personal4

Artikelindex

HOOFDSTUK 7

HOOFDSTUK 7 

Dat alles een doel heeft, wat het ook is.                                                       

r07

 

 

Vervolg van "Vallen in getallen 6":  De Geliefden  

 

De Zegewagen

Voor ik iets zeg over de Zegewagen eerst een liefdesverklaring. Op deze kaart komen mijn donkere en mijn lichte kant samen in één span; onder één soort van management. Zou het waar kunnen zijn? Is hier het moment aangebroken dat ik werkelijk mijn angsten en mijn verlangens kan sturen?

Management, ‘manual', de hand (5) in combinatie met wijsheid (2) belooft een meer bezonnen stijl van gedrag en handelen.

Zeven wordt in esoterische kringen nog al eens een perfect getal genoemd. Daar is niks op tegen; iedereen heeft in het diepst van zijn gedachten of in het diepst van zijn geliefde wel eens een gevoel van perfectie ervaren. Die gevoelens komen en gaan, zoals massaverkeer zinloos rond raast; iedereen op weg naar de creatie van een nieuwe Apocalyps of zoiets.

Natuurlijk alles is perfect, maar ‘so what'?

Eigenlijk zijn Utopia's en perfecte Big Brothers niet zo aan mij besteed. Ze zien er zo totalitair uit.

Wat ik waardeer in zeven is dat het een uitweg lijkt te bieden aan de worggreep waarin Geliefden kunnen komen te verkeren. Het is nu niet meer Drie plus Drie, ofwel Hysterie en Hysterie.

Ik kijk nu naar 3+4. Hysterie en Discipline.

Ik zie hysterie hier als een metafoor voor de ruimte waarin onbewuste kosmische energie getransformeerd wordt tot vormen van nieuw bewustzijn.

Voor de twee kinderen in Zes die de rol van Geliefden spelen werpt de eigen hysterie barrières op, die eenheid met het eigen scheppingskanaal in de weg staan.

Als discipline en concentratie middelen zijn om die barrières uit de weg te ruimen dan zijn die zó welkom hier in Zeven.

We zijn geïncarneerd in een zeer veelzijdig voertuig, waaruit ik mag afleiden dat mijn concentratieoefeningen zich nu niet afspelen in mijn abstracties maar in de zenuwslopende chaos van het hedendaagse verkeer.

Mobiliteit en de daaraan gekoppelde flexibiliteit zijn thema's van belang geworden, en ook wel expressie van de gedachte dat alles moet kunnen; zeg maar de liberale lijn. Heel positief, maar toch…

Rabbit run!

Rennen in de natuur heeft met aanval te maken en met de reactie op die aanval, een overlevingsmechanisme. Dat wij in onze ontwikkeling steeds harder rennen, steeds grotere afstanden afleggen, zegt iets over de mate van veiligheid die we ervaren, of het gebrek daaraan. De Geliefde heeft ons een spiegel voorgehouden en liever dan daar eens heel goed in te kijken zetten we het op een lopen.

De gedachte in de Geliefden dat iemand jou de belangrijkste persoon in het universum vindt, wordt in Zeven een speurtocht naar identiteit. Deze tocht kan tegengif zijn voor de aanpassingsslag in de kindertijd, maar kan ook tot herkenning leiden van heftige vormen van jaloezie wanneer die o zo belangrijke aandacht afgeleid wordt door de eventuele competitie. Dat kan persoonlijke competitie zijn; het kan ook voetbal, een studie, de aandelenmarkt of de feministische beweging zijn.

Terugblikkend zien we hoe energie zich in de Magiër als straling manifesteerde, en in de Hogepriesteres als een golf. ‘Zak en stok' van de Fool werden gescheiden van de ‘witte roos'. In de praktijk manifesteerde deze scheiding zich als een mogelijkheid te kunnen begeren zonder lief te hebben, maar ook om lief te hebben zonder te begeren. De belangrijkste eigenschap van scheiding, mij dunkt, is dat het toevoegt aan keuze in richtingen.

Zeven, ook al is die geassocieerd aan de rustdag, is een dynamisch getal gericht op vernieuwing en uitbreiding. Zondag is een dag voor meditatie, een dag om scheidingen en keuzes onder de loep te nemen. Wijsheid is natuurlijk niets anders dan bewustzijn.

Om tot wijsheid te komen, om een verstandige beoordeling van wat licht is en wat duisternis, moet wat eerst gescheiden was weer verbonden worden; een verbinding tussen hetgeen we kiezen niet te zien en hetgeen we juist wel willen zien. Voor ‘zien' kan ik hier trouwens voor het zelfde geld ‘zijn' schrijven.

De keuze in Zeven kan ervaren worden als een tocht naar buiten waar de vogeltjes fluiten, of een tocht door de duisternis van de binnenwereld, richting de eigen oorspronkelijke kern.

Al eerder vond ik een hechte relatie tussen het maken van keuzes en de ontwikkeling van moraliteit.

Moraliteit mag dan een moeilijk meetbaar gegeven zijn, en dus ook niet echt een onderwerp waar wetenschappers veel mee kunnen, toch moet elk mens, en wetenschappers zijn ook mensen, die moeilijke keuze maken. Licht of duisternis!

Was Zes het getal waarin keuze centraal stond, in Zeven wordt die keuze in verband gebracht met motief en bedoeling.

De Geliefden werd door Crowley de Gebroeders genoemd..

Begeerte werd in Zes nog wel eens verward met liefde. Bij Remus en Romulus zowel als bij Kaïn en Abel kunnen begeerte en liefde vertaald worden in rede en gevoel, in hebben en zijn of in splitsing en fusie. In hoofdstuk Zeven bekijken we hoe gevoel het af lijkt te leggen (of juist stand houdt) tegen de rede. Een staat van zijn die, hoe de machtsstrijd ook moge uitpakken, toch altijd weer in een gevoel eindigt, niet zelden een pijnlijk gevoel.

Twee andere beroemde broers die het moeilijk hadden met elkaar waren Seth en Osiris.

Christus, net als Osiris, een zonnesymbool, moest ook de strijd aanbinden met Chaos of onwetendheid, moest ook sterven en herboren worden. Kennisname van deze mythen die op zo veel verschillende manieren zijn geduid zet ons op een pad waar inzichten gewonnen kunnen worden die veel verder gaan dan we vanuit onze rationaliteit kunnen vermoeden.

Hoe dieper ik in de oude mythen duik hoe meer ik besef dat de verruimde staten van bewustzijn die ik zoek al vele duizenden jaren geleden waren bereikt. Het lijkt wel of de progressie die we zoeken eigenlijk alleen maar te vinden is in iets dat we bij de huidige stand van zaken regressie noemen. Terug naar de bron!

De zevende dag mag de rustdag des Heren heten, veel rust wordt ons in het flexibele tijdperk, in dit beweeglijke en ‘gewaagde' getal niet gegund. Maar ééns toen de Zondag nog een Zondag was en we ons in alle vroomheid rot verveelden toen staken we er nog maar eens eentje op of gingen voor accountant leren. Je moet toch wat met je tijd.

De bijbel vertelt ons dat elke scheppingsdag wordt afgesloten, behalve de zevende. God laat de schepping nu over aan zijn kinderen. Het kind moet volwassen worden en zijn evolutie in eigen hand nemen.

Dit komt de Geliefde goed van pas. Tot en met Zes werd mijn leven bepaald door de blinde- en onveranderlijke krachten van de archetypen of (volgens de volksmond) door ‘het lot'. Zelfs in dat wonder van evenwicht en schoonheid van Zes bleek dat, als ik nooit op eigen benen heb leren staan, ik weinig meer te bieden heb dan te eten van wat me wordt voorgezet. In Zes leek het prakje van de ander vaak groter en lekkerder, en in de leegte van de latente verveling konden de giftige bloemen van de jaloezie welig tieren.

Echter, de lusten die in Zes werden opgewekt zoeken bevrediging. Als dat niet lukt in de persoonlijke relatie dan maar in wat minder bedreigende verbindingen.

