Een terugblik is in 21 bijna onvermijdelijk. Dat wat is, is het resultaat van dat wat was. De neiging 3 het getal van het teveel te noemen kwam voort uit de omstandigheid dat voortbrenging van nieuwe feiten onvoldoende getoetst werd aan de ervaringen die de reeds bestaande werkelijkheden hebben opgeleverd. Met andere woorden, er bestaat een tendens om telkens weer in dezelfde afgrond te springen. Terwijl de ezel ons in alle bescheidenheid
zo gewaarschuwd heeft voor nodeloze- en pijnlijke herhaling.
Om niet in vaagheden te blijven steken kan ik zeggen dat het nieuwe denken zoals ik mij dat voorstel wordt gekarakteriseerd door het herstel van de eenheid tussen lichaam en geest, en alle pogingen daartoe.
De kennis van 4, symbool van de aangenomen werkelijkheid, maar ook symbool van de verwekker, die we er te vaak als een pijl vandoor zien gaan wanneer hem gevraagd wordt verantwoordelijkheid te nemen voor zijn scheppingen.
Binnen de logica van de paradox kunnen we deze ontwijkende beweging ook inertie noemen, een weigering om dat wat je heilig is te koesteren en te bewaren. Onze cultuur is in allerlei opzichten als de nerveuze paringsdans van een onervaren minnaar. Hij kan al een beetje copuleren, maar wat het is om mee te deinen op de zwarte zee van zijn angst voor afwijzing en intimiteit onderzoekt hij liever in zijn blikken baarmoeder op de snelwegen van zijn verstand, met een bekeurenswaardig vaartje van 210 km. per uur. Zoals de man zijn vrouw binnendringt, zo ook wordt het dier dat we zijn overweldigd door de Geest.
Processen van geboorte en groei, van leven en dood passen in het onderzoek naar de intelligente-, emotionele- en spirituele aard van het heelal.
Amoeba betekent verandering. De bereidheid om het eigen bestaan te offeren voor het heil van een groter goed was al bekend bij deze eencelligen.
Geboorte is niet iets dat exclusief is neergelegd in wat wij het begin van een leven noemen. Verandering is een continue-geboorte, en geen seconde is gelijk aan zijn voorganger of opvolger. Een mens is niet minder dan een seconde en dus mag ik zeggen dat elk mens een wereld is in zichzelf, een genetische variatie op een oeroud program. Een chaotische wereld op het eerste gezicht, maar dat bij verdere ontwikkeling van rekenkunde en astronomie een universum laat zien dat lijkt op een precisie-uurwerk dat op magische wijze nieuwe universa de tijd in tikt. Seconde voor seconde maar nooit een herhaling van wat dan ook.
De beweging in 21 lijkt duidelijk genoeg. Het onbewuste zoekt een voertuig waarin de reis naar hoger bewustzijn gemaakt kan worden. Voor geest is beest zo een voertuig. Spiritualiteit gaat aldus over de ontdekking van het (magische) lichaam. Medicijnkaarten komen met dieren als symbolen van helende kracht. ‘Heel zijn’ is het hoogst bereikbare. In 21 moet het wel om zaken gaan die wij vanuit menselijk standpunt als een piek op onze boom hebben geprikt. 21 is tenslotte het hoogste getal in de Grote Arcana. En buigen wij niet, knielen wij niet voor dat allerhoogste?
Slaat mijn voertuig op hol, en dat doet het regelmatig, dan ervaar ik mijn reis als een aaneenschakeling van schokkende- en levensbedreigende ervaringen. De sensatie van ‘begin’ is gelijkwaardig aan die van ‘einde’. Zegeningen die ervaren worden als rampen en rampen die ervaren worden als zegeningen; het hoort allemaal bij onze opvattingen over hoog en laag, over begin en eind.
