donderdag 21 november 2024

personal4

Artikelindex

Hoofdstuk 17

r17


Vervolg van De TAROT 16: De Toren

De Ster


Omdat wij over het algemeen geen kennis hebben van de astrale wereld noemen we die dimensie hier wellicht, ‘inspiratie’, ‘helder waarnemen’ of ‘de paranormale aanleg’.

Om met beide benen op de grond te beginnen eerst het beeld van een antiheld.
Je baan is overgenomen door een snotneus die net van de universiteit is gekomen. Je man en jij zijn ‘voor elkaar’s’ leegheid weggelopen. Je hebt je huis met dik verlies moeten verkopen, en je hebt een schuld van € 80.000,- achter je aanslepen. Einde van de illusies. Einde van je vertrouwen in God en Evolutie.
De toren waar ik me zoveel jaren in heb kunnen verschuilen, dat onneembare complex van mijn infantiele verwachtingen en ambities is er niet meer voor mij. Duisternis alom, een prima gelegenheid om even naar de sterren te kijken, naar die immense evolutionaire ruimte die zich elke nacht weer openbaart
Ik heb mijn energie verkocht aan de bestbiedende. Ik was afgestudeerd als middelmaticus en specialiseerde mij in het haalbare. Maar bij nader inzien bleek de concurrentie op die markt groter te zijn dan waar ik op had gerekend. Ambitie was mijn drijfveer, en dat wat mijn uniciteit uitmaakte heb ik uit mijn handen laten vallen. De aanname dat aanpassing een beste belegging is heeft me in 16 zo een dreun gegeven dat ik wel sterretjes moest zien.

17 = 1 + 7 = 8
De rollen die ik speelde in deze wereld waren niet mijn rollen. Ik draaide mee in het firmament van collectieve fantasieën omdat ik nu eenmaal niet wist wat ik voor mezelf wilde. Het niet kon weten voor ik van alles en nog wat geprobeerd had. En die beweeglijkheid bezat ik in onvoldoende mate. Vanuit de Acht kon ik eventueel de gedachte destilleren dat ik mijn naaste lief moest hebben als mezelf, maar dat zelf was in al mijn aanpassingen een diffuse aangelegenheid geworden waardoor ik niet goed wist waar dat zelf te zoeken. De opdracht dat zelf lief te hebben werd een verhaal in ijle lucht geschreven.
Zeventien stelt de vraag waarom ik mezelf niet als idool heb gezien. De aanname dat mijn ego niet bestand zou zijn tegen teveel aandacht en dat ik de benen niet had om die weelde te dragen was er vooral door mijn moeder (God hebbe haar ziel) ingestampt.
De uittredingsneigingen van 16 laten zich prima vergelijken met een sterrenparade. ‘Idolatry’ betekent ‘afgoderij’. De verslaving aan soaps en Bekend Nederlanderschap werd al heel vroeg, in het provocatieve, spraakmakende, ‘Zo is het toevallig ook nog eens een keer’, beeldreligie genoemd. Maar toch, de glitterwereld in voetlicht, schijnwerpers, proscenium spots enz. doet mijn angst voor de duisternis aangenaam verbleken.
Hollywood, het heilige woud, was de omgeving waar onze voorouders hun goden vereerden. Daar hebben we nu de aan en uitknop voor. ‘Instant God’ op bestelling!
De media, leid ik af uit 16, hebben de communicatie, net als in andere godsdiensten rond de Ster georganiseerd, want de Ster is in de fantasie van de massa het hoogst bereikbare. En dan doet het er eigenlijk niet toe waar je nu eigenlijk bekend om bent geworden. God kan nu een goedogend meiske zijn dat enige raffinement heeft gebracht naar décolleté-lijn en andere lustopwekkende ‘eyecatchers’.
Er wordt beweerd dat TV kijken apathie creëert, zoals oververmoeidheid dat doet. Alle energie die gaat naar het bewegende beeld is niet meer beschikbaar voor experimenten om tot bewustzijn en zelfkennis te komen. Het bijzondere dat in soaps wordt gezocht moet in het zelf (het eigene) gevonden worden. De sterrenspiegel kan daarbij inwijdster zijn. De virtuele wereld kan veel maar zal nooit een doeltreffende vervanger kunnen zijn van hetgeen door incarnatie op onze zintuigen is afgestemd. Een mes tussen de ribben in de laatste thriller legt het in virtualiteit altijd af tegen de ervaarbare werkelijkheid.

Een bal in een doel schoppen is ook al zo een opwindend fenomeen, zeker als daar ook nog wat slachtoffers bij vallen. Religie eist offers. De goden zijn hongerig en willen gevoed worden. Zonder het te weten of te willen zijn we zo boos dat in de extreemste gevallen, net als kleine kinderen, de hele mensheid ‘pang pang’ de wereld uitgeschoten mag worden.
Veel Indianen gaven hun land en leven wel erg makkelijk op toen er op goden lijkende vreemdelingen voet aan wal zetten. Volgens voorouderlijke verhalen waren die goudgeile Spanjaarden en andere bleekhuidigen de weggejaagde God van de Liefde die zoals beloofd ooit naar zijn volk zou wederkeren.

Vatten we het goddelijke op als het menselijke bovenbewustzijn dan worden allerlei vreemde uitingen van religie en gedrag toch wel enigszins begrijpelijk. Uiteindelijk moet het besef - dat al die verschillende goden aspecten zijn van onze eigen binnenwereld - een vaste plek krijgen in ons bewustzijn.

Zoals de Ster van Bethlehem stil stond boven de geboorte van een groter bewustzijn, zo ook leidt symboliek mij tot de gedachte dat een dergelijke teken boven de Indiaanse identiteit stil kwam te staan. Het was kennelijk tijd voor een nieuw begin waarin het afgelopen moest zijn met kultverschijnselen als het uitrukken van harten en zo. De slachtbanken waar de Indianen met medewerking van missionarissen en zendelingen op terecht kwamen waren in zekere zin dezelfde als waar ze elkaar op gelegd hadden om het offer te brengen.

En waarom zou een volk geloven dat de God van de Liefde hen de rug heeft toegekeerd? Was het niet handiger geweest de zwakke plekken in eigen cultuur op te sporen en te repareren?
Een vraag die we ook aan onszelf kunnen stellen. We praten nu tenslotte over de sterren en over kosmische samenhangen. Wellicht zelfs over kosmische rechtvaardigheid. Het is makkelijk zat om te zeggen, toeval bestaat niet. Aan die conclusie vast te houden wanneer de eigen boedel onder Thor’s dan wel Donar’s, dan wel Ordeschepper’s hamer komt vereist integriteit en dapperheid.

Als we de Ster op een ander punt plaatsen dan boven de geboortegrot van het kind in onszelf leggen we de sterrenkracht - die, wat de astrologen betreft ons aller lot bestiert - bij inhouden die we mogelijk niet onder controle hebben. Denk maar aan God Ego.
Mythologische concepten, de goden die we in de hemel plaatsen omdat wij onszelf te klein achten voor de eigenschappen die we enigszins lafhartig aan sterren hebben toegekend.

Traditioneel vertegenwoordigt de sterrenspiegel als het ware het plafond van ons voorstellingsvermogen. In de toekenning van invloed die het firmament op ons zou hebben zijn we vertrekkende van het allergrootste bij het allerkleinste uitgekomen. En hoe kleiner de (vaak hypothetische) deeltjes worden - hoe meer ze zich laten kennen als lege ruimte waarin sterren hun banen trekken; lege ruimte die mogelijk niet alleen de kraamkamer is van alle werkelijkheid maar ook van ‘Black Matter, Memen, Patronen of Akasha.
Fantasie?

Mogelijk!

Maar fantasie behoort bij een Ster en wat in het voorstellingsvermogen leeft van notoire fantasten is materiaal dat opgepakt kan worden door een symbolist alsof het om acties gaat die de ‘werkelijkheid’ beïnvloeden. Zo heeft ook De Bono met zijn lateraal denken bedrijf en management beinvloedt. En ook al geef ik persoonlijk de voorkeur aan de zeven chakra’s boven de Bono’s zes denkhoeden; alle bijdragen aan de ontkalking van westers denken zijn welkom.
Traditionele opvattingen hebben van fantasie en werkelijkheid een bijna absolute tegenstelling gemaakt. Daarbij wordt over het hoofd gezien dat grote doorbraken in kennis en kultuur begonnen zijn in een laag die als fantasie (voorstellingsvermogen) wordt geduid en die ik mijn mytho-poëtische sfeer noem.

Mythen, zo nauw verbonden met de sterrenhemel, zijn over het algemeen groter dan het leven zelf. God en Godin gaan over alle grenzen heen. In die zin verlossen ze ons van de restricties die we in de Toren, maar eerder al in de Keizer, toelieten.
Ik bedacht daarom: ‘Mythologie is het nog niet gerealiseerde deel van onze individuele, fantastische mogelijkheden. De quantummechanica toont aan dat de aandacht van de onderzoeker de uitkomst van zijn onderzoek beinvloedt. Dat wat we in de geest toelaten verandert ‘de werkelijkheid’. Een interessante gedachte voor wereldverbetraars.

Uitgezonderd bepaalde vertakkingen van psychologie en occultisme, waar het ‘zelf’ beschouwd wordt als de diepste maar onbewuste wezenheid van de mens, zijn we als collectief niet erg geïnteresseerd in wat het ‘zelf’ als potentieel te bieden heeft. Via zelf en auto komen we bij autonoom. De mytho-poëtische laag mag dan verborgen zijn, het stuurt wel alles aan wat met gedrag, opvattingen of lot te maken heeft. Aldus kan de vergelijking gemaakt worden met een geboortehoroscoop met zijn 12 dierenriemtekens, 12 richtingaanwijzers in de mythopetische ruimte.

Omdat het ‘zelf’ in het spraakgebruik deze en geen andere identiteit representeert zoals in: ‘Hij deed het zelf’, is het een uitdaging te onderzoeken in hoeverre identiteit beïnvloed wordt door allerlei mode en rolmodellen, en in hoeverre de ontwikkeling van de relatie met een gestolen- en daarom oneigenlijk zelf het lot van mens en mensheid tot een verhaal van schuld en boete heeft gemaakt.

Voor hen die denken het zelf te kennen is studie-, laat staan leven met een orakel, onzin. Waarom zou je jezelf, als je dat al zo goed kent, beter willen leren kennen? Maar nu we in een tijd leven waarin het ‘zelfrespect’ van velen onder druk komt te staan, en staatkunde en psychiatrie steeds minder in staat zijn de gevolgen daarvan op te vangen, komt via een Ware Renaissance in

Respectloosheid het aangeschoten Zelf toch weer in de kijker. Toenemende globalisering, specialisatie, automatisering en het massaal opheffen van functies waar mensen zich tot op heden naar tevredenheid mee konden identificeren hebben gaten geslagen in de identiteit en een zelfvertrouwen dat zich vertaalt in ‘gebrek aan vertrouwen, ‘full stop’. De ene vernieuwing is nog amper verwerkt of de volgende felexibilisering komt er al weer aan. Zelfs klimaat en weer spiegelen de verslechteringen zoals we die zien in korte termijn oplossingen voor lange termijn problemen, of in het doorpompen van instabiliteit en schuld naar de volgende generatie.

Angst, boosheid en anarchie liggen in elkaar’s verlengde en zolang het raadsel ‘zelf’ of het raadsel ‘autonomie’ niet beter onderzocht worden zullen we nog heel wat pijnlijke populismen voor de kiezen krijgen. Guy Verhofstadt in Zomeravondgasten ziet Nationalisme als een van de voornaamste bronnen van oorlog, en pleit voor een steviger raamwerk van samenwerking tussen landen en volken. Federalisme is voor hem geen vies woord.

Het antoniem voor autonoom is heteronoom, ‘aan vreemde regels onderworpen’. Als ingezien wordt dat moraliteit die opgelegd wordt de ontwikkeling van een persoonlijke geweten ondermijnt, kan de balans tussen zelfcontrole en sociale controle verhelderd en verbeterd worden. Als de uitersten tot samenwerking geraken komen meerwaarden aan het licht die, zo neem ik aan, onze gevierde Renaissance evenaren of overtreffen.

Respect betekent ontzag hebben voor. Ontzag heb je voor iets dat groter en machtiger is dan jijzelf. Naar binnen toe spiegelt dit de verhouding tussen alledaags bewustzijn en bovenbewustzijn.

