Ik heb ontdekt dat in het spel en in het spellen een enkel woord, een enkele letter de betekenis van een alinea op zijn kop kan zetten. En soms gebeurt dat zonder dat ik daar iets van merk. Door de ouderlijke inhouden die in mijn groei geïntegreerd zijn ben ik uitgerust met verantwoordelijkheidsgevoel. Zodoende zoek ik in etymologische- en andere bronnen naar de betekenis van woorden waarvan ik vroeger aannam dat ik wist wat ze betekenden. Taal kan heel wel de vernietiging van vooroordelen bewerkstelligen, maar kan ook steeds weer nieuwe ideologieën aan de bestaande toevoegen. Zelfs komma of punt dienen zo geplaatst te worden dat de lezer - indien zo gewenst - de weg naar de hemel kan blijven volgen en niet afslaat, richting hel.
Voor al mijn keuzes zal ik ééns verantwoording moeten afleggen. Daar staan mijn voorouders op. Niet om mij te oordelen maar om mij bewust te maken van een ruimer soort van sensitiviteit. Elke zandkorrel telt. Elke ziel representeert alle zielen van de levenden in leven en de levenden in de dood.
Wie oren heeft om te horen heeft geen hoorapparaat nodig, en dat is niet alleen een doordenkertje maar ook nog eens goed voor het milieu.
Stel het je voor!
Als 3 staat voor het Kind met alle eigenschappen van vrouwelijk- en mannelijkheid, dan kun je spreken van een zorgzaam, redelijk en gewetensvol kind, hier een gewetensvolle Wereld. Maar als 3 vooral ook gaat over creativiteit dan kijken we naar een wereld waarin menselijke creativiteit zich met grensoverschrijdend bewustzijn bezig houdt met de nood en potentie van samenlevingen, en die creativiteit inzet om de verhouding tussen management en politiek en burgerdom, in nog niet eerder geziene patronen te hervormen. Denk maar aan een gegarandeerd basisinkomen voor elke wereldburger. Voor geharde kapitalisten zal het een gruwel zijn; voor realisten is het een vanzelfsprekende manier om te effenen wat in de loop der geschiedenis steeds weer hopeloos krom groeide.
Met het ontstaan ven de ‘global village’ kan Internationaal Recht niet ontsnappen aan hervormingen.
‘Naming, shaming’ en vervolging van leiders, overheden, zakenlui en profiteurs die zich ontwikkelden tot potentaten, schurkenstaten of dieven bieden een redelijk elegante transformatie van bestaand onrecht, waarbij net als in democratieën, onrecht niet alleen meer negatief met fysieke of geestelijke marteling wordt vergeleken maar ook positief met een constante stroom van openbaarmaking. Als de coalities van de ‘willing’ dan ook nog eens de eigen bijdragen aan- en bewapening van foute regimes laakbaar en strafbaar gaan maken dan wil ik nog wel eens zien hoe dat uitpakt. Dat voorlopers( klokkenluiders) in deze ontwikkeling, denk aan Julian Assange, Ad Bos of Paul van Buitenen, behandeld worden als criminelen is een boodschap die onze kritiek op buitenlandse misstanden in het zand doet bijten. Of althans een hoog hypocrisie gehalte kent. Westerse mogendheden zullen eerst orde op eigen zaken moeten stellen alvorens te wijzen naar de buitenlanden. Doen overheden dat niet dan zullen burgers in het gat moeten springen en zal de ‘naming and shaming business’ zich bezig moeten houden met wat ik dan maar ‘de verhoging van het laagste punt in de dijk’ noem. Tenminste als je jezelf als onderdeel beschouwd van een rechtstaat, die niet ophoudt bij vaak nog betwiste grenzen.
