donderdag 28 maart 2024

personal4

Artikelindex

HOOFDSTUK 2: De Hogepriesteres

In Bordewijk's Apollyon las ik: ‘De man heeft een ontzaglijk vermogen in het woord, de vrouw heeft een ontzaglijk vermogen tot luisteren'. HOOFDSTUK TWEE

één is  geen twee,

twee is half...

 r02

 

Vervolg van Vallen in getallen, De Magiër

ZIE HOOFDSTUK 1 : De Magiër kent binnen de eigen archetypische ruimte geen remmingen zoals een zaadcel niet om toestemming vraagt op het moment van binnendringing.

De Hogepriesteres

De Magiër gaat uit.., in...

...in de Hogepriesteres.

O muur toon mij Uw spleet.

Met 2 komt relatie in beeld.

De eerste scheppingsdag ging heen met de creatie van Hemel en Aarde. Zowel in Bijbel als Koran komt de Aarde op de tweede plaats. In essentie gaat het in twee om de manier waarop hemel en aarde zich ten opzichte van elkaar verhouden. Dat zelfs eigen scheppings kracht belangrijker wordt geacht dan die van moedertje natuur wordt gerelativeerd door de gedachte dat ook de mens natuur is.

In de meervoud die Twee is mogen we van nu af aan alles wat ik denk, voel, wil of doe beschouwen als zijnde relatief, en dat is wat anders dan het ongeremde fundamentalisme van EEN.

Ik zoek niet alleen relatie, ik ben er volslagen afhankelijk van. Zonder EEN geen twee .

Komende uit een binnenwereld moet ik bewustzijn verwerven van mijn relatie met de buitenwereld.

Kan ik het centrale punt van de cirkel openen tot een tunnel waardoor naar een groter landschap gereisd kan worden?

In twee zie ik al iets van dit landschap. Twee als hiëroglief ziet er uit als een zwaan, en een spiegelend meer is er gauw bij gedacht.

De Zwaan is ondermeer een symbool voor sensueel verlangen; en ook van de dood.

In vermaak en kunst wordt dit twee tal veelvuldig geëxploiteerd als bron van inspiratie en als voertuig naar succes.

Een meer is een beperking van de waarheid, zegt ‘The Dictionary of all Scriptures and Myths'.

Ik hoef hier niet op in te gaan; het meer was er tenslotte maar bij gedacht. Hoewel, het woordje ‘meer' op verschillende manieren gelezen kan worden.

Toch lijkt het de moeite waard te onderzoeken in welke mate de Hogepriesteres werktuig is in de aanpassing van ‘grote geest' aan het menselijke formaat, of andersom - de mens aan de waarheid; wat dat ook maar zijn moge in mijn relatieve wereld.

Mijn neiging tot bewondering voor Paradox impliceert een andere toepassing van het woord ‘meer'. Meer is nu plotseling minder dan waar een bepaald soort investeerders op rekent. Twee is voor de éé n een opstapeling van twee enen, voor een ander is het een helft van de Een. Ik heb iemand gekend die nog al eens schamperde: ‘Beter is de vijand van het goede'.

Zwaan kleef aan.

De boeiende kracht die de erotiek is en de stille aantrekking van de dood worden hier op éé n hoop gegooid. Wil ik mij een voorstelling maken van de hemel dan zou ik wat dieper in kunnen gaan op de chemie van seksualiteit en orgasme.

De Magiër staat voor de ongebonden energie die we nog al eens God noemen. De Hogepriesteres belichaamt de poort tot wat dode stof wordt genoemd. In haar vertraagt energie tot het soort ‘werkelijkheid' of ‘waarheid' waarin mijn nog beperkte bewustzijn zich thuis kan voelen. De aantrekkings kracht van dode materie op de vrije Geest van Hemel of Magiër is als de aantrekkings kracht tussen dynamiek en inertie, als tussen het mannelijke en het vrouwelijke.

Is twee nu wel of niet een getal?

Dubbelzinnigheid in de studie van twee dient zich aan zodra ik me verdiep in de geschiedenis van het getal zelf. Grotere geesten dan ik waren er niet altijd zeker van of twee wel dan niet als een getal aangemerkt diende te worden. In de Pythagoreïsche broederschap werden aan twee , net als aan EEN, bijzondere eigenschappen toegedicht; diepere-, verborgen kenmerken die mogelijk ten grondslag liggen aan mijn percepties van gespletenheid, tegenstelling en paradox.

De nabijheid van EEN vormt in twee een niet onbelangrijke compensatie voor deze conditie, hoewel het bewustzijn van deze nabijheid als symptoom opgevat kan worden van een brein waarin het misschien nog niet allemaal op een rijtje staat. Liefde, vooral die eerste liefde, wordt dan ook, misschien niet ten onrechte, beschouwd als een gekte.

NUL, EEN en twee vormen het kader waarin komedie en tragedie van de Getallen is vastgelegd.

Als modern mens kan ik me niet zo veel voorstellen bij de twijfel die er in een ver verleden bestond over de identiteit van NUL, EEN en twee . Wel kan ik vaststellen dat deze eerste drie symbolen een pertinente uitwerking hebben op mijn geestesgesteldheid; ja zelfs op mijn fysiek. Contact met het Niets kan mijn hartslag net zo versnellen als de ervaring van Eenheid of Veelheid. Bij de hogere getallen lijkt de abstractiegraad eerder toe- dan af te nemen. Er zijn sporen van culturen waar het bij ‘EEN, twee , veel' wel zo een beetje ophoudt.

Een andere manier om onderscheid te maken tussen 0,1 en 2 en de hogere getallen zou voort kunnen komen uit de omstandigheid dat aan de hogere getallen eigenschappen zijn toegevoegd die in berekening en herberekening deuren hebben geopend. Een is geen opstapeling en dus geen getal.

3 daarom is het eerste oneven getal dat niet deelbaar is behalve door zichzelf. VIER is het eerste even getal dat gedeeld kan worden door iets anders dan zichzelf.

Zoals absolute Eenheid-, is ook absolute Dualiteit geen vruchtbare optie voor een bewustzijn dat zo afhankelijk is van verschillende herkenbaarheden als continuïteit van waarneming, van persoonlijkheid, van moraal en ego.

Ik wens éénheid. Ik vrees gespletenheid. Of is het omgekeerde waar?

Ik ben de Hogepriesteres. Ik kom voort uit de EENheid.

Op het moment van mijn conceptie word ik geformatteerd voor een dualistische wereld, en als ik daar op terugkijk voel ik weer heimwee naar die EENheid.

Creatie wil een magneet zijn voor de Geest van EENheid waaruit het is afgeleid. Het wil zich herenigen met die Geest. De belofte van een Nieuwe Aarde verklaart het geduld van een mens die al zo lang in tegenspraak en duisternis dwalen moet. Of is dat geduld inertie, een eigenschap die aan alle even getallen kleeft?

Geest is wat ik ben en is ook hetgeen waar alles uit voort is gekomen. Soms noem ik het god, vuur of energie, maar welk woord ik ook gebruik, ik lijk er de grootsheid van dit mysterie altijd mee tekort te doen.

Hoe ik het ook noem, ik zoek er hereniging mee.

Nogal een gedachte in een getal waar dualiteit de dienst uitmaakt. Waar sympathie staat tegenover antipathie!

