De primitieve laag, het ijzeren tijdperk in ons, bestaat echter in hoofdzaak uit angst en agressie. Hij die over de beste tank beschikt heeft bij gelijke intelligentie de beste kansen. Maar echt intelligente mensen hebben geen tank.
Zij weten dat tanks primitief zijn en schadelijk. Geen wonder dus dat het de intelligentste zijn die het meeste risico lopen afgeschoten te worden. Indianen en Joden, Socrates en Jezus kunnen daar over meepraten. We willen niet herinnerd worden aan de twijfelachtige moraliteit van ons gedrag in het menselijk verkeer.
Intelligentie is meer dan het vermogen te overleven. De stelling dat je het leven pas wint wanneer je het eerst durft te verliezen geeft aan hoe groot de moed moet groeien om weer in harmonie te komen met de cyclische aard, met de seizoenen van onze natuur. Deze stelling letterlijk toe te passen op de snelweg getuigt van onbegrip ten aanzien van de eisen die ik aan mezelf hoor te stellen.
Onze geschreven 7 toont een lange weg naar beneden en een bescheiden weg voorwaarts of achterwaarts; dat hangt van het standpunt af, of van de hoek die 7 is.
Cultuur kan gezien worden als de collectieve inspanning om de natuur te beheersen. Natuur is er echter niet voor om beheerst te worden, is in tegendeel zelf een heerseres. En elke kneveling van deze dame wordt, op kortere of langere termijn, zwaar gestraft. Alle doelen die wij in het leven stellen en die niet getoetst zijn aan de wetten van de natuur illustreren tezamen de regressieve tendens van Zeven. Binnen deze definitie zijn het merendeel van onze culturele verworvenheden vooral ook blinde regressies.
Omdat het woord regressies negatieve associaties oproept zullen entertainers of wetenschappers bezwaar maken tegen deze opvatting. De arts kan vragen wat er regressief is aan het genezen van mensen. Afgezien van de voordehandliggende conclusies in de evolutietheorie die gaan over natuurlijke selectie en de overleving van de fitste kan ook geconstateerd worden dat genezing op bestelling de keuze ondermijnt eigen verantwoordelijkheid te aanvaarden voor ziekte en gezondheid.
Zoals de creativiteitsbranche mede verantwoordelijkheid toegeschreven kan worden voor creatieve passiviteit aan de onderkant van de piramide, waardoor bij velen minder naar buiten gebracht wordt dan wenselijk is. Vooral bij de populaire media kunnen passiviteit en daaraan afgeleide depressies angstaanjagende vormen aannemen.
De ouderen onder ons herinneren zich dat er vóór de uitvinding van de consumentenelektronica in de huiselijke kring meer gelezen, gepraat, gespeeld of geknutseld werd. Vaders die hun zonen het nobele schaakspel leren, moeders die steekjes voordeden aan hun dochter; het zijn geen vanzelfsprekendheden meer.
Entertainer of arts kunnen van mening zijn geen verantwoordelijkheid te dragen voor deze mogelijke implicaties; de tijd zal leren of die mening staande gehouden kan worden. Noch dokter, noch videoartiest zullen in de levende natuur bevestiging vinden voor de manier waarop ze zich zelf gedefinieerd hebben.
Dieren opereren geen dieren, en planten distribueren geen spelletjes en quizzen. De uitdrukking ‘wie zonder zonde is werpe de eerste steen', mag wat mij betreft in bovenstaand verband behoorlijk letterlijk genomen worden.
Er wordt beweerd dat onze emotionele ontwikkeling geen gelijke tred houdt met de ontwikkeling van mentaliteit. Ik denk dat deze uitspraak van toepassing is op vrijwel de hele culturele evolutie, zeg maar vanaf het moment dat we ons eerste vuurtje zelf konden aansteken. Want wie dacht er toen na over bommen en granaten, explosiemotoren, milieubederf, broeikaseffecten en klimaatsverandering? En zou er al iemand zijn geweest die zich emotioneel niet wel bevond in de euforie van de vooruitgang dan zou het ook niet lang geduurd hebben voor we de eerste gedragstherapeut hadden toegevoegd aan de lijst van grote menselijke uitvindingen.