Angst voor het verlies van toegang tot grondstoffen verdwijnt wanneer samenwerking tussen de goedwillenden net zo breed wordt uitgemeten in media en sociale netwerken als we gewend zijn van onze kritiek op vreemde mogendheden. Al deze noties en ontwikkelingen beginnen zichtbaar te worden. Ze te verenigen tot één grote beweging is de uitdaging voor allen die bereid zijn te experimenteren met de nieuwe verworvenheid van openbaarheid. En of het nu om Shell gaat of om neoliberalen met abjecte opvattingen over de open markt; de strijd voor groter rechtvaardigheid blijft zich ontwikkelen. Honger, kansloosheid en gebrek aan alles wat we maar kunnen bedenken heeft zijn langste tijd gekend. Falen we deze morele, maar ook heel praktische, verplichtingen na te komen dan zie ik geen toekomst voor Homo Sapiens. Genezing valt en staat met zelfgenezing, een natuurlijk proces van onderen naar boven, en omgekeerd.
Langdurige plunderingen van de natuur en de ontnuchterende metingen van ecologen hebben onze ogen geopend voor de gevaren waarin wij ons begeven hebben, en de urgentie er iets aan te doen
Grootheidswaan, chauvinisme, nationalisme, dan wel misplaatste culturele of nationale superioriteit; het zijn allemaal angstwekkende schaduwen in het getal 21. Maar wie het positieve zoekt stuit ook op kopstukken als Mandela, Gandhi, Martin Luther King, Tenzin Gyatso (de Dalai Lama) en veel andere helden van de Geest die in zachtmoedigheid, bescheidenheid en ‘liefde voor al het geschapene navolging verdienen, maar die, net als klokkenluiders, nog onvoldoende ontvangen. En dat zegt toch wel iets over modern leiderschap. Chinese kopstukken die niet praten met de Dalai Lama, net zo min als de Engelse politiek veel op op had met Gandhi, en hem liever monddood maakte dan nieuwe consensus te creëren. Poetin die liever de dictatorstijl kopieerde dan dat hij zich aanpaste aan de nieuwe verhoudingen in de wereld.
Pas in 21 kunnen we zien wat de ik-experimenten ons hebben geleerd over interne goden en demonen. Pas nu kunnen we zien wat een gerijpt ego ofwel een bewust IK vermag te doen voor een wereld die hij (zij) tenslotte zelf gecreëerd heeft en waar een overmaat aan naïviteit ons deed wentelen in vooroordelen en niet te bewijzen aannames; te vaak met een blind oog voor de gevaren van hoogst succesvol, gerijpte ego’s.
Verwijzing naar het IK is verwijzing naar een centrale, belevende instantie. Persoonlijkheid bleek een masker te zijn of waarschijnlijker, een combinatie van maskers. IK verwijst naar wat er achter dat masker zit en dat gaat dus eigenlijk over karakter. Tegelijkertijd is iets dat identiek is aan iets anders minder dan wat ik me bij ‘identiteit’ heb voorgesteld.
Het identieke, ofwel het gelijkheidsbeginsel zal ik dus eerder moeten zoeken in mijzelf waar het IK-belang de schaduw is van het WIJbelang, ook al ben ik tot de conclusie gekomen dat het WIJ zo oneindig veel groter is dan het IK.
Het IK kan ons deze of gene kant uitsturen, het ZELF (volgens Jung 'de Schaduw') ligt als het ware vast in de onbegrensdheid die IK en het Goddelijke gemeen hebben. De totaliteit van een cirkel wordt bepaald door PI. Als ik de afstand wil meten tussen werkelijkheid en de illusie van die werkelijkheid dan moet ik kijken naar de betekenis van 3,1415926. Opgeteld is dat 31 ofwel 4, hetzelfde getal (het vierkant) waarmee ik de oorsprong van alle dingen kan opsporen. GOD en IK zijn in deze redenering EEN EN HET ZELFDE, waaruit afgeleid kan worden dat de afstand tussen wiskunde, symboliek en spiritueel denken minder groot is dan ik dacht.