Omdat bovenbewustzijn net zo onbewust is als onderbewustzijn lijkt het alsof de hogere, bovenpersoonlijke waarden ongrijpbaar zijn; vervaagd als het ware in een waas van abstracties en multiculturele chaos. Het zijn de sterren en de astrologische patronen die de weg wijzen hoe die spanning tussen allerlei graden van ontwikkeling en bewustzijn overbrugd kunnen worden. En zoals eerder gesteld orakels zijn toch vooral morele systemen waarin we aantrekking en afstoting onder de loep kunnen nemen.
Als wij niet weten waar onze totems en taboes vandaan komen weten we ook niet hoe deze onderscheidingen aangepast kunnen worden aan veranderende omstandigheden.

In het neoliberalisme schoven ideeën over een terugtredende overheid en over zelfredzaamheid naar de voorgrond. In een artikel van PvdA en Groen links vond ik het volgende:
‘Neoliberale geest brengt christelijke sociale leer om zeep’

‘Ooit nam de christelijke sociale leer een sterke positie in tussen liberalisme en socialisme. Het CDA heeft geprobeerd die positie te herwinnen met een normen- en waardenoffensief. Die poging is mislukt omdat het CDA zijn eigen geschiedenis niet meer kent. De beginselen van subsidiariteit (katholiek) en soevereiniteit in eigen kring (protestant) zijn zoek geraakt in de neoliberale individualisering van de eigen verantwoordelijkheid’.

Ideologieën zijn als sterren waarop we onze koers uitzetten. Als ik soevereiniteit opvat als een vorm van Macht (4), en autonomie als een vorm van Kracht (11), en ik probeer me voor te stellen hoe dat uitwerkt bij kansrijken en kansarmen dan bekruipt mij het gevoel dat onder allerlei lagen van pseudo-filosofisch en politiek palaver er tegenstellingen worden verdedigd die onverdedigbaar zijn. ‘The haves en de have nots’.

De gezonden en de kreupelen, de nederigen en de assertievelingen, de snelle denkers en de hersenbeschadigden; er zijn duizenden lijnen te ontdekken die superioriteit uitspeelt tegen inferioriteit, een conflict tussen autonomie en soevereiniteit. De definities daarvoor lopen makkelijk uit de hand. En wat subsidiariteit betreft Subsidiariteit klinkt aardig. Maar ik mag niet voor mijzelf beslissen of ik in mijn tuintje geraniums groei of marihuanaplantjes. Ik mag niet om een zachte dood vragen, vooral niet wanneer ik niet meer in staat ben om waarom dan ook te vragen. Levensverlenging en onacceptabele demografische groei leggen in de afwegingen geen gewicht in de schaal.

Een mooi voorbeeld in de betrekkingen tussen individu en staat en de normen en waarden die daaraan ten grondslg horen te liggen, is de ‘war on drugs’ die wereldwijd elk jaar tienduizenden (meest onschuldige collateralen) het leven kost en honderden miljarden aan bestrijding en derving van accijns. Elk jaar een beetje meer. Gezond verstand alleen is al genoeg om overheden met hun exclusieve recht op geweld te wantrouwen. De politiestaat ofwel dat angstvisioen van ‘Big Brother is watching you’ heeft in het neoliberale gedachtegoed een cultuur van verliezers en winnaars, van wantrouwen, haat en geweld gesanctioneerd. Hoe graag ik ook respect zou willen voelen voor overheden; te moeten lezen dat meer dan 50% van alle criminaliteit afkomstig is van diezelfde overheden doet pijn, teveel pijn..

Crowley ziet in elk mens een Ster. Crowley, ongetwijfeld zelf een Ster, verwijst naar de vrouwelijke kant. Hij spreekt over ‘Shestar’ als een Godin, maar ook als een sensueel symbool van verleiding en misleiding.
Alles wat leeft verdient bewondering. Dat de gehandicapte de schepper is van de verzorger is net zo evident als het feit dat de consument zijn producent schept, of de lezer zijn auteur. We mogen geloven dat de productieve, handige mens superieur is aan de consumptieve, onhandige mens - maar dat is een schijn die past bij hen die ergens in menen te moeten geloven zonder zich rekenschap te geven van wat dat betekent. Wie gelooft hoeft niet meer te denken, en het is God’s wil dat je zijn territorium met je bloed verdedigt

Waar het om gaat hier is de vraag in welke mate hulpverleners en overheidsdienaren inbreuk mogen maken op de autonomie van een mens, al of niet met geïdentificeerde beperkingen. Bij heldere waarneming blijkt dat de aura van een minder bedeelde even wonderbaarlijk mooi is als die van een beter bedeelde. Het is de geest die welk lichaam dan ook animeert en de geest hebben we al lang aan de dijk gezet. Als we ziek zijn gaan we naar een dokter en niet naar de exorcist, hoewel Lourdes het bepaald niet slecht doet, hetgeen suggereert dat bloed inderdaad - tegen alle logica in - kruipt waar het niet gaan kan.

De quantummechanica mag het geestlichaam probleem nuanceren. Daar wordt immers geconstateerd dat normatieve opvattingen, empirische uitgangspunten en het wereldbeeld van de onderzoeker de uitkomst van zijn onderzoek beïnvloedt.
Inderdaad, ‘mind over matter!’

Trek ik de lijn door van de Toren naar de Ster dan is de hoogte van de sterrenhemel een verwijzing naar een onvoorstelbare diepte. Maar toch, een Ster is veel, heel veel, maar zeer veel zelfs is niet altijd genoeg. Er is meer nodig dan kennis van de sterren om te voorkomen dat we weliswaar op koers liggen maar toch regelrecht de storm in varen of verrast worden door een ijsberg.
Astrologen, net als wetenschappers, horen te weten dat welke invalshoek dan ook slechts een klein gedeelte van het patroon laat zien.

De sprong naar een bewustzijn dat minstens net zo hoog en diep is als het waarneembare deel van het heelal kan niet gemaakt worden zonder een radicaal andere waardering van onze ideeën over ruimte en tijd of over intelligentie en bewustzijn. De begrippen die we daarover hebben zouden eens goed geledigd moeten worden. Maar dat is wellicht voer voor yogi, contemplatieven en andere bergbewoners. Elke opvatting over mysteriën die ons in duizenden jaren van diep nadenken nog geen streep dichter bij een oplossing hebben gebracht staat openbaring in de weg.

Bekend willen zijn, aandacht trekken, naar de sterren reiken; het zijn verleidingen - en zij die daar gevoelig voor zijn lopen voordehandliggende risico’s. Alleen al rekening houden met de mogelijkheid een Ster te zijn doet het bestaande bewustzijn op zijn grondslagen trillen. Een zenuwstelsel dat daar niet op is voorbereid kan overbelast raken, en ziende hoeveel sterren in de artistieke- of in extreem competitieve milieus ten onder gaan voel ik me geneigd toch nog maar eens te waarschuwen. 17 is een uitwerking van Acht, een getal dat duidt op gevaar en oproept tot waakzaamheid. Geef acht!

Omdat het 17de Arcanum middels de Magiër onderzoek faciliteert naar de aard van evolutie en menswording, en we in dat onderzoek nog niet veel verder gevorderd zijn dan de vraag wat er eerder was, de kip of het ei – mag ik aannemen dat de vraag naar de evolutie niet met vrucht gesteld kan worden als ik niet zie dat het hier niet om een formeel kennisprobleem gaat maar om een transformatie van mijn ervaring. In voorgaande hoofdstukken heb ik het vraagstuk van de schepping geprobeerd wat invoelbaarder te maken door straling dan wel energie tot de bouwstof van de schepping te verklaren. Dat doet geen afbreuk aan het mysterie.
Sterren stralen overal!

Straling is energieoverdracht zonder dat er sprake is van direct contact.
Dat doet elke parawetenschapper opveren. Ik herinner mij een massage waar geen enkele lichamelijke aanraking aan te pas kwam maar die mij dieper raakte dan welke fysieke massage ook.

Ik sla een woordenboek open en zie dat ‘zelf’ het ‘eigene’ is.
Er is een behoorlijke mate van autonomie voor nodig om een creatieve geest op een weg te krijgen en te houden die leidt tot inwijding in het Zelf, in dat wat de eigenheid is. In de astrologie wordt dat ‘zelf’ belichaamd in een geboortehoroscoop of een progressie daarvan. Elk mens maakt net weer een iets andere hoek met welke ster of planeet dan ook. Die verschillen zijn, zeker op kosmische schaal zo gering dat het bijna niet te vatten is dat die kleine verschillen toch zulke uiteenlopende persoonlijkheden genereren. Maar sinds we het kleine en het allerkleinste in de deeltjesfysica onderzoeken zijn we steeds meer onder de indruk geraakt van de krachten en de wonderbaarlijkheid van de eigenschappen van het allerkleinste.

Als ik dat ondoorgrondelijke zelf aan mijzelf wil openbaren dan is respect voor het kleine een voorwaarde. Dat is waar genuanceerdheid begint, genuanceerdheid die we verwachten van de ster in de hoofdrol. Dat is ook waar elke kunstenaar naar streeft, naar het wezenlijke, naar het altijd weer unieke patroon.

Het spel is ongetwijfeld een belangrijke sleutel tot het grote geheim die de Ster voor oningewijden is. Prestatie, carrière en succes zijn hier geen allesbepalende ambities. Spel, voor kinderen en voor volwassenen, gaat in de eerste plaats over zelfontdekking. Het me inleven, het me identificeren met allerlei verschillende rollen, met protagonist en antagonist, met materie of geest, het mezelf loszingen van logica en lineariteit. De dichter Roggeman noteerde:

Ik geloof niet in de werkelijkheid.
Ik geloof in mijn droom:
dat alles eenmaal leven moet,
ook de stenen, de huizen,
de aarde aan mijn schoenen.
Ik geloof dat ook de regen
eens zal ademhalen
en verliefd worden.
Daarom streel ik de regen.
Daarom sla ik de zon.

Huizinga betitelde de mens eerst en vooral als een spelend wezen is. Omdat ik uit een geslacht kwam van drukkers was het een koud kunstje om de geldvoorraad in het monopoliespel met welke factor dan ook te vermenigvuldigen. Ik kan me niet herinneren dat verruiming van de geldvoorraad iets toevoegde aan het spelplezier. Het belangrijkste resultaat was dat de prijzen van straten, hotels en huizen enorm stegen

Misschien past deze ontdekking niet in de ruimte die speltheoretici zoeken te exploreren, maar ik daag economen die de markt heilig hebben verklaard, en bij wie de bomen tot de sterren moeten kunnen groeien uit, hun groeimodellen te toetsen aan dit speelse fenomeen.

Als het heelal uitdijt zullen sterren in die tendens meegaan en doen wat in de sterren geschreven staat. Het zelf te buiten gaan is hier een uitbreiding van astraal bewustzijn. Kenmerk van die meest eigen binnenwereld is juist die astraliteit. Op het moment dat het bewustzijn contact maakt met dat meest eigene zelf opent zich als het ware een lens waardoor we de tot dat moment vermeende werkelijkheid plotseling in een heel ander, briljanter en transparanter licht zien.

Het kind dat volledig opgaat in zijn spel, in een fase waarin die lens nog niet geheel gesloten was wordt de zaligheid van deze innerlijke toestand uitdrukkelijk beleefd

De bron van alle lichte én donkere werkelijkheid (die straling is) ligt net als het Zelf in het oneindige dat vol is van leegte. In de NUL die in alle richtingen straalt kan in alle ongrijpbaarheid toch middels aandacht, een vorm van bijna tastbare concentratie, bereikt worden, een vorm die ons van binnenuit opent en verlicht.
Net zomin als dat we veel weten over dark matter (het onbewuste) kan ik niet veel aandragen over de precieze natuur van straling, dan wel Chaos of Nul.

‘Tot dusver is het nog een raadsel, waar die stralingsenergie vandaan komt, daar de stof niet merkbaar in gewicht vermindert’ (WNT).
Het is alsof ik hier kijk naar een variatie op het geestlichaam probleem.

Ook de vraag naar het gewicht van de ziel houdt heel wat zielen bezig. Sinds MacDougall die de ziel een gewicht van 21 gram toedichtte is er een controverse ontstaan die me doet denken aan de stammenstrijd tussen creationisme en evolutie.
De opmerking in Hoofdstuk Nul dat Nul niet alleen maar niets is diende mij enigszins als Deus ex Machina. De volheid van de leegte zal tot dusver vooral een ervaring zijn geweest voor beoefenaren van serieuze meditatie, maar meditatie is geen absolute voorwaarde voor het ontwaken van de kundalini krachten.

Dat kosmologen steeds meer gedreven worden om met bestaande logische gereedschappen het raadsel van Donkere Materie te doorgronden drijft ze een doodlopende steeg in waar het verschil tussen wetenschap en SF zo diffuus wordt dat geen enkele taal in staat lijkt de aard van de samenhangen te doorgronden.

