten daar vervolgens nog mee leren omgaan ook. Maar de snelheid wordt steeds groter. De vertraagde energie die materie is, wordt door inmenging van blinde menselijke scheppingsdrift tot zulke hoogtes versneld dat ze op een goed moment niet meer te onderscheiden is van de oorspronkelijke energie waaruit ze is afgeleid. Geest en materie blijven elkaar zoeken.

De Magiër beklimt zijn ladder. Hij moet die weg van steeds hogere energieën gaan, of vallen in zijn afgrond van regressie, machteloosheid en zelfbeklag.

De Fool blijft hem naspringen met nieuwe illusies en eeuwige trouw.

In het vorig hoofdstuk, en bij Shakespeare, zagen we de Nar de gevallen Magiër weer netjes oppikken en op zijn Troon terugzetten. Geest gaat niet verloren en blijft de drijfkracht leveren voor het draaiende wiel. Geboorte en dood zijn de in- en uitademingen van de zanger. Bij steeds grotere beheersing van de ademhaling, alweer een oosters idee, doorbreekt de zanger zijn begrenzingen en ervaart extase, versmelting met een hoger zelf, waar niet-ik tot ik wordt gemaakt. Waar het onmogelijk geachte mogelijk wordt daar wordt de ervaring van Eenheid gevonden. Een staat van bewustzijn waar musici, bergbeklimmers, mystici, profeten en dichters, al is het maar voor even, hun tijdelijke leven inruilen voor eeuwig leven.

En toch, voor mijn door ruimte en tijd ingeperkte bewustzijn is het idee van Eenheid moeilijk te handhaven. Copulatie met lucht, met een partner, met ideeën mag mij dan in allerlei Arabische illusies plaatsen. De werkelijkheid vergeet zwakte noch belastingaanslag en eist in dagelijkse routine een beeldvullend labyrint van muren en obstakels, van oorzaak en geweld.

De Magiër wordt op de kaart afgebeeld staande voor een vierkante tafel. Zo boven zo beneden wijzen zijn armen. Zo binnen zo buiten!

Nemen we God als symbool voor het punt van oorsprong dan hebben we te maken vier Hebreeuwse letters: yodhevau en he. Aangezien wij de wetten die we maken graag overtreden hebben we deze vier onuitspreekbare medeklinkers toch gevuld met klanken en spreken ze uit als Jahweh.

Binnen die traditie vinden we het punt van oorsprong boven in de hemel; beneden vinden we de projectie of het spiegelbeeld, de geschapen werkelijkheid, een ontwikkeling die zich aftekent in een eindeloze recombinatie van de Vier van boven.

Omdat 4 niet alleen het getal is van de vader maar ook van het huis, wordt de Magiër, en dat zal de vrijmetselaar een plezier doen, ‘de bouwer van het huis genoemd’. Het huis mag opgevat worden als alles dat zich leent voor de bewoning van de geest. Huis, lichaam, traditie,zonnestelsel, heelal; waar materie is, is geest, is er die vernuftige versmelting van de vier elementen.

De Een kan zijn illusies, op welk niveau van bewustzijn dan ook, slechts aanschouwelijk maken in de Vier dimensies. De Magiër is de Verbinder en de Mixer. Elke nieuwe mix, elk hier en nu wordt door het onbewuste opgenomen als aanvulling op het geheel aan informatie over het scheppingsproces zelf. Onze ervaringen zijn bouwstenen voor een muur die ons als een cirkel omsluit.

De Vier in de Tarot is de Keizer, de hoogste in rang onder de mensen. Een punt alweer waar menselijkheid en goddelijkheid elkaar raken. De Keizer houdt de tegenstrijdige krachten dusdanig in evenwicht dat zijn rijk niet uiteenvalt.

De chaos die de Magiër materialiseert wordt vaak verward met het idee van een "Nieuwe Orde", en ziet er op het eerste gezicht misschien ook wel zo uit. Dualiteit impliceert echter dat de nieuwe orde een bedreiging vormt voor de oude-. De Magiër mag dan een speciale positie hebben aan het hof van de Keizer, als vernieuwer van de bestaande orde wordt hij snel herkend als de anarchist, en menig Magiër verloor zijn hoofd, dronk de gifbeker, of beklom het kruis. Bestaande werkelijkheden verdwijnen niet zonder strijd.

In de Tarot worden we middels de Kleine Arcana vertrouwd gemaakt met de Vier elementen waarmee - en waarin - wij Magiërs onze illusies scheppen: Staven, Bokalen, Zwaarden en Pentagrammen.

Wat bewustzijn betreft zijn ‘Willen, Voelen, Denken en Doen’ de 4 bestandsdelen van elk hier en nu.