In een wat romantischer versie van Vallen in Getallen schreef ik: Een volwassen IK schept in potentie, waar het maar opduikt, een paradijs, en treedt alles in dit hogere aspect tegemoet. De schoonheid van een roos is net zo betekenisvol als de wanhoop van een junkie. De Magiër ziet de schijnbare tegenstellingen en weeft er zijn innerlijke mantels mee waarin alle rollen die hij ooit heeft gespeeld een plek vinden. De stilte van een zonsopgang is spijs die Hij deelt met de hongerigen, en het licht in zijn ogen is als de hand die hij op het zeer en op de wonden legt’. Groeien en genezen zijn toch voornamelijk een ‘Inside Story’. De mythische dimensies van het holistische verhaal verwijzen naar inhouden die te groot zijn voor een empirisch en causaal gevormd verstand en voor de taligheid die daar voertuig voor zou moeten zijn. ‘Being lost for words’ is een geestestoestand waarin we de nieuwe paradigma vorm zien krijgen, lang voordat we er woorden voor hebben. Deze geestestoestand wordt in vorming en onderwijs niet uitgebuit. De draden naar de toekomst blijven onderontwikkeld en dat is een toestand die we ons niet kunnen veroorloven. Het wordt tijd het klassieke model uit te breiden met het quantummodel. Het sprookje moet weer verbonden worden met het getal. Kwantiteit komt of gaat niet zonder kwaliteit, en omgekeerd.
Boom is niet alleen een icoon maar ook een combinatie van B, O, O en M.
B heeft een getalswaarde van TWEE, O van ZES en M van VIER. Boom is ten nauwste geassocieerd met 2 + 6 + 6 + 4 = 18, in de Tarot ‘is dat de Maan’. De maan te laten wortelen in vruchtbare aarde en haar kroon tot in de hemel te zien groeien is meer dan een kabbalistisch hobby. Wat is het kwadraat van de groeikracht van de Maan? Hoe verbind ik probabilisme met zekerheden waarzonder een modern mens het moeilijk stellen kan?
En wie het antwoord niet weet op de vragen die we ons in een zich uitbreidend bewustzijn kunnen stellen, bevindt zich in goed gezelschap. De behoefte om in een boom meer te zien dat een wetenschappelijke beschrijving van dit verschijnsel, herintroduceert het mythische schrift, dat waarschijnlijk veel aardser zal blijken te zijn dan we dachten. Waarschijnlijkheid zie ik hier het nieuwe credo, zoals uiteengezet in het speelse, ‘The Hitchhiker’s Guide to the Galaxy’. Aanbevolen voor hen die ruimte hebben voor de gedachte dat er ook in de afwezigheid van zekerheden heel wat te genieten valt.
De Magiër in 21 (ofwel in 3) weet niet wat werken is. Alles is spel voor hem , maar het spel wordt nu gespeeld als een uitnodiging aan ieder van ons om mee te spelen. In het spel vinden we de verrukking die de goden van ons verwachten als antwoord op de schoonheid die aan een zich openbarend heelal is meegegeven. Intuitie vertelt mij dat onze scheppingen van nu af aan steeds meer opgevat kunnen worden als het resultaat van imaginatie en spel, en nooit uitsluitend van begrijpen en werk, en dat is maar goed ook want werk komt van het werkwoord, ‘wurgen’.
Er zijn er die denken dat 21 een utopisch ideaal representeert en onpraktisch is bovendien. Wat moeten we zonder werkgelegenheid, wat zonder brood op de plank? Dat moge zo lijken maar waarom zouden we ons bij de uitoefening van onze plichten en verantwoordelijkheden het spel ontzeggen? Werd het spel bij de Ster omgezet in creativiteit, in 21 verwijst de relatie tussen het sublieme en het geopenbaarde naar die van geest en lichaam. Inderdaad met die over elkaar heen rollende mannelijke en vrouwelijke eigenschappen. Yin en Yang, of simpelweg…. nummer 21, waar de diepte gewoon de top op zijn kop is.
In de Wereld, in het getal 21, is de verbeelding aan de macht. De vrijheid om bij elke schrede een andere richting te kiezen is onbeperkt. Of die vrijheid ook benut wordt hangt af van de moed om te zijn wie je wilt zijn.
Er zijn er zat die zich niet kunnen voorstellen dat het niet om de knikkers gaat maar om het spel. Maar dat is nu precies de oorzaak dat zoveel briljante gedachten helemaal nooit worden uitgeprobeerd en verloren gaan.