Eigenlijk zouden alle vragen die in de filosofie gesteld zijn voorafgegaan moeten worden door een andere vraag.
‘Moeten vragen opgevat worden als aansporingen om een antwoord te vinden, of zijn vragen vooral ingangen tot een beter begrip van de vraagstellende natuur van onze soort. We investeren zoveel meer in buitenwereld dan in binnenwereld. Er waren en zijn zoveel sterren die opkomen in creativiteit en ten onder gaan in applaus.

‘Logic’ is ‘fuzzy’ geworden en wetenschap lijkt niet veel meer te zijn dan een groot probabilistisch kansspel. Maar zolang je je speelsheid niet verliest hoeven condities en publieke opinie je niet aan te tasten.

Ik vergeleek het diepste punt met het Zelf. De rollen die we spelen wisselen. Het Zelf is een tijdloos origineel waar alle verschijningsvormen slechts veranderlijke interpretaties zijn met een begin en een eind.
‘Dat wat verborgen is, dat wat onuitspreekbaar is’; kunst en wetenschap blijven zoeken naar wegen om de nog niet onderzochte perspectieven zichtbaar te maken, toe te voegen als her ware aan al hetgeen nog tot incarnatie of tot openbaring wil komen. De neiging om nieuwe problemen aan te pakken met oude oplossingen kost ons meer dan we kunnen verantwoorden. Ideologieën,en opvattingen over het Zelf wisselen, maar ze zijn taai, en strijden allemaal als het ware voor hun eigen overleving. Ter datering van dit geschrift merk ik op dat de financiële-, zeg maar de schuldencrisis, erfenis is van de neoliberale agenda die samenvalt met een nog alarmerender klimaat- en energiecrisis.

De opkomende vraag is of we ons nog wel voluit in kunnen zetten op beperking van het gebruik van fossiele brandstoffen en de tijdige toepassing van toekomstbestendige technologieën. Kapitalisme staat niet toe dat we de toegang tot kennis en handel spreiden en als die bereidheid er al is dan wordt die gefrustreerd door wetten en regels betreffende eigendom en octrooi die oude, in elkaar stortende praktijken ons nog steeds opleggen. De behoefte om gedane investeringen in de inmiddels verouderde infrastructuren te redden leidt tot grote maatschappelijke verliezen Nieuwe economie is voortdurend nodig om de gaten van de oude economie mee te dichten. We dragen water naar de zee. Maar de vraag naar een versnelling in het nemen van ‘effectieve’ maatregelen neemt van dag tot dag toe. Dat vraagt om versnelde ontwikkeling van duurzaamheid en niet om bezuinigingen die het bestaande financiële stelsel in de lucht houden, want in die reflex betalen kansarmen en onderontwikkelden - maar ook cultuur en natuur - de rekening, terwijl het juist aan de onderkant is dat de investeringsachterstand het grootst is. Vergroening van het belastingstelsel en van regelgeving kunnen een einde maken aan blinde expoloitatie en consumpsisme.

Economie gaat over gedrag, over rolopvattingen. Het zijn de Goden die ons de maskers hebben gegeven waarmee we het spel kunnen spelen. Maar nu het spel hapert hebben we andere maskers, andere ideologieën nodig,


Op grotere schaal zou je kunnen denken dat de grootste armoede wordt aangetroffen in landen die het rijkst zijn aan zonneschijn, de grondstof voor duurzame ontwikkeling, ook voor de reeds ontwikkelde wereld.

De ware paradigmaverandering zit hem niet slechts in verdeling en herverdeling maar in dat diepere nog niet ontdekte Zelf. Bhutan, een van de minst ontwikkelde landen ter wereld, kent een samenleving die niet slechts beschreven wil worden iin economische termen zoals het ‘Brruto Nationaal Product’ maar vooral ook in termen van Geluk en Geestelijke en Sociale Ontwikkeling (Wikipedia). Daar ligt wat mijn symboliek betreft de mogelijkheid Wees een Ster en haal voordeel uit nadeel. Met hoog water is de bereidheid om de laagste punten in de dijk te verstevigen en te verhogen het grootst.

De versnelling waarover ik het had in het ‘voorwoord’ wordt in de fysica onderstreept met geruchten over neutrino’s die sneller zouden reizen dan het licht. Voorlopig geloof ik daar nog niet in, maar het feit dat wetenschappers zelf dit soort geruchten verspreiden geeft aan dat we ons niet snel neerleggen bij welke beperkingen dan ook, en die eigenschap spreekt me wel aan.

Sterren houden de wacht boven de geboortegrot. Het ontstaan van nieuwe ideeën en ideologieën, rijp en groen, geeft sterren de gelegenheid hun rol zichtbaar re maken in patronen, contexten en paradigma’s, waarzonder we het niet stellen kunnen. Want ook bewustzijn dat zich voortdurend aanpast aan de laatste mode behoort tot de eenheid van het kosmische verband.

De angst voor de onderwereld, ofwel voor de zelfkant, loopt parallel aan de huiver voor het stellen van vragen naar het zelf. Streven we werkelijk naar een antwoord dan dienen we in die zelfkant, in de duistere hoeken van de eigen biografie te schouwen. Ik dien mijn duisternis te volgen om bij het licht van een nieuwe ster en een nieuwe geboorte uit te komen.

Ik mag hier niet generaliseren. Verlichting kan op talloze wijzen worden benaderd. Er staan zoveel sterren in de nachthemel. Maar als ik openstelling voor de duisternis vergelijk met hetgeen veel vormen van meditatie met elkaar verbindt, ‘het toelaten van de leegte’, dan houd ik elke lezer in zijn waarde en meet me geen valse autoriteit aan. De ster behoort tot ieders archetypische inhoud. Er zijn geen wegen die niet uiteindelijk leiden naar de astrale wereld van een kind in trance.
Geef acht. Loop niet te hard van stapel. Vlieg niet hoger dan je vleugels kunnen dragen.

Gun mogelijke antwoorden, gun de spraak van je totale omgeving, de mogelijkheid je in te halen. Als blijkt dat zoekers geen vinders zijn kunnen de parameters altijd nog bijgesteld worden. Ik kan me voorstellen dat ik, op een goede dag, het zoeken aan de kant zet en me helemaal wijdt aan de mogelijkheid gevonden te worden. Onze zielen kennen de processen die we doormaken, en het zoeken naar de ster die het best bij ons past moet haast wel overeenkomen met het zoeken naar het zelf. Het zelf als een representatie van de magische eenheid van geest en lichaam.

In Zeven moest ik leren kiezen, me te verbinden met een reisbestemming, een doel.
In (1 + 7 =) Acht kwam de vraag op, wat aanraking - en dus ook aandacht - nu eigenlijk precies zijn, en wat ze doen.

Zeventien is het getal van de Ster.
Dat we in ons tijdsgewricht geconfronteerd worden met een sterdom dat zich vooral onderscheidt in uiterlijkheden en stereotypen kan bijna niet over het hoofd worden gezien. In eindeloze repetitie toont de filmheld voornamelijk sympathieke trekken; een verzameling van alles wat we mooi vinden, superieur, succesvol en noem maar op.

De antiheld is een hoofdpersonage met zwakke karaktertrekken die een tegenbeeld geeft ven van de geidealiseerde held. Hoe lager, primitiever en lelijker de antiheld mag zijn hoe duide;ijker het is wie deugt en wie niet deugt. Als de rol van de schurk echter beter gespeeld wordt dan die van de held heb je toch kans dast het publiek achter de schurk gaat staan.
Wat niet altijd meegenomen wordt in het oordeel is dat goed en slecht archetypen zijn, komende uit oeroude tijden. Ze zijn representanten van yin en yang, van statische (vrouwelijk) en dynamische kwaliteiten (mannelijk) en van alle tegenstellingen die onze zucht naar Eenheid moeten versterken.

De ‘popstar’ met zijn gitaar, zijn extravagantie en zijn kwetsbaarheid trekt die twee kanten samen in één persoon; één verbinding die toegang tot hogere energie mogelijk maakt. We hebben er heel wat sterren aan ten onder zien gaan.

Astrologie is de wetenschap die over een periode van duizenden jaren de invloed van ster en sterren op individu en collectief in kaart heeft proberen te brengen. Ik kan niet in de geest kijken die vorm gaf aan de menselijke dageraad. Maar dat het lopen van de uren - zoals die door tempelhoeren (priesteressen) in de hora (dans) werd verbeeld - geïnspireerd was op waarneming van de ‘spiral dance’ van sterrenstelsels lijkt me een redelijke aanname. Nabootsing is een doeltreffende manier van vereenzelviging en als je de melkweg en al die miljarden sterrenstelsels beschouwd als je eigenlijke woning dan slaat die vereenzelviging in het individu neer als bewustzijnsuitbreiding. Tijd is een cyclische toestand en sluit ons op in een zich oneindig herhalend patroon. De middelpuntvliedende kracht van de hora maakte ontsnapping aan deze gevangenis mogelijk. Ik geef toe dat ik een fantast ben maar een Ster zonder fantasie is iets dat ik me niet goed kan voorstellen.

Omdat we maar een fractie van de menselijke geschiedenis kennen is het moeilijk een voorstelling te maken van de begeestering van verre voorouders in een tempel van sterren die hen tot nachtelijke woning diende. Dat we die begeestering terugvinden in ‘disco- and trance events’ zegt iets over de continuïteit van onze pogingen verbindingen te maken met een grotere werkelijkheid. Sterren zijn in die context symbolen van ontwikkelingen die we ons nog maar nauwelijks kunnen voorstellen.

De nachthemel was destijds minder vervuild door neon- en andere gaslampen. En zoals ik in marmer, wolkenpartijen en kraters op Mars of Maan steeds nieuwe gezichten en gestalten zie opduiken zo kan het toen ook gegaan zijn. Starende naar de melkweg, steeds andere verhalen lezend in die bonte wemeling van licht en duisternis.

Het oog lijkt gespecialiseerd in het herkennen van patronen, zelfs als die er volgens patroondeskundigen niet zijn.
We weten dat omhoogkijken leidde tot het ontstaan van wetenschap. Zon, maan en planeten, snel bewegende hemellichamen, vertelden een verhaal over tijd, kalenders en klokken; ongehoorde zaken in die dagen. We leerden tellen en er ontstonden talen.
Sterrenbeelden die het meest de aandacht trokken werden in verband gebracht met verhalen van weleer, van heden em toekomst. We zien wat we willen zien - en wat past – of wat lijkt te passen. Dit proces van schouwen en verbeelden kan honderden duizenden jaren zijn doorgegaan. Er ontstonden altijd weer nieuwe verhalen, en in oude beelden werden door te focussen nieuwe beelden opgemerkt. Ook al weten we niet precies war fantasie is of wat denken is, het kan geen nieuwsgierig mens ontgaan dat het denken een scheppende en dus fantastische bezigheid is. Niet de werkelijkheid stemt ons gelukkig of ongelukkig, maar de manier waarop we reageren.

Opmerkelijk is dat wetenschap voortgekomen is uit iets dat nu wordt afgewezen als bron van waardevolle informatie. Maar dat kunstje is al zo vaak vertoond door de adepten vangestolde opvattingen en godsdiensten.
Ik neem aan dat in de afgelopen honderdduizenden jaren de grondslagen zijn gelegd voor wat we nu als het menselijke beschouwen, het menselijke verhaal. Een verhaal met donkere gaten, donkere energie en donkere materie, maar ook met supernova’s, zwaartekracht en de relatie tussen quantum- en klassieke mechanica. Dat zijn de bouwstenen van de manier waarop het verhaal nu geschreven kan worden. Wat doet het als ik zeg: ‘Ik ben een zwart gat’? Wat gebeurt er met de hoeveelheden energie en materie die ik verzwelg, dan wel consumeer?

Ik maak de vergelijking tussen de glitter van Hollywood en de oerbeelden die mij nu nog slechts bereiken via droom en mythe.
De wetendheid of onwetendheid van Hollywood wijkt niet af van die van mijzelf. In nieuwe verhalen zoeken we de oude weer voor de geest te krijgen, en toch hoe verder we teruggaan des te sterker het gevoel thuis te komen. Want er komt een moment dat de idee van het universum als je ware woning de bewustzijnsgolf op gang brengt die ik als doel van onze aanwezigheid heb aangewezen. Als theologie teleologie mag worden openen we nieuwe wegen naar de basisvragen rond ons bestaan en onze wording. Het doel van een ei is het kuiken. In elk woord schuilt, hoe vaag ook, die mythopoetische dimensie waar het altijd gaat over betekenis en doel van gedrag, ofwel van persoonlijke zingeving.