We kunnen deze 4 allerlei namen geven. Hoogte, Diepte, Breedte en Tijd functioneren in het bepalen van een positie. In diagnostiek kunnen Warmte, Koude, Vochtigheid en Droogte de coördinaten zijn voor het bepalen van de aard van constitutie of kwaal.

Het is maar aan een enkeling gegeven Keizer te worden of te zijn. De aanwezigheid van de Keizer als symbool voor de menging van de vier elementen suggereert dat meesterschap op dit gebied geen alledaagse aangelegenheid is. In alle werkelijkheid en in alle veranderingen de menging te zien van vier principes vereist een andere optiek dan die waarin ‘passie en hebzucht’ of ‘agressie en angst’ de maatgevers zijn voor onze reacties op de manifestaties in onze werkelijkheid, of onze opinies daarover. Harmonie, opstand of verval lenen zich als modellen waarin mengingen kunnen worden geobserveerd die al of niet in balans zijn. Het is in elke afzonderlijke persoonlijkheid waarin steeds weer gekozen dient te worden voor een harmonische samenwerking tussen de vier elementen, óf niet.

Zelfs in onze democratische verlichting is er nog aardig wat tolerantie voor de opoffering van het ene principe aan een ander principe. Democratie wordt ook wel de dictatuur van de meerderheid genoemd. En meerderheden kunnen van alles zijn, in kontrast met Een die altijd Een is, hetgeen mogelijk iets zegt over de totalitaire tendensen bij de tegenwoordig zo democratische Magiër.

Het is al lastig één aspect in het bewustzijn te houden; vier tegelijk is net zo ingewikkeld als het is voor een jongleur om 4 ballen tegelijk in de lucht te houden. Daar is concentratie voor nodig.

De Vier kan niet bestaan zonder de Een.

Maar de Een kan niet bestaan zonder de Vier.

Vier is het getal waar idee werkelijkheid is geworden.

De Magiër als brenger van Idee raakt licht begoocheld wanneer hij zijn ideeën verwezenlijkt ziet, waardoor de concentratie op het ideale doel, een evenwichtige menging, uit het oog wordt verloren. We kennen uit ervaring de afwisselende resultaten van ideologie, hysterie, intellectualisme en fysieke overmacht; van Vuur, Water, Lucht en Aarde.

Stoppen we ermee onze vernieuwingen te vergelijken met de oorspronkelijke uitgangspunten die er aan ten grondslag lagen dan leren we niet veel van onze fouten.

De menging of de persoonlijkheid die ik me voorstel te zijn berust op identificaties. Ik gaf de vrijheid alles te zijn wat ik maar wil op voor de zekerheid van een afgepaald idee, of een groep van ideeën.

Identificatie richt zich op dingen buiten mijzelf en haalt deze naar binnen waar ik ze kan ervaren als eigen persoonlijke inhouden.

Concentratie probeert de resultaten van identificatie samen te brengen tot iets waar de ongedeelde Magiër iets mee kan.

Inademing staat aan het begin van het leven, uitademing aan het begin van de dood.

Sinds ik de Tarot als zakbijbeltje heb leren waarderen ben ik het bewuste en het onbewuste steeds meer als levensbewustzijn en doodsbewustzijn gaan zien. Over de toegankelijkheid van deze twee verschillende staten van bewustzijn ben ik onzeker. De schijnbare openheid van de werkelijkheid en de schijnbare geslotenheid van het niets; ziehier de sfinx die het verstand van de primitief die ik ben begoochelt.

Dualiteit tot bewustzijn gebracht is als 2 voor de spiegel, hetgeen 4 voortbrengt.

Eenheid kunnen we vatten als we de Vier begrijpen. En aan de Vier valt niet meer te begrijpen dan aan de eigen werkelijkheid. Vier is het fysieke aspect van de rots waar Petrus zijn kerk op bouwde. Het aangaan van een relatie met de 4 aspecten van de fysieke werkelijkheid, en die 4 in balans brengen, openbaart de wetten die aan die werkelijkheid ten grondslag liggen.

Tien wetten op een stenen tafel of 22 kaarten in een pak. In 10 staat de Magiër voor zijn oorsprong. In 22 staart, zoals gezegd, dualiteit in de spiegel.

Concentratie is het sleutelwoord van de Magiër en daarmee van alle getallen in de Tarot. Goed ademen en dood en leven tot Eenheid brengen, is hetgeen Yogi of Magiër mij leren kan. Het veronderstelde eeuwige leven ziet er op deze manier uit als iets waar ik mijn schouders onder kan zetten.

De Tarot telt 22 Grote Arcana, en 2+2=4. De hoogste troef in de Grote Arcana is 21, eindigend met een 1 die uitsluitend in de 4 kan bestaan. De getallen 1 tot en met 10 worden in de Kleine Arcana 4 keer behandeld; in staven, bokalen, zwaarden en pentagrammen. Er zijn 4 keer 4 hofkaarten: koning, koningin ridder en page.