Associëren we TWEE met Gevoel en EEN met de Rede, en we zien de noodzaak deze twee met elkaar te verbinden, iedere dag opnieuw; dan ontstaat er begrip of waakzaamheid voor het risico dat gevoel makkelijk kan omslaan in hysterie, en de rede een schrikbewind wordt voor het eeuwige kind in ons, maar ook voor de moeder die dit kind baart. Emoties zijn vaak blind en sluiten het gevoel uit. Gevoel ontstaat vaak in aanrakingen met chaos, en dus met het onbewuste die klopt op de deur om binnen gelaten te worden, binnen in het bewustzijn. Telkens als we dichter bij de eigen oorsprong komen ontstaat er opwinding die heilzaam kan zijn, maar ook vernietigend. Dit is geen leerpad voor bangeriken. En nog minder voor ingebeelde helden.
Juist hier is het essentieel te beseffen dat alles voortkomt uit dezelfde hoorn des overvloeds, een genadestroom zonder begin of eind, een Grote Geest die in elk atoom, in elk deeltje aanwezig is. Arm of rijk, onderdrukker of onderdrukte; uiteindelijk zullen deze dualiteiten opgelost moeten worden willen we in eenheid de grote problemen die ons bestaan bedreigen op kunnen lossen. Een krachtige aansporing hiertoe vind ik in het bijbelse: ‘Voor zoveel gij dit een van deze Mijn minste broeders gedaan hebt, zo hebt gij dat Mij gedaan’.
Orde en dus ook een nieuwe orde, is niet bestendig wanneer die niet rust op een fundament van evenwicht en rechtvaardigheid. Agressors en dictators verdrijven we met de eenheid die nu eenmaal bestaat tussen Ik en Gij; eenheid die belichaamd wordt in saamhorigheid en solidariteit; met elkaar - maar vooral ook met de natuur en de stof waarin wij en al het leven geïncarneerd zijn. Ja zeggen tegen de goedwillende, en nee tegen de kwaadwillende is de logische manier om orde op zaken te stellen. De persoonlijke risico’s die daarbij genomen worden zijn het offer dat we al of niet bereid zijn te brengen en is een omdraaiing van oude gewoontes om kinderen te offeren aan de behoeften van de ouders. Een thema waar het jezusverhaal in zekere zin óók over gaat. De achterliggende gedachte is: ‘Wie niet bereid is te sterven voor rechtvaardigheid en een bestendiger en verlichter toekomst is de kinderen niet waard die hij/zij op de wereld heeft gezet, en zadelt die kinderen op met ellende die we verzuimd hebben in eigen binnenwereld aan te pakken
Het is een goed idee om lang voor ik dood ga mij door en door vertrouwd te maken met mijn dood, in alle symbolische richtingen die ik bedenken kan. Het leven krijgt er kleur door. En de kracht die ik daar aan ontleen doet de grenzen tussen leven en dood vervagen. Probeer het maar!
De rede is er voor om te bepalen uit welke sfeer, uit welke winding van de spiraal, een bepaald gevoel afkomstig is. Identiteit wordt immers bepaald door context. Iets dat verwerkt wordt door het eerste chakra ziet er heel anders uit dan datgene wat opgepakt wordt door het tweede chakra. Maar waar onze voorstellingen en belevingen ook vandaan moge komen, een ding hebben ze gemeen. Ze worden allemaal gefilterd door een proces van aantrekking en afstoting, en zodoende herkennen we onze ja’s en nee’s als een weerspiegeling van innerlijke dualiteiten en verdrongen ervaring. Het is dit zeven van positieve en negatieve inhouden dat bepaalt hoe ons wereldbeeld gevormd wordt ofwel, wat van alle mogelijkheden al of niet tot incarnatie wordt gebracht in de vierdimensionale wereld.
In de omgekeerde beleving van de Gehangene werd het toelatingsbeleid nog slechts bepaald door een infantiel, door geen verantwoordelijkheidsgevoel begrensd ego, een ego onder vuur van de eigen wispelturigheid.
Gevoel en rede.
Gevoelens zijn kwetsbaar als pasgeboren baby’s en behoeven de onderhoudende zorg van het moederlijke en de kritische begeleiding van het vaderlijke. Deze twee eigenschappen zijn net zo belangrijk voor de ontwikkeling van een opgroeiend kind als voor de bloei van een onderneming, of voor de totstandkoming van wat voor kunstwerk dan ook.