De geschiedenis van literatuur en theater gaat ver terug in de tijd. In de creatie van rollen en maskers werd met de potenties van ‘persoonlijkheid’ geëxperimenteerd. Goden waren morele dimensies waartussen onderscheid moest worden gemaakt, en waar de mens gehouden werd aan zijn keuzes. Omdat fantasie en werkelijkheid nog niet zulke gescheiden functies waren stel ik me voor dat de ervaring van het eigen verhaal een ruimte creëerde, deels reëel - deels fantastisch, waarin de stam en haar leden een kosmologie, een ordening ervoeren die hen waardigheid, saamhorigheid en kracht verleenden.

Hoe werkelijk of onwerkelijk zijn mijn fantasieën? Hoe onwerkelijk of werkelijk is de realiteit? Naarmate we dieper doordringen in de dimensie die we virtualiteit noemen worden dit soort vragen klemmender.
In Zeventien is het interpretatie (duiding) waarvoor opfepast moet worden. Vooral wanneer blijkt dat die duiding wel heel erg in dienst staat van een al of niet bewust eigen belang; oppprtunistische omzettingen van het ongrijpbare Zelf.
Geloof het of niet; egoïsme werd dankzij Ayn Rand en dat soort types plotseling een lovenswaardige eigenschap waar we uiteindelijk allemaal van kunnen profiteren.

Niets aan de hand, de menselijke werkelijkheid kent talloze voorbeelden van de herontdekking van solidariteit en wederzijdse afhankelijkheid, zeg maar van ‘de samenleving’.
Hoor mij Neoliberaal: ‘We zijn niet voor niets onderscheid gaan maken tussen fantasie en werkelijkheid. Wie die twee met elkaar verwart komt in een gewaande werkelijkheid terecht en loopt tegen zichzelf op’
Zonder waardering voor de ‘samenleving’ en een te ver doorgevoerd wantrouwen tegen alles wat net de publieke sector te maken heeft versterk je de tegenstellingen, hetgeen in tegenspraak is met de evolutionaire eis om te verbinden.

De foute beslissingen die uit deze verwarring voortkomen worden zelden voor eigen rekening genomen en dus geprojecteerd op onwelgevallige voorbijgangers. Op die manier tonen we ons schuldig geweten aan iedereen die een beetje oplet, en schuldig zijn we bijna allemaal in een wereld die aan elkaar hangt van schuldbekentenissen en schuldencrises. Mea culpa!
De kaartlezer ziet in alles de morele dimensie en weegt deze af tegen de vanzelfsprekendheden van gebruik en misbruik.
Bij godsdiensten ontstaat die verwarring tussen mythe (fantasie) en geschiedenis (feit) aan de lopende band. Nooit werd de historiciteit van Jezus of Mohammed vastgesteld, toch getuigen ontelbaren van de aanwezigheid van de een of de ander. We hebben kennelijke dergelijke patronen nodig en dus zien we ze, voelen we ze, en zijn we zelfs bereid ons leven err voor op te geven.

Twijfelend aan de godsdienstigheid van godsdienst en de feitelijkheid van het feitelijke kan ik slechts vermoeden dat onze behoeften zich noch door feiten noch door godsdienstigheid laten bepalen. Ons grotere droomlichaam (de mythopoëtische ruimte) bevat alle mogelijkheden, en afhankelijk van de individuele ontwikkeling zullen bepaalde elementen in ieder van ons naar buiten worden geprojecteerd. Of het nu gaat over mijn portefeuille, mijn baan, mijn gezin, mijn automobiel, mijn carrière; al die dingen zijn diffuse mengsels van feit en fictie. Een wat bewuster mens zal zich met geen van die dingen geheel en al kunnen identificeren.
Sinds Gematigdheid weet ik dat herinnering die afkomstig is uit het ‘collectief onbewuste’ nieuwe openbaring genereert, zoals het publiek in een goede voorstelling kan worden opgezweept of juist verstild tot voorbij de grenzen van het bekende.
Maar wat stel ik me nu precies voor wanneer een vriendin op nummer 17 gaat wonen en wat informatie wil ontvangen over dat getal?

Ik neem aan dat het sleutelwoord in 17 ‘aandacht’ moet zijn. Golven van aandacht, net als applaus, aanzwellend en afnemend.
Zonder aandacht valt er voor een sterretje weinig te trippen en te strippen. Zonder de adrenaline die duizendkoppige adoratie biedt is de droom uniek te zijn moeilijker vol te houden. De twijfel slaat toe, depressie neemt over en vervolgens, als alles tegenzit, maken we het doven van weer een ster mee.

Aandacht, net als liefde, kan veiliger gegeven worden dan ontvangen, lijkt wel. Onevenredige ontvangst ervan kan echter verslavend blijken te zijn, en gevoel voor proporties ondermijnen. Een andere vriendin vertelde me dat wie niet zuiver kan ontvangen ook moeilijkheden zal hebben met van zichzelf te geven.

We kunnen niet alles fysiek aanraken, we kunnen wel - al vergt dat oefening - onbeperkt aandacht geven. Oefening in het geven en ontvangen van aandacht is een machtig hulpmiddel om tot onafgebroken concentratie te komen; concnetratie die volgens Crowley alle deuren opent.

Wanneer je werkelijk geconcentreerd bent ben je klaarwakker en gefocust.
Aandacht zie ik als een licht in de nacht dat steeds helderder wordt, met als uiterste triomf: ‘de nieuwe dageraad’. De nieuwe mens.
Aandacht bleek de onderliggende ervaring te zijn van aanraking, of andersom. Eenwording is een concept voor de Geest. Het lichaam beeldt in dualiteit uit wat ‘Aandacht voor Eenheid’ vermag.

Lichaamstaal is niet alleen interessant voor psychologen; ook de ster op het wereldtoneel moet de kneepjes van lichaamsexpressie beheersen. Op die manier komen we er achter dat aandacht voor de eigen lichaamstaal expressie voorziet van toenemende substantie.

Aandacht is een vorm van concentratie en lichaamstaal is de expressie van de innerlijke chemie. Eenwording van die twee wordt ervaren als ‘flow’, een begenadigde toestand waarin alles lijkt te lukken en je boven jezelf uitstijgt. Sportlui noemen dat, ‘in vorm zijn’.

De rollen die we spelen moeten steeds meer finesse krijgen zodat we inzicht krijgen in onze elektromagnetische invloed op het zelf en de omgeving. Expressie moet tot eenheid komen met impressie. Aandacht voor het eigen handelen en denken transformeert de relatie die we met de zogenaamde werkelijkheid hebben.

Van de ster op menselijk formaat wordt aangenomen dat hij een rolmodel is.
Wie fotogeniek is of charisma heeft staat in de race om aandacht op voorsprong. Helaas zegt die bijzondere uitstraling niet altijd iets over de achterliggende morele kwaliteiten. In de politiek waar moraliteit van zoveel belang is om het vertrouwen te winnen en te handhaven zien we te vaak uiterlijkheden, of de waan van de dag, de overhand krijgen. Dat zijn tijden waarin volksmenners en populisten hun kansen grijpen. Zouden we net zo helderziend of voelend zijn als soomige van onze huisieren dan zouden we daar niet intippelen. Het is toenemende aandacht die ons zien en voelen steeds meer verinnerlijkt, verdiept en verheldert.

Om charisma gelijk te schakelen met de werking van de Heilige Geest gaat wat ver tenzij alle geest heilig is. De invloed van de Ster komt overeen met die van de Waterman.
Een wereldster wordt vanuit alle hoeken van de wereld gezien en gevolgd. Nooit zagen we meer wegen die vanuit één punt alle richtingen uitgaan, de wereldbol, of zelfs het heelal omspannend. De intensivering van betrekkingen en communicatie vertegenwoordigt onze hoop op het vermijden van conflicten.

Door de bril van het realisme zien we hoe zwaartekracht sterren bijeen houdt (of juist uiteen drijft). Op een iets ander niveau zien we dat de overlapping van de onstoffelijke aura’s van alle hemelse en aardse objecten één veld creeert dat, net als zwaartekracht, de boel bijeen houdt. Vergeleek ik eerder zwaartekracht met de aantrekking van de liefde, dan mag ik hier veronderstellen dat aandacht voor de eigen astraliteit ons de kracht van de liefde bijbrengt. Elke keuze die als strikt persoonlijk ervaren wordt heeft invloed op dat ene grote, onzichtbare veld dat wij gewoonlijk negeren want we zijn tenslotte niet allemaal helderziend of helderwetend. Het Engelse ‘being in love’ beschrijft de toetand correct. We zijn allemaal onderdeel van dat superveld.
We zijn in allerlei verketteringen wel wat ver gegaan. Individuen die proberen hun wereldbeeld uiteen te zetten vanuit waarnemingen die als paranormaal zijn weggezet schaden, zeker als je de pech hebt academisch te zijn gevormd, niet zelden de eigen carrierekansen.

Niettemin toont de felheid en de neerbuigendheid waarmee het establishment zich verzet tegen holistischer manieren van waarnemen en interpreteren de inttellectuele crisis waarin we verkeren. De klassieke logicaregels komen steeds meer in de lucht te hangen en onder druk te staan van meerwaardige benaderingen. Het higgs veld of deeltje is daar een voorbeeld van. Aannames die in afnemende mate experimenteel kunnen worden bewezen of weerlegd. In die zin wordt het verschil tussen wetenschap en parawetenschap kleiner maar de onderliggende stammenstrijd groter. Het gaat om grote belangen. Zonder higgs deeltje is het standaardmodel van de fysica niet kloppend te krijgen.

Om te voorkomen dat we de beil opgraven en andersdenkenden op gepaste wijze uitroeien of op een dood spoor plaatsen hebben we, en dat is een gift van 17, democratie uitgevonden. De vertegenwoordiging van het volk en de scheiding der machten zijn daar de kroonjuwelen van. Goedgeslepen tongen zijn de plaatsvervangers geworden van het zwaard.

In de Ster blijven we praten, blijven we de geest scherpen en houden we ons beschikbaar voor intuïtie; kortom we hebben alle intellectuele- en artistieke middelen in huis die de ster tot een Ster maakt.
In zoverre de Ster het middelpunt van alle aandacht is zie ik vooral overeenkomsten met het centrale punt in de cirkel, het punt van oorsprong. Het orakel is overal. Waar ik mijn aandacht ook maar op moge richten; als ik er maar genoeg concentratie in stop open ik een kanaal naar het onbewuste. Het hele lichaam van de Ster is erogeen, is overdekt met lustpunten, zoals de nachthemel bedekt is met lichtjes.


Ook al beweegt een Ster in vaste banen toch is elke Ster een oorspronkelijk individu met een eigen wil en een eigen missie. Theorievorming aangaande een intelligent heelal maakt aansluiting mogelijk bij langvergeten animistische ideeen en praltijken.
Als middelpunt van zijn cirkel staat een ster in contact met het collectief onbewuste die we misschien nu ook wel donkere energie mogen noemen. Sterker, de gedachte dat je een individu moet zijn om je toegang tot inhouden van Akasha eigen te maken ligt hier voor de hand. Samen door één deur is geen optie voor hen die de ambitie hebben in een groter bewustzijn opgenomen te worden.

Stervorming bij Jung heet individuatie ofwel zelfverwezenlijking.
Wikipedia zegt: ‘De realisatie van het zelf is een proces dat gekenmerkt wordt door de vereniging van tegenstellingen in de mens, zoals goed en kwaad, licht en schaduw, binnen en buiten.

Aanihilatie is een proces waarbij deeltje en antideeltje vernietigd worden, waarbij veel energie vrijkomt, weten ze in Hiroshima.
Aandacht op het proces van vereniging is pure energie. De Ster moet zich meer aandacht eigen maken dan hij soms aankan. Om over langere tijd uit te blinken of om iedereen iets van jezelf mee te geven heb je veel energie nodig. Er zijn sterren die disciplines volgen die niet veel afwijken van die van topsporters. Maar ik heb nooit beweerd dat topsporters geen sterren (of helden) zijn.

Bovenstaande moet niet afleiden van de onmetelijke dimensies die moderne kosmologie ons voorschotelt. De geboorte van een planeet kan niet losgezien worden van de geboorte van een hele sterrencluster, met eigenschappen die raadselachtiger zijn dan kapitein Nemo’s meest fantastische fantasieën.

Mijn komst op aarde kan niet losgemaakt worden van, noem het, clustervorming. Ik weet niet wat toeval is of wat al was voorbereid in het ontstaan van dat allereerste, alleroudste oeratoom. Maar de wetenschap dat werkelijkheid alle wetenschap te boven gaat, geeft een mooi vervolg aan de constatering in 14 dat het vinden van de persoonlijke magie vooral ook gediend is met een steviger verbinding van werkelijkheid die ik, individueler kan het niet, ‘mijn lichaam’ noem.

Misschien zijn mijn tijdgenoten en ik wel een wolk waarin elk afzonderlijk IK zich kan verdichten, net zolang tot het allemaal stralende sterren zijn. Misschien is mijn lichaam een medium waardoor de krankzinnige schoonheid van het heelal aan mijn bewustzijn wordt onthuld.