In de éénheid van de Magiër is niets alleen maar negatief. Het bevredigen van lusten, hoe je dat ook aanpakt, is een uitwerking van de ik-functie, en dus een geestelijke kwaliteit.

Er is moed voor nodig om je hand uit te steken en te pakken wat je wilt. Vooral als er ontelbare ego's zijn die hetzelfde willen. De moed om te wagen. De wagen!

De Geliefde gedraagt zich in Zeven als de prins die de beschutting van het ouderlijk slot, nu het echtelijk domein, opgeeft. Hij trekt de wereld in om de draak te verslaan en vervolgens goud en edelstenen te winnen, alsook een prinses. Het is dit meer willen dan we hebben dat pioniers met hun huifkarren het nieuwe land deed veroveren.

Iemand de huif afnemen betekent iemand aan de kaak stellen. In de Engelse taal is huifkar ‘tiltcart' en in het woord ‘tilt' vinden we betekenissen als ‘deelnemen aan een steekspel' of ‘iemand uit het zadel werpen'. ‘Tilt' gaat ook over het hebben van vooroordelen, over zuipen en vloeken of over gebrek aan evenwicht. In 7 is dit overhellen duidelijk te zien.

‘Als wij de partner niet kunnen bevredigen dan bevredigen wij onszelf wel', is ook een manier om naar de Zegewagen te kijken. Dat verduidelijkt dan de auto-erotische aard van de samenleving en een mogelijk verband tussen de blinde, collectieve liefde voor de automobiel, waar tegenover, vrees ik, afnemende persoonlijke potentie staat. Niet ik maar mijn auto maakt het verschil.

Het eerste ik-zeggen was wat Vijf betreft een vlucht in een groepsego waardoor het ik geen ‘eigen' idealen tot manifestatie kon brengen. Kiezen voor een Geliefde was derhalve een door het collectief aangebracht doel dat op zich niets te maken hoefde te hebben met de nog onbewuste verlangens van het persoonlijke ego. In andere culturen waar spiritualiteit in hoger aanzien staat zie je deze collectieve ‘drive' op andere doelen gericht.

Daar staat bijvoorbeeld een ascetisch bestaan, al of niet in tempel of klooster, wat hoger op de agenda.

Gehoorzamend aan de archetypen, en dus ook aan de collectieve verwachtingen, moet persoonlijkheid zichzelf een doel stellen. Je kunt dit doel een baan, kennis of macht noemen.

Doelen worden geformuleerd vanuit motieven die voor een groot deel verborgen zijn in de duistere schuilhoeken van het onbewuste.

Pas als we de weg afleggen en de nodige panne hebben meegemaakt, is er een kans dat met de groei van bewustzijn die motieven wat duidelijker worden.

Misschien zoek ik helderziendheid, het eeuwige leven of contact met buitenaardse beschavingen; het doet er niet zoveel toe wat. Vanaf het moment dat ik een strever word kom ik, vooral als ik succesvol ben, in het vaarwater van medestrevers, en dat bepaalt de sfeer op het parcours van de Zegewagen.

Competitie en concurrentie, de mogelijkheid een ander uit het zadel te wippen, aan de kaak te stellen of door het slijk te halen zijn in onze cultuur goed herkenbare eigenschappenen en laten zien hoe de Wagen manoeuvreert. Onze wagen moet stootkracht bezitten en een keiharde bepantsering.

De verantwoordelijkheid voor de schepping wordt in de met bloed bevlekte handen van Kaïn een strijd op leven en dood. Iedereen heeft honger en we willen allemaal het lekkerste stukje.

We denken de natuur aan de dijk te kunnen zetten, maar wij kennen niets dat niet aan de natuur is ontleend. ‘The survival of the fittest' is een junglewet die menigeen tegenstaat. Wij wensen niet te leven met de gedachte dat wij voer zijn voor iedereen die ‘fitter' is dan wijzelf.

Vervanging van spierkracht door intelligentie is al heel lang een gedachte oplossing. Ontwikkelingen in het verlengde hiervan vielen samen met de uitvinding van de speerpunt en vervolgens het buskruit waarmee we niet alleen gevaarlijke dieren maar ook ‘minder beschaafde' soortgenoten achter ons konden laten.

In onze tijd staat in de race om de vetste kluif intelligentieontwikkeling centraal. Een goede opleiding geeft je een voorsprong op je mededingers. Zeven is daarom niet alleen het getal van de evolutie maar ook van de universiteit.

Als je aannames en axioma's niet klakkeloos wilt overnemen dan heb je in de universiteit niets te zoeken. Wat dat betreft hebben de wetenschappelijke bolwerken veel gemeen met fundamentalistische kerkgenootschappen. Hetzelfde geldt voor de innerlijke universiteit.

Een zo groot mogelijke mate van onbevooroordeeldheid is geboden in het onderzoek naar de delen waar wij uit bestaan. Intelligentie speelt daarin een grote rol. Er wordt wel beweerd dat psychoanalyse beter werkt naarmate de cliënt in staat is tot reflectie. Hetzelfde kan gezegd worden van diegenen die in de spiegel van een orakel nieuwe ingangen zoeken tot het eigen vaak onbegrijpelijke gedrag.

Intelligentie ziet er uit als een ik-functie die zelfbewustzijn mogelijk maakt.

In mijn westerse mannelijke staat van bewustzijn verbeeld ik mij dat ik dank zij ‘bewustzijn' mijn acties zo kan programmeren dat ze afwijken van ‘prikkel- en reflex'-gedrag waarmee de natuur zichzelf in stand lijkt te houden.

De droom dat er autonome waarheden bestaan of objectieve inzichten die een eind maken aan twijfel of dualiteit is moeilijk te bezweren. Kijkende naar de blootliggende zenuweinden van 3 moet ik er echter rekening mee houden dat ik mijn verzet tegen de gedachte geprikkeld en dus gestuurd te worden vandaag of morgen behoor op te geven. Wellicht is mijn verzet tegen welke vorm van onvrijheid op zichzelf reflex op een prikkel, een prikkel die onvrijheid heet.

In zoverre afstanden gemeten worden in tijd lijkt een orde van oorzaak en gevolg veel waarschijnlijker dan de ideeën die ik eerder over synchroniciteit heb genoteerd. Zolang ik niet precies weet wat tijd is, is het moeilijk een keuze te maken. Maar misschien hoeft deze keuze ook niet gemaakt te worden. Ik kan me immers voorstellen dat synchroniciteit, net als de schijn van welke autonomie dan ook, toch altijd weer gevangen is in de greep van oorzaak en gevolg. Synchroniciteit doet zich aan een dualistisch bewustzijn voor als oorzaak en gevolg.

Zelfs Steve Hawkins acht de mogelijkheid van tijdreizen niet meer ondenkbaar. Zou die mogelijkheid gerealiseerd worden en zou ik terug kunnen keren naar welke oorzaak dan ook dan zou de relatie tussen synchroniciteit en causaliteit mogelijk een stuk duidelijker worden. 


De reden waarom ik moeite doe dit soort onzalige abstracties voor mezelf wat helderder te krijgen past in de noodzaak om op de weg naar eenheid alle tegenstellingen tot verzoening te brengen en vervolgens op te lossen.

Om tegen de klippen op de idee van synchroniciteit te verdedigen - terwijl ik me alleen maar lineair kan uitdrukken van begin naar eind, van motief naar doel, van oorzaak naar gevolg - lijkt me niet verstandig.

Een andere reden om synchroniciteit een plek te geven in mijn denktank zit hem in de onvrijheid die het causaliteitsdenken oplegt.

Ter wille van paradox kan vermeld worden dat vrijheid tenslotte zelf een kooi blijkt te zijn, en misschien zelfs wel een slachthuis. Zou ik de enige zijn op de weg dan zou het wel goed zitten met mijn vrijheid, maar al die miljoenen medeweggebruikers maakten verkeersregels en blaaspijpjes noodzakelijk. Tabee vrijheid!

7 = 3+4.

Het hysterische teveel van Drie, daar waar wij de orde van onze intelligentie hoger achten dan de orde van de natuur waaruit wij zijn voortkomen en waaruit wij nog steeds bestaan moet in Zeven door Vier - ofwel door concentratie en discipline - tot de orde worden geroepen. De oplossing van de spanning tussen de natuurlijke orde en de menselijke rede is een voorwaarde voor overleving. Onze overleving!