In 21 wordt het spel idealiter om het spel gespeeld. In de psychologie wordt dankbaar gebruik gemaakt van speltherapie die psychologische krampen helpt ontspannen en het onbespreekbare bespreekbaar maakt. In handen van volwassenen zien we helaas hoe kinderspel verwordt tot corrupt of crimineel gedrag, en waar sport, drugs en casino’s de onderwereld hebben aangetrokken, spelers gekocht en verkocht worden en waar herinneringen aan slavernij voor de hand liggen, zij het in deze sector, ‘slavernij met een gouden randje’.
Spel en spelen; dat is waar de Tarot toe uitnodigt, om Fool, Magiër, de Hogepriesteres, de Keizerin enz. te verbeelden als ware het hoogsteigen, persoonlijke eigenschappen. Met het aangaan van deze identificaties zien we hoe de wereld met de ontwikkeling van je identificaties mee verandert. En wat de vrijheid betreft; accepteert je baas niet dat je het ene moment dit-, het andere moment dat speelt en hij je de zak geeft dan speel je je spel toch gewoon ergens anders.
Zelfs de deeltjes waaruit ons heelal is opgebouwd zijn in een voortdurende staat van beweeglijkheid. De hele schepping is een dans van energie en licht.
Waarom zou ik niet meegaan in die evolutionaire beweeglijkheid en telkens weer nieuwe manieren vinden om hetgeen gebeuren ‘moet’ steeds een beetje anders te laten gebeuren? Daar waar geen seconde gelijk is aan een andere kan ook mijn doen en laten niet steeds langs dezelfde lat gelegd worden. Wij dankten het aan onze capaciteit om hetgeen ons heeft voortgebracht te verdringen; en een hersendode omgang met de innerlijke mogelijkheden heeft zich vertaald in een doods bestaan, een bestaan dat doordrongen is van gewoontes en opinies die vooral lijken op afgesloten deuren waar de sleutels zoek van zijn. We zijn automaten geworden en automaten staan niet open voor mysteries. Automaten weten niet dat wij mensen onze vormen ontlenen aan steeds wisselende contexten, en dat het de wereld is waarin wij leven die ons doet reiken, voelen, denken en handelen. Verscherpte waarneming van hetgeen we onder handen hebben ontneemt dat handelen betekenisloosheid. Mij is gezegd dat ik moet proberen mezelf wat minder tegen te spreken. En dus spreek ik mezelf tegen en vind daar een soort vrijheid die ik onmisbaar vind. Leg dat maar eens uit aan je creditcard of aan je provider.
Een democratie kan niet bestaan zonder een zekere mate van burgerlijke ongehoorzaamheid, is een uitspraak die mij niet los wil laten. Ontwaken in een wereld van slapers en automaten vereist een zekere mate van moed, maar eerder zagen we al dat ja zeggen geen betekenis heeft als je niet ook nee kunt zeggen. En nee zeggen tegen het establishment of tegen de notie dat we het nu eenmaal altijd zo gedaan hebben, moet aangeleerd worden; en leren - dat weet iedere geleerde - gaat een stuk makkelijker als je wakker bent.
Het wordt niet tot de 10 geboden gerekend, maar gedachteloos handelen kan echt heel zondig zijn.
Het kind als symbool van het kleine, door groeistuipen gedreven, danst zich wezenloos en de vraag rijst waarom het in een volgende fase zijn zaakjes niet dansenderwijs kan afhandelen.
Kijkende naar de omgeving waarin de postmoderne mens zich een plaats zoekt te veroveren is het niet zo verwonderlijk dat het dansen hem (haar) vergaat. Om nog om te kunnen gaan met de omgeving moet je van vele markten thuis zijn. Vervreemding, onzekerheid, naijver en technofobie zijn naast allerlei zich razendsnel ontwikkelende stressfactoren hoogstwaarschijnlijk oorzaken van de toename aan chronische, fysieke- en mentale aandoeningen. Het is vanzelfsprekend dat wij voor elkaar zorgen maar de werkelijkheid drijft ons juist uiteen waardoor de nabije buur belangrijker wordt dan het verre familielid. Mantelzorg is een marktsegment aan het worden waar steeds meer vraag en steeds minder aanbod is. Overbevolking, vergrijzing en de medicalisering van de samenleving doen ons naar een uitweg zoeken, maar de ruimte om op ons levenspad over eigen bestaan te beslissen is opgeëist door de geneeskunde die in haar opdracht voornamelijk geboeid lijkt te worden door symptoombestrijding en levensverlenging, waardoor naast de angst voor het leven ook de angst voor het sterven wordt aangewakkerd. Wie zal ons op een menswaardige, liefdevolle manier bijstaan in onze laatste jaren , maanden of dagen. En hoe zit het met die de pil van Druon die ik elke bejaarde gun maar die niet beschikbaar komt omdat familieleden of andere erfgenamen daar misbruik van zouden kunnen maken.