Ik moet, zolang er in de kosmologie rekening wordt gehouden met het concept van een ‘uitdijend heelal’, de Ster wel associëren met een zich immer uitbreidend bewustzijn.

Gedachten aan uitbreiding brengen mij niet slechts bij projectontwikkeling maar eerst en vooral ook bij het uitdijend omniversum, mijn ware woning. De versnelling van die uitdijing zou een gevolg zijn van de aanwezigheid van ‘donkere energie’, nooit gezien, nooit gehoord en op geen enkele andere manier te meten.Dit idee toepassend op ons bewustzijn geeft de ongelovige hoop op een (ver)lichtere toekomst.

In de kosmologie spreekt men van de mathematische structuur van het heelal. Getallen en de manier waarop ze gemanipuleerd kunnen worden zijn echter niet alleen boeiend voor fysici. Ook kabbalisten en numerologen trainen hun hersenen om het getal als uitgangspunt te nemen voor steeds verdergaande veronderstellingen. De uitspraak ‘zo boven zo beneden’ is veel minder abstract dan wel wordt aangenomen.

Naar verluidt maken donkere energie en donkere materie samen 96% van het heelal uit. Als dat ook de verhouding is binnen mijn eigen constitutie dan mag ik aannemen dat geest een veel uitgebreider ding is dan we ons als aardbewonertjes kunnen voorstellen.
Nu heb ik al lang aangenomen dat het onbewuste veel groter (vol-lediger) is dan het bewuste. Met de veronderstelling dat er dimensies bestaan waar we geen weet van hebben kan die onbekende 96% uitgebreid worden tot iets dat veel op oneindigheid lijkt. Omdat het vooral de NUL en de dubbelnul van het lemniscaat zijn (de 8 van 17) die verwijzen naar de idee van oneindigheid, zien we de opkomst van sprookjesachtige teksten over nulpuntenergie toenemen..

Mijn eigen inspanningen om tenminste een soort van simulatie beschikbaar te hebben van de energie die toegeschreven wordt aan het astrale lichaam verleidde mij er toe een auracamera aan te schaffen. Wat mij opviel was dat de meerderheid van proefpersonen dacht werkelijk een plaatje voorgeschoteld te krijgen van hun aura, terwijl er slechts metingen worden gedaan in het bekende elektromagnetische spectrum. De aura, net als donkere energie, is voor de meesten onder ons onzichtbaar. Slechts een enkeling is helderziend genoeg om die onzichtbaarheid zichtbaar te krijgen. Wellicht is dat wat kosmologen nodig hebben om de donkere dimensies te verlichten, helderziendheid!

Mede doordat we meettechnieken zo ongelooflijk verbeterd hebben mag aangenomen worden dat we vergeten zijn het Eigen zenuwstelsel als het fijnste meetinstrument te beschouwen. Dat volgt de regel: ‘Alles wat we in de buitenwereld scheppen sterft in de binnenwereld’.

Wikipedia: De zelfkant is de "natuurlijke" rand van een lap geweven stof, daar waar de inslagdraden van richting veranderen.
Verandering van richting heeft wat kosmologen betreft te maken met zwaartekracht die energiestromen van hun rechte pad trekken. Zoals de zwaarte van bepaalde gevolgen van handelen ons op andere gedachten brengt.

Woordenboekenwijsheid zegt:
Concentratie is vereniging, samentrekking in één punt
Contemplatie is overdenking en bezinning
Meditatie is overpeinzing, bespiegeling.
Maak Uw keuze. Ik houd het bij aandacht.

Verschillende mensen hebben verschillende interpretaties wanneer het gaat over concentratie, contemplatie of meditatie. Deze vaagheid kan ook aangetroffen worden in begrippen als ‘bewustzijn’,‘geest’, ‘boeddhistische leegheid’,‘ziel’, ‘zelf’ en dergelijke.
Het zijn de verschillende interpretaties die maken dat we eindoze achtehoedegevechten zien ontstaan over bijvoorbeeld de betekenis van ‘zelf’ of zelfs het ‘ware zelf’. Liever dan deel te nemen aan deze woordendans probeer ik zonder al teveel respect voor traditie een ‘eigen’ koers uit te zetten.

Wie de Ster in de eigen aura zoekt als een boven de fysieke kruin zwevende ‘getuige’ zal bij volharding verandering van richting ondervinden; van middelpunt zoekend naar middelpunt vliedend, en omgekeerd.. Voegen we aandacht (energie) toe dan breiden we het bewustijn uit, bij afnemende aandacht krimpt het aandachtsveld, beperken we het bewustzijn.
Het einddoel van yoga is is complete mentale stilte ofwel uitschakeling van ‘dat ding in ons’ dat denkt; onophoudelijk denkt! Dit ding wordt regematig afgebeeld als een reptiel met gevorkte tong.

Mijn ongetrainde geest slingert van verstrooiing naar concentratie; heen en weer. Dit is goed, dat is verkeerd. Dit is waar dat is onwaar; eindeloze rijen van tegenstellingen die de contrastruimte creeren waarin ik mijn zogenaamde werkelijkheid begin te onderscheiden.

Ahet aan de yogi ligt vervangen we het ploeterende denken door de rust van een steeds diepere ademhaling.
De ademhaling als discipline schept verbinding tussen het ingaande en het uitgaande, het komende en het verwijnende, tussen het dynamische en het statische. De gedachte aan eenheid vernietigt eenheid. EENHEID is die andere dimensie waar woorden en concepten ophouden ons voortdurend te beperken. Inplaats van tijd en energieslurpende exercities in het begrijpen van ons intellect kunnen we ons beter bekommeren om gerichter aandacht voor voor de onderbouw, voor het lichaam dat net als de ademgaling, net als alle magie nog grotendeels onontdekt en ongemeten is.

Wie denkt dat bepaalde prestaties persoonlijke verdiensten zijn, en dus niet het resultaat van door de eeuwen heen gewrochte configuraties, zal in regressie de les van de Toren steeds weer opnieuw moeten leren. Dat wat we denken te zijn is slechts onderdeel van veel groter constellaties. Het onzienbare zien in de vorm van kunst gaat menig zogenaamde, gewone man boven de pet. Het is moeilijk de draai te maken van de eigen mentale herrie naar de eigen mentale stilte.

Een Ster die iets nadoet is helemaal geen ster. Het elkaar napraten, zonder dat zelfs maar in de gaten te hebben, is een lek die oceanen en stranden vervuilt. Een kunstenaar heeft de plicht origineel te zijn. Dat is een opgave maar Ik kan me pijnlijker bestraffingen voorstellen. Om zich te verzekeren van oorspronkelijkheid probeert de kunstenaar voortdurend het onbewuste voor zijn (haar) karrretje te spannen.

We mogen volgens het zesde chakra doordringen tot bewustzijn van het derde oog en de heldere waarnemingen die daar mogelijk zijn; in het zevende chakra valt het verschil tussen ziener en het geziene weg. Vereenzelviging kan in dit chakra tot wasdom komen; vereenzelviging van de binnenwereld met de buitenwereld, maar ook die van het lagere zelf met het hogere zelf.

De verknoping van 4 met 3 gaat over de herinnering aan de eenheid van materie en geest. Geen geest zonder materie, geen materie zonder geest. Randtheorieën over een intelligent heelal vinden steun in ZEVEN, het getal van de evolutie zelf. Vereenzelviging van ster met ster, planeet met planeet of planeet met ster noemen we botsingen, die overeenkomen met steeds weer dat dramatische einde van hele zonnestelsels, of zelfs universa. Het openen van het zevende chakra luidt het einde in van een staat van bewustzijn die nog niet beantwoordde aan de eisen van het project ‘Mensch’.

Ik kan niet nalaten er nogmaals op te wijzen dat ik met al die astrale schittering boven mijn hoofd moet oppassen niet te gaan zweven. Geruststelling vind ik in de gedachte dat Iedereen in zijn eigen grot leeft met een eigen Engel die de toegang bewaakt. Waterman gaat over communicatie en spoort mij aan contact te maken met die persoonlijke Engel. Bidden en het opzeggen van mantra’s bevorderen de bewustzijnsaanpassingen die het pad naar evolutionaire toekomst effenen.

!7 is 13 + 4, en geeft het onbewuste een gezicht en is daarmee de vormgever van het doods- of droombewustzijn. In dit hoofdstuk kan ik me uitgenodigd voelen het doodsbewustzijn zo nauwkeurig mogelijk te definieren. Maar ik wil doodsbewustzijn niet doden en dus volsta ik met de constatering dat: 13 het nacht- of doodsbewustzijn is; en 4 moet dan wel over de fysieke, de tastbare eigenschappen van dat bewustzijn gaan.

Vorm en beweging van hemelse objecten lijken in Grote mate bepaald te worden door de zwaartekracht.
Noch de klassieke-, noch de quantummechanica hebben bevredigende theorieen over de zwaartekracht geproduceerd. We zullen het moeten doen met veronderstellingen, en met experimenten.

De mogelijkheid dat ‘het collectief onbewuste’ en ‘de onzichtbare aard van donkere energie en donkere materie’ één en het zelfde zijn lijkt aannemelijk. Maar ook de Dood is een onzichtbare aanwezigheid die in mijn vergelijkingen een plek heeft gevonden. In die vergelijking is Dood (13) een staat van bewustzijn die de verbindingen tussen bewustzijn en onbewustzijn verheldert en niet zelden vooruitloopt op bestaande opvattingen over de zogenaamde werkelijkheid (4).

Onzichtbare aanwezigheid doet zich voor als leegte, en is dus verwant aan de Nul. Wellicht is het nog te vroeg om te speculeren over ‘Nulpunt Energie’. Feit is dat helderziendheid als topje van een ijsberg representatie biedt van alle onderwerpen die in parapsychologie en sprookje van belang zijn, en het komt mijn focus ten goede dat ik zo nu en dan benaderd wordt door ouders van kinderen die moeten leren omgaan met andere informatiestromen dan waar in opvoeding en onderwijs rekening mee wordt gehouden.

Wie inzicht in het zelf (het eigene) zoekt kan leren van het ruimteonderzoek. Elke nieuwe generatie ruimtetelescopen opent uitzicht op nieuwe uitgestrektheden van het heelal. Door verandering van focus, dan wel aandacht, kunnen we nieuwe diepte en hoogte vinden in de eigen binnenwereld. Aandacht voor het onmeetbare is de kortste weg naar het land van Oz.

Het gesternte waaronder ik ga kan goed of slecht lijken, het feit dat we ons lot verbinden met dat van sterren en universa geeft een beeld van de menselijke mogelijkheid ontvankelijk te zijn voor verhoging en verdieping van perceptie en voorstellingsvermogen. We don’t walk alone. Op het pad van Jules Verne tot en met Fred Hoyle, om over tachyon fantasten nog maar te zwijgen, zijn veel voorbeelden te vinden van fantasieën die werkelijkheid zijn geworden. Dank zij Wikipedia vond ik dit citaat, afkomstig van Jules Verne:

“Hinderpalen zijn er om overwonnen te worden," antwoordde Ferguson ernstig, "en wat de gevaren betreft, wie ter wereld kan gevaar ontvluchten? Er is altijd gevaar in het leven; het kan zeer gevaarlijk zijn, aan tafel te zitten of de hoed op het hoofd te zetten; je moet datgene, wat nog gebeuren moet, zien alsof het al gebeurd is, en wat er nu is moet je zien, alsof het nog gebeuren moet, want de toekomst is tegenwoordig erg dichtbij."

Wie bang is voor de ruimte zal ook de reis naar binnen niet gauw maken. Terecht, voor de innerlijke waarnemer is er geen verschil tussen boven en beneden ofwel binnen en buiten. De gevaren lopen hoog op in een ruimte die zuurstofgebonden als we zijn net zo goed vacuüm genoemd kan worden.

Binnen de astrologie is de communis opinio dat sterren invloed hebben op het lot van een mens. Maar dan zou omgekeerd een mens ook invloed uitoefenen op een kosmos die zo op het oog voornamelijk uit sterren bestaat? Uitgaande van waarnemingen die elke lezer kan verifiëren is het zo dat wij en de massa geneigd zijn sterren te adoreren. Al eerder heb ik zwaartekracht vergeleken met de menselijke emotie die we kennen als ‘liefde’. Deze trekkracht is als een aanraking die veel invloed heeft op beeld en zelfbeeld van tot sterdom verheven individuen.