In 20, en nu ook in 21, is het de twee die het initiatief van één heeft overgenomen. Het gaat in deze relativering van het ego niet om een gril van dichter of profeet. Wereldwijsheid doet ons zien dat ons gedrag ontstaat op grond van verlangens en angsten waar wij gewoonlijk de oorsprong niet van kennen. Hebben we deze onbekendheid door studie van de archetypen en grotere oplettendheid enigszins in kaart gebracht dan hoeft het individu nooit te twijfelen over wat wel en wat niet in een gegeven situatie gedaan mag en kan worden.
In de ontwikkeling van de pedagogie zie ik een interessante omkering. Werd het kind op een goed (of kwaad) moment met een leeg vat vergeleken dat opvoeders naar believen konden vullen met de inzichten en wijsheden van een generatie die eigenlijk al ingehaald is door een volgende, ofwel door de kinderen van meet af aan te zien als de bewoners van het huis van de toekomst, met een aanpassingsvermogen aan die toekomst die de opvoeder niet nodig had en dus ook niet bezat of bezit.
In de omdraaiing zie je het beeld van een kind die drager is van een komende en zeer op het individu gerichte wereld van onbewuste kennis die geopenbaard wil worden aan de Wereld waarin het kind is geïncarneerd. Het spel van het kind drukt op symbolische wijze, maar soms ook heel letterlijk, de richting uit waarin het zich wil en kan ontwikkelen.
Hebzucht is in de laatste generaties veel meer overgedragen dan zijnzucht. Het halen van de hoogste cijfers, het belonen van degene die zich het beste aanpast; alles moet in een model passen waarvan we niet eens weten of het consistent is met wat we nu eigenlijk met onze opvoeding willen. Gaat het om geluk, om bewustzijn, om verantwoordelijkheid, om kennis of fantasie, om sociale vaardigheden, of wat? Politici blaten over een innovatieve kenniseconomie, alsof dat het uiteindelijke doel is van de evolutie.
Met alle respect voor de andersdenkende zie ik het leven toch als een proces waarin het onbewuste streeft naar bewustzijn, en waarin de mens als een soort brug functioneert, een verbinding tussen twee vormen van zijn. Rede en gevoel!
Dat wat je niet ontvangen hebt kun je ook niet geven. Onze leraren staan, filosofisch gesproken, meer niet dan wel, met lege handen. En zodoende is er bij gebrek aan alternatief iets nodig dat verontrustend veel lijkt op revolutie. Tenminste, als we de zaak weer in beweging willen krijgen; beweging zijnde een kenmerk van leven en groei.
Halen we de collectieve overdracht er zo veel mogelijk uit en maken we ernst met het concept van spelend leren tot aan de hoogste graden in het universitair onderwijs aan toe dan geven we ruimte aan een wereld die het kind in zich draagt.
In groter verband is de hele geïncarneerde wereld de leraar der mensheid.
Etymologisch biedt ‘wereld’ op het eerste gezicht een probleem. De oorspronkelijke betekenis van dit woord zit ergens tussen ‘weerwolf’ en ‘oude man’, hetgeen heel andere plaatjes oplevert dan ik op kaart 21 aantref. Een oude man dat kan een god zijn, of een leraar.
Het Iraanse woord voor IK is MAN.
Blader ik verder dan vind ik voor ‘homo sapiens’ als betekenis eveneens ‘een oude (wijze) man’. Bijna iedereen die naar het plaatje op kaart 21 kijkt meent daar een vrouw te zien maar sommige tarot-exegeten vertellen ons dat wat we zien in werkelijkheid ‘de androgyne mens’ voorstelt. Als de bewuste (mannelijke) eigenschappen en de onbewuste (vrouwelijke) eigenschappen geïntegreerd zijn in een IK dan ontstaat er iets dat we MENS mogen noemen, of ‘homo sapiens’. Met de geboorte van een nieuw Ik wordt The History of Man uitgebreid met een uniek nieuw hoofdstuk.