Wie wil er nu eenheid met zijn beul?

En de erotiek?

De dubbelzinnigheid van een God die mijn hart doorboort omdat Hij zoveel van mij houdt is te formidabel om over het hoofd te zien.

Vreemd genoeg voelt mijn fantasie zich goed thuis in dit huis van half begrepen waarheden.

Ik stel mij voor: ‘dood, elk dood stofje deelnemend in een universeel verlangen naar hereniging. Dat betekent ‘fusie in potentie' - alom'!

Universum is niet alleen een aanduiding van alles wat we ons kunnen voorstellen, het is nog erogeen ook. En de idee van energieschaarste mag wat mij betreft bijgezet worden in een realiteit waar verkwisting de norm is.

Verlangen naar hereniging doet mij niet alleen smelten en vliegen, zet me niet alleen maar op een weg naar- en voorbij oorden van pijn en beperkingen. Ze zijn vooral ook een opening naar de grotere energie die nodig is om die weg te gaan. Wat zich ooit vertraagde zoekt zich weer te versnellen.

De weg naar Doornroosje. Mijn ‘Via Dolorosa', gaat door de spleet in mijn muur, gaat door de bres in mijn verdediging. Gevoel!

Verlangen gebruikt inhouden van de geest om materiële doelen te bereiken of omgekeerd. Ik kan ook zeggen, verlangen prikkelt de fantasie om met oplossingen te komen. Overeenkomsten tussen EENzaamheid en EENheid kunnen mij tot wanhoop drijven. Dualiteit eist oplossingen. Verlangen is hier een instrument van een ontvankelijkheid die veel lijkt op die van de aarde voor regen. De Hogepriesteres ligt open voor hetgeen van boven op haar neerdaalt of voor wat uit haar diepten oprijst.

In droge gebieden bestaan veel verschillende woorden voor water.

Elk archetype spiegelt de idee van Verlangen op haar eigen gebroken wijze. Voor een idee als ‘Verlangen' zouden tenminste 22 woorden moeten bestaan. Maar dat kan gezegd worden van ‘Liefde, Haat, Succes, Mislukking'... en wat er verder maar op de markt van bewustzijnsstaten te vinden valt. Mijn perceptie- en expressie van liefde zijn niet dezelfde als die van mijn geliefde. We spreken niet altijd de zelfde taal. Kleine verschillen met mogelijk grote gevolgen.

Omdat materialist niet- en symbolist wel de vraag naar de betekenis van de schepping moet stellen brengt betrokkenheid bij de schepping voor deze twee waarnemers heel verschillende staten van bewustzijn voort. Een alles overheersende illusie van veelheid verkleurt EENheid tot een staat die collectief niet begrepen kan worden, vervolgens wordt onderdrukt en vervangen door een collectieve versie van het begrip ‘IK'. Als IK iets zegt over deze stand van zaken, zie ik dat IK nogal eens het koninklijke meervoud gebruikt. Het is dan ook niet niks om er een persoonlijke mening op na te houden.

Wat valt er te begrijpen aan de wil van een Magiër die in staat is voort te brengen waar geen Verlangen voor bestaat? En hoe zit dat met een Priesteres die verlangt zonder zich open te stellen voor vervulling. Zelfs in mijn abstracties lijkt het bijna ondoenlijk de aard van EENheid en veelheid in de menselijke geest te doorgronden, laat staan te verzoenen. De EENheid die hier veelheid is, is een paradox die korte metten maakt met elk bereikt inzicht.

Volgens een van de mogelijke uitgangspunten in de Fool wijst de richting van het scheppingsprincipe naar de omzetting van ‘onbewust zijn' naar ‘bewust zijn'. Om dit doel te bereiken projecteert een onbekende kern zich een tastbaar, zeg maar erotisch heelal. De muren waar ik tegen oploop zijn niet alleen pijnlijk soms; als elementen in beschutting en comfort; ze zijn ook begeerlijk; en vormen muren ook niet de universiteit van onze ervaring. Erotische ervaring; ervaringen waarin de lichamen elkaar naderen, aanraken, wijken en loslaten, waarin ze botsen of uiteen geslingerd worden... ‘O my love!'

En het raakt mij allemaal heel diep.

Langzaam word ik me bewust van mijn beperkingen, en dank zij de spleet in de muur van mijn cel ook van de ruimte buiten mijn ruimte.

Het huis is mijn lichaam, en de spleet is een uitnodiging, zoals ingangen jonge onderzoekers nu eenmaal in verleiding brengen binnen te gaan.

Is EEN het getal van de uitgaande scheppingsdriften (waaronder seksualiteit; in twee bevind ik mij in een innerlijke boudoir van gevoel en sensualiteit. In Romeins, Babylonisch of Egyptisch schrift ziet twee ( П ) er uit als een spleet, tunnel of vagina.

Twee heeft in de Romeinse schrijfwijze twee benen.

Links en rechts; de dualiteit wordt in deze schrijfwijze niet geromantiseerd of weggemoffeld.

Het lijden - en dat is wat gespletenheid, verlangen en begeerte voortbrengen - komt echter met haar eigen compensatie. In TWEE mag ik denken dat ik hier geen ‘ik' versus ‘niet-ik' zie, maar gewoon twee ikken. ‘Niet-ik' blijkt ook ‘ik' te zijn.

Ik zie een ‘ik' en het spiegelbeeld daarvan. Ik neem aan, dat is mijn geloof, dat dit wonder, deze versmelting met tegendeel het lijden oplost in verlossing. Deze versmelting treedt niet op tussen de elkaar zoekende en vindende lichamen, maar in de innerlijke beleving van die samenkomst. Twee is pure empathie, of in elk geval de potentie daartoe!

Oneven getallen zijn elektrisch, even getallen zijn magnetisch

Dat verlangen niet onopgemerkt blijft zit hem hoogst waarschijnlijk in de aantrekkings kracht die er van de benen in П uitgaat.

En wat daar tussen in zit...

Niet alleen de Magiër maar ook politiek ontleent inspiratie aan de Hogepriesteres. Vooral als politiek nog slechts in het midden werft (er zijn democraten die zich daar zorgen over maken) is een beter beeld van dat midden van belang.

Tussen de benen van twee leidt de bevrediging van verlangen tot nog meer verlangen. Mijn geliefde zegt dan: “We moeten dit vaker doen”. Het goede smaakt naar ‘meer', maar meer heb ik leren wantrouwen. Onze schermutselingen aan de buitenkant zijn spiegelbeelden van hoe het er binnen toegaat. Klaarkomen is een reflectie van de eigen innerlijke orgastische natuur. Op weg naar het orgastisch bewustzijn zijn onze copulaties vooral metaforen voor wat er te winnen valt bij interiorisatie van het zogenaamde ‘niet-ik'.

Het midden verbindt niet alleen de tegenstellingen maar onderhoudt er ook de afstand tussen.

Verlangen als archetype wenst niet slechts hier en nu, verlangen verlangt altijd en alles.

Als verlangen aan de macht komt in associatie met inertie, zie en begrijp ik waarom centrumpolitiek zo onbevredigend is. Elke bevrediging lijkt het verlangen alleen maar groter te maken. Ik hoor dan zeggen: de burger is steeds meer gaan verwachten van de overheid.