De Magiër vindt in de Tarot als het ware een goed uitgerust laboratorium. Alle gereedschappen en ingrediënten voor de verfijning van het innerlijke beeld komen ter beschikking in het aannemen van het kleed dat, niet op de kaart maar wel in mijn verbeelding, in vier kleuren is geweven.

Systeem brengen in dagelijkse routines is een hulpmiddel om tijd en ruimte te maken voor andere activiteiten.

Systeem brengen in de symboliek die ik hier onder handen heb verruimt wellicht voorstellingsvermogen en diepte zodat genuanceerder percepties onderdak kunnen vinden in het tempeltje waar ik aan bouw. Ik begin er dus mee getallen toe te wijzen aan de elementen zelf, en ze onder te brengen in een schema van associaties.

 

Een

Koning

Creativiteit

Seksualiteit

Staf

Vuur

wee

Koningin

Intuïtiviteit

Emotionaliteit

Bokaal

Water

Drie

Ridder

Mentaliteit

Intellectualiteit

Zwaard

Lucht

Vier

Page

Materialiteit

Lichamelijkheid

Pentagram

Aarde

 

 

 

 

Lezers moeten er steeds op bedacht zijn dat elke indeling voorlopig is, relatief en subjectief. In de Tarotliteratuur en ook in andere symbolische systemen zijn heel veel contradicties te vinden.

Het werken met symbolen, het geven van namen of betekenis, is een privilege voor het ongedeelde individu. Het gaat er niet om wat het collectief er van vindt. Het gaat er om wat ik er van vind. Ik ben bezig met een inventarisatie van wat ik geleerd heb, van wat ik heb meegemaakt, en van de wijze waarop ik de wereld ervaar. Een schema kan me helpen aan wat basisorde. Een Koning die opkomt in de kaarten wordt nu onmiddellijk herkend als behorende tot een bepaalde familie van betekenissen. De Koning is de eerste aan het hof en kan als inhoud nu vergeleken worden met de inhouden in mijn schema die ik bij Een heb ingevuld.

De moeilijkheid die ontstaat bij indelingen in het algemeen is dat ze, bij uitbreiding, steeds minder overzichtelijk worden en al gauw om onderindelingen vragen. En voor je het weet zit je in een uitgebreide menustructuur die er net zo gebruikersvriendelijk uitziet als het controlepaneel van een nucleaire installatie.

De Magiër verbindt niets met alles. Nul = Een = Twee = Drie = Vier. Voor de Een bestaat er niets anders dan de Een. In zo een bewustzijn bestaat alles in alles.

Ondanks dualiteit, goddelijke drie-eenheid of de bovengenoemde vier dimensies blijft Eenheid of Uniciteit bewaard. Dank zij Twee en Drie en Vier kunnen we de Een onderzoeken en het Niets in het Iets betrekken. En het houdt niet op bij Vier. De I Ching plaatst de werkelijkheid in 5 elementen. Volgens Swedenborg is Zes een verdubbeling van Drie en heeft de zelfde betekenis. In het Joodse denken drukt Zeven volmaakte Eenheid uit. In de alchemie is het Acht, en ieder die zijn eigen liedje wil zingen houdt het op Negen.

Elk getal is uniek, elk getal is volmaakt. Het is in de menging dat er vaak iets mis gaat.

Via Een kunnen inhouden van Nul in een andere dimensie geprojecteerd worden waar ze werkelijkheid worden voor de zintuigen. Zo kan ik de Magiër zien als de bevrijder van iets heel inhoudelijks.

Symboliek staat haaks op Dogma. De boodschap van een bisschop waarin de maagdelijkheid van Maria niet noodzakelijk een historisch feit is maar heel wel een symbool kan zijn, heeft grote beroering gewekt. Feiten boeien, symbolen bevrijden mij. Feiten zijn onweerlegbaar, daarover hoef ik niet meer na te denken. Verander ik feit in symbool dan betreed ik werelden van mogelijkheden en keuzen. En toch heeft dat symbool slechts de betekenis die ik eraan toeken.

In het licht van voorgaande is er geen berg van geleerdheid voor nodig om te zeggen: ‘Door een kleine verandering in mijn relatie tot mijn eigen zogenaamde feitelijkheid initieer ik een proces dat wellicht leidt tot persoonlijke bevrijding’.

Maar dan moet ik wel aannemen dat er nog iets te bevrijden valt, en bovendien nog geloven in de ‘mogelijkheid’ van bevrijding ook. Bevrijding van wat en waarvoor?

Iedereen moet de eigen hypothese stellen. De betekenis van het symbool verfijnt evenwijdig aan steeds grotere bedachtzaamheid in de formulering van vraag of hypothese. 

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 122 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +