HOOFDSTUK VIER
Vier vindt zijn opperste uitbeelding in het vierkant. Maar toch! Denk liever aan een vierhoek. Zolang het uiterlijk materiële, de innerlijk geestelijke oriëntatie overtreft zijn de horizontale lijnen langer dan de verticale. De Keizer Ik betreed hier het ‘kubistische' laboratorium van de Magiër zoals het in de vier dimensies in of uit hem is gevallen. Vallen, in alle relativiteit, is op zijn minst een meerdimensionale ervaring en kan op verschillende wijzen geduid worden. Fall-out lijkt problematischer te zijn dan fall-in. Voor de traditionele- en moderne Magiërs of Illusionisten echter zijn ‘boven en beneden' of ‘in en uit' geen tegenstellingen maar illusies. Geboren- of opgesloten worden in een heelal die een schepping is van de Oorsprong, wijkt minder af van sterven of op vrije voet gesteld worden, eveneens scheppingen van diezelfde Oorsprong, dan we geleerd hebben aan te nemen. |
|
Vervolg van 'Vallen in getallen', De Keizerin
Aan welke zijde ik me ook ophoud, tot dat ik wijzer ben geworden, lijkt het gras altijd groener aan die andere kant. Dit is de afgunst van Vier op alles wat buiten zijn territorium valt en spiegelt het heimwee van het geschapene voor haar Oorsprong.
Ging 2 over dualiteit, 4 gaat over een werkelijkheid waarin alles als dualiteit wordt ervaren. De tegenstellingen in 4 worden in alle richtingen in balans gehouden. De 4 is in feite het resultaat van deze balans. Dit laat zich vrij vertalen in een verwarrende notie waarbij het de tegenstellingen zelf zijn die de orde voortbrengen die we nodig hebben om te kunnen leven en overleven. Is 4 echter afhankelijk van de tegenstellingen dan zal 4 er ook alles aan doen, desnoods ten koste van alles, om deze tegenstellingen in stand te houden. Verdeel en heers, heet dat.
Omdat we, buiten de waan van de dag, goed weten dat evenwichtssituaties altijd kortstondig en zeer eindig zijn kunnen we ook begrijpen dat onze opvatting van werkelijkheid onderhevig is aan de ergste vormen van dilemma en paradox.
Het abstracte Vierkant is als een ‘set' van parameters waaraan het onbewuste tot bewustzijn kan komen.
In vier dan mag ik hopen iets te weten te komen over de methode waarmee fantasieën verwerkelijkt worden. Het geheim van een methode die bloedbroederschappen deed ontstaan in kringen van adel, hogere burgerij en geestelijkheid lijkt wel wat oefening in ontcijfering waard.
Dat samenwerking of loyaliteit een transformerende kracht is daar wil ik hier in Vier graag, zo niet van getuigen, dan wel van uitgaan. Loyaliteit kan ook aangegaan worden met negatieve inhouden, zodat ik transformatie niet blindelings mag accepteren als iets dat altijd en uitsluitend positief is. Magie of datgene dat in staat is voort te brengen kan een zegen zijn, en dus ook een vervloeking. De Westerse aanname door een Verlichting heen te zijn gegaan heeft de opkomst van de meest deprimerende vormen van materialisme niet kunnen voorkomen.
De Magiër heeft zijn onbekende afkomst in schepping omgezet tot iets wat ik mijn wereld, mijn werkelijkheid noem. In Drie zag ik dat de vervoeringen van deze schepping een intensiteit bezitten waartegen mijn oerschreeuw nog maar nauwelijks wordt opgemerkt. Dat de Magiër nu een liniaal gebruikt om uitwassen mee onder controle te krijgen en te houden staat, lettende op de strakke lijnen van 4, buiten kijf.
Ik voel wel voor de zienswijze dat de Magiër de hysterie van het nest die hij mede veroorzaakte - door zich er van af te wenden - nu ook maar moet zien te bedwingen.
Om niet in de zelfde fuik te zwemmen als hem in Twee overkwam, en vanwege zijn nu op feiten gestoelde wantrouwen voor omwegen en ronde vormen - doet onze rigide Magiër dit op afstandelijke en autocratische wijze. Als een Keizer! Of een God.
De orde die ik voor mijn werkelijkheid aanzie kan slechts tot stand komen binnen de wetmatigheden van de Vier als getal en archetype.
Het vierkant laat zien dat het er boven precies zo toegaat als beneden, en ook dat er geen afwijkingen bestaan tussen links en rechts. Parallellisme en synchroniciteit dienen zich hier aan als voorwaarden voor het kennen van onze werkelijkheid; voorwaarden die opvattingen over materie, ruimte en tijd in andere dimensies plaatsen. Dimensies die naadloos passen in het magische denken, maar die het dualistische brein niet kan aanvaarden. ‘Zijn en niet-zijn', ‘geest en materie' en al die andere tegenstellingen hebben in mijn bewustzijn een ruimte gecreëerd die mij vernauwt. Het ‘hoe meer hoe minder' wordt in Vier voelbaar. Door steeds te moeten kiezen en onderscheid te maken kom ik niet toe aan de ervaring van eenheid en totaliteit. ‘Door de bomen het bos niet te zien', is een schone paradox; maar deze schoonheid maakt geen einde aan mijn verlangen zowel de bomen als het bos tot mijn inhoud te maken. Het gevolg van- of slachtoffer te zijn van een ‘blind' evolutieproces is acceptabel zolang er uitzicht bestaat op de mogelijkheid mede verantwoordelijk te worden of te zijn voor proces en resultaat.
In het parallelle denken is een ‘nee' slechts een opening naar een ‘ja' in een andere dimensie. Vanuit een bepaalde kijkhoek zijn ze beide zichtbaar en versmelten ze tot iets dat ja noch nee is. Eenheid moet wel iets heel wonderbaarlijks zijn. Maar geliefden hebben dat altijd al geweten. Weten en inzicht echter zijn niet het zelfde.
Ik, jij, wij hebben de godheid op een onbereikbare hemelse troon geplaatst, hebben haar omgehakt in de regenwouden, hebben de Geest onder geen microscoop kunnen aantonen, en in dit vacuüm bekleedt de Keizer zich met dit goddelijk gezag over leven en dood.
En de Keizer heeft gelijk. De Keizer heeft altijd gelijk. Orde moet er komen en vervolgens gehandhaafd worden.
Een Keizer schept wat hij wil. Als het hem lust schudt hij zo een wet uit zijn mouw om zwakte en onschuld-, om de witte roos te beschermen; vervolgens vindt hij het ook geen punt er een kanon bij te bestellen om eerbiediging van zijn wet af te dwingen. Daar heeft hij mijn toestemming niet voor nodig; laat staan die van een roos.
En dat kanonnen ook gebruikt kunnen worden voor ander edu-tainment past de Keizer wel, wiens relatie (de Magiër) tot de kern uit vuur bestaat.
Associeer ik Vier met ‘de Staat' dan ben ik hier in dit getal zonder twijfel de ingezetene.
Bekijk ik de 4 als een tekening dan denk ik aan een stoel.
Met de Keizer zit het wel goed, en zelfs in de hoogste kringen waagt niemand het plaats te nemen alvorens de Keizer is gezeten.
Als Piet echter zit neem ik aan dat hem zijn bewegingsvrijheid is ontnomen.
Ten opzichte van liggen en staan neemt zitten een centrum positie in. De versnelling in deze tijd, de chaos die dit met zich meebrengt noopt mij er nu en dan eens bij te gaan zitten. Het is in tijden dat we politici massaal dit centrum zien zoeken dat er meer gevangeniscellen nodig zijn dan ooit. Het hoeft ook geen betoog dat wanneer het centrum groeit de posities aan linker- en rechterzijde steeds meer geïsoleerd- en onderdrukt worden, en soms zelfs de illegaliteit in worden gedreven.
De afstand tussen de luie stoel bij de haard en het zelfgezochte gevaar van initiaties die de natuur kan schenken zijn er sinds Thoreau en Discovery niet geringer op geworden. Holisme is een mogelijkheid nu we de Vier elementen bijeen hebben, maar Vier weet niet wat Vier is en bewustzijn daarvan zal elders gezocht en gevonden moeten worden. Voorlopig houden we het dus op socialisme links, liberalisme rechts en pragmatisme in het centrum. Pragmatisme herkennen we vooral in de ontkenning van ideologieën en in het blindelings voorrang verlenen aan opvattingen die makkelijk zijn te verzoenen met de thans dominante opvattingen over de werkelijkheid. Causaliteit en empiricisme zijn daar de toverwoorden!
De Vier is als het ware geconstrueerd als een middel om het Centrum in beeld te krijgen; lijkt daar in feite volledig op gericht te zijn. Dat pragmatisme ook een ideologie is ontgaat de pragmatist.
Mijn gebrek aan innerlijke orde en autoriteit doet behoefte ontstaan aan controle en macht over condities buiten mijzelf; waarvan bij toe-eigening het moeilijk is vast te stellen of ik het bezit of dat ik er door bezeten wordt.
Er bestaan veel verkeerde opvattingen over macht, over aanval en verdediging.
Toch moet ik mij een zo waarheidsgetrouw beeld scheppen van de Vier die ik ben.
Van het ding dat ik echt ben.
Als iemand mij de waarheid zegt en dat staat mij niet aan dan zeg ik: “Dat zit nog”.
Alsof gezeten kennis moeilijker te aanvaarden is dan vlugge- en vliegerige kennis, kennis die intuïtie wordt genoemd.
Mijn rusteloze water, mijn gevoelswereld heeft moeite met de verklaringen en zogenaamde zekerheden, met traditie, de strakke logica of het bewijs en de inertie van Vier.
Zoals in Drie gebrek aan orde-, zo is in de autoritaire Keizer de opgelegde orde voor menigeen een onverteerbare last.
Maar toch, de Chinezen zeggen: “Heb je haast?..... Ga zitten!”.
Vrijheid van beweging en vooral ook veelvormigheid kunnen problematisch zijn in Vier. Elke afwijking van hoek of been is een bedreiging voor het voortbestaan van het vierkant. En zo probeert vrijwel iedereen iedereen aan te passen aan het eigen standpunt, aan de eigen perceptie. Goedschiks dan wel kwaadschiks. Zelfs zij die denken helemaal geen standpunt te hebben of denken niet meer dan slachtoffer te zijn projecteren de eigen (on)macht op de omgeving. De roep om een sterke hand in tijden van onzekerheid is daar een voorbeeld van. Als ik mijn eigen neurotische aanleg niet in de hand wil zien te krijgen, dan moeten externe factoren dat maar voor elkaar zien te krijgen.
Dualiteit en veelheid zijn op zichzelf muren geworden waaraan ik wil ontsnappen. Ik slaag er niet in het goede in het boze of het boze in het goede te zien. Lust geniet de voorkeur boven pijn.
Vermijding van deze veelheid, afleiding of ontsnapping bieden geen soelaas, maar in de roes van de vlucht kan ik toch mogelijk het eigen aandeel in het ontstaan van mijn dualistisch bewustzijn even vergeten.
Vier is een werktuig voor steeds toenemende-, steeds diepere concentraties. Zo diep soms dat concentratie als het ware materialiseert, materie tot leven komt. In diepere concentraties, leert de ervaring, kan het ontstaan van hallucinaties nooit uitgesloten worden. Deze hallucinaties kunnen ingevingen zijn in de breinen van genieën die mijn werkelijkheid transformeren. Het kunnen ook onbegrijpelijke chaotische fragmenten zijn die van mijn hoofd een spookhuis maken. Dat ligt aan aanleg, de aard van de concentratie en aan ‘set en setting'.
Concentratie, discipline, mijn zaakjes op orde en op aarde hebben en houden moeten mij ruimte geven voor het grote avontuur dat ik bezig ben te ondergaan.
Een speurtocht naar innerlijke samenhang en de expressie daarvan in een wereld waar ik mij nood- en oorzakelijk mee verbonden voel.
Als ik al faal in orde zal ik in chaos zeker ten ondergaan. Maar paradox kan deze stelling op zijn kop zetten, en de realiteit suggereert dat chaos ons minstens zo vertrouwd is als orde.
Dat we in wetgeving en ordening toch altijd wel vrij snel gaten en zwakke plekken ontdekken houdt het leven draaglijk; sterker, houdt voor menigeen het leven bij elkaar. Als het helemaal snor zat met mijn concentraties dan zat ik er hier niet naar te zoeken of er over te schrijven.
Toch zijn pogingen om aan het korset van collectief en staatsmoraliteit te ontkomen niet zelden eerste- en belangrijke oefeningen in ordening en concentratie. Naarmate concentraties dieper worden openen zich verbindingen tussen het kleine bewustzijn en het grote onbewuste, een oneindige poel van informatie.