Scheppers van cultuur lijken in de regel niet anders te doen dan natuurlijkheid en eenvoud vervangen door onnatuurlijkheid (ongezondheid) en complexiteit (afhankelijkheid.) Toch wil ik deze regressie niet eenzijdig negatief noemen. Ook al verslappen onze spieren tot een grens waar ze ons niet meer kunnen dragen, op een goed moment krijgen we er genoeg van.
Het positieve streepje voorwaarts binnen de ervaring van degeneratie is de bewustwording van een verlangen. We willen ervan af. Verslaafden willen van hun verslaving af, zoals bankdirecteuren -wanneer het buikje in de weg gaat zitten en de eerste pacemaker geplaatst - bezocht worden door dromen over vervroegd pensioen ergens in Arcadia. Wat er groeit in al deze ervaringen is het verlangen een beslissing te nemen, de teugels in eigen hand te nemen.
Dat regressie of degeneratie zich gedurende duizenden jaren kunnen voortslepen speelt geen rol. Natuur of evolutie laat zich niet veel gelegen liggen aan onze perceptie van tijd.
Wat vooral ook op het progressiestreepje te vinden is, is toenemende concentratie. Het volgen van tv beelden of het besturen van een automobiel vereist gespannen aandacht. Deze aandacht is weliswaar naar buiten gericht, maar klapt de richting om, en dat gebeurt in de hogere getallen, dan hebben deze oefeningen de basis gelegd voor zelfwaarneming
Zo kunnen we de ontwikkeling van de rede zien. Waar rede tot wetenschap en techniek leidt vullen we onze kasten onveranderlijk met nieuwe lijken, hetgeen overeen komt met de stelling dat hetgeen we buiten onszelf scheppen van binnen sterft. Ik ken een herder die al die stadse lui maar zombies vind. Kuddedieren!
Waar de rede zich richt op de mogelijke redenen van ons bestaan begint de progressie. In werkelijkheid zijn regressie en progressie een ondeelbaar proces. Zonder de pijn van de regressie leren we de relatie tussen natuur en cultuur niet kennen.
De eerste les van de evolutie leert dat de ‘gunstigste' afwijkingen de meeste kans maken op overleving. Voor sommigen onder ons mag de gedachte - dat het hebben van afwijkingen een doel dient dat voorbij onze horizon ligt - troost bieden. Persoonlijke eigenaardigheden hoeven niet altijd onmiddellijk aan arts of psychiater voorgelegd te worden. Verliezers in het proces van natuurlijke selectie maken de ruimte voor de winnaars, en ook voor de verliezers is er winst. De overgang van leven naar eeuwig leven valt volgens paranormale talenten en mystici wel mee. Zij die ‘bijna dood ervaringen' onderzoeken geven er hoog van op.
Dat de afwijking de norm is een last voor hen die het projectiestadium niet te boven zijn gekomen. Beschouw je jezelf als de norm dan is het niet mogelijk de ander te zien, en zonder de ander kan het ik niet onderscheiden worden. In zo een geval is het orakel dood en hebben we wel ogen maar zien we niet, hebben we wel oren maar horen we niet enz.
Zeven is een cyclisch getal. Na elke zevende dag begint er weer een nieuwe week.
In de Zegewagen gaat het om het opdoen van zoveel mogelijk ervaring. Pas wanneer we zien hoeveel er geleerd kan worden van de eigen biografie en ons van harte aan dat leerproces wijden kan er een eind gemaakt worden aan de verveling van overmatige herhaling en kan het lijden aan lage energie uitgebannen worden. Maar ook hier ontlopen we de dubbelzinnigheid niet. Zolang we slechts gelokt worden door de schone schijn van het nieuwe, staan we stil in het leerproces. Betekenis is niet oud of nieuw. Het is mijn eigen onderscheidingsvermogen, de eigen hoogst persoonlijke talenten die geschiktheid voor voortgaande ontwikkeling, voor een eigen evolutie, bepalen.
