personal4

Artikelindex

De vraag die zich aan mij opdringt in de Hogepriesteres is: ‘Hoe herstel ik Eenheid tussen de tegenstellingen; tussen Gevoel en Rede? Het orakel antwoordt steevast, kijk in de spiegel en ken Uzelf! En alles wat ik meemaak, alles wat ik tot mijn werkelijkheid reken maakt onderdeel uit van mijn persoonlijke, symbolische spiegel.

Voor elke lezer zal de vraag naar- en aan de Hogepriesteres anders luiden. Hoe de vraag er ook uitziet; het antwoord zal niet verkregen worden zonder de overwinning van aanzienlijke angsten. Het positief komt niet zonder negatief.

De Hogepriesteres voor het eerst in de rij die ik nu volg vertegenwoordigt de idee van een Getal, en als zodanig zou je haar de Moeder van alle Getallen kunnen noemen, en bezit zij intieme kennis van de idee die achter getallen of werkelijkheden schuil gaan. De nacht is niet alleen de geboorteplaats van angsten maar ook van dromen die ons onderrichten in het begrijpen van symbolen.

De Hogepriesteres (2) is als een vraagteken en het vraagteken is een manier om het symbool onder de aandacht te brengen.

Symbool betekent samenvoeging. De vraag naar betekenis heeft betekenis op zichzelf.

De vraag is waarheid. De antwoorden zijn kunstgrepen, zijn fantastische uitwijdingen in richtingen die soms nauwelijks iets meer met de vraag te maken lijken te hebben.

Op liefdeslichte benen danst mijn fantasie een wereld bij elkaar die, zelfs volgens hele goede vrienden, niet altijd spoort met de echte wereld. En het is moeilijk te zeggen of de verschillen te wijten zijn aan mijn fantasie of aan de werkelijkheid. Ik mag kiezen voor elke waarheid die mij past. Dat gelukkig dus wel.

Ik vind mysterieuze meerwaarde in het projecteren van sprookjes op werkelijkheid of nuchterheid. En ook projecties van romantiek op rechtlijnige seksualiteit of van intelligentie (intuïtie in actie?) op kennis - openen werelden van vernuft.

Ik ben het slipje van de Hogepriesteres. De Hogepriesteres wordt graag gesluierd afgebeeld. Dan weten we tenminste dat we met een mysterie te maken hebben.

Ik trek de sluier weg en zie een geopend boek. Kijk ik beter dan blijkt het een vagina te zijn. Ik zie de clitoris, het topje van een zeer analoge berg.

Dit meest positieve punt op het machtige lichaam van de hysterie spreekt een taal van zichzelf.

Het is een taal die gelezen wordt in grote temperatuurverschillen en in veranderingen van humiditeit. Aanraking van dit topje kan krankzinnigheid bewerkstelligen waarin tijd en ruimte wordt vervormd en waar hoge energietransporten in “slow motion” gegrepen en begrepen kunnen worden.

Ik ben dat slipje en ik raak dat punt. O jee!

In al mijn aanrakingen en ontmoetingen, in al mijn staten van bewustzijn deze top te beklimmen is als het toelaten van vergrote lust en vruchtbaarheid die mijn werk (ofwel mijn liefdesspel) zeer ten goede komt.

Wat ik aanraak is de clitoris van de grotere werkelijkheid. Een moment kan mij koud laten. Dan mis ik het punt. Aanraking van dit knopje in mijn realiteit kan mij opwinden tot voorbij het gezonde verstand.

Waar zit het precies? Waar zit die schakelaar? Een vraag die Colin Wilson zich stelde in al zijn werken. Hij noemde het de X-factor, een aanduiding die toch ook weer naar het kruis verwijst.

Het is gesluierd. Opwinding kan hartverlammingen veroorzaken. De binnenkomst van heel grote energieën creëert veiligheidsproblemen voor het bestaande organisme. Het is in de Tempel waar ritueel en concentratie een ruimte creëren waarin deze energieën met minder risico's kunnen worden binnen gehaald.