‘Every man and every woman is a star’, noteerde Crowley in zijn ‘Book of the Law’.
De enorme ruimte waarmee we ons in dit hoofdstuk verbinden beschrijft Crowley als volgt:
‘Each one of us has thus an universe of his own, but it is the same universe for each one as soon as it includes all possible experience. This implies the extension of consciousness to include all other consciousness’.
De uitspraak dat ieder van ons een ster is wint direct aan betekenis als we kijken naar de wording en ondergang van sterren. De definitie van Wikipedia ziet er zo uit:

Een ster is een bolvormig hemellichaam, bestaande uit lichtgevend plasma. Bij de meeste sterren is de druk en temperatuur van de inwendige gasconcentratie zo hoog dat er kernfusiereacties plaatsvinden. Daarbij worden enorme hoeveelheden energie geproduceerd die door de ster worden uitgezonden in verschillende golflengten. De belangrijkste golflengte is waarschijnlijk de spectrale band van het zichtbare licht. Ook de eindstadia van sterren, de witte dwergen en neutronensterren, waarin de kernfusie tot een einde is gekomen, worden tot de sterren gerekend.

De bol kan heel goed een Nul zijn die zich in alle denkbare dimensies laat zien.De ambities hier zijn hoog, en je moet het ooit enigszins hoog in de bol hebben gehad om met het maken van dit soort beelden te beginnen Die bol gevuld te weten met lichtgevend plasma en daarvan te mogen uitdelen… Wie het zich kan voorstellen mag zich gelukkig prijzen.

Ik koester de veronderstelling dat dat de verbinding (fusie) van delen, maar vooral ook van tegendelen, een cruciale rol speelt in de uitbreidingsprocessen van bewustzijn. Zet 11 sterren - die in een voetbalwedstrijd allemaal de eigen glorie zoeken en dus niet samenwerken - bij elkaar en je hebt een scenario voor onheil. ‘Wat heet?’; je moet wat over hebben voor al die interessante contrasten.

Tegendelen worden steeds weer zichtbaar in de veelal frustrerende samenkomsten van allerlei verschillende wereldbeelden ofwel opinies waar stelselmatig gezocht wordt naar wat ons scheidt in plaats van wat ons bindt. Dat die opinies nogal eens samenvallen met het vermeende eigenbelang doet ons nauwelijks meer opkijken. Juist in sterrendom blijkt dat samenwerking het vaak aflegt tegen te winnen persoonlijke eer; de beste, de meest invloedrijke of de origineelste te zijn.
Professoren die de beste ideeën van hun studenten jatten, politici die met de meest geborneerde oneliners (en leugens) de oppositie aan de kant zoeken te zetten; de alomtegenwoordige carrièrerace waar niet de strelende hand maar de uitgestoken elleboog de communicatie, of het gebrek daaraan illumineert. Het komt allemaal voor.

Nu het eigenbelang in het neoliberalisme een bijna onaantastbare (ideologische) status heeft bereikt zullen er aanzienlijke krachten nodig zijn essentiële waarden die met solidariteit en naastenliefde te maken hebben op de kaart te houden. Die krachten worden op het moment dat ik dit schrijf vooral gegenereerd door crises die steeds’ moeilijker te bedwingen zijn.
Een ster blijkt een lichaam te zijn dat van oerknal naar oerknal bezig is alle stadia te doorlopen van genialiteit en stompzinnigheid, zodat wij de prijs leren kennen van kortzichtigheid.

Kaart 17, de Ster, verwijst in de astrologische context naar het beeld van de ‘Waterman’.
Waterman is in zekere zin de ‘freak’ in het spel, de ‘rebe’l onder de sterrenbeelden. Een echte ‘nerd’. Maar zin voor vrijheid kun je hem niet ontzeggen, en zijn kritiek op bestuurders die met regels en wetten die vrijheid zoeken te vernietigen is meedogenloos.

Waterman is het elfde beeld en elfjes behoren tot een omgeving waar een mens zijn zicht kan uitbreiden, maar waar hij ook kan mediteren op ‘zijn onsterfelijkheid’.

Voor een Waterman is het normaal om zich met de schaal en de oerkrachten van een heelal te identificeren; een heelal waarin sterren zich bovenmensekijke rollen toeeigenen, hetgeen er op neer komt dat sterren de rollen van echte mensen en indien mogelijk de authenticiteit van echte mensen horen te overtreffen. Mythologisering kan in deze context opgevat worden als de menselijke conditie waarin geluk nauw verbonden is met het verleggen van grenzen en het stellen van steeds bovenmenselijker doelen.
Toch spelen de meeste sukkels, mezelf inbegrepen, hun amateuristische rol overtuigender dan menig gelauwerd acteur. Script en autocue zijn zelden in staat echtheid toe te voegen aan de voorstelling.

Zoals er meer gekken rondlopen buiten de muren van een psychiatrische instelling dan erin, zo ook lopen er meer grootse acteurs naast het toneel dan erop. Iets mooier willen maken dan de natuur het heeft bedacht leidt niet automatisch tot verbetering.
Soaps, we lusten er wel soep van. Toch is het altijd weer een opluchting een mens tegen te komen die argeloos, zich zelf is. Net als die kindertjes die geboren zijn om de hemel te beërven.
Het hoger bewustzijn blijft trekken.

Uiteindelijk zoeken we misschien zelfs wel de rol van God te spelen, zoals God de rol van een mens moest spelen. Want wat een Super Star Jesus Christ was, dat weet inmiddels elke liefhebber van rock opera’s.
Waarom zouden we onszelf grenzen opleggen? Probeer die grenzen maar te verleggen, dan weet je gauw genoeg waarom.

Het spel met rollen en de vereenzelvigingen die er geoefend worden is bepaald geen statisch bedrijf. Dank zij precessie verschuift de aandacht geleidelijk van Vissen naar Waterman. Het Noorden, las ik, is altijd een symbool voor spirituele beïnvloeding. Ons spel zelf gaat veranderen. Wie zijn rol niet de adem van onsterfelijkheid of holisme mee kan geven zal in het Watermantijdperk slagen missen De volgzaamheid van Vissen tegenover het eigengereide individualisme van Waterman; deze sluipende veranderingen verschijnen als een aurora borealis aan onze horizon. .

17 vat heel wat samen van wat ik al eerder heb geprobeerd te beschrijven; zoveel dat Tarot, Medicijnwiel of Horoscoop onontbeerlijk lijken in het wereldbeeld dat elke geincarneerde ziel zich zoekt te maken. In al deze orakels wordt de verbinding met de bron gemaakt In het wiel worden de ‘vier windrichtingen’, ‘boven’, ‘beneden’ en ‘vanbinnen’ besdchreven. Zeven oriëntatie punten in de reconstructie van EENHEID.

17 is een acht en gaat dus een stapje verder dan we zelfs vanuit het orakel gezien voor mogelijk hielden. Omdat nieuwe verbindingen nieuwe meerwaarden scheppen moet de opvatting dat het orakel slechts bedoeld is om een beeld van de toekomst te krijgen bijgesteld te worden.
De 8 in 16 is een NUL die vastgeplakt zit aan een andere Nul. We kunnen die ene NUL geest noemen en de andere materie. Beide gaan ze over iets dat ontbreekt. Beide gaan over het verbinden van wat ooit is gescheiden. Holisme en tijdloosheid komen van heel hoog.uit de lucht vallen. De zelfde hoogte, de zelfde ‘Goddelijkheid’, die gezocht wordt in het kruinchakra, het magnetische Noorden

Het hoge Noorden van wijsheid en ouderdom, en het diepe Zuiden die over de initiatie gaat van de Ziener. Dat wijsheid in dienst staat van een groter doel is voer voor teleologen. Ik vind hier de uitdaging om mij processen van transformatie beter te kunnen voorstellen. Maar dat ik me eerst een zekere mate van wijsheid eigen moeten maken alvorens ik de boeken van het onbewuste mag openslaan, is een aanbeveling die ik niet straffeloos kan negeren. Het bovenste chakra en mijn neiging het hogerop te zoeken opent de diepte.

Stond het Vissentijdperk in het teken van ideologieën, goden en afgoden; Waterman zag daar nooit meer in dan voorbijgaande opinies. Waterman doet niet mee aan de verkleedpartijen van ijdele keizers.
Wat Waterman wel tot zijn missie rekent is het aantonen van de universele bron van al die verschillende opinies, van die neurotische dwang mezelf te moeten onderscheiden.

In deze combinatie wordt duidelijk dat het maken van onderscheid in dienst staat van ons zoeken naar EENHEID. Die paradox is er een die we zullen moeten kraken. We kunnen wel zeggen, ‘zo boven zo beneden’; de verbinding tussen die twee zullen we zelf moeten maken. Steeds weer!

Dat eenheid nu juist te vinden is in verscheidenheid is de meeropbrengst van toenemende aandacht voor dat wonderlijke verschijnsel waar ‘iedereen’ maar denkt het anders en beter te weten, en daaraan verwant, het beter horen te hebben.
In de menging van Waterman (lucht) en Vissen (water) wordt zuurstof toegevoegd aan ‘circulatie’ die een belangrijke eigenschap is van water. Brein en zenuwstelsel profiteren van dit verrijkte mengsel waardoor we verfijnder staten van bewustzijn aankunnen.

We hebben aan de Ster een gidsfunctie toegekend en als ik een mensenleven zie als een reis van X naar X - of van 0 naar 0 - dan is het niet moeilijk te begrijpen dat de behoefte aan nauwkeurige navigatie in tijd en ruimte onder invloed van steeds toenemende complexiteit wel moest samenvallen met steeds toenemende belangstelling voor- en kennis van de hemel, die ook ‘innerlijk uitspansel’ genoemd kan worden..

Een sterrenbeeld is een verzameling sterren (punten) die een figuur vormen als men ze onderling met lijnen verbindt. Het zijn deze verbindingen die niet alleen in de sterrenhemel tot associaties leiden, maar die ook in elk beeld, in elke waarneming hier in het ondermaanse ruimte bieden aan voortgaande beeldvorming. Zij die daar heel goed in zijn noemen we gewoonlijk kunstenaars, en soms ook fantasten, occultisten of wetenschappers.

Ik moet mezelf eerst een end op weg helpen alvorens de kernvraag boven water komt. Dezer dagen is die vraag onophoudelijk: ‘Wat is de kern van de Ster in mijn mythopoëtische set-up? Is het zo dat elke Ster in het diepste van mijn gedachten een God is; of een Godin? Zet de Ster een standaard voor wat ik in incarnatie bereiken wil?
Ik kan in elk geval vaststellen dat de Ster ons ontelbare malen heeft gediend als kompas.

We zijn gewend sterren eerder in groepen of clusters te zien dan in afzonderlijke individualiteit. De Sterrenbeelden in de astrologie zijn in werkelijkheid groepen sterren waarvan sommigen ‘oneindig’ veel verder van ons verwijderd zijn dan anderen. Sommige kleine lichten in zo een groep kunnen bij vergroting hele ‘galaxies’ blijken te zijn. En toch gaat het in de Ster om de beleving van de eigen unieke kenmerken. De innerlijke tegenspraak hier duidt er op dat individualiteit toch altijd weer onderdeel uitmaakt van een grotere configuratie, en dat de idee van onafhankelijk bestaande kiezers of consumenten, zoals het neoliberalisme dat wil, onzin is.

Een Ster wordt verondersteld uniek te zijn in originaliteit.
Hoe uniek is uniek? De beelden waarmee we ons onze omgeving voorstellen zijn voor een groot deel het resultaat van overdracht. Door duizenden jaren van menselijke ervaring heen hebben we geleerd dat rood met gevaar- en groen met vrede en rust te maken heeft. Dat de letters en cijfers die we tegen komen niet alleen mooie figuren zijn, maar vooral ook verwijzen naar klanken, getallen, woorden en verhalen, onthult veelzijdigheid. Iedereen legt de relaties tussen fenomeen en betekenis net weer even anders, maar de fenomenen zijn archetypisch, en inhoudelijk voor elk mens gelijk. Vragen over begin en einde, leven en dood of goed en kwaad veranderen niet.

In de overdracht van de lessen die we als mensheid van allerlei ervaring hebben geleerd zit groot gemak maar ook gevaar. Aan de ene kant hoeven we het wiel niet telkens opnieuw uit te vinden, aan de andere kant conditioneert overlevering de manier waarop wij de wereld en onszelf zien. 2 + 2 was altijd 4; waarom zou het nu ineens anders zijn?

De meerwaardige logica van Fuzzy Logic voegt ruimte toe aan het gesloten model waarin iets alleen maar waar is of onwaar. Plotseling bevinden we ons in een ruimte waar onzekerheid en intuïtie hoofdrollen mogen spelen, net als in animisticher tijden. Ondanks de voorspellende kwaliteiten die aan de stand der sterren wordt toegeschreven is onvoorspelbaarheid juist kenmerk van een individuele Ster. Minstens zo onvoorspelbaar als de uitbarstingen van een lokale vulkaan of de resultaten van meerwaardige calculaties, waarin ‘het noch is zoals het is noch zoals het niet is’. En dan denk ik in het bijzonder aan de uitkomsten in het denken van mijn filosofische vriend, sinds hij zich zette aan de taak een einde te maken aan vruchteloze tegenstellingen als die van ontologie versus epistemologie; een einde in feite aan aan de tweewaardige logica, ofwel aan het ‘klassieke dualisme.