Zwei Seelen in einer Brust. Het conflict, een wereld van botsingen, leidt mij van kennis naar zelfkennis, of van angst naar moed.
Hoeveel collaterale schade is die oude, wijze man/vrouw bereid te accepteren. Hoeveel vrouwen en kinderen is hij bereidt te begraven in de oorlogen en revoluties van zijn innerlijke gekte?
Echter, als er geen fouten gemaakt werden zou het concept van ‘vergeving’ nonsens zijn.
Het was voor mij een verrassing te ontdekken dat de symboliek van ‘de oude man’ verwijst naar vergeving voor fouten die in het verleden zijn gemaakt. Om in vrede te kunnen sterven is de mate waarin we onszelf uiteindelijk vergeven belangrijker dan de waarde van alle bezittingen die we aan de volgende generatie nalaten. Over de weerwolf bestaan in verschillende culturen zulke uiteenlopende en tegenstrijdige duidingen dat ik het aan de lezer overlaat een keuze te maken. Ik voel zelf wel wat voor een zinnetje in de medicijn kaarten van Jamie Sams en anderen, waar de prairiewolf Grote Bedrieger wordt genoemd en waar de klemmende vraag wordt gesteld: ‘Wanneer heb je voor het laatst iets gedaan dat uitsluitend gek en leuk was?’ Zelfspot is een eigenschap die heel bruikbaar is wanneer je de schaduwen van eigen gedrag, uit heden en verleden, probeert te onderkennen en er van te leren. Ik herinner eraan dat ik de Magiër al een bedrieger noemde, een tovenaarsleerling. Dat die symboliek terugkomt in 21 acht ik een vanzelfsprekendheid.
Voor wie troost zoekt het volgende: Geen mens is volmaakt. Die onvolmaaktheid aan anderen toe te schrijven verwijst naar de leraar ofwel de wolf, volgens Google voorboden van nieuwe ideeën, en misschien ook wel van heel oude, herontdekte ideeën.
Persoonlijk vind ik het streven naar meesterschap of volmaaktheid niet alleen arrogant maar ook in strijd met de spelregels die ik heb aangenomen, en die zeggen dat acceptatie van onze onvolmaaktheid iets voorbereidt dat minstens zo mooi is. De naam van dat moois is: ‘Menselijkheid’. Achter de grijze haren van de ouderdom schuilt een schelm die eindelijk kan zeggen wat in andere levensfasen niet geaccepteerd werd.
Reflectie op de wereld, een populaire oude mannen bezigheid, laat zien wat goed is, wat nog verbeterd of geëlimineerd kan worden. De materiële wereld is een goeroe die ons inleidt in methodieken die geschikt zijn voor studenten die per definitie gaan voor bewustwording van het onbewuste, een integraal onderdeel van alle leerprocessen.
De afwijkingen en weerstanden die we in de materie of in de eigen biografie tegenkomen dagen ons uit innerlijk en uiterlijk met elkaar in overeenstemming te brengen.
Omdat 21 het hoogste Arcanum is, hebben kaartlezers zich niet zelden beijverd in het vinden van superlatieven. ‘Transcendentie, androgynie en verlichting zijn daar voorbeelden van. Omdat de problemen van vandaag weinig baat vinden in het prevelen van de namen van dit soort hoge potenties, zoek ik liever naar bescheidener beelden
21 is 3 is het kind, en het kind kent de moeilijke woorden - die onze opgeblazenheid onderstrepen - niet eens, en de oude man is ze inmiddels vergeten.
Voor kinderen, als we hen dit niet volslagen onmogelijk maken, is de wereld een dansfeest.
Zij hebben geen paradijs van node maar leven er in. Kinderen nemen de wereld zoals die is. Als de zon schijnt zie je ze in hun blootje in het water spelen. Regent het dan stampen ze door de plassen, en vriest het dan zie je ze op het ijs tot hun neuzen blauw zien. Hun spel past zich aan aan elke omstandigheid. Valt er een uit door vermoeidheid of verveelt het spel dan worden de regels veranderd of hergroeperen kinderen zich tot waar ‘het’ weer werkt. In huilen en lachen zijn ze even ongeremd als in hun behoefte aan te raken en aangeraakt te worden.