Misbruik; een vreemd argument. Als we ons daar echt druk over zouden moeten maken dan zouden we onmiddellijk de hele infrastructuur voor gas en andere gevaarlijke stoffen moeten ontmantelen. Dan zouden we het reizen met vliegtuig, spoor of automobiel onmogelijk moeten maken en er zou een verbod moeten komen op het dagelijkse opstaan, want het bed lijkt toch echt de veiligste plek te zijn voor die o zo kwetsbare Homo Sapiens.
Een consumptiemaatschappij kan niet anders dan onderdeel zijn van een productiemaatschappij. In eindeloze assemblagehallen, productiestraten , confectieateliers, ‘call centers’ enz. zijn arbeid, opinies en communicatie verworden tot monotone, geestdodende processen waarin niet zelden producten uitgespuwd worden die zowel in het maakproces als in de consumptiefase meer schade aanrichten dan dat ze bijdragen tot de fantasie en het onbevangen plezier waarmee kinderen de wereld tegemoet treden. Denk maar aan mobiele telefoontjes of aan wifi , naast radio en tv, geweldige stralingsbronnen waar menig kankerpatiëntje zich iets teveel aan heeft blootgesteld.
21 verenigt de ja’s en nee’s tot hechte maar soms ook wel griezelige sprookjes. De macht van TWEE, het onbewuste, vloeit in 21 samen met de EEN van het bewuste. Intuïtie en instinct plaatsen berekening en theorievorming in een perspectief dat zo afwijkt van de bestaande wereld- en zelfbeelden dat de omslag goed te vergelijken is met de verwachte paradigmaverandering waar steeds meer ogen op gericht zijn. Je kunt het ook vergelijken met poolverschuivingen of zelfs poolwisseling, en dat roept beelden op die bij apocalyptische scenario’s horen. Ook al lijkt 21 een halleluja kaart, we kunnen toch maar beter proberen onze boerennuchterheid er bij te houden. Het is niet alles goud wat er blinkt, en we hebben als soort heel wat negatief karma verzameld waarmee we af zullen moeten rekenen. De verwachting echter is dat het de aanstormende veranderingen zijn die ons dwingen mee te veranderen. Tornado’s en andere klimaatcatastrofen zijn de meesters die daar op toe zien.
‘Er is altijd genoeg om volmaakt gelukkig te zijn’, koos ik als motto voor dit hoofdstuk.
Dat zal je maar gezegd worden als je geboren bent met grote afwijkingen, opgegroeid bent in een asociaal gezin met veel drank en geweld of beroofd van je identiteit en je geld door een hacker, ontslagen. gescheiden, geen toegang tot de kinderen, een huis onder water en ga zo maar door. EEN is het symbool van pure scheppingskracht (dan wel ‘magie’) en TWEE gaat over de wisselvalligheden van het bestaan die de verhoudingen tussen het bewuste en het onbewuste spiegelen.
Geluk. Waar veel gecreëerd wordt moet ook veel afgenomen worden. Een hoog consumptieniveau lijkt heel aantrekkelijk, maar een toch tamelijk bescheiden uitkering gaf mij wel de tijd en de ruimte om dit boek te schrijven, een spel dat ik voor geen goed of goud had willen missen.
In 21 is alles studie, alles ontwikkeling. Dat de steen omlaag valt als je hem loslaat vormt een uitdaging om het proces zo te manipuleren dat de steen omhoog valt. Het vervelende of het schadelijke kunnen uitgeschakeld worden door de concentratie te verleggen naar het boeiende of het opbouwende.