Wat de sluier beschermt is toch in de eerste plaats onze kwetsbaarheid. Wanneer noodzakelijke aanpassingen van normen en waarden samenvalt met ontsluiering komt die gevoeligheid bloot te liggen. De sluier vertelt me ook dat de mens inderdaad een raadsel is voor de mens. Dat kwetsbaarheid in direct verband staat met zelfkennis, en vooral met het gebrek daaraan, is een intrigerende vaststelling. Dubbelzinnigheid in het woord ‘ZELF' wil dat dit innerlijke identificatiepunt etymologisch zowel sterk betekent als zwak. Dat klopt ook wel. De een vindt expressie van kwetsbaarheid een teken van zwakte, voor een ander is het juist een demonstratie van kracht; een mooi voorbeeld van de volledigheid van de kern waar eenheid geen tegenstelling is van veelheid.

De associatie van de Hogepriesteres met het vraagteken wordt een vanzelfsprekendheid en ook een absolute noodzakelijkheid. Dat wat de sluier verbergt representeert onze bijna universele onwetendheid. Het stellen van vragen is een erkenning van die onwetendheid en is ook een poging aan die onwetendheid een einde maken. Als al het ENE besloten ligt in al het andere kan conflict opgevat worden als een misverstand; en daar kan iets aan gedaan worden.

De scheppingsmanifestatie van EEN ontwikkelt in twee gevoel waarmee het potentieel, de kracht van deze manifestatie wordt geïdentificeerd.

Ik begrijp nu waarom het zo jammer is dat ik de zogenaamde werkelijkheid als een vanzelfsprekendheid heb leren zien. Opvoeding heeft mij onvoldoende duidelijk gemaakt dat elke werkelijkheid een uniek eigen lustknopje bezit; dat er een knopje in mijzelf bestaat dat ‘bij aanraking' werkelijkheid kan ontdoen van vanzelfsprekendheid. Bij voldoende stimulering van dit punt open ik mij voor gevoel, en daarmee voor de elementaire energieën die ten grondslag liggen aan bestaan of illusie van het stukje werkelijkheid dat ik voor ogen heb. Dat kan ik niet bedenken; dat moet ik echt meemaken, echt voelen!

Het verhaal van de Magiër en zijn toverstokje vindt onthaal in een gevoelsonderzoek dat afwisselend met groot genot en groot ongenoegen wordt ingesteld. Stimulatie en overstimulatie.

In elk biografisch fragment zit een punt dat gevoelig is. Gedrag kan dit punt vermijden of juist opzoeken en aanraken.

Studie in de Tarot, een onderzoek naar de staat waarin ik verkeer, legt mij archetype voor na archetype. Ik elk getal dien ik het gevoelige punt te vinden.

Aangenomen dat het lustpunt in de Hogepriesteres er anders uitziet dan in Gematigdheid, lijkt het voordehandliggend dat ik in mijzelf een soort gevoeligheid dien te vinden, een antenne waarmee ik de gesluierde positie van dit punt kan bepalen.

Ik noemde het een slipje. Fetisjisme. Het afgodisch vereren van een punt dat in verbinding staat met het onbekende bekende.

Helaas worden vrijwel alle iconen van onze oeroude maancultus geassocieerd met afgoden; daar hebben onze patriarchen wel voor gezorgd. En dus, als EEN totem uitbeeldt, dan inderdaad moet twee in verband worden gebracht met taboe.

Misschien moet ik de fantasieën onderzoeken die ontstaan rond het schrijven van deze hoofdstukken. Fantasieën komen uit een onbekend gebied en daar waar ze de realiteit snijden (X) mag heel wel de positie van mijn knopje te vinden zijn.

Ik fantaseerde over het schrijven van een verhaal waarin een jongeman die op afstand, in een elektrisch-magnetische aurawereld, andere individuen masturbeerde, waarbij hij de energie die dit in hem opwekte naar innerlijke bestemmingen en functies leidde. Dit alles met een oog op Tantrische verlichting.

Het ging allemaal goed en wel totdat... er een ander individu op het toneel verscheen die zag waar hij mee bezig was en op dezelfde toverachtige manier mijn held begon te af te tappen.

Dit verhaal is niet geschreven of gepubliceerd. Het is slechts een fantasie.

Aan mij te onderzoeken of ik hierin een beschrijving mag zien van een proces dat zich in mij afspeelt - in relatie met mensen, dieren, planten en dingen? Hoe innerlijke aanraking zich verhoudt tot uiterlijke aanraking?