Meisjes hoeven niet ontzien te worden en jongetjes vallen elkaar om de hals. Ze gaan met papa of mama in bad en storen zich aan geen huidskleur of religieuze gezindheid.
Dit zijn de hogere beelden waarvan ik droom. Ik vind dat de manifestaties van het goddelijke in de mens hier heel goed geobserveerd kunnen worden.
Kinderen voelen zich aangetrokken tot het lijden. Een gewond vogeltje gaat mee naar huis en de gehandicapte - waar veel volwassenen wat bangig voor zijn - is een speciale vriend van het kind.
De grote geheimen en waarheden zijn voor het kind vanzelfsprekendheden.
De volwassen drang om de wereld te verbeteren, om altijd maar weer naar het hoogste te streven, staat de acceptatie van ‘wat is’ in de weg. En het zit hem juist in acceptatie dat wij de mogelijkheden en schoonheid van de wereld kunnen aanwenden als inspiratie in ons spel.
Het kind in ons is uit het bewustzijn gestoten in aanpassing aan het gekostumeerde bal dat ik tot op zekere hoogte in alle Arcana aantrof. Het kind echter is altijd het resultaat van de samenkomst van moederlijke (lichaam) en vaderlijke (geest) eigenschappen. Om het kind in onszelf te hervinden moeten deze polariteiten zo bewust mogelijk worden gemaakt. Dat dit moeilijk bleek te zijn kwam wellicht omdat we niet boven de negatieve aspecten van de ouderbeelden durfden uit te groeien. Gebrek aan zorgzaamheid en verantwoordelijkheid voor de wereld komt mede voort uit de boze en negatieve kritiek van de mens op zijn voorouders. Niet ik maar het verleden is verantwoordelijk voor de schade die ik in mijn leven heb aangericht, en nog aanricht. We zien onvoldoende in dat het leven er juist is om verder te komen, en dat de weerstanden daarin geschenken zijn die helpen ons te vormen en veranderen, en uit ons graf op te staan. Ouders zijn net als ik, een beetje goed en een beetje slecht.
Het goede is een gave uit bronnen die qua functie en statuur hemelse dimensies wordt toegedicht, zoiets als bij de Graal het geval is.
Het slechte kan herkend worden als een uitwerking van de angst voor de constante veranderlijkheid die we nota bene zelf middels vooruitgangsgeloof (en de verwachtingen die we koesteren) in het leven hebben geroepen en waarvan we de oplossingen hebben geparkeerd in het spooklicht van een kankerachtige onderwereld.
Ik schat zo in dat ook onwetendheid een belangrijk ingrediënt is van onze angsten. Ontwikkeling en het aangaan van een persoonlijke uitdaging of studie kunnen daar gewoonlijk wel iets aan doen. Het waarmaken van de eigen potenties en de ontwikkeling van talent geven bij elke poging een vaak machtig goed gevoel.
Verwerping is de verdringing waarin de angsten van de ouders de draken worden van de nieuwe generatie. En zo wordt het kind aan het kosmische kruis van de werkelijkheid geslagen.
Bevrijden we het lijdende IK van de waanvoorstelling dat de voorouders verantwoordelijk zijn voor de eigen levensinstelling en het eigen zelfbeeld, en zien we de (voor)ouders als een deel van het onbewuste; iets wat we niet meer kunnen bereiken, en ons heeft losgeslagen van onze fundamenten, dan is de herinnering aan dat huistempeltje waarin de overleden voorouders als lagere en dus aanspreekbare goden geacht werden verbindingen te maken tussen het allerhoogste en de welstand van de familie. Huistempeltjes kunnen allerlei doelen dienen, van hoog spiritueel tot de basale behoeften aan overleving en materiële geborgenheid. Het belang ervan is denk ik de voortdurende vernieuwing en aanpassing van rituelen aan de steeds fluctuerende waan van onze opkomende en ondergaande werkelijkheid..