Ben ik bereid om de hele wereld te offeren ter wille van die eigen overleving dan heb ik misschien de betekenis van die wereld onderschat; dan kan ik slechts overleven naar een uiterst beperkt bewustzijn. Kan ik daarentegen sterven voor de waan van deze wereld dan kan ik de uitgespaarde energie gebruiken voor de reis door de eigen ingebouwde mogelijkheden, het oneindig onbewuste.
De Zeven is op zijn best een menging van deze mogelijkheden. Elke positie die bereikt kan worden in het toernooi om de schone prinses is zo een menging. De werkster of de minister president; iedereen knutselt aan de eigen menging die aan onvolmaaktheid weer ten onder moet gaan, waarna nieuwe fantasieën in een volgende poging kunnen worden omgezet.
Dat de eetlust van de Geliefde niet gering is verklaart waarom we denken dat het aantrekkelijker is president te zijn dan werkster. Toch hebben werksters gunstiger overlevingskansen dan presidenten. De familie Kennedy kan dit desgevraagd bevestigen.
Ons streven naar het ideaal of naar de top is een streven naar eenzaamheid. Dit streven kan weerzinwekkende vormen aannemen of kan juist een idee geven van de heroïsche aard van onze soort. Denken we aan Het instituut ‘oorlogsmedaille' dan komt dat weerzinwekkende aspect van heroïek wat duidelijker over het voetlicht. Een lintje voor de deelnemers aan een moordpartij als uitkomst van competitie in zijn meest extreme vorm. In de pikorde willen er teveel nummer één zijn. We willen maar niet opgeven!
Weglopen van huis wordt wel geduid als een verlangen uit een leven te stappen dat als te zwaar wordt ervaren. Toch vindt dit morbide reisdoel van de Verloren Zoon rechtvaardiging in een lijden dat in ondraaglijkheid geen andere uitkomst toelaat dan de terugkeer naar het huis van de Vader, en er zijn er die dat inderdaad zien als een metafoor voor sterven.
Eenzaamheid was misschien wel mijn diepste angst. Die eenzame diepte op te zoeken brengt kennis van de diepte, en inhouden waarin ik vooral ook de redenen voor die angst hoop te vinden. In die ruimte tref ik de grens aan tussen zin en waanzin.
Het woord Zegewagen brengt ons de roes van de overwinning in herinnering. Heldendom kan heel goed de natte droom zijn van de onvolgroeide die wraak zoekt voor zijn onderwerping aan het collectief. Etymologisch betekent held ‘harde man.' Slaag ik er in minstens zo hard te zijn als het collectief dan bereik ik zonder twijfel het orgasme van de ‘zege'.
Caesar, Hitler, Napoleon, maar ook de harde feiten van de wetenschap blijven navolgers inspireren. Dat komt omdat niet gezien wordt dat de groei van persoonlijkheid vaak niet meer is dan een aspect van de groei van de collectiviteit, zoals progressie een aspect is van regressie. Persoonlijk streven zwengelt het streven aan van de omgeving. Hoe meer personen zich verliezen in die wedloop hoe collectiever dit streven in feite is.
Het gevoel van uniciteit dat we nodig hebben om een individu te kunnen zijn kan niet erg uniek zijn als het afgekeken is van het gedrag van alle anderen, of daar slechts een reactie op is.
De eventuele zege die ik ervaar is niet wat mijn verlangens me ooit voorspiegelden maar is de belichaming van de collectieve inspiraties. Bij deze stand van zaken begrijpen we dat ons papegaaiencomplex de helden voortbrengt die ze verdient. Dit soort overwinnaars persoonlijkheden te noemen mag; ze individualisten te noemen slaat nergens op.
Ontwikkeling is een totaalproces waarin de verst verwijderde ster een even centrale plaats inneemt als het onbeduidendste korreltje zand. Elk persoonlijk streven, inclusief dat naar verlichting, doet tekort aan die verlichting als elke stap in ontwikkeling geen dienst is aan het geheel. De ware verlichting ligt dan ook in de dienst aan de wereld. 3 x 7 = 21, de Wereld!