Dat wiskunde zich aanpast aan onze behoefte is een al even uitdagende gedachte als die waarin werkelijkheid zich aanpast aan ons (wiskundig) voorstellingsvermogen. Marshall McLuhan had het over ‘the medium is the message’. Op de een of andere manier is de mens zelf onderdeel van de vergelijkingen die hij maakt en de metingen die hij doet. Wij noemen engelen boodschappers zonder te beseffen dat engelen deel uitmaken van ons onbewuste. En of de symbolist zijn metaforen nu uit het dodenboek haalt, uit het horloge, uit de stoommachine, uit computer of toverachtige nanotechnologie; de mens blijft zich naakt en kwetabaar als medium presenteren. Wiskundigen, kunstenaars en astronauten zoeken het onmogelijke op te lossen, zoals de sjamaan medium is voor zijn stamgenoten en verbindingen maakt tussen het onbewuste en het bewuste.

Meditatie, maar ook symboliek, passen wonderwel in de definitie die we van wiskunde hebben. Die luidt in mijn jargon als ‘de bestudering van structuren en patronen’. Ik moest bij Jung te rade gaan om weer beweging te krijgen in het beeld dat ik van de Ster heb. Bij hem werd ik direct naar de naaktheid van de Ster verwezen.


Dit was het resultaat van de Toren: Geen masker meer, geen modemodelletjes, geen aangenomen identiteit, geen ego….. Naakt!
Mijn aandacht werd verder geleid naar de 8 die in 17 verborgen zit. Een dubbele NUL of twee aan elkaar geplakte rollen. Twee is het kenmerk van bewustwording. In dit geval bewustwording van de Nul, die ‘alles’ kan zijn maar ook ‘niets’.
Volgens Bartjens ervaart men in meditatie de lediging van de mentale ruimte. ‘Stop the noise’ schreef Crowley. Bewustzijn van de naaktheid, van de ledigheid; dat is het spoor dat ik wil volgen. De paradox wil nu eenmaal dat ik om te bestaan op moet houden te bestaan. In het Christendom (en in allerlei andere sekten) ging het middels de kruisiging ook over de verwisseling van het tijdelijke met het eeuwige.

Eigenlijk zijn dit allemaal bekende inzichten, maar inzichten vernieuwen zich, waarmee ze plotseling de glans van openbaring krijgen. Een gevoel van extase, van nabijheid, van herkenning en van bijna fysiek contact met het meest extatische dat ik me kan voorstellen, zijn wat mij betreft symptomen van wat wel ‘lichtervaring’ wordt genoemd..

Het is niet altijd in mij me te herinneren dat romantiseren weliswaar een ridderlijk en jonkvrouwelijk voorrecht is maar dat ik niet te lang in dat recht moet blijven hangen en vooral op zoek ga naar de verstilling, de abstrahering van alles dat het bloed zo aangenaam doet circuleren. Dat klinkt redelijk calvinistisch, maar streng zijn voor jezelf is natuurlijk geen calvinistische uitvinding, Die komen we ook bij de Spartanen tegen, en in allerlei vormen van topsport, ascetisme en fundamentalisme. In de moderne tijd zal zelfkwelling langs sadomasochistische lijnen interesse wekken bij psychiaters en andere neurose deskundigen.

Het valt niet mee een inwijdingsverhaal te vinden waar niet vrijwillig of onvrijwillig op draconische wijze afgezien moet worden. De veelvuldigheid in het voorkomen van zelfdestructieve instellingen maakt het alleszins de moeite waard wat dieper te graven en te zien welk licht al deze schaduwen veroorzaakt. Juist in helden- en sterrengedrag vinden we die bijna onverantwoorde blootstelling van het zenuwstelsel aan krachten waar we niet tegen opgewassen zijn.

Het negatieve verhaal is niet moeilijk te bedenken. Het spirituele ofwel het evolutionaire verhaal daaronder is moeilijker te vatten. Mijn filosofische vriend zegt dat alle lijden voortkomt uit spiritualiteit. Eerst leek me dat te absurd voor woorden, maar bij nadere beschouwing vind ik deze opvatting niet gekker dan welke zogenaamde wetenschappelijke theorie ook. Niet meer in staat te zijn verschil te zien tussen natuur en abstractie, tussen model en werkelijkheid, is denk ik het drama van de wetenschap. In deze moeizame vergelijkingen verkettert iedereen iedereen, net zoals dat in kerken en religies de gewoonte is.

Bovenstaande geeft in elk geval wel aan waarom een zo universeel mogelijk verhaal over menselijke symboliek zo ontzettend veel omwegen kent. We zijn het nooit echt eens geworden over wat dan ook.

Axioma’s zijn leuk. Paradoxen zo mogelijk nog leuker. Maar wie zich bedient van dit soort metafysica moet wel oppassen geen nerd te worden en vrienden en familie af te schrikken met de koude logica vam ‘het gelijk’. Een gelijk dat bij nadere beschouwing nooit veel meer is dan een voorbijgaande mening.

In mijn XYZ van de Symboliek is de berg top en middelpunt van de wereld. Zoekt een menselijke Ster het hoogste (diepste) in zichzelf te verwezenlijken dan dient reflectie op de berg zijn doel. Vanuit tektonische diepten worden de hoogste toppen opgeworpen, De berg is het meest aardse symbool van de verbinding tussen hemel en aarde, dan wel van bewustzijn en onbewustzijn.
Hoe hoger hoe naakter. Uitstijgende boven de boomgrens is er nog maar weinig dat ons bescherming biedt tegen de extreme condities die hoogte ons oplegt.

De Tarot als onderdeel van de Levensboom mag nog als een redelijk comfortabel onderkomen ervaren worden; wat daarachter schuil gaat is vaak net zo onvriendelijk als de omstandigheden die we op Noord- en Zuidpool aantreffen.
Zo bar kan het worden voor een mens op weg naar de top. Bergbeklimmers worden door verstandige burgers nog wel eens suïcidaal genoemd. Het belang van contact met het doodsbewustzijn is nergens zo groot als bij de bergbeklimmer. Intuïtiviteit, van top tot teen is, naast kennis en ervaring, de belangrijkste gids.

Ons lichaam is niet alleen gevat in een groter elektromagnetisch veld maar is daar ook het meetapparaat voor (het zenuwstelsel). Ik zoek toenemende aandacht voor innerlijke gewaarwordingen van de directe, stralende, omgeving. Een Ster heeft te maken met heel verschillende ontwikkelingsfasen waarin zwarte gaten worden afgewisseld door dwergster of supennova’s. De grote bewegingen van universa in de eigen binnenwereld te ervaren is ook voor een holistisch ingesteld mens een transformerende openbaring.

Onzichtbaarheid lijkt weinig te maken te hebben met de behoeften van een sterretje, maar de gedachte dringt zich nogal eens op dat het ‘ware’ zelf niet meer zichtbaar is achter alle aannames, rollen en maskers.,

Rupert Sheldrake, een moderne ketter, heeft zijn theorieën over morphische resonantie – waarvan de werking net zo onzichtbaar is als Akasha of de Noösfeer - aan de wereld geschonken; en hebben kosmologen hun verhalen over donkere materie verteld. Het wordt dringen in de onzichtbare ruimte, en ik vraag me af of de tijd niet is aangebroken om nieuwe wegen in het onderzoek naar materie en energie in te slaan, waarbij ik me kan voorstellen dat daar nu ook de occulte traditie bij wordt betrokken. Onderzoekers die zich ingeperkt voelen door de bestaande theorieën, axioma’s en logicaregels in hun vakgebied zoeken nieuwe wegen. Sheldrake bijvoorbeeld, stel ik me voor, hoort bij een spraakmakende klasse van wetenschappers die zich genoodzaakt voelt controversiele richtingen in te slaan. Niet onbelangrijk, ‘Sheldrake noemt zichzelf een holist en als alles verandert veranderen dan ook niet de natuurwetten?’

Mijn vraag leek daar verdacht veel op; ’Veranderen de archetypen of zitten die - zoals Blavatsky aannam - voor eeuwig en onveranderlijk op hun troon’?

Een van de redenen waarom zinnige mensen liever niet over ‘het astrale’ praten ligt mogelijk in de omstandigheid dat ze nooit regen omhoog hebben zien vallen en ook kaboutertjes of sprekende dieren hebben zich niet gemeld.
Hoewel ongeloof geen absoluut betrouwbare brandmuur is tegen de binnendringing van astrale ervaring, is ongeloof toch ook niet bevorderlijk voor de uitbreiding van een voorstellingsvermogen waar uiteindelijk voor elke ‘absurditeit’ wel een plek te vinden is.

Ik geloof niet dat het verstandig is om de astrale ervaring na te jagen, net zomin als dat ik het verstandig vind om de echtheid van onze fantasieen te ontkennen. Het gaat in de astrale ervaring om ‘verschijnselen’ van de expanderende binnenwereld, die net als bij de kabouter nog niet geopenbaarde bewustzijnstoestanden representeert. Kabouters leven al of niet met de bijl, heel dicht bij de wortels en staan in verbinding met het eeuwige kind in elk mens, een staat van onschuld die voorwaarde is om ook maar in de buurt te komen van onze diepere, innerlijke (eigen) wijsheid.

Om dat andere (sprookjesachtiger) bewustzijn dichterbij te brengen neemt menig potentieel sterretje een artiestennaam aan. Naamgeving is belangrijk in 17 (een 8 die in rollen is geschreven). Veranderingen van een naam naar een vorm die meer betekenis lijkt te hebben of meer kracht lijkt uit te stralen, veranderen de rol die we spelen. Jezelf ‘J.C Atlas’ noemen lijkt een hele vooruitgang wanneer je voorheen aangesproken werd met ‘Jan Jansen’.

Acht staat in de Tarot voor Kracht en wordt in de Kabbala beschouwd als de bewuste controle van de Kundalinikrachten. De kracht van voorstellingen en de taal die we gebruiken om die voorstellingen communicabel te maken; leven en samenleven zijn een waar laboratorium voor de experimenteel ingestelde mens.

In de Kaballa wordt de Ster geassocieerd met een vishaak. Het vissen in het onbewuste is een activiteit die vergeleken kan worden met wat er gebeurt in meditatie, of in een geestesgesteldheden die daaraan verwant is. Heel wat vissers zijn eerder uit op rust dan op vangst. Deze geesteshouding past hen die hun heil zoeken in meditatie.

De vijfpuntige Ster staat voor een mens uit EEN stuk. De mens kan getekend worden in één ononderbroken lijn.
De zespuntige ster gaat over de samenkomst van de tegengestelde energieën. Hier is 5 een hoger getal dan 6. Dat ‘minder’ meer kan zijn dan ‘meer’ gaf grond onder de voeten van studenten die de Grote Arcana van achteren naar voren bestudeerden, van de veelheid naar de eenheid.

Onderscheidingen als ‘geest en lichaam’, ‘ik en de ander’ of ‘hemel en aarde’ representeren dualisme en leiden onafwendbaar tot verdriet.. De manier waarop we ons die EENHEID eigen maken bedient zich van driehoeken die in spiegelende tweevoudigheid dat dualisme vertegenwoordigen, waarmee maar gezegd wil zijn dat mediteren (openstelling voor eenheid) iets anders is dan praten over mediteren (openstelling voor veelheid). Het is de mens die, als hij niet bezig is orde in chaos te veranderen, chaos vertaalt in een orde die hem past, maar waar hij niet van kan uitleggen hoe dat werkt. Alsof daar geen taal voor bestaat.

Deze taalloosheid vind je ook wanneer het zogenaamde paranormale vermogen zich manifesteert in de vorm van ‘heldere kennis’. Net als bij telepathie kan het om pure gedachteoverdracht gaan die pas een taalvorm aanneemt wanneer de ontvanger die er aan geeft. Je kunt het vergelijken met het literaire proces waar de lezer de unieke auteur van is. Immers elke lezer leest het verhaal vanuit de eigen verpersoonlijkte paradigma die door de oorspronkelijke auteur niet voorzien kunnen worden.

In de Joodse traditie wordt elke ster bewaakt door een engel. Daarvan afgeleid staan sterren ook symbool voor de overledenen.
Sterrenbeelden zouden samenwerkingen zijn van kosmische krachten. Het benoemen van die krachten komt overeen met een inventarisatie van eigen verlangen en afkeer, en de relativiteit daarvan. Hoe nauwkeuriger we de krachten die het heelal bijeen houden in beeld krijgen hoe waarschijnlijker het is dat die krachten benut kunnen worden in het proces van bewustzijnsuitbreiding en zelfkennis. Het is de verbeeldingskracht die als een engel verbinding maakt tussen het hogere en het lagere.