Alles wat ons uit onze kinderlijke droomwereld stoot is schadelijk. Kinderlijke dromen over bloemen, zandbakken. dieren, vriendjes, de elementen; kortom van een wereld waar de lucht helder is, het water zuiver, het gras groen, en waar veel ruimte is om te spelen. Wie wil dat nou niet?.
In die droomwereld kom je ook nachtmerries tegen. Kinderen die het griezelen willen leren komen dus ook aan hun trekken. In de wereld van volwassenen worden voortdurend abominaties uitgevonden, als ware het gulden pillen die ons al onze zorgen doen vergeten. Kinderen kunnen zich niet isoleren van de alomheersende krankzinnigheid, en dat angst voor de destructieve krachten van onze opvoeders de geest van het kind beïnvloedt lijkt me onvermijdelijk. Waarnemers in de tijd waarin ik dit opschrijf zien een wereldwijde obsessie met constante bereikbaarheid en toegang tot in de kleine hoekjes van de familiegeheimen aan toe. Wie niets te verbergen heeft voelt zich OK. Maar wie zonder zonde is mag nu opstaan. Ik hoorde een commentator in relatie tot al die ‘smart’ communicatieapparaten verwijzen naar toenemende angst. Nog nooit veranderde onze levensomstandigheden zo snel. Nog nooit werd het aanpassingsvermogen zo op de proef gesteld als in het huidige tijdsgewricht.
Omdat angst veelal wordt omgezet in agressie is het niet verwonderlijk dat de relatie tussen individuen, groeperingen godsdiensten en politieke overtuigingen steeds meer onder druk komt te staan. Met de komst van Internet en met die van sociale netwerken zijn de sluizen geopend en neemt het risico toe dat we meegesleept worden in eigen angst en boosheid. De psychiatrie mag zich voorbereiden op overuren, want de spanningen in de wereld alom spiegelen de spanningen in de diepte van onze binnenwereld waar rede en gevoel (God en Godin) elkaar dwars zitten in plaats van elkaar aan te vullen. Gebrek aan vertrouwen heet de oorzaak te zijn van allerlei vormen van crisis die we ervaren. Gebrek aan vertrouwen is geen lokaal probleem. Wereldwijd verhindert het de bewoners van onze kleine wereld te zien dat samenwerking en solidariteit een uitweg bieden aan doorgeschoten opvattingen over de vrije markt en de autonomie van het individu. Allemaal onzin. De markt werd, wordt en zal altijd gereguleerd moeten worden. En zoals de supermarkt niet zonder boer of slager kan, zo kan een doorsnee individu niet zonder ouder, echtgenoot, loodgieter, wegenbouwer of fysiotherapeut. Echter, waar kristallisatie een uitkomst is van oververzadiging kunnen we hier ook denken aan een evolutieproces waarbij de wereld van het kristal ons tot gids kan zijn op de kronkelwegen van geloof, hoop en vertrouwen. En zo we de persoon niet kunnen liefhebben zo moeten we er op durven vertrouwen dat de achterkant van de nacht ‘dag’ heet. Elkaar een goede dag wensen is een stap richting EENHEID. Dit na te laten omdat de ander anders denkt, er anders uitziet, misschien ooit wel eens een fout heeft gemaakt, is een betreurenswaardige nalatigheid. Een ware zonde zogezegd!
Wetenschap, politiek en opvoedingsmodellen die zich naast empirisch onderzoek ook bezig houden met betekenis en symboliek zijn in staat asfaltjungles te transformeren in landschappen waar mensen zichzelf al spelend kunnen hervinden. Voorbeelden van kunstenaarskolonies of spirituele centra als Findhorn of Auroville laten zien hoe verandering (uitbreiding) van waarden nieuw elan voortbrengt. De communes waar in de vorige eeuw mee geëxperimenteerd werd hebben het bijna geen van allen overleefd, maar de lessen die er geleerd zijn zijn niet weg en kunnen ingezet bij een volgende golf van sociale oriëntatie.