Ik zie dat zelfs de wiskunde zich nu bezig houdt met chaos, zij het vanuit een geheel andere optiek. De symboliek van deze belangstelling is echter veelzeggend. De sublieme schoonheid van de wiskunde en de schijnbaar vage-, door archetypen gedreven, patronen van de werkelijkheid vergelijken met rationaliteit en intuïtiviteit.

De verbinding tussen deze twee die nu in nieuwe modelvorming wordt bestudeerd lijkt op mijn eigen poging de sublieme schoonheid van de archetypen tot bewustzijn te brengen door herkenning in de wisselende, allesbehalve eenduidige, patronen van gedrag en werkelijkheid.

Universiteit komt uit dezelfde stal als de woorden universum en universalisme. De universiteiten waar wij zoveel geld voor op tafel brengen zijn over het algemeen niet de universiteit die ik voor ogen heb. Het universele sluit niets uit, hetgeen binnen de universiteiten nu juist wel wordt gedaan.

Exploratie en ontwikkeling van instinct en intuïtie of ontdekking en waardering van de eigen staat van bewustzijn vinden geen plaats in het leerplan. Versplintering, specialisatie, reductionisme en (tot ongenoegen van Saturnus) ongebreidelde theorievorming tasten elk op zich de betekenis aan die in de term ‘universiteit' ligt besloten.

Onze geleerden erkennen maar uiterst zelden dat er mogelijk oudere- en universeler wetten bestaan dan die welke de wetenschap bijeenhoudt. Van die oudere wetten herinneren we ons vooral het ‘zo boven zo beneden'. Een wet die ten grondslag ligt aan de mogelijkheid micro- en macrokosmos als een eenheid te bestuderen.

Astrolologie of Alchemie zijn daar voorbeelden van; niet echt populaire studierichtingen in onze universiteiten; zomin als welk holistisch denken dan ook. Gezien mijn eigen onhandige worstelingen op dit gebied kan ik de Universiteiten wel begrijpen. Kennis moet gedeeld kunnen worden, zelfs als dat leidt tot allerlei regeltjes die de vooruitgang van kennis belemmeren.

De uitsluiting van Eenheid ondermijnt alle getallen en leidt niet tot bewustwording van de eigen intelligentie. Intellectuele inteelt is daar een gevolg van. Wat dat betreft zou ik graag zien dat onze universiteiten de deuren openden voor een allochtone invasie op ideegebied. De chaos die daar het gevolg van zou zijn, zou wel eens heel smakelijke hapjes kunnen opleveren voor een wiskunde die zich los probeert te maken van het dominant kwantitatieve denken.

Mythologie en animisme vinden te zelden een plek in de waan van onze intelligente superioriteit, zoals grote gebieden van de geest gaarne wordt overgelaten aan de goede gelovigen. Wat niet meetbaar of weegbaar is kan nog wel aardig zijn voor junkies, kunstenaars, bisschoppen of sociale wetenschappers; de ‘echte' wetenschap kan er niets mee, en doet er dus ook niets mee.

Dat er ook in die harde, pure wetenschap dissidenten zijn doet geen afbreuk aan bovenstaande tendens.

Als onze wereld een meedogenloze of zelfs criminele indruk wekt, de indruk wekt zelfs dat ze geregeerd wordt door imbecielen, dan kunnen we aan een verband denken met een opvoedingssysteem waarin de vrouwelijke-, symbolische- en intuïtieve aspecten van onze behoeften en mogelijkheden niet worden erkend of begrepen, laat staan gehonoreerd. In een samenleving waar het mannelijke al heel lang de dienst uitmaakt is dat ook niet verwonderlijk.

Natuur wordt geassocieerd met het vrouwelijke, cultuur met het mannelijke. De angst voor het onbekende, voor de natuur en voor het vrouwelijke zijn in wezen één en dezelfde. En het is deze angst die in de dominante mannencultuur is uitgegroeid tot de moeder van zo een beetje alle socio- en psychopathieën die we kennen.

Zolang ik me - voor het oog - aan de wetten van de Keizer houd kan ik mijn gang gaan. Wij verscheuren elkaar bij voorkeur niet zoals dat in de natuur gebruikelijk is, open en bloot. Beschaving heeft ons geleerd dat het plaatsen van een supermarkt naast een klein kruideniertje ook prima werkt. En ook het organiseren van inflatie waarbij de florijnen van de spaarzamen elk jaar wat minder waard zijn wordt in beschaafde kringen heel natuurlijk gevonden. In Zeven vinden we ontelbare manieren om elkaar en tenslotte onszelf de das om te doen.

Symbolisch gesproken duid ik automobilisme dan als een sport voor de ontwortelden die we zijn; dodenritten voor hen die de verbinding met de eigen innerlijke kern niet ervaren of tot stand kunnen brengen.

De activiteiten van de in liefde alsnog mislukte Geliefde hebben in het Westen geleid tot uitbreiding van mobiliteit en kennis, grotere concentratie op de materie en voor sommigen tot torenhoge welvaart. Maar ten koste van wie en wat? De derde wereld (let op die 3) is er al even bedonderd aan toe als onze relatie met natuur, milieu en dus onze toekomst zoals die in het beeld van moeder en kind wordt verzinnebeeld.

7=1+2+4.

De Ene wagenmenner moet de Twee tegengestelde krachten tot samenwerking bewegen zodat ze zijn Vierkante vehikel veilig op de weg houden. De menner (de menger) zal er niet in slagen zijn doel te bereiken als hij de Twee sfinxen op de kaart niet begrijpt. Niet formele kennis, niet louter intuïtie maar de ervaring van de reis zelf geeft de student de teugels in handen, teugels die op de kaart van Waite ontbreken.

Het rode tolletje op de kaart kan uitgelegd worden als een puur seksueel symbool, suggererend dat onze maatschappelijke ambities, net als de seksualiteit zelf, zijn opgebouwd uit ingrediënten als fetisjisme, hofmakerij, projectie, klaarkomen enz.

Zien wij de seksualiteit hier echter als een bron die de wagen de stuwkracht geeft om het onbekende te bereizen dan wordt duidelijk hoezeer het het lot van onze held is te moeten groeien in datgene waar hij het meest toe geneigd is voor te vluchten. Seksualiteit en schuld worden al duizenden jaren met elkaar geassocieerd.

Als de mens moet leren chaos te beheersen dan moet hij deze eerst scheppen. En scheppen, of laten we zeggen de aanraking van chaos, gaat van au. Wat heet? De lust te leven, te paren, te bezitten of te beheersen is de niet onplezierige aanjager van deze chaos. Noem het de scheppingsdrift.

We zijn nu werkelijk in de hogeschool van het volle menselijke leven aangeland.

Zelfs het incarneren van onze gruwelijkste fantasieën blijkt een oefening te zijn in de universiteit die dit leven is. Diploma's kunnen er niet behaald worden. Het leren in deze universiteit is de initiatie naar de eigen menselijkheid. De studie waar het werkelijk om gaat betreft toename van inzicht in de twee sfinxen die op het zevende Arcanum zijn getekend. Ontwikkeling van ware intelligentie staat gelijk aan toenemend vermogen hoofd en hart tot samenwerking te brengen.

Omdat Sfinx, net als de draak, als een symbool van magie wordt gezien, wordt hier in Zeven ook uitgenodigd te bedenken dat wat allemaal zo gewoon lijkt in het dagelijkse leven in een ander perspectief pure magie wordt.

Maar sprekende over magie wordt hier direct de keuze voorgelegd. Wat zal het zijn: zwarte of witte magie? Dat dit een keuze is die heel wat subtieler ligt dan zo op het eerste gezicht lijkt wordt duidelijk wanneer we zien dat het Arabische woord voor zwart ook wijsheid betekent, terwijl wit – via het Duitse ‘weisz' – in klank naar dezelfde betekenis nijgt. De reis is de reis, magie is magie; of we in onze creativiteit positieve of negatieve inhouden tevoorschijn zien komen hangt af van motief en doel dat we voor ogen hebben.