Hoor mij prevelen: ‘Ik ben de samenwerking van allerlei kosmische krachten’. De psychiater begrijpt dat wel. Hij mag dan uiterst kritisch zijn over de pretenties van de astrologie, zelf maakt hij volop gebruik van beelden die hij in allerlei mythologieën heeft gevonden. Waar zou Freud gebleven zijn zonder zijn Oedipuscomplex.

Het licht dat door stervenden in hun laatste minuten zien is als de intrede in de astrale ruimte, of liever als de herintrede. Eindelijk wordt de scheiding tussen het bewuste en het onbewuste opgeheven.

Om in een bijna absurdistische veelheid orde te scheppen moet de waarneming van tenminste de innerlijke veelheid op een subtieler plan worden gebracht, en kunnen we het innerlijk oog dat is afgestemd op het in- en uitstromende astrale licht, geopend zien te krijgen. In het innerlijke licht gaat het om patronen en verbindingen, om vlakken en dimensies die als (surrealistische) dromen en herinneringen verbinding zoeken te maken met de kleine en grote gebeurtenissen in ons bestaan.

Ik droom mijn werkelijkheid. De dood van een geliefde hond kan aanleiding zijn tot allerlei vragen, maar als je je vooral herinnert hoe de hond altijd weer aan zijn baasje liet weten wanneer het tijd was om ergens op te stappen en iets anders te gaan doen, en je beschouwt dit hondengedrag als een spiegel dan ga je je wellicht afvragen of het geen tijd wordt om op te stappen en iets anders te gaan doen.

De kunst om altijd weer op zoek te gaan naar betekenisvolle verbindingen tussen herinnering, droom en daad behoort ongetwijfeld tot de preoccupaties van een ster in wording. Het is niet de bedoeling dat het experiment ‘mens’ steeds weer verzandt in gebrek aan herinnering van die wording. Uiteindelijk vergt EENHEID herinnering aan allles, rijp en groen.

Van amoebe tot mastodont, van oeratoom tot sterrenhoop. Elke stap in het evolutionaire- dan wel creationistische - proces representeert een fase in het vinden van evenwicht tussen bewustzijn en onbewustzijn. Ik citeer Crowley: ‘Er bestaat geen betere manier om het geheugen te trainen dan het in praktijk brengen van de Heilige Kaballa’. Surrealistiche oplossingen voor realistische problemen?

In 7 zag ik mijn persoonlijke ruimte als een privé universiteit. In 17 blijkt hoe persoonlijk deze universiteit is. Ik mag dan voortborduren op het thema van astrale en elementale sferen; mijn bronnen blinken niet uit in betrouwbaarheid, Bijna alle verwijzingen naar deze onderwerpen monden uit in een of ander esoterische erfgoed. Het Krishnamurti debacle toonde echter aan dat ‘de pretenties’ van oeroude tradities zoals die in de theosofie terecht zijn gekomen misplaatst zijn. Spiritueel materialisme is een enge engel die sprekend lijkt op een duivel.

Omdat voor de symbolist het verschil tussen fantasie en werkelijkheid niet zo interessant blijkt te zijn zal ik me hier onthouden van oninteressante kritiek.

Aanname! Het openen van het innerlijke oog kent zoveel overeenkomsten met wat ook wel ‘verlichting’ genoemd wordt dat het legitiem lijkt die twee als één en hetzelfde te beschouwen.

Natuurwetten die bij nadere analyse gewoontes blijken te zijn, behoeven herijking. Bewustwording van trendbreuken of paradigmaveranderingen is een opdracht die je aan de innerlijke universiteit mee zou kunnen geven. Geen scheiding meer van lichaam en geest. Interfacultatief onderzoek wordt de norm. Economieen die succes en mislukking meten in termen van geluken ongeluk inplaats van product en kapitaal. Een einde maken aan de zogenaamde waardenvrijheid van wetenschap. Sommigen (Wikipedia) menen dat holisme een kunstmatige kruising van creationisme (creatieve tendens) en evolutietheorie (creatieve evolutie) is, en dat het inderdaad de ogenschijnliijk, onmogelijke verenigingen zijn die spectaculaire meerwaarden kunnen scheppen. Holistische belevingen in feite.

Ik denk dat het openen van innerlijk oog, oor of intellect enz. spoort met wat paradigmaverandering wordt genoemd. De problemen die we gecreëerd hebben tonen een achterstand aan in de interpretatie van het creatieve, het uitzonderlijke, zeg maar ‘het bovennaruurlijke’.

Dat is wat onderwijs in essentie zo boeiend maakt, de heiliging van het lichaam, de verheffing van de Geest, de ontdekking van nieuwe rolmodellen of de eigen duidingen van mythisch materiaal.

In deze zone kunnen wegen gevonden worden die leiden naar nieuwe manieren van leren en bewust worden. Als je je alleen nog maar aan kunt passen aan ‘onveranderlijke’ wetten dan ondermijn je de kansen voor overleving, want onveranderlijkheid komt niet voor in ons ondermaanse. Ideologieën zijn vaak niet meer dan variaties op het onbestaanbare, hetgeen hoogstens verdedigd kan worden door professionele, helaas onbewuste, opportunisten die al veel te lang hun kromme, gespleten werkelijkheid als begerenswaardige norm aan jeugd en medemens opdringen. Alle crises in de wereld zijn uiteindelijk een vrucht aan de boom van kennis van goed en kwaad. Als het fout gaat in criminaliteit, geneeskunde of economie dan is er iets mis met het onderwijssysteem.
Ik zei het al, de Tarot is een morele machine en we zullen steeds weer moeten bezien hoe we totem en taboe doorgeven aan de

volgende generatie. Vanuit de occulte traditie zal elke nieuwe maatschappelijke uitdaging vooral aanleiding zijn om holistische principes vorm te geven; vooral in alles dat met opvoeding en onderwijs te maken heeft.
I
Ster en Waterman gaan niet alleen over de labiliteit die verandering en groei met zich meebrengen. Ze verschaffen ook een orde waar we sinds mensenheugenis een gevoel van zekerheid aan ontlenen. De baan van al die verschillende hemelse objecten is over duizelingwekkende tijdseenheden heen nog steeds goed te voorspellen. Je kunt je klok erop gelijk zetten.

Niet alleen in de kosmologie, maar ook in de quantummechanica, wordt, voorzichtig nog, gesproken over parallelle universa. Hoe die verschillende dimensies elkaar beïnvloeden is een onzekerheid die geweld doet aan onze behoeften aan orde en herkenning. Maar dat gaat ook op voor bijna sprookjesachtige rode reuzen of zwarte gaten, om nog maar te zwijgen over branen, of over donkere energie en materie. In de theoretische fysica worden golven van speculaties gegenereerd en een groot deel van menselijke genialiteit gaat zitten in de bestudering van dingen die naar het oordeel van sceptici niet bestaan.

Eerder had ik de vermetelheid om Branen’ en ‘donkere materie’ op een lijn te stellen met ‘het onbewuste’ of met ‘Akasha’. Als die vergelijkingen hout snijden dan valt op dat ze worden scheefgetrokken door te minimalistische inspanningen in het onderzoek naar het onbewuste.

Het model wordt met het oorspronkelijke verward. Plotseling blijkt het heelal slechts hogere wiskunde te zijn, of wellicht een nog niet ontdekt sprookjesstof waarmee je zelfs waarheid uit onwaarheid kunt spinnen, of andersom.
Waarneming van de eigen innerlijke dimensies en hun onderlinge relatie hebben we zo verwaarloosd, dat de ongelukkigen die veeldimensionaliteit niet afdoende kunnen of willen onderdrukken al snel worden afgeschreven als hopeloos gestoord. En dat lijkt ook wel terecht als je uitgaat van een gemiddelde schizofreen. Maar de kans dat we juist in die gestoordheid nieuwe dimensies in onze kennis van het verschijnsel mens vinden is niet gering. De moed echter die nodig is om door de barrière heen te breken blijkt beperkt voorhanden.

In hoofdstuk 12, de Gehangene, bracht ik mijn sympathie voor de verworpenen reeds tot uiting. Me realiserende hoe weinig de meeste schizofrenen de dood vrezen en hoeveel ze gemeen hebben met de sterren die kunstenaars of geleerden zijn, of zoeken te zijn, bracht verhoogde belangstelling voor Voorzichtigheid, Moed en Angst, en de eventuele bedoelingen daarvan.

Experimenten die de randen van leven en dood opzoeken roepen weerstand op bij ethici. Enigszins hypocriete reacties als je kijkt naar doden die vallen in ruimtevaart of topsport. De verbinding, dan wel de integratie van onze wezensdelen kan een renaissance genereren zoals we nauwelijks voor mogelijk houden. Niet voor niets associeerde Robbert Dijkgraaf de M in de M-theorie met Mysterieus, Magisch, Matrix of Moeder. Een occultist kan het hem op dit punt niet verbeteren.

Aan de oppervlakte zien we een Cloud ontstaan, een uitnodiging om al je werk op te slaan in de virtuele ruimte van het Internet. Zie ik hier de voorbereiding op het vinden van- en de relatie met parallelle werelden? En representeren deze parallelle universa verschillende staten van bewustzijn?

Daaronder ligt de vraag, ‘Onderzoeken we de zogenaamde werkelijkheid buiten- of binnen onszelf?’
In een holistische opstelling zou ik niet kiezen voor de een of de ander, maar voor beide. De een resoneert op het andere, en vice versa.

Ik vond trouwens een prachtige, Jungiaanse beschrijving van sterren. ‘Het zijn de ogen waardoor wij naar de Goden kijken. Maar het zijn ook de ogen waardoor Goden naar de mensen kijken. Pas maar op, we worden in de gaten gehouden. Maar je kunt dan óók denken: ‘Ik ben nooit alleen, en de mogelijkheid om in contact te komen met goden moet haast wel een lustopwekkende uitdaging zijn.

Pas als ik een hoofdstuk heb uitgeschreven komen de integrerende krachten op gang. Bij de Ster betekent dat dat de afstand van sterren ten opzichte van een aards lokaal bewustzijn onvoorstelbaar groot kan zijn, maar niet groter dan de diepte van het onbewuste. Onze huidige kennis is slechts een vlies. Wat dat betreft hebben we nog heel wat toekomst voor de boeg, en de bewustzijnsuitbreidingen die ons te wachten staan zijn onvoorstelbaar en dus magisch. Voorschot te nemen op dit soort perspectieven brengt gevaar waar ik zo kamerbreed voor waarschuw.

Als ik 17 opvat als een strijd tussen algemeen belang en eigen belang en ik me probeer voor te stellen hoeveel er verloren gaat in een omgeving waar niet of niet voldoende wordt samengewerkt dan kan het klamme zweet me zomaar uitbreken. Gebrek aan empathie, gebrek aan vertrouwen; en stagnatie in de ontwikkeling van bewustzijn; dat zijn hoge prijzen die we betalen voor een autonomie die niet veel meer is dan de uiting van een gekwelde persoonlijkheid die het evenwicht tussen geest en lichaam niet meer kan vinden. Of het evenwicht tussen goed en beter, zo je wilt.

Het lijkt me passend dit hoofdstuk op te dragen aan Herman Brood, Whitney Houston, Antonie Kamerling, Marilyn Monroe, Annie M G Schmidt, Amy Winehouse, Virginia Woolf en natuurlijk mijn antieke held ‘Socrates’.
Waarom zoveel blinkende geesten ‘het lot’ in eigen handen namen en een eind maakten aan hun glorieuze bestaan is een vraag die achteraf moeilijk meer te stellen is. Zij die de antwoorden zouden moeten weten zijn er niet meer. Dat het mythologische Jezusverhaal nu juist gaat over het ultieme offer moet de ster, die graag in superlatieven denkt en spreekt, wel begoochelen.
Wie weet, is sterven een stuk eenvoudiger dan te leven. Dan kan ik angst voor de dood zien transcenderen in toenemed verlangen naar beklijvende bewustzijnsuitbreiding. Die paar heldere momenten die we hadden, die kleine lichtjes zoeken toekomst; oneindige toekomst.

Wie goed is in zijn stiel ktijgt een ster opgeprikt. In 17 hebben we het over opvallende kwaliteiten die aandacht verdienen. En ieder mens is een Ster. Basta!

 

Joachim Bunders

Vervolg: Vallen in getallen 18: De Maan

Partij voor de Liefde

Online

We hebben 88 gasten en geen leden online

Search

Ander Nieuws +