En ook wat het verschil is tussen aanraken en aangeraakt worden...

Of wat er gebeurt wanneer de invloed van de Magiër in mij afneemt en die van de Hogepriesteres toeneemt...

Elk gevoel legt de vinger op een knop. Gevoel zelf is een tunnel waarin we regelrecht naar de uitgang vallen. En naar de ingang. Eenmaal tussen de benen van Twee lijkt er nog maar één richting te bestaan; een richting die in en uit gaat.

Het gaat niet alleen om symbool. Het gaat om verlangen naar eenheid en gevoel voor werkelijkheid; om verwerkelijking - of liever – om bevrediging van een verlangen.

In mijn streven naar bevrediging besef ik ‘door en door' te moeten voelen en mij niet te verliezen in standaardreacties.

Gevoel wijst de weg naar de volgende associatie. Zolang ik in contact ben met het gevoelige punt ontbreekt het me niet aan inspiratie en orgasme.

En ook niet aan chaos en ondergang. Het gevoelige punt ligt als een waakhond aan de voeten van het Ik. Er is lef voor nodig het monster met ogen als wagenwielen van zijn kist te tillen zodat de inhoud onderzocht kan worden. Maar met wat zelfvertrouwen, een goed woord en een koekje komen we een heel eind. Die honden zitten er alleen maar om de angst te meten. Alles wat lukken kan in twee, kan ook mislukken. Elk woord kan tegen mij gekeerd worden.

De vrijheid van de Magiër wordt beperkt door zijn eigen scheppingen. In zijn vernauwing creëert hij, dat spreekt vanzelf, beperktheid en onvolmaaktheid.

Ik heb mij beperkt tot een punt waar ik uitsluitend zie wat ik denk te zien, uitsluitend ben wat ik denk te zijn. Ik noem dat mijn conditie. En dat helpt mij een redelijk bestendig zelfbeeld in stand te houden.

De voortstormende Fool heeft echter helemaal geen zin in stagnatie of beperkingen, die wil bandeloos uitschieten. Avonturen beleven. Ervaring opdoen.

Ik wil twee dingen tegelijk.

Als de tegenstelling maar genoeg gevoeld wordt komt de pijn vanzelf. Onze Januskop ziet het verloren paradijs en de zelf geschapen troep in één oogopslag. We kunnen raden naar de weemoed in deze blik. Paradox en mijn schizoïde natuur waren in Nul en Een overwegingen of veronderstellingen; in twee doen ze echt zeer. Pijn echter moet me ontvankelijk maken voor gevoel, voor meer besef van de staat waarin onze lieve wereld verkeert.

“Is it worth all the pain”, zingt Jack Grunsky ergens. Ik gil er dan gewoonlijk, soms met enige hysterie, over heen: “Yes...., Yes!”

Want de spiegel van het leven is een toverspiegel. In alles wat ik doe toont het me wat ik zoek na te laten. Het toont ook wat ik doe door nalatigheid. Het toont mijn ware natuur, toont me wat ik eigenlijk wil, en daarmee wat ik eigenlijk ben. Volgens de Hogepriesteres zijn we altijd in het heiligdom. Potentieel ben ik altijd in contact met gevoel. Of niet?

Hoe ook, hoe lekker een bepaald gevoel ook kan zijn; gewenning is de zwanenzang voor de student die ik wil zijn.

De jaloerse God.

Eigenlijk zou de Magiër die Hogepriesteres willen zijn. Na het projecteren van al dit gevoel in de Hogepriesteres blijft hij niet lang warm van de vuurtjes die hij stookt. Zij geniet tien keer zoveel van de geslachtsdaad, denkt hij. Zijn woede buiten dit grootste genot te staan houdt hem in beweging en verleidt hem er toe steeds dieper in de schepping door te dringen. En hoe dieper hij doordringt hoe dichter hij bij zijn pijn komt.

Zijn zwerftocht voert hem steeds verder van de oerstaat. Maar hoe verder hij zich van zijn God verwijdert hoe dichter hij Hem nadert. Het einde van de pijn is het begin van de glorie. Hij hoeft alleen maar zijn projecties terug te trekken. Pijn onderwijst hem in afzien.