De Tarot is geen wetenschappelijk model maar nodigt uit vragen te stellen die voor heel wat wetenschappers redelijk taboe zijn. Ethiek en moraal echter zijn geen hobby’s voor theologen en filosofen maar verdienen een plaats in het hart van al onze ondernemingen. Het is mooi dat het god-deeltje zo goed als aangetoond is maar waarom God hier aan te pas moest komen is toch voornamelijk een ongestelde vraag. En waar we ophouden te vragen zullen er ook weinig antwoorden worden voorgesteld.
Zou het waar kunnen zijn dat elke herontdekking van het goddelijke nieuwe perspectieven blootlegt voor de groei van menselijk bewustzijn? Goden zijn tenslotte menselijke projecties en horen derhalve thuis in onze zoektocht naar Graal of zelfkennis.
Ethiek en moraal mogen dan geen hoofdrol opeisen in het vooruitgangsgeloof; in 21 waar rede en gevoel het met elkaar eens zijn geworden kunnen we een kritische herwaardering verwachten van onze gewoonten en gebruiken die we nogal eens met wetten verwarren.
In een tijd van toenemende verandering en onzekerheid neemt de behoefte aan zekere kennis toe. Wie echter zoekt naar ambivalentie kan in 21 zijn hart ophalen, want een mensdom (met de nadruk op ‘dom’) die met de ene hersenlob al zijn zekerheden ondermijnt en met de andere juist probeert, vaak middels wetgeving, houvast te bieden aan een angstig electoraat is een beetje dom, nietwaar?
Ook in Godsdienst en wetenschap zien we strijd tussen linker en rechter denkbeelden. Creationisme en evolutietheorie. Wie was er eerst, natuurwet of oerknal?
Kunnen wij ons natuurwetten voorstellen die op ordelijke wijze het niets vullen met het alles? Bestaan begin en einde in een zich alsmaar uitbreidend heelal? En als het antwoord op die vragen ‘nee’ is, hoe stellen we ons het bestaan van wat dan ook voor? Kan het gecreëerde bestaan zonder ooit gecreëerd te zijn? Kan ik bestaan zonder de zekere kennis die wetten verondersteld worden te bieden? Gij zult niet en gij zult wel, maar dat we willen wat niet mag of niet kan heeft ons tot vijand gemaakt van onszelf en van elkaar’s opinie, dan wel rechtsgevoel. Emotie en rede zoals we die kennen bieden geen antwoorden op onze vragen en dus gaan we door elkaar zwart te maken dan wel te criminaliseren, terwijl het bieden van wat troost en bevestiging van de oneindige onzekerheid toch meer op zijn plaats lijkt.
We zijn er goed in datgene wat gisteren nog onmogelijk was, morgen tot stand te brengen. Deze eigenschap houdt de hoop hoog dat we uiteindelijk ook onze meest existentiële puzzels zullen kunnen oplossen, en we wet of wetteloosheid productiever kunnen inzetten dan we tot nu van ons zelf en onze wetgevers gewend zijn. Empathie zou het sleutelwoord kunnen zijn. De magie van het maken van verbindingen die meerwaarden scheppen. Meerwaarden die ook in het verlengde liggen van het onmeetbare. Koude kernfusie, nulpuntenergie, supergeleiding en superpositie, antizwaartekracht en sneller dan licht toepassingen van tot goddelijke status verheven deeltjes. De verbeelding aan de macht! De speeltjes van de moderne denker kunnen worden afgeleid van toenemende veelzijdigheid van het wetenschappelijke symbool dat in wezen niet afwijkt van de archetypen. Aangezien wetenschap bezig is te transcenderen naar een wijdere visie zie ik de 21ste eeuw met gepaste gretigheid tegemoet.
Interessant in mijn pogingen inschattingen te maken van de betekenis van ontwikkelingen en onderzoeksrichtingen was de vondst van het kleiner zien worden van de overgangen tussen het fysische en het psychologische. 21 (2 + 1) geeft daar als getal vorm aan. 1 is immers geest en 2 de belichaming daarvan. Al zou de tijd waar wij in leven slechts de boeken ingaan als het begin van de versmelting van logische en fantastische principes, dan mogen wij ons toch rijk rekenen. Het was tenslotte de scheiding van lichaam en geest die ons alle hoeken van het morele moeras heeft laten zien.