Een symbolist mag in Zeven naar verkiezing een opsomming zien van aarde, water, vuur, lucht, lichaam, geest en ziel. De twee sfinxen belichamen onze positieve dan wel negatieve kant, de wagen de vier elementen, en de stuurman is de ziel, en de ziel is het bewustzijn dat een persoon van zichzelf heeft.

Voor een succesvolle rit is wederzijdse erkenning nodig van- en samenwerking tussen geest en lichaam. De maat en de kwaliteit van deze samenwerking is een expressie van de kwaliteit van de menging van de vier elementen en de heerschappij van de ziel. Het idee stuurman te zijn naast God kan in Zeven een te grote opdracht lijken en dan bidden we maar: ‘Uw wil geschiedde op aarde zoals in de hemel.'

Het verticale, de geest is geassocieerd met het mannelijke-, het horizontale, het lichamelijke met het vrouwelijke principe. Zowel de sfinxen als het tolletje schijnen er op aan te dringen gelijkmatige ontwikkeling van- en evenwicht in de tegenstellingen als voorwaarden te accepteren. Zeven in de spiegel (7x2) heet niet voor niets Gematigdheid.

Aangezien we de nijging hebben datgene te ontwikkelen wat we denken te zijn en niet dat wat we denken niet te zijn raken we met ons wagentje toch nog wel eens aardig in de problemen.

De ontwikkeling van het onbekende is als de opdracht aan onze mobiele krijger de draak te verslaan, een figuur die we niet in het zevende Grote Arcanum aantreffen, maar wel in de Zeven van de Bokalen.

Ieder van ons moet zijn eigen draak naar buiten brengen hetgeen, zoals we dagelijks waarnemen, ook gebeurt. Zij die God voor liefdeloos houden vanwege alle ingeschapen egoïsme, agressie en criminaliteit mogen troost vinden in de gedachte dat het, net als de levertraan van weleer, allemaal voor onze bestwil is.

En als we eerlijk zijn dan kunnen we toegeven dat we helemaal niet zo tegen misstanden zijn zolang we die maar zelf gecreëerd hebben. Zij die zich prostitueren zien haarscherp de tekortkomingen van dat brave (masochistische) burgerlijke huwelijk, zoals een drankzuchtige heel uitgesproken ideeën kan hebben over de asociale aard van die junkies.

We zijn allemaal verknocht aan onze eigen draakjes.
Heel veel hulpverleners zijn een exponent van de behoefte zwakte en afwijkingen in de ander te zoeken en te vinden. Met het heffen van het bekende vingertje, ook een soort torentje (16), hebben we van tijd tot tijd bijna allemaal wel wat. ‘De vlucht in de medemens' als beeld past naadloos in het archetype dat we de Zegewagen noemen. Je zal er maar mee gezegend zijn!

Ter wille van de dubbelzinnigheid; we weten dat draken toverkrachten bezitten die ze aanwenden voor de destructie van onze nijging het kwaad dat we aan anderen toeschrijven in eigen wezen weigeren te herkennen. Functioneel gezien kan de draak geassocieerd worden met het orakel, waar de draak geacht wordt de bewaker van te zijn; denk maar aan de schatten waar hij vaak op zit. Voor het kennen van mezelf moet er eerst heel wat opgeruimd worden, en daar heb ik mijn draak voor nodig.

De grote slang waar de draak van is afgeleid heette drakomates, afkomstig uit een woordvorm die ook inhoud gaf aan begrippen als waakzaamheid of ‘scherp waarnemen'. (Jack Tressider: Symbolen en hun betekenis).

Giftige beten werden met Dragon behandeld. Onze projecties brengen de innerlijke duisternis aan het licht en als dat gebeurt doet dat denken aan de beet van een adder in het vlees van het vooringenomen zelfbeeld dat we aan de borst hebben gekoesterd.

Eens komt het moment dat we als Siegfried ons zwaard (de rede) scherpen om de draak te lijf te gaan (te analyseren), en dan kunnen we alleen maar hopen dat het de eigen draak is en niet die van een ander.

In zekere zin kunnen we de draak zien als de wachter tussen orde en chaos, tussen correcte- en incorrecte interpretaties van hetgeen we waarnemen. Eén bloeddruppel van de overwonnen draak verleende Siegfried inzicht in die andere wereld die voor normale stervelingen niets anders is dan de chaos die zij zo vrezen. Velen zoeken de hogere vermogens, weinigen is het gegeven de grens tussen innerlijke orde en chaos (bewuste en onbewuste) binnen het zelf te herkennen, laat staan te overschrijden.

Ons fysieke lichaam valt als alle materie onder nummer 4. Gemiste liefde uit zich in honger en behoefte aan verdoving. De rede weet dat toegeven aan deze behoefte (een gevoel) tot schade aan het lichaam leidt maar onderdrukt het gevoelsgebied (3) en kan daar dus weinig sturen.

De omstandigheid dat Vier is opgebouwd uit de vier elementen kan problemen opleveren bij degenen die zich proberen voor te stellen wat dan wel de spiritualiteit, emotionaliteit of seksualiteit kan zijn van een torpedobootjager of de onderdelen waaruit die is opgebouwd.

Vanuit ontelbare bronnen wordt ons verteld dat fysieke lichamen, dan wel de zogenaamd puur fysieke kant van de totale kosmos, meer is dan we denken dat het is. Aura- en Kirlianfotografie tonen aan dat voorwerpen of lichamen alle een eigen dynamisch elektromagnetisch veld hebben.

Elk orgaan, cel, atoom of zelfs deeltje van dat atoom; alles schijnt doordrenkt of omgeven te zijn met een energie waarvan de betekenis niet geheel duidelijk is. We weten heel wat van het gedrag van van alles en nog wat; van de ware aard van deze energieën weten we heel weinig. Aangezien het in Zeven om het zelf gaat, kan ik me voorstellen dat bewustzijn van het zelf, als definitie van de ziel, niet zo maar vanzelf ontstaat.

De opmerking dat het moeilijk is wat dan ook lief te hebben als je niet eerst jezelf hebt leren liefhebben komt hiermee in een begrijpelijker context te staan. Hoe kun je liefhebben wat je niet kent?

Lezende in Peter Heigl's Mystiek en Drugs, kom ik het volgende citaat van J. Houston tegen.

‘Het fylogenetische is doordrenkt met caleidoscopische visioenen van culturen, volkeren, symbolen, mythen, rituelen en archetypen. Wie er in doordringt, beleeft rijkelijk en nauwkeurig gedetailleerde scènes uit de levensgeschiedenis, die bij normale bewustzijnsactiviteit totaal ondenkbaar zijn. Het is nog niet duidelijk hoe dit in zijn werk gaat. Ofwel door activering van wat vroeger geleerd maar weer vergeten is, ofwel door activering van tot op heden ondoorzochte processen in het menselijk bewustzijn. De laatste theorie zegt dat in elke cel moleculaire geheugen- en bewustzijnscircuits zijn ingebouwd, de DNA-code. Deze moleculaire circuits zouden, naar beweerd wordt, de herinnering meedragen aan ieder vroeger organisme dat tot het huidige bestaan heeft bijgedragen. Ze zouden tevens de herinnering meedragen aan elke vorm van energie-uitwisseling op aarde, tot aan het moment in het precambrium-carboon, meer dan twee miljoen (hier zal miljard bedoeld zijn) jaren geleden, waarop het levensproces op aarde begon. Bewustzijnsverruimende drugs kunnen de sleutel zijn op deze herinneringsketen die voor het normale bewustzijn verborgen blijft'.

De schepping mag dan perfect zijn, ons begrip ervan is zó onbeholpen dat het bijna beschamend is.

De verslaving die het fenomeen automobilisme aankleeft doet de vergelijking met drugs vanzelf opkomen. Van bewustzijnsverruimende drugs weet ik uit eigen ervaring dat het gezochte effect omslaat wanneer gebruik verslaving wordt. Als dosis overdosis wordt dan vernauwen deze godenkruiden mijn bewustzijn juist. Geheugen- en concentratieproblemen sluiten toegangen die ik zoek juist af. De dagelijkse opstoppingen op ons wegennet laten zich daar enigszins mee vergelijken.