Zie ik realiteit als schaduwen die mijn fantasie op de muur werpt dan is het gerechtvaardigd meer aandacht aan die schaduwen te besteden. De rust in mijn werkkamer is de schaduw van mijn tot stilte gebrachte innerlijke ruimte. Het kraaiennest in een hoge boom, een uitkijkpost voor iemand die een verhaal probeert te schrijven met uitzicht op een wijdere omgeving.

Indianen vertelden me dat de kraai de schepper is en de beschaver van de zichtbare wereld.

In het heldere zien zijn er zoveel mogelijkheden. Een boodschapper. Een wachter op mijn graf.

Waarom schrijf ik dit, en wat betekent het?

Door de tegengestelde betekenissen van de symbolen in mijn biografie tot mij door te laten dringen kan ik mogelijk structuur ontdekken in de ordeloze galop die de als Magiër verkleedde Fool in de zwaartekracht van Twee wil volhouden. Door de droombeelden van de werkelijkheid te bestuderen worden de doodsdriften die in de levensdriften schuil gaan aan het licht gebracht.

Mens ken U zelve, staat er boven het Delphische orakel. De Hogepriesteres houdt het orakel onder haar kleed verborgen. Haar kleed is de Nijl of de Jordaan. Alvorens tot het geheim toegelaten te worden moet ik eerst verdrinken.

Verdrinken gelukkig is alleen maar vervelend voor mensen die geen adem onder water durven te halen. Mijn longen een keer vullen met heerlijk zuurstofrijk water en ik ben er geweest. En in de dood weet ik het misschien weer. Bewustzijnsuitbreiding is sterven voor de beelden die tussen mij en de waarheid staan. Beelden die volgens de Bijbel nooit gesneden hadden mogen worden.

Van symbolen weten we dat iedereen ze op eigen wijze uitlegt. Symboolstudie zelf leidt tot conflict; en heel wat veldslagen, belegeringen en inquisitie ontstonden in relatie tot onenigheid over de uitleg van symbolen. De gewoonlijk onvermijdelijke oorlogspropaganda wijst daar ook op. Christenen, moslims, liberalen, socialisten en kapitalisten menen niet zelden dat hun interpretatie toch net iets beschaafder, godvruchtiger of winstgevender is, en voelen zich persoonlijk gekwetst wanneer deze particuliere duidingen worden aangevallen.

Mijn ideeën hierover doen me geloven dat het leren kennen van God, Wereld of Hoger Zelf een kwestie is van poetsen. De spiegel moet zo helder worden, lucht en water zo tot stilte gebracht, dat binnen- en buitenwereld gelijkelijk bijdragen aan openbaring ofwel directe kennis. In de dualiteit wil in de eerste plaats dualiteit opgelost worden. Symbool zoekt oplossing in waarheid, zoals een olievlek oplossing vindt in zonlicht.

Wat er ook over inwijding en verlichting geschreven mag zijn; instemming met hier en nu is al een hele opluchting. Vooral als je je van de mogelijkheid bewust bent dat er misschien wel helemaal geen volgend hier en nu zal. Althans niet zoals we ons dat denken.

Het orgastisch bewustzijn kent deze mogelijkheid! Ik ben heel even ego-loos, even los van de dualiteit.

Opvoeders, kerken en goeroes kunnen ons wijzen op de noodzaak van poetsen, het poetsen moeten we zelf doen. De Hogepriesteres is het water van onze levenservaring. Door onze spirituele doop in dat water stijgen we op tot hoger bewustzijn. Alles wat ik me kan herinneren, alles wat ik voorvoel vindt plaats in het hier en nu. Als Twee zit ik zo dicht tegen Een aan dat ik deze noties van Eenheid wel toe moet laten.

De TORA is geschreven in 22 letters die eigenlijk Getallen zijn; en aan de 22 Getallen van de Tarot heeft traditie ‘personae' (maskers) toegevoegd. Alle rollen die wij kunnen bedenken en vervolgens spelen zijn mengingen van de 22 Archetypische sferen, en 22 = 2 + 2 = 4. De optiek mag veranderen. Het gaat toch steeds weer over de 4 elementen die de Magiër in balans moet zien te krijgen.