Willem Kloos schreef, ’Ik ben een God in het diepst van mijn gedachten’, Wellicht was dat een vroege aankondiging van superstring-theorieen, epigenetica en andere hoogstandjes van een zich immer vernieuwend denken zoals die zich openbaren in voortgaand onderzoek. Geloof, hoop en liefde zijn de werktuigen van een op transformatie gerichte homo sapiens, een denkend en voelend organisme.
In verband met Van den Berg’s ‘Metabletica’ las ik: ‘De dwarsdoorsnede van de cultuurgeschiedenis bestudeert één tijdvak, maar dan verschillende onderwerpen. Meerdere lengtedoorsneden naast elkaar geven aanleiding tot het denken in parallellen en geven zicht op synchrone gebeurtenissen’.
Dat lijkt al aardig op het dichten van de kloof tussen normaal en paranormaal.
Supra, meta, trans of epi verwijzen in mijn pogingen tot zingeving naar dat punt dat boven onze hoofden mee zweeft; een punt die ik ‘de getuige’ noemde, en die bij voldoende concentratie een begaanbare weg biedt naar toename van oplettendheid en bewustzijn.
In de interactie tussen politieke en economische wetenschap enerzijds en schaarstemodellen anderzijds zijn we steeds meer gaan geloven in schaarste. Maar over elke aanname of over elke ontkenning hangt de aanname van het tegendeel . ‘God is dood theorieën’, kunnen alleen bestaan in een wereld waar nagedacht wordt over het bestaan van een god.
Omschakeling naar een economie van de overvloed, is waar ik aan dacht bij het neerschrijven van het motto dat ik aan dit hoofdstuk meegaf. Wie daar niet in gelooft moet dan maar zien hoe een door schaarste geteisterde bewustzijnsstaat er uit ziet, en wat die met je doet. Zei Ben-Goerion niet, ‘Wie niet in wonderen gelooft is geen realist’?
Hoe ook, zonder de ontdekking van de hemel ofwel van ‘de binnenwereld’ zal het concept ’overvloed’ een ‘fremdkörper’ blijven, want in de fenomenale dimensie is de schijn van de tegendelen nu eenmaal overtuigender dan de lichtervaringen (de eenheid) van een tot kalmte gebrachte geest.
Ik ben van de wereld en de wereld is van iedereen. Op eentje na is iedereen de ander.
Maar de ander is ook dat wat ik IK noem. De ander dat ben ik zelf. En daaruit volgend, ‘ik ben de wereld’, of op grensoverschrijdender momenten, ‘ik ben het omniversum’.
Het tot eenheid brengen van Lichaam en Geest, dan wel van binnen- en buitenwereld, is een grootse uitdaging voor elk van ons. Op de weg van zelfkennis moeten al die zogenaamde verschillen en tegenstellingen een kans krijgen tot het bewustzijn door te dringen, en niet bij voorbaat ingesnoerd in de rigide verkeersregels van eeuwenoude, op angst en onderdrukking gebaseerde overlevingsscenario’s. Angst heeft ons kwetsbaar gemaakt voor de brutaliteit van allerlei onderdrukkers en onderdrukkingsmechanismen. Angst houdt het slechtste in de mens in stand. Martelkamer en brandstapel brachten een eigen scheiding aan, een scheiding van moed en angst. Het getal 21 (2+1) suggereert dat de student hier zijn handen vol heeft met die oneindigheid aan tegenstellingen.
Alles gebruiken wat ik heb en vooral het spel niet dicht plamuren met opgelegde- en aangenomen regels; brengt - vreemd maar waar - chaos aan het licht die zich heeft verstopt in mijn met consumptietroep volgestouwde garage, schuur, kelder en zolder, en plaatst mij op een ontwikkelingstraject waarvan de horizon bepaald wordt door mijn vaak door angst gevormde voorstellingsvermogen. Maar was chaos niet een hogere orde die we nog niet helemaal begrijpen?