Met de toenemende informatiestromen komt toenemende macht. De onvolmaaktheid van de eigen morele ontwikkeling staat mij toe-eigening van deze macht niet toe. Vier gaat tenslotte over de schepping van de totale realiteit ofwel van het beeld dat ik daar van heb. Omdat Vier zowel hel als hemel omvat is het verstandig zelfkennis de kans te geven te groeien alvorens te veel waarde te hechten aan de voorbijtrekkende en steeds wisselende (zelf)beelden, buitengewoon dualistische beelden. Meer macht richting hemel kan lekker lijken; ik moet niet denken aan nog meer hel dan we er nu al van maken.
De hel van wetgevers bijvoorbeeld die zo graag praten, en al pratende oude onwerkzame wetten overpleisteren met nieuwe onwerkzame wetten. Uitvoering van wetten kost meer energie dan mijn inwonende ambtenaar bereid is te genereren. In handhaving en verdediging van verworven rechten en gerechten gaat al meer dan genoeg energie zitten.
Ondertussen blijven onvolmaakte concentraties zich steeds weer projecteren in mijn nieuwste creaties, neemt het leger daklozen toe en wordt er geen probleem opgelost.
Vier, net als de wetgever, kan onverdraaglijk moralistisch zijn -en hypocriet. Het doel heiligt de middelen. Dus hangt het er maar van af wie het doel bepaalt.
Politiek die een afgod maakt van een markt waarin fortuinen zonder grenzen kunnen worden gewonnen en verloren, kan van Vier leren dat ‘het korten op elkaars ruimte het hele vierkant dwingt te krimpen. De economie mag dan groeien, consensus brokkelt af; het gevoel van gebondenheid met iets groters dan de eigen persoonlijke staat van bewustzijn verdwijnt - en groeiende onzekerheden blokkeren investeringen en de noodzakelijk te nemen risico's voor de creatie van een toekomst die ruimtelijk en aantrekkelijk genoeg is om er naar uit te kijken.
Vier was het oorspronkelijke onbeschreven blad, de vier richtingen waarin de potentie van de Magiër vorm zocht: aarde, water, vuur en lucht.
In Vier gaat het niet uitsluitend om de symbolische waarden in begrippen als aarde, water, vuur en lucht. In Vier gaat het vooral ook om de materialisatie van deze vier elementen in onze lichamelijke, emotionele en mentale set-up: droog, nat, warm en koud.
Want in Vier hebben we de aarde bereikt, de gegeven feiten. Het script is geschreven. Voor de rijke en de arme, voor de spiritualist en de materialist. Het mag heel geleerd klinken te zeggen dat de stoffelijke wereld een onafhankelijk bestaande toestand is, of dat de stoffelijke wereld niet buiten het eigen kenvermogen bestaat; daarmee wordt niets toegevoegd aan de opheffing van de verschillen van mening die misschien wel veel essentiëler zijn voor het begrijpen van werkelijkheid dan de talloze onbewezen antwoorden die wij hebben op onze eerste en laatste vragen.
Aarde wordt in de hofkaarten in de Kleine Arcana soms voorgesteld als de Prinses, hetgeen verwarring kan zaaien.
De prinses die daar voor mij ligt uitgestrekt, de heuvels en de mist, maar ook een ijzeren orde die maakt dat het gevoel van mijn nachten in het struikgewas lessen zijn die niet makkelijk in een leerboek zijn uiteen te zetten.
Ik ben dat. gegeven feit, dat stukje natuur waarin de zinnen betoverd worden en vele verschillende illusies veel verschillende volgelingen vinden.
Ik noem deze troep volgelingen voor het gemak ‘ik'. Al mijn emoties, gedachten, aanrakingen en waarnemingen tezamen bieden mij een perceptie van werkelijkheid.
Een beeld waaraan ik mij kan vastklampen, een trance, een opvatting, een geloof. Ik en de Wereld. Ik weet niet beter. Vier is de blauwdruk van mijn staat van bewustzijn. Het gaat niet om de macht van politicus of bankier maar om gebruik en misbruik van macht in het eigen innerlijke circus. Het gaat om opvattingen waar ik mij wel of niet mee vereenzelvig. Het gaat om de macht ja of nee te denken of te zeggen, voor hemel of hel te kiezen. Zo doende leer ik de verschillende wegen kennen die naar Rome leiden. Want hoe ik me ook wend of keer, de eis om een mens uit een stuk te worden blijft hoe dan ook bestaan.