De vraag naar de Hogepriesteres, en naar elk ander fenomeen, is een vraag die vanuit aarde, vuur, lucht en water gesteld wordt. Ik volg dit voorschrift tot dusver niet in mijn essays, maar in toekomstige vereniging met de getallen zal deze vier-dimensionaliteit wel een keer aangepakt moeten pakken.

Beschrijving van de ‘Black Queen' vanuit bijvoorbeeld het element Vuur genereert ongetwijfeld wilde gevoelens. Poesje kan zomaar ineens veranderen in een verscheurend dier.

Zijnde een tamelijk luchtig persoon, toch al gauw in de war gebracht, laat ik de confrontatie met dat stukje jungle liever over aan hen die zich wat robuuster hebben geïncarneerd.

De bijdrage van de Hogepriesteres in de beoordeling van de Vier, van mijn staat van bewustzijn of van mijn zogenaamde realiteit - is herkenbaar aan de mogelijkheid een uitspraak te doen over de mate waarin de realiteiten die ik op mijn levenspad tegenkom iets zeggen over zaken die ik maar het liefst voor mijzelf verborgen houd. Als de omstandigheden ‘prettig' zijn en ‘veilig' levert dat geen problemen op. Gebeuren er allerlei ‘afschuwelijke' dingen dan lijkt het eenvoudiger de oorzaken van mijn ongenoegen in een ander te projecteren of aan ‘bad luck' toe te schrijven.

De keus hier schijnt te draaien om een genotspunt. In plezierige omstandigheden is de hele wereld dat punt, mezelf inbegrepen. Er schijn geen punt te zitten in miserabele omstandigheden. ‘What is the point'?

Hier realiseer ik me dat de Hogepriesteres niet persé abstract hoeft te blijven. Al heb ik mij in nog zo een moeilijke situatie begeven, de Hogepriesteres heeft er haar puntje achtergelaten. Dat punt trekt mij aan, maakt mij soms gek van begeerte. En ook dat lijkt gepast, anders zou ik die moeilijke situatie nooit gevonden hebben.

Om onder deze omstandigheden het punt te zien moet de sluier opgelicht worden, de angst een objectieve blik op de eigen staat te richten overwonnen worden.

In de ‘Tao of Physics', in ‘Zen and the art of motorcycle maintenance' en in heel veel andere uitingen, zie ik de wedergeboorte van de vrouwelijke wetenschap. De richting van deze ontwikkeling beïnvloed ook het beeld van de momenteel dominante mannelijke wetenschap. In de diepte van chaostheorieën wordt weer metafysica ontwaard; zoals in het afglijden van godgeleerdheid naar een barre marge het symbool weer wordt ontdekt.

Het zou mooi zijn te denken dat onze beschaving op het punt staat de relatie met haar angsten voor de binnenwereld te veranderen, en de voortekenen dat dit gebeuren gaat wijzen in die richting.

Het is het oude bewustzijn dat zich met hand en tand verzet. Toch staat de uitkomst vast.

Ik mag weten verward hebben met zekerheden. Ik mag zekerheden gezocht hebben waar ze niet kunnen bestaan. Mijn lust mag verstijfd zijn en gevoelloos van angst, toch ziet de toekomst er goed uit.

Het einde is altijd in zicht, boven het pandemonium uit klinkt de zang van een zwaan.

Toegepaste wetenschap hoort bij al die knappe leerlingen van de Magiër. De onvolledige kennis waarover zij beschikken heeft ‘helaas' (‘gelukkig' mag ook) omstandigheden doen ontstaan waar we elkaar de littekens van kunnen laten zien.

Het lijkt onafwendbaar dat toekomstige studenten zich meer met de Hogepriesteres gaan bezighouden en minder met hun liniaal. In de spiegel van de Hogepriesteres kan wetenschap buigzaam gemaakt worden met wijsheid, en uitgebreid worden met iets dat te zalig is om het te mengen met de geur van drukinkt.

De Magiër wordt in zijn rechtlijnigheid gestuit door de Hogepriesteres. Emotie, een gevoel, intuïtie; allemaal vrouwe-kul, volgens sommigen. Maar nee, zo zit dat niet. De archetypen werken in elk mens. En bij onderdrukking van een of meerdere van deze karakters kunnen we frigiditeit, impotentie of andere invaliditeiten tegemoet zien; verschijnselen die we niet alleen in de politiek tegenkomen. Kennis zal zich op een veel bewuster niveau moeten verzoenen met gevoel en intuïtie, zoals de ‘intuïtief' grammatika en idioom zoekt waarin intuïtie vorm kan krijgen.