Als lichaam, ziel en geest samenwerken in de taak de materiële werkelijkheid (dus ook het eigen bestaan) tot verlichting te brengen activeren wij de Nieuwe Wereld die ons is beloofd, en hoeven we niet langer te wachten op een Messias of andere ‘held' die dat wel even voor ons regelt. De wereld verbeteren, zegt volkswijsheid, doe ik door mezelf te verbeteren.
Om de geest te herstellen die de Roomse Kerk officieel uit haar protocollen had geschrapt moet de aandacht die hoofdzakelijk op uiterlijkheden en dogma's is gericht omgebogen worden naar het innerlijke Koninkrijk. Contemplatie van het zelf heeft de mens het bestaan onthuld van de zeven centra in het eigen lichaam.
Deze zeven chacra's zijn thans als gesloten bloemknoppen. Door aandacht kunnen deze energiecentra geopend worden waardoor de chemie van ons lichaam zo wordt gewijzigd dat bewustzijn zich uitbreidt tot het meest verborgen zandkorreltje en tot voorbij de verst verwijderde ster. Het openen van deze Lotusbloemen spreekt tot de verbeelding.
Het is dan ook geen wonder dat de lustige mens die het in de Geliefde nog niet helemaal kon vinden hier in Zeven seksuele technieken en/of het gebruik van drugs heeft geïntroduceerd in de verwachting hiermee een snelweg naar verlichting te hebben aangelegd. De magie heeft de grenzen van deze technieken verkend en er een zwarte reputatie mee opgelopen.
Het zijn ontwikkelingen in de mystiek die aantoonden dat de voorhang die ons van onze toekomst scheidt niet van onderen naar boven, maar van boven naar beneden geopend moet worden. Psychoanalytische procedures richten zich op het onder bewuste. Logischer en veiliger is de mobilisatie van het boven persoonlijke licht, en het gebruik van dat licht om de duisternis van het onder bewuste mee te verdrijven. De supramentale yoga die Aurobindo vooral met het oog op westerlingen heeft ontwikkeld, heeft de verdienste een introspectieve techniek te integreren in de hectiek van het volle leven.
Zeven heeft te maken met het vinden van een richting. Als elk mens uniek is, ook in zijn talenten, dan kan individualiteit pas zichtbaar worden als ontwikkelingen gebaseerd zijn op de reeds aanwezige talenten. Voor menigeen onder ons is het niet zo duidelijk wat nu wel de eigen talenten zijn, de voerman heeft de teugels niet in de hand.
Talenten vormen niet alleen de drijfkracht in het proces van zelfontdekking, maar zijn er ook de expressie van. Van de spontaniteit in de kindertijd waarin die eigenheid zich nog manifesteerde in felle voorkeuren naar het moeizame gemanoeuvreer in een markt van ‘opportunities' valt het niet altijd mee de eigen identiteit te bewaren.
Dat niet kennen van de eigen aanleg dwingt in Zeven tot de ontwikkeling van wat dan ook. Dit sluit mooi aan op de gedachte dat we vooral ook moeten ontwikkelen wat we niet denken te zijn. Onbekendheid moet bekendheid worden en Zeven geeft daar volop ruimte aan.
Ontwikkeling in iets wat we eigenlijk niet zijn gedraagt zich als een boemerang. De pijl die we op onze doelen richten doorboort geregeld het eigen hart, zodat we uitvinden dat we wel degelijk een hart hebben.
We kunnen het ook zó zien: in het spel van progressie en regressie, van ‘ups' en ‘downs', wordt ervaring opgebouwd in de relatie tussen begeerte en bevrediging. We staan in de wereld en dus zullen we die wereld aanpassen aan onze behoeften. Mij werd ooit verteld dat de beste manier om een organisatie te leren kennen voortkomt uit pogingen die organisatie te veranderen. Juist onder druk van weerstanden wordt duidelijk dat de wereld een spiegel is die laat zien hoe het er met de eigen ontwikkeling of met de eigen innerlijke organisatie voorstaat. Het ontwerp van een tank komt direct weer op de tekentafel na een verloren veldslag. We hebben een betere tank nodig. Verlies is een motor voor de vooruitgang.