Rechts en links in de mens worden geassocieerd met gevoel en verstand ofwel met rede en intuïtie. Totem en taboe, voldoet ook als typering van de innerlijke afstand tussen de delen waaruit we zijn opgebouwd. Het conflict is een innerlijk conflict dat de Magiër vanwege zijn kleinzerigheid uit alle macht naar buiten projecteert.

Zonder aanvullende informatie kan ik me dit magnetische vermogen van de Hogepriesteres niet goed voorstellen. De innerlijke Magiër, zeg maar het ‘IK', eist dat vermogen veel te veel exclusief voor zichzelf op. Het eigen lijden, de eigen triomfen hebben geen weten van ‘het lijden', van ‘de triomf' die als archetypen deel uitmaken van alle creatie. In twee kan ik niet verder kijken dan wat twee vanuit zichzelf te bieden heeft: twee ENEN of éé n TWEE.

De Hogepriesteres zit tussen links en rechts, tussen ja en nee. Ik ben het centrum van leven en dood, maar ik zal daar weinig bewustzijn van hebben wanneer ik me niet heb laten aanraken door-; of liever, mij niet heb laten doordringen door de tegenstellingen.

Schizofrenie is geen grap. Het geplaagd worden door innerlijke gespletenheid verziekt menig potentieel ongecompliceerde situatie. Wanhoop is ook een gevoel en dus geen vreemdeling in de schaduwrijke valleien van de Hogepriesteres.

Maar toch; tussen die twee benen, tussen de twee graden in een cirkel, is het alsof we op een doel afstevenen; toch naar een centraal punt toe worden gezogen, of juist weggeslingerd worden in de ruimte.

Op kaart Nul werden seksualiteit en erotiek afgebeeld als de bagage van de Oorsprong.

Verlangen en bevrediging zijn het alfa en omega van de bewustzijnsweg die in twee wordt aangevangen.

Centrumpolitiek die de tegenstellingen vervaagt inplaats van verinnerlijkt kan niet veel anders voortbrengen dan de verheerlijking van uiterlijkheden; en eenzijdige fixatie daarop verandert de tuin die we zijn in een woestijn.

Laat het centrum maar groot zijn, laat er aan het verlangen nooit een einde komen; we willen bevredigd worden! Door links of door rechts. Dat we op deze eindeloze weg verzuimen het verlangen zelf te onderzoeken is jammer, maar bij voldoende overbevolking of bij een zich immer uitbreidend autopark waarbij niemand meer vooruit komt zal die vraag naar de oorsprong van hetgeen ons drijft toch een keer opgepakt gaan worden. Vraag me alleen niet wanneer.

De rechte straal van EEN wordt een golf.

De Magiër als een uitschietende straal staat voor vuur. Het element van de Hogepriesteres is water. Water spiegelt. Als ik langs een spiegel loop word ik geremd. Ik moet even kijken.

In wat ik tot dusver aan overzicht heb bereikt ziet het er zo uit: Vanuit het kernpunt van alles en niets - vanuit het hart van hier, daar, nu, toen en dan - wordt energie uitgeworpen. Op het eerste gezicht ziet die energie er uit als straling. Door een dubbelzinnigheid in de aard van energie bouwt straling in zichzelf een golfpatroon op en remt in golven de eigen snelheid.

Deze dubbelzinnigheid is inherent aan de natuur van de Magiër die de schepper is van alle tegenstellingen en dus slechts bij de gratie van tegenstellingen kan bestaan. Het alles en niets van de Fool manifesteert zich in EEN als positief en in twee als negatief. Een blik op de rolverdeling tussen man en vrouw maakt duidelijk dat de Magiër het negatief (het taboe) uit zichzelf weg projecteerde op zijn vrouwelijke maatje.

Voor de lezeres die zich niet herkent in het etiket ‘negatief' kan de tegenstelling ook neergezet worden als actief en passief of als extravert en introvert. Bovendien moeten we ons blijven herinneren dat het steeds gaat over vrouwelijke en mannelijke eigenschappen die beide voorkomen in zowel mannen als vrouwen.

Zien we negatief als een stadium in de fotografie dan valt er met dit etiket goed te leven. De fotograaf in mij verliest liever de foto's dan de negatieven.

Met de verschijning van Eva ontstaat een prototype van de onvolledigheid die voorheen onbekend was.

De Eenheid van de Magiër kende geen getuige. Voor het bewustzijn bestaat Eenheid niet.

‘E é n ei is geen ei' lijkt een onbetekenend onderdeel van een kinderliedje, maar juist in onzin is maar al te vaak een zin te vinden die de zinnen te boven en te buiten gaat.

Dat EEN pas na vereniging met twee tot Eenheid komt in Drie, het hele ei, komt wel overeen met het beeld van idee dat pas tastbaar wordt wanneer idee zich uitdrukt in tijd, ruimte en materie. Deze scheppingsweg loopt ter configuratie dwars door de Hogepriesteres heen.

Adam, de androgyne mens.

Tot mijn verrassing wordt het woord ‘Adam' in verband gebracht met rood en bodem. Toch wel begrijpelijk als ik bedenk dat alle eigenschappen die ik in de Veelheid aantref uiteindelijk manifestaties zijn van de Eenheid waar zo naar gesnakt kan worden.

Is DRIE een symbool van de hemel, TWEE is het getal van water ofwel van de stromende aarde. Dat aarde nu door mij met water verward wordt zegt mogelijk iets over veranderende opvattingen die we over materie hebben. Door het statische te vergroten zijn we een dynamiek gaan ontdekken die niet afwijkt van het eindeloze gedraai en bewegen in het heelal. De moderne fysica heeft ons de ogen geopend voor deze wonderbaarlijke vloeibaarheid. Het brengt de opvatting van de Geest in de Materie heel dichtbij. Boom, steen of dier zijn meer dan wat we in onze moderne tijd geleerd hebben aan te nemen.

Is de baarmoeder, het vrouwelijke equivalent van die alleroudste God in de Griekse mythologie die Chaos wordt genoemd?

Is de baarmoeder (de uterus, verwant aan hustera en hysterie) het begin van het toekomstige- en eeuwige leven, de graal waar zo driftig naar gezocht wordt?

En is Chaos dan de ruimte waar elke orde die wij kennen en niet kennen haar vorm en inhoud aan ontleent?

Het is alsof het voortbrengende vermogen, de capaciteit van een baarmoeder, hier stevig wordt geplant in de wereld der ideeën. Ik neem aan dat de creatie van Eva, de materiële spiegeling was van een abstracte kosmos, vooral ook bestemd om Eenheid haar getuige, haar spiegel, haar astrologie te geven en zodoende de crisis (de eenzaamheid) van Adam te lenigen. De getuige wordt hier in Drie lucht genoemd; lucht dat associeert met de mentale ruimte waarin menselijk bewustzijn wordt gevormd. In astrologie, net als in Tarot is macrokosmos de blauwdruk voor microkosmos; of juist andersom? Tenslotte zijn alle beelden die we toeschrijven aan teken, planeet, huis of aspect menselijke bevindingen opgedaan in de dualiteit van het dagelijks bestaan. God schept mensen, mensen scheppen goden.

Een oudere fantasie in verband met de splitsing in mannelijk en vrouwelijk vinden we in het door het Christendom geweigerde verhaal over Lilith, dat vooraf ging aan het Eva-verhaal.