Is EEN een straal, twee is een golf, een beeld, een klank.

Is EEN het scheppingswoord, twee is de toon waarmee dat woord in DRIE wordt uitgesproken.

C'est le ton qui fait la musique. Symbool wordt getoonzet, warme of kille geuren en kleuren meegevend aan elk uitgesproken woord.

Overeenkomstig het gevoel dat de reflectie van een symbolisch, mythologische dimensie in de bestaande werkelijkheid in mij opwekt, associeert twee met de toekomst van bewustzijn en ervaring. Haar Tempel is haar verwachting en haar stilte. Aandacht en ontvankelijkheid voor heil of doem worden onophoudelijk geoefend in het ritueel. En telkens scheppen deze stemmingen mijn kijk op de wereld, want een andere kijk is hier in de dualiteit niet mogelijk; het moet goed zijn of fout, droog of nat. In twee, of we dat nu willen of niet, staan we altijd voor de keuze. Maar de Hogepriesteres, belichaming van het onbewuste, weet dat niet. De onzichtbaarheid van NUL en EEN wekken de schijn dat er niets is dan een blind lot. En zo hoor je menig toekomstvoosrpelster onafwendbaarheden voorspellen die zich niet of geheel anders voordoen, alsof 2 + 2 altijd 4 is;een propositie waar ik juist aan probeer te ontsnappen.

Hoe bevorderlijk voor de kwaliteit van mijn omgang met de werkelijkheid zou het niet zijn om in het heetst van de strijd de stilte te horen waarin ik de fluisteringen van mijn hart kan blijven opvangen?

Angst voor overgave, wijsheid en inzicht staat gelijk aan de angst voor Hecate, voor het vrouwelijke creatieve vermogen; en de vrouw is er de laatste millennia niet al te best afgekomen.

Wie als Adam van de appel- of als Persephone van de granaat eet bindt zich aan de onderwereld. En waar een onderwereld is - is een bovenwereld. Deze twee werelden tot samenwerking en eenheid brengen doet het nieuwe leven, de nieuwe ervaring ontstaan. Een wereld zo oorverdovend, dat ik er maar liever een nieuw hoofdstuk voor aansnijd.

Nagerecht!

Ik ben niet geïnteresseerd in melodramatische effecten, en zeker zal ik niemand proberen tegen te houden op de weg die uiteindelijk toch gegaan moet worden, maar dat omgang met archetypisch materiaal behoedzaamheid vereist mag wel overwogen worden.

Esoterie wordt door bepaalde geestelijke hygiënisten als een kanker van de geest beschouwd; en het is vermoedelijk waar dat aan elke overdrijving bezwaren kleven. Niet minder waar is dat symboliek de voertaal is van elke wetenschapper, godgeleerde, politicus, estheet, kunstenaar, occultist of huisvrouw.

Cultuur, en alle aan taal en beeld ontleende instituties en bewustzijnsstaten zijn tot op zekere hoogte exponent van de historische- en geografische omgeving. Mijn begrijpen daarvan valt samen met het toekennen van betekenis.

Betekenis geven is het toevoegen van een waarde(oordeel) aan een op zich neutrale energiestroom. De feitelijkheid wordt uitgebreid met positieve of negatieve waardering. Binnen deze definitie is mijn totale belevingswereld een ruimte die zich leent tot symbolisering, tot de scheiding van amoraliteit in moraliteit of immoraliteit, mijn keuzes voor ja of nee, totem en taboe. Zo evolueert mijn schilderij van de werkelijkheid!

Ik merkte eerder op dat studie van het symbool de eigen autoriteit centraal stelt. Goddelijke-, morele-, wereldlijke- of ouderlijke autoriteit verbleekt. Zoals anarchisme de ontbinding van de rechtsstaat nastreeft, streeft symbolisch denken naar de oplossing van mijn beperkte staat van bewustzijn. Maar waar gescheiden wordt komt de vraag naar samenhang vanzelf opzetten. In het spoor van anarchisme zie je verlangen ontstaan naar solidariteit en een sociale rechtsorde.