Beschouwen we de automobiel (letterlijk: het beweeglijke zelf) als de zoveelste reïncarnatie van de Zegewagen dan groeit de bewondering voor het blinde vermogen van de mens om gestalte te geven aan onbewuste inhouden. De toepassing van steeds meer elektronica, de opkomst van de intelligente snelweg en de noodzaak steeds zuiniger en groenere oplossingen te vinden voor de voortdrijving bieden informatie over het soort veranderingen die we niet in het zelf maar enigszins lafhartig buiten dat zelf zoeken te realiseren.

De overgang van Vissen naar Waterman is een overgang van emotionaliteit naar mentaliteit.

Waterman, een luchtteken, wordt geassocieerd met communicatie, met straling en met elektrische kwaliteiten. Onderzoeksgebieden waar de interactie tussen chemie en elektriciteit worden bestudeerd zitten in de lift en bieden nieuw vergelijkingsmateriaal aan hen die de samenhang tussen geest en lichaam proberen te begrijpen; de samenhang tussen het niets van Nul dat niet helemaal niets is en een incarnatie die een verdichting is- of uitdrukking van dat geheimzinnige niets. Wij incarneren niet alleen in het voertuig maar ook in de omgeving daarvan. De richting die we inslaan kan een vrijwel onbegaanbare, energieverslindend spoor zijn, maar ook een infrastructuur die is aangepast aan de middelen waarmee we het doel willen bereiken.

In yoga en meditatie, ofwel in verhoogde aandacht voor het innerlijk gebeuren trachten we in toenemende mate inzicht te krijgen in de elektrochemische aard van de inwerking die de Vier elementen op elkaar hebben. In onze dagen wordt het woord ‘holisme' steeds vaker vervangen door het woord ‘energetisch'.

De houding van een automobilist ten opzichte van zijn vervoermiddel geeft eveneens een indruk van het persoonlijke ontwikkelingspunt. Gisteren nog zag ik twee mannen in heel nette pakken elkaar net niet in de haren vliegen over een krasje dat een van hen door onoplettendheid bijna in het spiegelende auto-oppervlak van de ander had aangebracht. De verleiding er op af te stappen en te vragen hoe vaak per dag de heren schade berokkenen aan het eigen voertuig, ofwel aan eigen integriteit of gezondheid, werd me bijna te machtig.

In het aantal ambulances op weg en in de cijfers van ziekenhuisopnamen herkennen we de agressie tegen eigen- en andermans leven. Je kunt wel denken dat je niet in een auto gaat zitten om iemand anders de wereld uit te rijden; de statistieken leren wel anders. Natuurlijk staat ons vernislaagje ons geen moord en doodslag toe. 


De primitieve laag, het ijzeren tijdperk in ons, bestaat echter in hoofdzaak uit angst en agressie. Hij die over de beste tank beschikt heeft bij gelijke intelligentie de beste kansen. Maar echt intelligente mensen hebben geen tank.

Zij weten dat tanks primitief zijn en schadelijk. Geen wonder dus dat het de intelligentste zijn die het meeste risico lopen afgeschoten te worden. Indianen en Joden, Socrates en Jezus kunnen daar over meepraten. We willen niet herinnerd worden aan de twijfelachtige moraliteit van ons gedrag in het menselijk verkeer.

Intelligentie is meer dan het vermogen te overleven. De stelling dat je het leven pas wint wanneer je het eerst durft te verliezen geeft aan hoe groot de moed moet groeien om weer in harmonie te komen met de cyclische aard, met de seizoenen van onze natuur. Deze stelling letterlijk toe te passen op de snelweg getuigt van onbegrip ten aanzien van de eisen die ik aan mezelf hoor te stellen.

Onze geschreven 7 toont een lange weg naar beneden en een bescheiden weg voorwaarts of achterwaarts; dat hangt van het standpunt af, of van de hoek die 7 is.

Cultuur kan gezien worden als de collectieve inspanning om de natuur te beheersen. Natuur is er echter niet voor om beheerst te worden, is in tegendeel zelf een heerseres. En elke kneveling van deze dame wordt, op kortere of langere termijn, zwaar gestraft. Alle doelen die wij in het leven stellen en die niet getoetst zijn aan de wetten van de natuur illustreren tezamen de regressieve tendens van Zeven. Binnen deze definitie zijn het merendeel van onze culturele verworvenheden vooral ook blinde regressies.

Omdat het woord regressies negatieve associaties oproept zullen entertainers of wetenschappers bezwaar maken tegen deze opvatting. De arts kan vragen wat er regressief is aan het genezen van mensen. Afgezien van de voordehandliggende conclusies in de evolutietheorie die gaan over natuurlijke selectie en de overleving van de fitste kan ook geconstateerd worden dat genezing op bestelling de keuze ondermijnt eigen verantwoordelijkheid te aanvaarden voor ziekte en gezondheid.

Zoals de creativiteitsbranche mede verantwoordelijkheid toegeschreven kan worden voor creatieve passiviteit aan de onderkant van de piramide, waardoor bij velen minder naar buiten gebracht wordt dan wenselijk is. Vooral bij de populaire media kunnen passiviteit en daaraan afgeleide depressies angstaanjagende vormen aannemen.

De ouderen onder ons herinneren zich dat er vóór de uitvinding van de consumentenelektronica in de huiselijke kring meer gelezen, gepraat, gespeeld of geknutseld werd. Vaders die hun zonen het nobele schaakspel leren, moeders die steekjes voordeden aan hun dochter; het zijn geen vanzelfsprekendheden meer.

Entertainer of arts kunnen van mening zijn geen verantwoordelijkheid te dragen voor deze mogelijke implicaties; de tijd zal leren of die mening staande gehouden kan worden. Noch dokter, noch videoartiest zullen in de levende natuur bevestiging vinden voor de manier waarop ze zich zelf gedefinieerd hebben.

Dieren opereren geen dieren, en planten distribueren geen spelletjes en quizzen. De uitdrukking ‘wie zonder zonde is werpe de eerste steen', mag wat mij betreft in bovenstaand verband behoorlijk letterlijk genomen worden.

Er wordt beweerd dat onze emotionele ontwikkeling geen gelijke tred houdt met de ontwikkeling van mentaliteit. Ik denk dat deze uitspraak van toepassing is op vrijwel de hele culturele evolutie, zeg maar vanaf het moment dat we ons eerste vuurtje zelf konden aansteken. Want wie dacht er toen na over bommen en granaten, explosiemotoren, milieubederf, broeikaseffecten en klimaatsverandering? En zou er al iemand zijn geweest die zich emotioneel niet wel bevond in de euforie van de vooruitgang dan zou het ook niet lang geduurd hebben voor we de eerste gedragstherapeut hadden toegevoegd aan de lijst van grote menselijke uitvindingen.

Scheppers van cultuur lijken in de regel niet anders te doen dan natuurlijkheid en eenvoud vervangen door onnatuurlijkheid (ongezondheid) en complexiteit (afhankelijkheid.) Toch wil ik deze regressie niet eenzijdig negatief noemen. Ook al verslappen onze spieren tot een grens waar ze ons niet meer kunnen dragen, op een goed moment krijgen we er genoeg van.

Het positieve streepje voorwaarts binnen de ervaring van degeneratie is de bewustwording van een verlangen. We willen ervan af. Verslaafden willen van hun verslaving af, zoals bankdirecteuren -wanneer het buikje in de weg gaat zitten en de eerste pacemaker geplaatst - bezocht worden door dromen over vervroegd pensioen ergens in Arcadia. Wat er groeit in al deze ervaringen is het verlangen een beslissing te nemen, de teugels in eigen hand te nemen.

Dat regressie of degeneratie zich gedurende duizenden jaren kunnen voortslepen speelt geen rol. Natuur of evolutie laat zich niet veel gelegen liggen aan onze perceptie van tijd.