In 21 komen moeder, vader en kind nadrukkelijk in het bewuste bijeen. Een goed onderhouden huistempeltje kan de afstand tussen ons doorgeslagen individualisme en het collectief onbewuste verkleinen, een belangrijke stap op weg naar zelfkennis, die zo lijkt op kennis van de wereldziel, ofwel de Anima Mundi. We hebben de boom in de peiling, nu het bos!
Eenheid in bewustzijn mag tot nu toe ‘science fiction’ worden genoemd. Toch spreek ik hier de overtuiging uit dat draadloze netwerken, de 'Cloud' en de globalisering voorspelen zijn van geheel nieuwe opvattingen en invullingen van het ik, gij en wij. Als ik jouw pijn als de mijne ervaar dan moet ik wel een keiharde masochist zijn om jou nog enig kwaad te berokkenen. In dit patroon kan het niet anders dan dat empathie, holisme en ecologie de bovenliggende thema’s worden.
De waan van de dag verbergt onze werkelijkheid, maar wanen zijn als mist; laat er licht, veel licht op vallen en de mist verdwijnt als sneeuw voor de zon. Als de wereld etymologisch verbonden is met de idee van een Oude Man, en dat moet ik dan maar aannemen, realiseer ik me dat toenemende ouderdom de afstand tussen Kind en Opa (Oma mag ook) kleiner heeft gemaakt, hetgeen raakt aan de idee dat een nieuwe Renaissance van preklassieke waarden - die we in onze pseudo-verlichting over de schutting hebben gegooid - wat serieuzer genomen kan worden. Het is een zoekplaatje met beelden over voorouderverering, over Grote Geest, over herinnering en over de wegen van de Sjamaan. Wie zich dat kan voorstellen en de verbanden helder voor ogen heeft is al aardig op weg naar een persoonlijk aandeel in een verwachte paradigmaverschuiving waar zoveel over gezegd is en waar, wat mijn ongeduld betreft, nog zo weinig van doordringt in dagelijkse handel en wandel van een tot op het bot verdeelde wereld.
Het kind, als metafoor van eenheid tussen actie en droom, en de manier waarop ik daarmee om ga laat zien op welke trede ik sta van de evolutionaire ladder.
In elk nieuw feit mag ik het bijeenkomen van energieën beleven. De uitkomst van gedaan onderzoek wordt het beginpunt van nieuw onderzoek. De boom wordt hoe langer hoe dikker. De Magiër heeft hier zijn knollentuin gevonden. Hoe meer hij schept hoe meer er wegens kinderziektes herschapen dient te worden. Het is een proces met mythische proporties. Je kunt ook zeggen dat in de meerwaarde van de bijeenkomst van 1 en 2 zich een golf van nieuwe mogelijkheden aandient. Noem het een creatieve aardverschuiving. We hebben altijd weer geprobeerd problemen te identificeren en uit de weg te ruimen, en zien nu dat problemen in een speelse situatie net zo lang hernoemd kunnen worden tot de mix zo verrijkt is dat het spel nieuwe dimensies aanneemt.
‘For the better or the worse!’ Er moet altijd gekozen worden. Noem een ideologisch verschil een oorlog en de wapenkamers worden geopend en de defensiebudgetten schieten als raketten de lucht in. Noem deelneming aan een oorlog een vredesmissie en het probleem van de wereldwijde honger naar goedkope, fossiele energiebronnen en andere grondstoffen wordt buiten de publieke discussie gezet, want we mogen de derde wereld hun inhaalslag niet misgunnen; en zo wordt er nooit iets opgelost. Individuen (met gevoel voor verantwoordelijkheid) zoeken een uitkomst die acceptabel is, en de zittende machten, de Shell’s en de Nuon’s, niet teveel op stang jagen want die monsters kunnen je verpletteren en doen dat ook als je te lastig wordt.
Kinderen hebben geen beeld van een gewenste uitkomst, ze spelen en het is bijna niet denkbaar dat het spel ‘warchild’ het kind in nog diepere ellende stort.
‘The Lord of the Flies’, mag dan een negatief beeld ophangen aangaande het kind; we hoeven niet alles wat geschreven staat letterlijk te nemen.