Lilith werd terug verwezen naar de onderwereld. Of nauwkeuriger, zij verkoos de onderwereld. Ze was afkerig van een mannelijkheid die het stadium van copuleren met ezels en schapen nog lang niet achter zich had gelaten, een mannelijkheid die bang voor haar was, op haar neer zag en probeerde haar te onderwerpen.

Lilith voelde weinig voor een ‘onderliggende' positie, laat staan voor een tweederangs status, hield het initiatief liever aan zichzelf, liet Adam in de steek en vree met demonen. Een vruchtbare aangelegenheid als we mogen geloven dat ze dagelijks 100 kinderen baarde.

Lilith is een maangodin en verwijst ondermeer naar oeroude matriarchale tradities, en een daaraan verbonden wetenschap.

De Semitische betekenis van het woord Lilith is nacht. Het nachtbewustzijn is een andere manier om te verwijzen naar wat ik het doodsbewustzijn ben gaan noemen om het verschil tussen bewust en onbewust zo sterk mogelijk neer te zetten.

De twee benen in ( II ) kunnen ook geïnterpreteerd worden als twee hersenhelften. Zoal twee benen samenwerken in de voorwaartse beweging die wandelen is, zo dienen de twee hersenhelften samen te werken om de opwaartse weg richting verlichting te kunnen gaan.

Zo veel mythen. Zo veel versies. Juist omdat er zoveel verschillende staten van bewustzijn zijn is het handig dat we kunnen kiezen; en keuze is wat rijkelijk voorhanden komt wanneer we voortschrijden op de weg der getallen. Twee introduceert dat vermogen om ja of nee te zeggen.

Met Lilith's keuze is het oppassen geblazen. Studenten in de kennis van de oude Maanriten werden niet alleen vroedvrouwen (mythwives) of heksen- maar ook wel de dochters van Hecate genoemd. De namen Lilith, Hecate, Diana, Demeter, Aphrodice enz. worden zelfs door professionele mythologiestudenten regelmatig met elkaar verward. De maan toont zich in diverse gestalten.

Het is bijna overbodig op te merken dat het nog niet zo lang geleden is dat heksenjacht dit archetype in de vroede (wijze) vrouwen opnieuw geprobeerd heeft uit te bannen.

Belangrijk hier in de Hogepriesteres, denk ik, is de verwijzing naar de onderwereld, het duistere onbewuste of het ‘zwarte', zijnde de natuurlijke tegenstelling van het heldere licht van Een.

Ik herinner mij uitgescholden te worden voor wijf door ‘vrienden'. Dit risico loop je, ook als mannelijk persoon, wanneer je je met symbolisch (zwart) denken afgeeft. Voor wijf uitgemaakt worden stond in de ogen van deze vrienden wel zo ongeveer voor de overtreffende trap in het ondermijnen van mijn mannelijke ego. Ik gaf er de voorkeur aan het als een compliment te accepteren. In deze verlichte- en democratische tijden kan dat zonder grote risico's.

Maar toch; het blijft oppassen geblazen. Er zijn maar hele kleine overdrijvingen voor nodig om de bewakers van totem en taboe er aan te herinneren dat uitdrijving, platspuiten of andere corrigerende maatregelen zo gek nog niet zijn.

‘De Koningin'.

... speelt een rol in het schaakspel. Een pion kan de Koning mat zetten en dan is het gebeurd. Een pion, behorende tot het voetvolk, kan promoveren tot Koningin, hetgeen mijn spel soms een fortuinlijke wending geeft.

Fusie of transformatie als de uitkomst van ontwikkeling ligt binnen bereik van de nederigste onder de machtigen.

Het schaakspel vergt een grote mate van concentratie en een ononderbroken aandacht voor de mogelijke voornemens van de medespeler.

Symbolisch denken staat uitbreiding toe in alle richtingen. Pionnenstudie is maar een voorbeeld van de bruggen die naar andere conventies en structuren gebouwd kunnen worden.

Aangezien de pion zijn grote slag slaat als hij het einde van zijn wandeling heeft bereikt mag ik opperen dat ik tot ‘uitersten' dien te gaan om vereenzelviging met de Hogepriesteres tot verwerkelijking te brengen.

The Black Queen'.

... verenigt twee ideeën. Het woord ‘queen' wordt ondermeer in verband gebracht met ‘own'. Dat wat als het ‘eigene' wordt beschouwd, en eigendom hoort daar bij. In tijden van matriarchaat was de Koningin, de vrouw des huizes, de eigenaresse van het land.

Afrika huilt. Dit illustreert de huidige stand van zaken. “Zwart”, in deze tijd, wordt sneller geassocieerd met vuil, onteigening en het ontbreken van bezit. In het Arabisch echter is het woord voor zwart ook het woord voor wijsheid. De zwarte kunsten van de Hogepriesteres kunnen op verschillende manieren bekeken en begrepen worden.

Zwart is de duistere onderwereld, een jungle van instincten. Het absorbeert alle licht en produceert gaten in mijn heelal, tunnels naar andere dimensies en werelden. Volgens Totem en Taboe heten die andere werelden Hemel en Hel.

De Hogepriesteres, inert en roerloos, is als een koningin op een troon. Zij is in bezit van zichzelf - en hoewel dat geen persoonlijke onschendbaarheid oplevert in de geschiedenis, stelt het haar in staat te communiceren met iets waarvan in verlichte tijden ‘als de onze' aangenomen wordt dat het niet bestaat.

In Tantrische teksten wordt uitvoerig aandacht besteed aan deze roerloze innerlijke erotiek. En menig student heeft in Sheherezade's 1 + 0 + 0 + 1 wel wat ideeën opgedaan, mag ik aannemen.

Zwart staat ook voor ontkenning van alles wat ik niet durf of wil voelen. Ontkenning van de vrouwelijke aspecten of van de mogelijkheid om in overgave Eenheid te ervaren.

Terwille van de paradox moet vermeld worden dat zij die naar bezit verlangen en het vervolgens verwerven en koesteren niet zelden eigendom van hun bezit zijn. Dus toch een vorm van overgave.

‘Bleak' en ‘Black' komen in de Engelse taal van dezelfde wortel. Totem en Taboe worden makkelijk met elkaar verward.

Wij mogen beweren onze vrouw hoog te achten, we hebben haar wel ontdaan van bijna alles wat haar toekomt. Moedertje aarde, moedertje natuur; aan welke martelingen hebben we haar niet blootgesteld? En nog!

De verbinding van hysterie en wetenschap in de vrouwelijke natuur ligt de tot mannelijkheid gereduceerde Adam zwaar op de maag. Masculiene wetenschap is geassocieerd met rechtlijnigheid. Al dat ronde leidt maar af.

Veel conflicten zijn het resultaat van de schijnbare onverenigbaarheid tussen de scheppende intelligentie van de baarmoeder en die van het brein. Of tussen natuur en cultuur? Chaos manifesteert zich op allerlei niveaus, en de niveaus nijgen ernaar elkaar te ontkennen, slechts de eigen dimensionaliteit als begrijpelijk of reëel te ervaren.

