Een waar gebeurd verhaal over liefde van Rieke Leeuwrik
Niemand vindt het leuk om oud te worden. En zeker niet om oud te zijn. Maar als je lang genoeg blijft leven ontkom je er niet aan en je zult achter de rollator eindigen.
Als tachtigjarige oude dame heb ik inmiddels geleerd dat het er alleen maar op aankomt hoe ik met mijn ouderdom om ga. Als ik bij al mijn kleine (en soms grote) ongemakken, op wat voor manier dan ook, aandacht van mijn omgeving probeer te krijgen, merk ik dat het me niet oplevert wat ik nodig heb.
De omgeving laat me weten dat niemand zit te wachten op het geklaag van een oude vrouw. Wat ik echt nodig heb zal ik op die manier nooit krijgen.
Ik heb begrepen dat het wél zo verstandig is om wat meer liefdevolle aandacht aan mezelf te geven.
Maar hoe doe ik dat?
Mijn eerste vraag is: Wat heb ik nodig om gelukkig te zijn? Waar kan ik die lege plek in mijn hart mee vullen?
Deze overpeinzing brengt onmiddellijk heimwee in me teweeg. Het voert me terug naar langvervlogen tijden, waarin een mooie jonge vrouw vervuld was van het wonder van de liefde. De liefde voor de Prins in haar leven.
Helaas werd die mooie jonge vrouw een oude vrouw en de Prins is haar al jaren geleden ontvallen.
Tja, hoe kan een mens op zijn oude dag nog in sprookjes geloven? Een jonge man uit het heden ziet een oude vrouw uit het verleden als liefdesobject niet zitten en die oude man, die deze gevoelens nog bij zich op zou kunnen roepen, is er niet.
En toch heb ik mijn geloof in het sprookje nooit verloren. Het sprookje van Alice in Wonderland!
Ik rommel wat in mijn oude fotoalbum en ik vind een vergeeld fototje van twee jonge mensen die, vervuld van de liefde, in elkaar opgaan. Ik kijk naar die mooie jonge meid, die ik lang geleden ben geweest en het maakt me wat weemoedig. Maar dan denk ik aan Alice, en aan haar Wonderland, waar in de geest het heden en het verleden in elkaar overgaan.
Ik sluit mijn ogen en in mijn fantasie kruip ik terug in de tijd en ik voel onmiddellijk dat de romantiek nog steeds in me leeft. Romantiek, die alleen nog maar wordt gevoed door mijn dagelijkse dosis 'The Bold and the Beautiful', waarin Brooke Logan met haar eeuwige jeugd en haar nooit eindigende liefdesperikelen voor mijn broodnodige projecties zorg draagt.
Het blijkt niet zo moeilijk te zijn om me te vereenzelvigen met Alice, maar het blijkt wel moeilijk te zijn om dat te doen, terwijl ik achter die onterende rollator moet lopen.
Toch waag ik het er op en op een zonnige najaarsdag loop ik in mijn zwierige bloemetjesrok, een fleurige rode blazer en een stralende blik in mijn ogen, door de Beukerstraat in Zutphen.
Bij de tassenwinkel ontmoet ik Frans, die zijn auto staat uit te laden. Frans ken ik al meer dan dertig jaar. Hij kijkt me aan en zegt: 'Rieke, wat kijk je ondeugend. Wat is er met jou aan de hand?'
'Zie je wel', denk ik bij mezelf. 'Het werkt dus wel!'
'Frans, ik ben verliefd', zeg ik, met pretlichtjes in mijn ogen.
Hierop schiet Frans in de lach en reageert spontaan: 'Nou schat, daar zal je familie ook niet blij mee zijn!'
Als ik uitgelachen ben, vraag ik heel timide: 'Frans, denk je dat ik me er dan maar voor moet schamen?'
'Absoluut. Daar zou ik maar niet te lang mee wachten als ik jou was'.
En met een spontane zoen op mijn wang, voegt hij er aan toe: 'Meid, ik hoop dat je dat licht in je ogen nooit kwijt zult raken'.
De zoen van Frans helpt me om 'in the mood' te blijven en even later nader ik de Croissanterie in de Korte Beukerstraat. Het terras is gevuld met vakantiegangers, die in het heerlijke voorjaarszonnetje van hun lunch zitten te genieten.
En mét dat ik er langs paradeer valt mijn oog op een mooie jonge man. De Prins, waar Alice op slag verliefd op zou kunnen worden.
Ik werp een net iets te lang durende blik op hem en ik zie tot mijn grote vreugde, dat hij die met een knipoog beantwoordt. En je kunt me geloven of niet, maar ik bloos er van.
Wat ben ik blij dat ik mijn geloof in Wonderland niet heb verloren!
Maar dan slaat plotseling het noodlot toe. Even let ik niet op het verraderlijke regenafvoergootje, dat midden door de straat loopt en bij de volgende stap die ik wil nemen blijft het wiel van de rollator er in steken.
Voor de ogen van het etende en feestende publiek op het volle terras van de Croissanterie, ga ik languit onderuit. Met de benen in de lucht en de rollator boven op me!
Mijn schone jongeling schiet te hulp en, letterlijk opgehesen uit de goot, lig ik in zijn armen. Door twee sterke mannen word ik weer op mijn benen gezet, waarna ik, hinkend achter het vermaledeide voertuig, afdruip.
Ik denk dat ik het advies van Frans maar op ga volgen. Gewoon in schaamte ten onder gaan. Dat lijkt me het enige wat er op zit.
Maar het staat me natuurlijk ook vrij om gewoon in sprookjes te blijven geloven.
Wonderland zal voor mij altijd het land van de liefde blijven en zolang ik in de eeuwige jeugd van Alice blijf geloven, ben ik onverslaanbaar.
RIEKE LEEUWRIK