Wat vooral ook op het progressiestreepje te vinden is, is toenemende concentratie. Het volgen van tv beelden of het besturen van een automobiel vereist gespannen aandacht. Deze aandacht is weliswaar naar buiten gericht, maar klapt de richting om, en dat gebeurt in de hogere getallen, dan hebben deze oefeningen de basis gelegd voor zelfwaarneming

Zo kunnen we de ontwikkeling van de rede zien. Waar rede tot wetenschap en techniek leidt vullen we onze kasten onveranderlijk met nieuwe lijken, hetgeen overeen komt met de stelling dat hetgeen we buiten onszelf scheppen van binnen sterft. Ik ken een herder die al die stadse lui maar zombies vind. Kuddedieren!

Waar de rede zich richt op de mogelijke redenen van ons bestaan begint de progressie. In werkelijkheid zijn regressie en progressie een ondeelbaar proces. Zonder de pijn van de regressie leren we de relatie tussen natuur en cultuur niet kennen.

De eerste les van de evolutie leert dat de ‘gunstigste' afwijkingen de meeste kans maken op overleving. Voor sommigen onder ons mag de gedachte - dat het hebben van afwijkingen een doel dient dat voorbij onze horizon ligt - troost bieden. Persoonlijke eigenaardigheden hoeven niet altijd onmiddellijk aan arts of psychiater voorgelegd te worden. Verliezers in het proces van natuurlijke selectie maken de ruimte voor de winnaars, en ook voor de verliezers is er winst. De overgang van leven naar eeuwig leven valt volgens paranormale talenten en mystici wel mee. Zij die ‘bijna dood ervaringen' onderzoeken geven er hoog van op.

Dat de afwijking de norm is een last voor hen die het projectiestadium niet te boven zijn gekomen. Beschouw je jezelf als de norm dan is het niet mogelijk de ander te zien, en zonder de ander kan het ik niet onderscheiden worden. In zo een geval is het orakel dood en hebben we wel ogen maar zien we niet, hebben we wel oren maar horen we niet enz.

Zeven is een cyclisch getal. Na elke zevende dag begint er weer een nieuwe week.

In de Zegewagen gaat het om het opdoen van zoveel mogelijk ervaring. Pas wanneer we zien hoeveel er geleerd kan worden van de eigen biografie en ons van harte aan dat leerproces wijden kan er een eind gemaakt worden aan de verveling van overmatige herhaling en kan het lijden aan lage energie uitgebannen worden. Maar ook hier ontlopen we de dubbelzinnigheid niet. Zolang we slechts gelokt worden door de schone schijn van het nieuwe, staan we stil in het leerproces. Betekenis is niet oud of nieuw. Het is mijn eigen onderscheidingsvermogen, de eigen hoogst persoonlijke talenten die geschiktheid voor voortgaande ontwikkeling, voor een eigen evolutie, bepalen.

Ben ik bereid om de hele wereld te offeren ter wille van die eigen overleving dan heb ik misschien de betekenis van die wereld onderschat; dan kan ik slechts overleven naar een uiterst beperkt bewustzijn. Kan ik daarentegen sterven voor de waan van deze wereld dan kan ik de uitgespaarde energie gebruiken voor de reis door de eigen ingebouwde mogelijkheden, het oneindig onbewuste.

De Zeven is op zijn best een menging van deze mogelijkheden. Elke positie die bereikt kan worden in het toernooi om de schone prinses is zo een menging. De werkster of de minister president; iedereen knutselt aan de eigen menging die aan onvolmaaktheid weer ten onder moet gaan, waarna nieuwe fantasieën in een volgende poging kunnen worden omgezet.

Dat de eetlust van de Geliefde niet gering is verklaart waarom we denken dat het aantrekkelijker is president te zijn dan werkster. Toch hebben werksters gunstiger overlevingskansen dan presidenten. De familie Kennedy kan dit desgevraagd bevestigen.

Ons streven naar het ideaal of naar de top is een streven naar eenzaamheid. Dit streven kan weerzinwekkende vormen aannemen of kan juist een idee geven van de heroïsche aard van onze soort. Denken we aan Het instituut ‘oorlogsmedaille' dan komt dat weerzinwekkende aspect van heroïek wat duidelijker over het voetlicht. Een lintje voor de deelnemers aan een moordpartij als uitkomst van competitie in zijn meest extreme vorm. In de pikorde willen er teveel nummer één zijn. We willen maar niet opgeven!

Weglopen van huis wordt wel geduid als een verlangen uit een leven te stappen dat als te zwaar wordt ervaren. Toch vindt dit morbide reisdoel van de Verloren Zoon rechtvaardiging in een lijden dat in ondraaglijkheid geen andere uitkomst toelaat dan de terugkeer naar het huis van de Vader, en er zijn er die dat inderdaad zien als een metafoor voor sterven.

Eenzaamheid was misschien wel mijn diepste angst. Die eenzame diepte op te zoeken brengt kennis van de diepte, en inhouden waarin ik vooral ook de redenen voor die angst hoop te vinden. In die ruimte tref ik de grens aan tussen zin en waanzin.

Het woord Zegewagen brengt ons de roes van de overwinning in herinnering. Heldendom kan heel goed de natte droom zijn van de onvolgroeide die wraak zoekt voor zijn onderwerping aan het collectief. Etymologisch betekent held ‘harde man.' Slaag ik er in minstens zo hard te zijn als het collectief dan bereik ik zonder twijfel het orgasme van de ‘zege'.

Caesar, Hitler, Napoleon, maar ook de harde feiten van de wetenschap blijven navolgers inspireren. Dat komt omdat niet gezien wordt dat de groei van persoonlijkheid vaak niet meer is dan een aspect van de groei van de collectiviteit, zoals progressie een aspect is van regressie. Persoonlijk streven zwengelt het streven aan van de omgeving. Hoe meer personen zich verliezen in die wedloop hoe collectiever dit streven in feite is.

Het gevoel van uniciteit dat we nodig hebben om een individu te kunnen zijn kan niet erg uniek zijn als het afgekeken is van het gedrag van alle anderen, of daar slechts een reactie op is.

De eventuele zege die ik ervaar is niet wat mijn verlangens me ooit voorspiegelden maar is de belichaming van de collectieve inspiraties. Bij deze stand van zaken begrijpen we dat ons papegaaiencomplex de helden voortbrengt die ze verdient. Dit soort overwinnaars persoonlijkheden te noemen mag; ze individualisten te noemen slaat nergens op.

Ontwikkeling is een totaalproces waarin de verst verwijderde ster een even centrale plaats inneemt als het onbeduidendste korreltje zand. Elk persoonlijk streven, inclusief dat naar verlichting, doet tekort aan die verlichting als elke stap in ontwikkeling geen dienst is aan het geheel. De ware verlichting ligt dan ook in de dienst aan de wereld. 3 x 7 = 21, de Wereld!

Als lichaam, ziel en geest samenwerken in de taak de materiële werkelijkheid (dus ook het eigen bestaan) tot verlichting te brengen activeren wij de Nieuwe Wereld die ons is beloofd, en hoeven we niet langer te wachten op een Messias of andere ‘held' die dat wel even voor ons regelt. De wereld verbeteren, zegt volkswijsheid, doe ik door mezelf te verbeteren.

Om de geest te herstellen die de Roomse Kerk officieel uit haar protocollen had geschrapt moet de aandacht die hoofdzakelijk op uiterlijkheden en dogma's is gericht omgebogen worden naar het innerlijke Koninkrijk. Contemplatie van het zelf heeft de mens het bestaan onthuld van de zeven centra in het eigen lichaam.

Deze zeven chacra's zijn thans als gesloten bloemknoppen. Door aandacht kunnen deze energiecentra geopend worden waardoor de chemie van ons lichaam zo wordt gewijzigd dat bewustzijn zich uitbreidt tot het meest verborgen zandkorreltje en tot voorbij de verst verwijderde ster. Het openen van deze Lotusbloemen spreekt tot de verbeelding.

Het is dan ook geen wonder dat de lustige mens die het in de Geliefde nog niet helemaal kon vinden hier in Zeven seksuele technieken en/of het gebruik van drugs heeft geïntroduceerd in de verwachting hiermee een snelweg naar verlichting te hebben aangelegd. De magie heeft de grenzen van deze technieken verkend en er een zwarte reputatie mee opgelopen.