Tot op zekere hoogte kan ook op het geestelijke- ‘of op het psychologische' vlak de hand gelicht worden met de wetmatigheden; ik moet mij er echter rekenschap van geven dat de wetten van de Geest of van het Hoger Bewustzijn niet overtreden kunnen worden zonder dat dit effect heeft op mijn psychologische realiteit. Zo boven zo beneden. Zo binnen zo buiten. In een grotendeels onbewuste staat kan ik het me misschien nog veroorloven onbewust te zijn van het bezit van een persoonlijk geweten; bij toenemend bewustzijn worden overtredingen steeds sneller en steeds heftiger gecorrigeerd.

Geen keuzes maken of keuzes die mijn innerlijk weten niet representeren brengt het vermogen tot lijden aan het licht. Niks lot! Eigen schuld, dikke bult! Ha!

Als verstokt roker kreeg ik het advies dat ik om te stoppen alleen maar ‘niets' hoefde te doen.

Het is dit aspect van de Hogepriesteres, haar inertie of haar negativiteit, dat ons moet beschermen tegen ontwikkelingen in richtingen die de spankracht van het psychosomatische ontwikkelingspunt te boven gaan.

Interesse in het bovenzintuiglijke, een tendentie naar het occulte, een verlangen iemand te zijn, anderen te kunnen genezen en te verlichten; misschien zelfs machten op te roepen die ons daarin kunnen helpen. De praktijk bewijst dat dat tot op zekere hoogte allemaal wel kan. Concentratie levert altijd wel wat op. Zonder een redelijk ontwikkelde zelfkennis of zelfkritiek is het echter moeilijk om in de nieuwe wonderwereld waarin we terecht komen de motieven van de eigen persoonlijkheid te scheiden van hetgeen binnen komt als ‘boodschappen uit het onbewuste'.

Een waarheid mag nog zo waar zijn; als het auteursrecht van die waarheid wordt opgeëist door de waarzegger of waardoener, gaat een of ander lager ego er in feite met de buit vandoor. Dit soort criminaliteit wordt mooi geïllustreerd in Zeven van de Zwaarden. Het waarneembare gevolg is uitbreiding van het persoonlijke ego, precies hetgeen de student op het innerlijke pad zoekt te offeren aan een hoger ego.

Met de groei in de kracht van de persoonlijkheid wordt de student/e voor hij/zij er erg in heeft het lustpunt (een speen) voor allerlei wonderzoekers. Het ‘lagere' ego is daar niet altijd wars van. Ook niet van de nieuwe erotische mogelijkheden die ontstaan.

Niet zelden ontstaat er onder deze omstandigheden interesse in seksuele- en Tantrische technieken. Seksuele energie is enorm. Als die afgetapt kan worden kan er weer heel wat verlangen bevredigd worden. En zo word je langzamerhand een powerhouse en lijk je wel vleugels te hebben gekregen. Totdat de reactie volgt en de diefstal tot confrontatie wordt gebracht.

De mechanismen van deze ontsporingen - en de moeilijkheden die er zijn te overwinnen om de ‘grotere geestelijke' ruimte waarin we allemaal verbonden zijn steeds goed te kunnen onderscheiden van de ‘veranderlijke en persoonlijke' ruimte zullen, zo ik aanneem, in elk archetype op een andere wijze bekeken moeten worden.

Omdat we ons in de regel meer met het persoonlijke identificeren dan met het geestelijke, worden we allemaal tot op zekere hoogte slachtoffer van dit auteursrechtelijke probleem.

Onze inzichten zijn geschenken van de Geest. Die gast de eer onthouden die hem toekomt komt onherroepelijk op mijn blaadje bij de afrekening. Ik ben gewaarschuwd.

In twee ontstaat het wij. Samen zijn we sterk. In 11 heet die sterkte KRACHT.

 

Joachim Bunders

Vervolg De Keizerin

Partij voor de Liefde

Home - Partij voor de Liefde

16 april 2024

Bilingual (English & Dutch) website of the international visionary social political movement and Party for Love Governance inspired by Saint Germain of The Great White Brotherhood. - Tweetalige website van de Partij voor de Liefde, een politieke beweging en partij voor de Gouden Eeuw van Aquarius

Search

Ander Nieuws +