De vroedvrouw, de Wijze Vrouw, verwijst naar een magie die succesvol als ze was - overrompeld werd door corruptie van binnen uit en daarna door bendes als patriarchaat, Christendom, verlichting en tenslotte door de Natuurwetenschappen in totale diskrediet is gebracht. Lilith werd de broek aangetrokken of misschien wel gesluierd, en vanaf nu heet ze Eva. Het conflict is voor een deel aan het gezicht onttrokken. Maar ondergronds woedt het in volle hevigheid voort. En de omvang ervan kan afgemeten worden aan de ‘Catch 22' situatie die is ontstaan in de verhouding tussen rede en instinkt, en tot ecologische zorg, tussen natuur en cultuur.

In Engeland hebben ze het over ‘gut feeling', in Nederland zeggen we, ‘ik voel het aan mijn water'. Ergens tussen blaas en darm zit een orgaan waaraan zulke taboes zijn verbonden dat een fatsoenlijk mens er maar het verstandigst aan doet er over te zwijgen.

De positieve- en negatieve pool van energie maken een oneindig aantal toepassingen mogelijk. Er komt leven in de brouwerij van mijn fantasieën.

Daar waar ik toepassingen waarneem ofwel realiteit - merk ik het subjectieve aspect op van mijn heelal, terwijl de oorspronkelijke energie, onzichtbaar voor mijn verlangende oog, het objectieve aspect vertegenwoordigt. En als dit waar is dan mag ik aannemen dat de wielingen van immerbewegende energie waaruit alle ruimte bestaat re ë ler is dan het lichaam dat daar uit lijkt te ontstaan. De aura is een matrijs voor het lichaam waar ze de aura van is.

De subjectiviteit van de geschapen wereld wordt op een ander niveau wellicht haar relativiteit genoemd. Haar voorkomen wordt bepaald door de aard van de relatie die ik er mee aanga, of door de mate waarin ik me van die subjectiviteit bewust ben.

Het gat in mijn muur, de Hogepriesteres, is het objectief in de kamera. Door haar wordt het licht naar het medium geleid. Hoe dat gebeurt is afhankelijk van welk objectief ik gebruik.

‘In it...'

Initiatie brengt me bij een begin. Het begin is, net als het einde, een herinnering aan- of opening naar een nieuwe dimensie.

Twee is een eerste aanraking met een nieuwe dimensie; een gelaagde werkelijkheid.

Als twee niet het eerste getal is dan functioneert het toch (zijnde de eerste opstapeling van Eenen, zijnde de eerste meervoud) als model voor alle getallen, en dus (vanuit de numerologie gedacht) voor alle symboliek.

Inwijding van eenheid naar veelheid. Ik weet niet wat initiatie is. Ik ben nog maar net bezig me twee bewust te maken, me te openen voor haar nakomelingschap, voor wat getallen voortbrengen aan klanken, kleuren en geuren.

Het mag toeval zijn, maar sinds het begin van mijn Tarot studies ben ik me ook gaan verdiepen in trommelen, aromatherapie en Aura- c.q. Kirlian fotografie. Allemaal betovering, en allemaal dienstig in het los zingen van mijn innerlijke zintuigen.

Kleuren lopen ook zo mooi parallel aan de getallen. I = rood, 2 = oranje, 3 = geel, 4 = groen, 5 is blauw, 6 = indigo, 7 = violet, 8 = roze en 9 = een soort psychedelische samenvatting van alle kleuren, waar naar verwezen wordt als wit, maar ook als ultraviolet. Op een zelfde soort manier hebben we via frequentie of periodiek systeem aan alles wat je maar verzinnen kunt getalswaarden toegevoegd.

Symboliek brengt mij er toe het gematerialiseerde als subjectief te zien en de oorspronkelijke fantasie of droom als objectief. Dat roept beelden op over de tijdelijkheid van scheppingen en de oneindigheid van het dromende bewustzijn, het paradoxaal onbewuste bewustzijn.

Stel ik mij alle culturen of staten van bewustzijn voor als de manifestaties van één ongebroken individualiteit, en haal ik er tijd en ruimte uit, dan hang ik in het niets. Alles is niets geworden, en dat niets is alles dan. Het niets waar ik me in bevind wordt weerlegd door een niets dat alles blijkt te zijn. Paradox is de norm, en hoe meer ik ‘omdraai' hoe dichter ik nader tot het dualiteitoplossende vermogen van paradox.

De I Ching draait veel om. Onze vrouwelijke inhouden zijn daar mannelijk en omgekeerd, causaliteit wordt omgedraaid tot toeval, toeval wordt synchroniciteit, theorie wordt feit, de zoeker het gezochte. Onze eigen ‘westerse' bijbel, ook niet mis, is van rechts naar links geschreven. Op de wereld en op kennis van die wereld gerichte schrijfwijzen gaan van links naar rechts, van het onbewuste naar het bewuste. 


Zoekers van God, het Zwarte, Openbaring of Dood bewegen zich van rechts naar links. Zij beginnen bij het einde en bewegen zich naar het begin.

Je zou ook kunnen denken dat schriften die ontstaan zijn onder invloed van het oude maanbewustzijn een schrijfrichting kennen die omgekeerd is aan de schrijfrichting van schriften die later onder het gesternte van de Zon zijn ontwikkeld. De heerschappij van de Maangodin speelde zich af in een tijdperk dat gekenmerkt werd door een goede toegang tot de rechter hersenhelft, dat niet rechtlijnig is zoals de linkerhelft, maar rond, associatief en symbolisch. EEN, zo nauw verbonden met de cel-delende Nul, moet zich op zijn bewustzijnsweg verenigen met de getallen voor verdergaande deling. Hij zoekt gecompliceerde structuren waarin verlangen bewust kan worden gemaakt in eindeloze variaties van “werkelijkheid'. Een is elektrisch. Twee is magnetisch, voor de Magiër is Twee zijn weerstand, en zijn deeltjesversneller.

Twee is een bevestiging van- en dus een spiegel voor de dubbelzinnigheid van Een.

Adam's val in zijn schaduw wordt de zondeval genoemd en zonde is van de rechte weg afwijken. Het rechte stralingspad is een stortvloed geworden, een golf of een roller waarop de Fool graag rijdt, maar waarop van iemand als ik meer stuurkunst wordt verlangd dan ik soms waar kan maken.

Het eten van de appel, de rijksappel, maakt de Magiër tot koning over de wereld van de illusies. Voorlopig is hij zich dit koningschap en de verantwoordelijkheden die daaraan verbonden zijn niet bewust.

Adam heeft zich gesplitst in totem en taboe. Het totem heeft hij zichzelf toegeëigend, het taboe heeft hij galant als hij is aan zijn liefje overgelaten.

Als de idee van koningschap in de individuele werkelijkheid niet zo zichtbaar is als wenselijk, komt dat dan niet omdat de verbinding (De Koninklijke Weg) tussen het ‘gedachte hogere' en het ‘gedachte lagere' zelf tot de taboes behoort?

Dit is een versterking van het inzicht in de verdringing van Een, en in het ontstaan van goden en demonen, van de archetypen dus. Net als koningschap, ‘the king must always die', komt via hetzelfde mechanisme, de idee van het Ik onder druk te staan. Seksualiteit staat in verband met de ideeën van ik, ego of koningschap, en deelt in het gesignaleerde taboe. In sommige compartimenten van cultuur en geschiedenis waren bepaalde opvattingen over seksualiteit en de vrijheid om daar mee te experimenteren het exclusieve voorrecht van de vorst. Als veruiterlijking van seksualiteit een controversieel thema blijft hebben we dat aan de Hogepriesteres te danken die haar kennis over dit onderwerp uit diepere lagen delft. Voor haar is orgasme vereniging met de Godin.