Het zijn ontwikkelingen in de mystiek die aantoonden dat de voorhang die ons van onze toekomst scheidt niet van onderen naar boven, maar van boven naar beneden geopend moet worden. Psychoanalytische procedures richten zich op het onder bewuste. Logischer en veiliger is de mobilisatie van het boven persoonlijke licht, en het gebruik van dat licht om de duisternis van het onder bewuste mee te verdrijven. De supramentale yoga die Aurobindo vooral met het oog op westerlingen heeft ontwikkeld, heeft de verdienste een introspectieve techniek te integreren in de hectiek van het volle leven.

Zeven heeft te maken met het vinden van een richting. Als elk mens uniek is, ook in zijn talenten, dan kan individualiteit pas zichtbaar worden als ontwikkelingen gebaseerd zijn op de reeds aanwezige talenten. Voor menigeen onder ons is het niet zo duidelijk wat nu wel de eigen talenten zijn, de voerman heeft de teugels niet in de hand.

Talenten vormen niet alleen de drijfkracht in het proces van zelfontdekking, maar zijn er ook de expressie van. Van de spontaniteit in de kindertijd waarin die eigenheid zich nog manifesteerde in felle voorkeuren naar het moeizame gemanoeuvreer in een markt van ‘opportunities' valt het niet altijd mee de eigen identiteit te bewaren.

Dat niet kennen van de eigen aanleg dwingt in Zeven tot de ontwikkeling van wat dan ook. Dit sluit mooi aan op de gedachte dat we vooral ook moeten ontwikkelen wat we niet denken te zijn. Onbekendheid moet bekendheid worden en Zeven geeft daar volop ruimte aan.

Ontwikkeling in iets wat we eigenlijk niet zijn gedraagt zich als een boemerang. De pijl die we op onze doelen richten doorboort geregeld het eigen hart, zodat we uitvinden dat we wel degelijk een hart hebben.

We kunnen het ook zó zien: in het spel van progressie en regressie, van ‘ups' en ‘downs', wordt ervaring opgebouwd in de relatie tussen begeerte en bevrediging. We staan in de wereld en dus zullen we die wereld aanpassen aan onze behoeften. Mij werd ooit verteld dat de beste manier om een organisatie te leren kennen voortkomt uit pogingen die organisatie te veranderen. Juist onder druk van weerstanden wordt duidelijk dat de wereld een spiegel is die laat zien hoe het er met de eigen ontwikkeling of met de eigen innerlijke organisatie voorstaat. Het ontwerp van een tank komt direct weer op de tekentafel na een verloren veldslag. We hebben een betere tank nodig. Verlies is een motor voor de vooruitgang. 


Eigenlijk is de richting in grote mate bepaald door de omstandigheid dat we al vanaf het eerste uur in ons bestaan begonnen zijn met een demonstratie van iets dat je persoonlijkheid zou kunnen noemen. Persoonlijkheid is een soort vluchtsimulator. Daarin leren we manoeuvreren en sturen. Als persoonlijkheid in alle richtingen is verkend en geaktiveerd; als een organisme een bepaalde mate van complexiteit heeft bereikt ontstaan er nieuwe mogelijkheden. Evolutie blijft op alle gebieden van het bestaan mutaties genereren. De mutatie van persoonlijkheid kan haast niet anders dan de sprong zijn naar individualiteit.

Persône was oorspronkelijk het masker dat in het antieke theater het gezicht van de acteur verborg. Ook woorden als rol, karakter en persoon komen als betekenis in aanmerking.

Persoonlijkheid is vaak een idealisering van inhouden die met aanleg of talent te maken hebben. Grote kunstenaars of wetenschappers hebben niet altijd door dat het beste wat ze voortgebracht hebben ingevingen waren. Niet het masker spreekt, maar wat zich daarachter verborgen houdt. In meer traditionele tarotboeken wordt de bron van deze ingevingen in God gelokaliseerd.

Daar heb ik niets op tegen, zolang maar duidelijk is dat God hier geen man met een baard is die in de hemel woont. Ik blijf er bij God te definiëren als een vermoeden van wat de eigen hogere mogelijkheden zijn, de zogenaamde sluimerende vermogens ofwel de bron van alle dingen die in dit verhaal het projectiepunt werd genoemd.

Net als lichaam en traditie is persoonlijkheid een voertuig voor geïncarneerde geest.

Persoonlijkheid biedt de mogelijkheid het ik als iets heel persoonlijks te ervaren en een houding aan te nemen. De ene keer ben ik diplomaat, de andere keer in tranen. Ik kan boos zijn of in de armen van mijn geliefde. Allemaal rolletje. Dat ik niet in de gaten heb dat het rolletjes zijn die ik speel is eigenlijk heel eigenaardig. Onbewustheid echter is vaak een bescherming tegen inhouden die nog een maatje te groot zijn.

Omdat ik werkelijk denk dat ik ben wat ik mezelf en mijn medemensen voorspeel kom ik in grote verlegenheid als ik die rollen niet meer kan of wil spelen. Wat blijft er over van mijn zijn zonder de verschillende uitbeeldingen die ik daar aan gaf?

Identificatie met auto, traditie, ras, godsdienst, of met nog weer een ander aspect van de ruimte waarin geïncarneerd wordt; al deze vluchtheuvels zullen uiteindelijk geslecht moeten worden. Geen van deze dingen zijn wat ik ben.

Als deze kaart opkomt vraag ik me af wie hier dan wel de teugels in handen moge hebben.

Wat de menner zoekt in 7 is richting (direction). Omdat alle archetypen het verhaal vertellen over hoe ik zelf in elkaar zit bekijk ik 7, en daar herken ik de hand van de Magiër, als de innerlijke directeur die steeds weer de richting aangeeft, die bepaalt of ik zal spreken of zwijgen, of ik links of rechts afsla.

Ontwikkel ik het eigen innerlijk oog of val ik in jouw mooie blauwe ogen? Achter elke handeling, achter elke rimpeling in gedrag zit een beslissing waarvan Zeven ons uitnodigt te proberen er achter te komen wat het nu precies is in onszelf is dat al die beslissingen neemt en waarom.

Wij mensen zijn doeners; als we in onze geweldige daadkracht echte kwaliteit willen brengen is het niet voldoende alleen maar te kijken of we nog op koers liggen; nagegaan moet worden of de voortgang in harmonie blijft met de uitgangspunten die aan de beslissing ten grondslag lagen.

Onze ontwikkeling lijkt stadia van sturen, besturen en tenslotte zelfbestuur door te maken.

Schrijvende over richting en doel, komt al vlug het woord ‘bedoeling' in beeld.

In een documentaire over Peru hoorde ik een stokoude Indiaanse vrouw zeggen; ‘Everything in life has a purpose'.

Dat wat we voor het blinde lot aanzien kan zo keihard toeslaan dat betekenis of bedoeling onvoorstelbaarheden worden. Ik durf te denken dat niet het lot blind is maar wij zelf.

We zien zo weinig van het geheel dat er al heel lang verlangd wordt naar een betere bril of oog. Dat oog is ons derde oog gaan heten.

De symboliek van het oog is zo omvattend dat ik hier niet ontkom aan de plicht te proberen de belangrijkste componenten met elkaar in een begrijpelijk verband te brengen.

Dat ik dat nog niet kon aanpakken in hoofdstuk Drie hangt samen met de innerlijkheid van dit derde oog. De weg naar binnen krijgt niet eerder dan in Vier de precisie die nodig is positie en vervolgens andere eigenschappen van innerlijke inhouden vast te stellen.

In Jenkins: “De terugkeer van de Inca. Een spiritueel avontuur', vond ik op pagina 272 een beschrijving van het zevende oog. Een voor de vier elementen, een voor de twee ogen en het traditionele derde oog. Hier wordt het innerlijk oog uitgebreid tot het gehele astrale lichaam waarin de 7 chacra's de dynamische knooppunten zijn.

Zeven is 4+3. Met dank aan Vier weet ik met zekerheid wat de ‘richting' is van mijn ontwikkeling: het inwendige punt van oorsprong.