Mijn verlangen, een menselijk verlangen, om eenheid en geluk te ervaren schept steeds meer feiten en omstandigheden, waarin ook steeds meer conflicten gestalten krijgen, en waar steeds verfijnder vormen van samenleving en crisisbeheersing geëist worden..

In Twee kijk ik naar de geboorte van het Ik en Gij. Het ik en het niet ik. Dualisme en antagonisme van leven naar dood, op leven en dood - bepalen nu de werkelijkheid.

De dubbelzinnigheid van de Magiër heeft gestalte gekregen in de Hogepriesteres en is nu onderdeel van al haar voortbrengselen. Zij zit tussen de zuilen der tegenstellingen, dezelfde kolommen die in de Romeinse П oprijzen.

De zwaan op het meer waar Narcissus in verdronk. Maar het koele meer des doods is ook het vruchtwater waarin het nieuwe leven gevormd wordt.

In Twee gaat het echt om paradox. Hoe kan leven gelijk zijn aan dood? Hoe kan een straal gelijk zijn aan een golf? Hoe kan het ik hetzelfde zijn als de ander? Quantum, quantum Repelsteeltje!

Vragenuurtje!

Slordig geschreven kan een Twee makkelijk voor vraagteken doorgaan. Dat vormt een verleidelijk contrast met het uitroepteken dat de Magiër neerzet.

Totem en taboe kunnen beschouwd worden als de ‘credit'- en debetzijde van de dualiteit. In deze twee pagina's kan ik mijn database opbouwen. Wat is goed? Wat is slecht? Wat is krom? Wat is recht? Tweeslachtigheid staat als paradox aan de basis van de getallen. Het goede is slecht voor het slechte. En teveel van het goede is ook niet best.

Voor het objectieve bewustzijn kan de rechte lijn niet bestaan, zoals een liniaal zich niet altijd de rondheid herinnert van de boom waaruit hij genomen is. De herinnering aan een vrije geest die zich in alles vinden kan en wars is van lokale- en egocentrische verlangens is heel diep in het onbewuste gevallen.

Wat betekenen objectief en subjectief als ze voor elkaar niet bestaan en verwisselbaar zijn naar gelang de invalshoek?

Er wordt wel gesproken over het vrouwelijke mysterie. Er is iets in de wereld der manifestaties dat zich onttrekt aan de logica zoals we die kennen. Dit mysterie relativiteit te noemen, of chaos, verruimt op zijn best de programmering van denken of schouwen. Het lost niets op.

De Hogepriesteres troont in haar Tempel, en de Tempel is het huis van een veronderstelde hogere werkelijkheid.

De tempel is ook mijn lichaam, een symbool van de werkelijkheid waarin ik bezig ben mijzelf te incarneren.

Ik beleef dat huis. Het ene ogenblik is het een cel, een moment later een paleis met 16 verdiepingen.

Mijn fysieke ogen zien maar heel weinig van deze instabiliteit. De veranderingen lijken zich te beperken tot mijn stemmingen. Mijn vertraagde ogen zien niet de vrije energie die via vertraging, fragmentatie en versnelling dit huis doen krimpen en uitdijen.

Dat wat ik denk dat ik ben is nu, net als de Hogepriesteres, een medium om de rechte straling van de Magiër mee op te vangen en om te buigen tot wat ik vervolgens als mijn werkelijkheid beschouw. Het conflict tussen brein en baarmoeder doet vervormingen ontstaan maar kan het scheppingsproces op geen enkele manier onderbreken.

‘Een' brak in ‘Een en Een'; en ‘Een en Een' zijn samengekomen en vormen Twee, en het lichaam, is meer dan de som der delen. De zichtbare wereld komt tot ons als energie die zich soms voordoet als een straal en soms als een golf. De een als subject, de ander als object. De een als object de ander als spiegelbeeld.

Ik, zijnde een manifestatie van deze twee aspecten, vind het niet moeilijk soms naar dat Ik te verwijzen met het woord Wij. En de hogere mens, een koning bijvoorbeeld, heeft deze mogelijkheid tot standaard verheven.

In het wij en in het bestaan van veelzijdigheid vind ik niet alleen onbegrepen schizofrenie maar ook meerwaarde.

Het voordeel van een positieve benadering van de eigen gespletenheid ligt in de mogelijkheid het subjectieve te onderzoeken in het objectieve of, wanneer de omstandigheden daarom vragen, omgedraaid - het objectieve in het subjectieve.

Er kan nu een innerlijke dialoog aangevangen worden. Ik kan mijzelf onderwerpen aan kritiek. Ik kan mezelf vragen stellen. Er opent zich een wereld van introspectie.

Het voordeel van een positieve benadering van de maatschappelijke gespletenheid, de verschillen tussen mij, jou en een buitenlander, schuilt in de mogelijkheid pluriformiteit te zien als een uitbreiding van expressiemogelijkheden, en dus als een versnelling in de richting naar Eenheid.

Paradox eist nu eenmaal dat instemming met veelheid gevoel ontwikkelt voor Eenheid.

Nummer Een ben Ik dat?

Nummer Twee ben Jij dat?

Ik ben de Hogepriesteres. Ik ben Twee. Maar wat ben Jij dan?

Hoe vind ik het jij in het Ik?

Een erotisch raadsel.

Als ik verliefd ben zeg ik:

Jij bent nummer Een.

Zie ik IK dan in Jou?

Ben ik altijd nummer Twee wanneer ik verliefd ben?

Hoe kan ik me juist in Twee zo EEN voelen?

Ik ben de waarnemer van mijn bewustzijn waarin een menigte aan archetypen werkzaam zijn, probeer daar structuur in te zien en hoop vervolgens uitspraken te kunnen doen over verschijnselen die nog geen plaats in dit bewustzijn hebben gevonden, of daaruit verbannen zijn. Als ik fraaie hoofdstukken kan componeren over Zeven en Negen, maar ik zit met mijn mond vol tanden zodra Acht zich vertoont, dan moet ik zoeken naar wat de mogelijke verbindingen zijn tussen die twee.

Het lijkt wel wat op het periodiek systeem; tenslotte blijken de ontbrekende elementen echt te bestaan.

Om gewoonten en interacties van deeltjes te bestuderen die te klein zijn om te worden waargenomen gebruikt de natuurkundige een versneller waarin deze deeltjes botsen en sporen of effecten vormen die wel meetbaar zijn. Deze techniek demonstreert dat het veel energie kost om de inertie van twee te doorbreken. Van wat het kost om een deeltjesversneller te ontwikkelen, te bouwen, te doen functioneren en te onderhouden kun je zo ongeveer wel een reisje naar de maan maken; en dan houd je nog wisselgeld over. Een energie verslindende onderneming.

De Hogepriesteres, het verlangen naar Eenheid, is op zoek naar haar verloren helft, en kan daar heel ver in gaan.

Wat we ook mogen vinden gedurende onze energie-uitbarstingen, wat wij ook mogen baren na onze omwentelingen in de nachtkant - het kan niet meer zijn dan de herinnering aan de oorspronkelijke energie die deze verschijnselen voortbracht, ‘dode' vormen, sporen van deeltjes, maar met grote, veelal onbekende, potenties.

Er zit spanning in deze processen. De versnellende invloed van de Hogepriesteres op de energie van de Magiër. De vertraging van de versnelde Magiër in de schoot van de Hogepriesteres.

In en uit, de ademhaling van het scheppingsproces. Een ademhaling die voertuig is voor namen die gegeven worden. Scheppingswoorden; sommige onbaatzuchtig en hartverwarmend, andere kleinzielig en rampzalig. Als sadomasochisme een gegeven is dan moet dat terug te vinden in de manier waarop we onze woorden uitspreken en duiden. ‘Het houden van' een manege is toch iets anders dan gewoon ‘houden van'. Zelfs het geringste spoor van bezitterigheid of economie kan in de liefde desastreuze gevolgen hebben.

Mijn negatieve houding ten opzichte van pijn en obstakels hangt samen met de inertie van twee. Er is zoveel energie vastgelegd dat pijn er niet ook nog eens bij kan en dus als informatie geweigerd wordt. In acceptatie van pijn ontstaat de mogelijkheid de projecties die aan de pijn ten grondslag liggen terug te halen, hetgeen gevreesde verandering van gedrag en relaties inhoudt. Gewoonlijk lijkt het makkelijker te sterven dan te veranderen.

‘Als verandering niet makkelijk is zal het wel een heleboel energie kosten', lijkt wel een aardige redenering dan.

Van mijn leven maak ik met groot enthousiasme een troep. Mijn laagst denkbare zelf zelfs verlangt naar een aandeel in de groei van het bewustzijn en neemt de pijn die ze veroorzaakt op de koop toe.

Welke minnares trouwens denkt aan de pijn van de baring wanneer haar wezen gevuld wordt met zoveel zaligheid? Het effect van deze zaligheid, de menselijke 9 maanden durende zwangerschap, herinnert me trouwens weer aan de Maan, nummer NEGEN!.

9 = 1 + 8

2 x 9 = 18.

Achttien in de Tarot is die Maan. De relatie van de Hogepriesteres met de Maan is voor de symbolist net zo essentieel als die tussen de Magiër, de Zon en de Fool. De Zon een zinnebeeld voor het Bovenbewustzijn, de Maan een symbool voor het Onderbewustzijn.

De weg van de Hogepriesteres voert mij naar en in de maan. De nacht herbergt mijn demonen. Demonen kunnen verwerpelijke individualiteiten lijken. Toch zijn het machtige fantasieën die het beste wat visioen te offeren heeft niet meer in de weg staan dan wat ik aan angst produceer.

De Hogepriesteres spiegelt de weg die ik geschapen heb en vervolgens ook moet en wil gaan. Zij spiegelt mijn staat van bewustzijn, mijn scheppingskracht en fantasie, en geeft onophoudelijk vorm aan zelfs de kleinste verandering in die staat. Het blauwe kleed van de Hogepriesteres is de rivier waarin ik mij spiegel, waar ik uit drinken- en in verdrinken kan. Zij ontneemt de Magiër zijn energie en snelheid tot de dood er op volgt. Doodgaan is het einde van het voorgaande en het begin van iets anders. Het moment van doodgaan valt samen met mijn hier en nu. Mijn staat van bewustzijn is dank zij de dikke weerstand van muren, dank zij oppositie en vertraging, dank zij verlangen en erotiek in voortdurende verandering. En de snelheid van verandering neemt steeds toe.

In het water van de Hogepriesteres wordt over het beeld van de oude mens telkens weer het beeld van een nieuwe mens gespiegeld. Of zie ik hier slechts vervorming in eindeloos bewegend water?

Misschien is mijn leven niet alleen maar een troep; misschien doet de opgestapelde ervaring een completer wezen in mij groeien.

Het heilzame effect van lijden zie ik in de relativering van mijn ego tot een niveau van ontvankelijkheid die verandering of transformatie toelaat. Het lijkt of ik mans genoeg ben dit lijden zelf in mijn leven te introduceren en denk daar dus geen hulp van anderen bij nodig te hebben.

Sta ik mijzelf toe de ander te zien als een scherf van een versplinterd bewustzijn, en vervolgens als een projectie van wat ik in mijzelf nog niet kan aannemen, dan komt het belang van ‘de ander' of van ‘een formidabele tegenstander' in een ander licht te staan. Een aantrekkelijker licht waarin tegenstanders, juist omdat ze tegenstand bieden, maatjes kunnen worden, en geliefden onze beste tegenstanders.

Het valt niet altijd mee om nummer twee te zijn. Twee is echter méér dan Een, en deze toegevoegde ‘waarde' verleent onvolkomenheid een dimensie die aan perfectie ontbreekt.

Deze toegevoegde waarde is méér dan een doekje voor het bloeden. Ik noem die waarde ‘het leven dat ik leef.

Of misschien zie ik op dit moment in deze toevoeging niet meer dan een vraagteken. De beperking sluit niet uit dat een vraagteken een treffend symbool kan zijn voor de eredienst die in de tempel van de Hogepriesteres wordt opgevoerd.

Pijn en weerstanden worden vragen naar betekenis, en de vraag naar betekenis mondt uit in de vraag naar de oorspronkelijke energie waaruit alles, goed of slecht, is afgeleid.

Ik zie in twee mijn vermogen om vragen te stellen.

Een blijk van intelligentie.

Intelligentie komt in Twee overeen met een bewustzijn dat zich half 'wetend acht; eigenlijk dus ‘onwetend'.

Intelligentie! Bijna zo vanzelfsprekend als de elektriciteit in mijn wandcontactdoos.

Probeer echter maar een computer te ontwerpen die kan twijfelen. Dat zal blijken niet zo eenvoudig te zijn. In Japan hebben pogingen om kunstmatige intelligentie te scheppen niets opgeleverd. Het struikelblok was het ontbreken van een ondubbelzinnige definitie. Als je iets wilt nabootsen is het lastig niet te weten wat het is dat je na wilt bootsen.

Opmerkelijk is de evenwaardigheid tussen 0.2 en 1/5. Wat er voor de Fool uitziet als een Hogepriesteres, doet zich aan de Magiër voor als een Hogepriester. Dit suggereert het bestaan van heel verschillende staten van bewustzijn; samenhangende met heel verschillende opvattingen over de waarden van natuur, cultuur, goden en mensen.

De waarheid van de een is niet de waarheid van de ander. Elk individu lijkt gekoppeld aan een eigen ruimte en tijd, aan de eigen horoscoop, ofwel aan het eigen orakel..

Het lichaam is de Tempel van de Geest. De Tempel is een baarmoeder, is de Hogepriesteres, is wat traditie betreft - Gods onderkomen.

Kerken en tempels zijn plaatsen waar rituelen worden opgevoerd. Deze rituelen zijn doordrenkt van symboliek. Een simpel kruis kan voor duizend en een verschillende dingen staan. Een stukje brood kan er getranscendeerd worden tot het lichaam van een verlosser.

De tempel is een plaats waar seksualiteit, leven en overleven hun toegevoegde ‘waarde' ontvangen, want in de vereniging met het symbool ontstaat gevoel voor de aard van het verlangen.

Het dagelijkse brood dat ik eet is ook mijn niet aflatende begeerte naar het opheffen van een leegte.

En als mijn kruis, of dat van mijn partner een symbool is van mijn val; è n van mijn verlossing - dan is het misschien wel wijs of GEESTig - in de val de verlossing te zien.