Het oog wordt in de eerste plaats geassocieerd met licht. Licht wordt geassocieerd met de Zon en de Zon is een zinnebeeld van bewustzijn en is het natuurlijke centrum van het stelsel dat we bewonen.

Zonder zon, zonder zicht of inzicht zouden wij geen kennis of bewustzijn hebben van de fysieke wereld. In de mythologie worden de twee ogen in verband gebracht met het zonnebewustzijn en het maanbewustzijn. Bij de meeste mensen vinden we dit makkelijk terug in de ogen, waarvan er een als het ware de wereld in kijkt, en de ander naar binnen. Ik zou ook kunnen zeggen dat het ene oog geschikt is voor direct licht; het andere is gevoelig voor gereflecteerd licht. Lezen van papier is comfortabeler voor ons gezichtsvermogen dan lezen van een computerscherm.

De wens mijn twee verschillende manieren van waarnemen tot eenheid te brengen ligt in het verlengde van de noodzaak chaos en orde, dan wel spanning en ontspanning te verenigen. Het is niet zo makkelijk me een voorstelling te maken wat er gebeurt wanneer deze twee manieren van waarnemen uitmonden in één waarneming.

Dat verklaart waarom het ook voor helderzienden moeilijk is te beschrijven hoe dat heldere zien nu precies werkt. Nog moeilijker wordt het wanneer helder zien zich niets meer aantrekt van tijd en ruimte, en voorschouw wordt van gebeurtenissen die in de toekomst aan de andere kant van de wereld plaats gaan vinden.

Symbool van de vereniging van de tegendelen is Horus, het eeuwige (tijdloze) kind.

Horus wist dank zij zijn moeder Isis, die voor magische krachten en voor de ontwikkeling van de moraal stond, het denken van zijn tijd (de Zon) te overtuigen van zijn rechten, waardoor Horus in staat werd gesteld te triomferen over de chaos (Seth).

In de ontwikkeling van het woord oog, vinden we zijpaden naar ‘holte' maar ook ‘manifest'. Nog interessanter via het Engelse eye komt in klank het ‘ík' weer om de hoek kijken, en als dan in de etymologie van ‘oog' het woord ‘bron' genoemd wordt hebben we weer aardig wat materiaal om voorstellingen te maken van de symbolische uitwijdingen die we kunnen baseren op het oog. Ik kan maar een beperkt aantal lijnen volgen en laat welbewust veel open voor de lezer. Misschien kun je jezelf manifesteren door uit je hol te kruipen en het Ik te bekijken als bron van heel veel richtingen die uiteindelijk verwijzen naar waar ze oorspronkelijk vandaan komen. Mens ken Uzelf!

Niet hoe het is maar hoe ik het zie, is bepalend voor de manier waarop ik reageer. Het belang van het waarnemingsvermogen van een voerman wordt hier centraal gesteld, zoals de menner op de kaart in de driehoek die hij maakt met de twee sfinxen ook het middelpunt is.

Zeven staat nog maar op een been. De relatief logische conclusies van mijn denken over veelheid en chaos moeten in de getallen vanaf 10, en met name in 12 en 21, tot bewuste ervaring gemaakt worden.

Hoe nauw de relatie is tussen 7 en 12 blijkt uit het volgende: Zoals 4+3 7 maakt, zo maakt 4x3 12.

Dat deze relatie ook verwijst naar die tussen de klassieke planeten en de vaste tekenen van de zodiak illustreert dat kennis van het ene orakel kennis is van alle orakels.

Dat 4 het eerste getal is dat deelbaar is door iets anders dan zichzelf, zoals 3 het eerste getal is dat on deelbaar is door iets anders dan zichzelf, zegt wellicht iets over de primaire betekenis van de hier bereikte veronderstellingen. Vandaar die veronderstelde perfectie. En laten we wel zijn; een beetje optimisme kan geen kwaad in een wereld waar we zo worden geplaagd door de gevolgen van onze keuzes.

Het teken ‘7' doet denken aan een haak. De navelstreng is een koord dat zich hier ontwikkeld heeft tot een vislijn. In Engeland zeggen ze: ‘What is the catch'?

Catch betekent van alles en nog wat. Ik kies hier voor ‘het addertje onder het gras'. In Zeven hebben we de Zondag bereikt. Op die dag kunnen we het geheel van onze scheppende kwaliteiten overzien. Het ging in Zeven om richting en doel. Sinds alle keuzes gemaakt zijn vanuit de erfzonde die onwetendheid wordt genoemd kunnen we op zo een Zondag overvallen worden door twijfel, mismoedigheid of zelfs wanhoop. Ik tenminste heb van die momenten dat het lijkt of alles wat ik ooit gedaan heb in mijn leven volkomen verkeerd was.

Ik zei al, een beetje optimisme kan geen kwaad. Zoals we erbarmen kunnen hebben met anderen is het zinvol ons vermogen tot mededogen vooral ook op onszelf te oefenen.

Het getal 7 kreeg bijzondere wijding, aangezien de koning op de zevende volle maan na de kortste dag stierf. De koning representeert onze verbinding met onze hogere onbewuste vermogens. Om vooral ook ruimte te geven aan de groei van deze verbinding moet die koning met regelmaat geofferd worden. Loslaten is een angstaanjagende bezigheid, dat is niet anders in Zeven. Alles dat ooit gegrepen is moet ook weer losgelaten worden. That's the catch!

Op de vraag over de stuurbaarheid van mijn aandoeningen geeft Zeven niet het antwoord waar ik naar zoek. De stuurman moet het doen zonder leidsel. Impulsen die in gedrag uitmonden komen van een bewustzijnslaag waar we geen toegang toe hebben. Zoals we rollen spelen om vorm te geven aan de behoefte iets of iemand te zijn en daarin opgemerkt te worden, zo verzint het meer toegankelijke deel van bewustzijn motief, doel en bedoeling van onze uitingen. Het is onzin om dit proces leugenachtig te noemen. Er zit immers geen opzet tot leugen in. Maar met waarheid heeft het ook weinig van doen.

Ook hier moet symboliek de patstelling doorbreken.

In het waarom doe ik dit, waarom ontwikkel ik dat, zit het begin van duiding. Partnerkeuze en een daaropvolgende samenleving die slecht uitpakt kan als ervaring in veel stukjes geknipt worden. Als elk stukje onderzocht wordt komen de inzichten vanzelf. Een partner die nooit thuis is kan geassocieerd worden met de Zegewagen of met de verloren zoon. De vraag ontwikkelt zich in: Waarom moest ik mij verbinden met iemand die het leven eigenlijk te zwaar vind en liever in de duisternis van het niet-zijn zou willen verdwijnen?

Er van uitgaande dat we de eigen schaduw projecteren in de partner beginnen we afhankelijk van de antwoorden die opkomen een begin van inzicht te krijgen in motieven en richtingen.

Koerswijzigingen in de eigen ontwikkeling ontlenen hun zinrijkheid aan het ontstaan van dit soort inzicht.

De combinatie van management en wijsheid geeft aan dat de wijze van handelen (5) door onbewuste inhouden (2) wordt aangestuurd. Het luisteren naar de hele kleine stemmetjes in onszelf wordt intuïtie genoemd.

Crisis onderweg treft ons in de regel omdat we geen gevolg hebben gegeven aan ons vage voorweten. Intuïtie mag een minder ferme greep lijken te bieden dan een paar teugels in de hand; geven we aan dit schimmige vermogen meer aandacht dan zal blijken dat intuïtie de ingang is tot het soort wijsheid dat met de Ouden ten onder is gegaan en dat verbonden was met de Maan en dus met matriarchaat.

 

Joachim Bunders 

 

Vervolg: Vallen in getallen hoofdstuk 8: Gerechtigheid 

Partij voor de Liefde

Home - Partij voor de Liefde

26 april 2024

Bilingual (English & Dutch) website of the international visionary social political movement and Party for Love Governance inspired by Saint Germain of The Great White Brotherhood. - Tweetalige website van de Partij voor de Liefde, een politieke beweging en partij voor de Gouden Eeuw van Aquarius

Search

Ander Nieuws +