Zonder die mogelijkheid van meerwaarde zijn we niet meer dan functionaliteiten.

Droom, werkelijkheid en ons verlangen naar een groter bewustzijn zouden geen deel uitmaken van mijn werkelijkheid als ik niet beschikte over dat verbazingwekkende vermogen om iets te zien in iets wat er helemaal niet lijkt te zijn. Betekenis! Mijn eigen persoonlijke duiding.

De vertraging van een functie tot een staat waar energieën snelheden opbouwen die een mens koorts kunnen bezorgen. En wat ik bij hoge koorts allemaal niet zie…

Ik moet mij blijven herinneren dat het allemaal maar een illusie is. Vooral in tijden dat GEESTkracht het even laat afweten, en mijn wereld alle betekenis lijkt te hebben verloren.

Teruglezende en zoekende naar trefwoorden moet ik nu langzamerhand een keuze maken - in hoe ik het IK-woord ‘binnen de archetypische context' van de Hogepriesteres uitspreek.

Hoe open ik mij voor jou? Hoe open ik mij voor het beeld dat zich van mijzelf vormt.

Ik ben het verlangen om heel diep in mijzelf geraakt te worden en te raken.

Mijn verlangen is een gevoel, en gevoel is de regenboog waarin de zwart-wit tegenstellingen die in Twee gegeven zijn worden afgebroken tot meerwaarde; tot een wereld van kleuren, schakeringen, ideeën en opinies.

In mijn verlangen ben ik een hysterica, een profetes. Het boek, half verscholen onder mijn kleed is de TORA, een orakel voor hen die ogen hebben om te zien.

Mijn angsten en passies creëren crisis waarin het heelal zich opent en hogere ruimten zichtbaar worden. 


De vraag die zich aan mij opdringt in de Hogepriesteres is: ‘Hoe herstel ik Eenheid tussen de tegenstellingen; tussen Gevoel en Rede? Het orakel antwoordt steevast, kijk in de spiegel en ken Uzelf! En alles wat ik meemaak, alles wat ik tot mijn werkelijkheid reken maakt onderdeel uit van mijn persoonlijke, symbolische spiegel.

Voor elke lezer zal de vraag naar- en aan de Hogepriesteres anders luiden. Hoe de vraag er ook uitziet; het antwoord zal niet verkregen worden zonder de overwinning van aanzienlijke angsten. Het positief komt niet zonder negatief.

De Hogepriesteres voor het eerst in de rij die ik nu volg vertegenwoordigt de idee van een Getal, en als zodanig zou je haar de Moeder van alle Getallen kunnen noemen, en bezit zij intieme kennis van de idee die achter getallen of werkelijkheden schuil gaan. De nacht is niet alleen de geboorteplaats van angsten maar ook van dromen die ons onderrichten in het begrijpen van symbolen.

De Hogepriesteres (2) is als een vraagteken en het vraagteken is een manier om het symbool onder de aandacht te brengen.

Symbool betekent samenvoeging. De vraag naar betekenis heeft betekenis op zichzelf.

De vraag is waarheid. De antwoorden zijn kunstgrepen, zijn fantastische uitwijdingen in richtingen die soms nauwelijks iets meer met de vraag te maken lijken te hebben.

Op liefdeslichte benen danst mijn fantasie een wereld bij elkaar die, zelfs volgens hele goede vrienden, niet altijd spoort met de echte wereld. En het is moeilijk te zeggen of de verschillen te wijten zijn aan mijn fantasie of aan de werkelijkheid. Ik mag kiezen voor elke waarheid die mij past. Dat gelukkig dus wel.

Ik vind mysterieuze meerwaarde in het projecteren van sprookjes op werkelijkheid of nuchterheid. En ook projecties van romantiek op rechtlijnige seksualiteit of van intelligentie (intuïtie in actie?) op kennis - openen werelden van vernuft.

Ik ben het slipje van de Hogepriesteres. De Hogepriesteres wordt graag gesluierd afgebeeld. Dan weten we tenminste dat we met een mysterie te maken hebben.

Ik trek de sluier weg en zie een geopend boek. Kijk ik beter dan blijkt het een vagina te zijn. Ik zie de clitoris, het topje van een zeer analoge berg.

Dit meest positieve punt op het machtige lichaam van de hysterie spreekt een taal van zichzelf.

Het is een taal die gelezen wordt in grote temperatuurverschillen en in veranderingen van humiditeit. Aanraking van dit topje kan krankzinnigheid bewerkstelligen waarin tijd en ruimte wordt vervormd en waar hoge energietransporten in “slow motion” gegrepen en begrepen kunnen worden.

Ik ben dat slipje en ik raak dat punt. O jee!

In al mijn aanrakingen en ontmoetingen, in al mijn staten van bewustzijn deze top te beklimmen is als het toelaten van vergrote lust en vruchtbaarheid die mijn werk (ofwel mijn liefdesspel) zeer ten goede komt.

Wat ik aanraak is de clitoris van de grotere werkelijkheid. Een moment kan mij koud laten. Dan mis ik het punt. Aanraking van dit knopje in mijn realiteit kan mij opwinden tot voorbij het gezonde verstand.

Waar zit het precies? Waar zit die schakelaar? Een vraag die Colin Wilson zich stelde in al zijn werken. Hij noemde het de X-factor, een aanduiding die toch ook weer naar het kruis verwijst.

Het is gesluierd. Opwinding kan hartverlammingen veroorzaken. De binnenkomst van heel grote energieën creëert veiligheidsproblemen voor het bestaande organisme. Het is in de Tempel waar ritueel en concentratie een ruimte creëren waarin deze energieën met minder risico's kunnen worden binnen gehaald.

Wat de sluier beschermt is toch in de eerste plaats onze kwetsbaarheid. Wanneer noodzakelijke aanpassingen van normen en waarden samenvalt met ontsluiering komt die gevoeligheid bloot te liggen. De sluier vertelt me ook dat de mens inderdaad een raadsel is voor de mens. Dat kwetsbaarheid in direct verband staat met zelfkennis, en vooral met het gebrek daaraan, is een intrigerende vaststelling. Dubbelzinnigheid in het woord ‘ZELF' wil dat dit innerlijke identificatiepunt etymologisch zowel sterk betekent als zwak. Dat klopt ook wel. De een vindt expressie van kwetsbaarheid een teken van zwakte, voor een ander is het juist een demonstratie van kracht; een mooi voorbeeld van de volledigheid van de kern waar eenheid geen tegenstelling is van veelheid.

De associatie van de Hogepriesteres met het vraagteken wordt een vanzelfsprekendheid en ook een absolute noodzakelijkheid. Dat wat de sluier verbergt representeert onze bijna universele onwetendheid. Het stellen van vragen is een erkenning van die onwetendheid en is ook een poging aan die onwetendheid een einde maken. Als al het ENE besloten ligt in al het andere kan conflict opgevat worden als een misverstand; en daar kan iets aan gedaan worden.

De scheppingsmanifestatie van EEN ontwikkelt in twee gevoel waarmee het potentieel, de kracht van deze manifestatie wordt geïdentificeerd.

Ik begrijp nu waarom het zo jammer is dat ik de zogenaamde werkelijkheid als een vanzelfsprekendheid heb leren zien. Opvoeding heeft mij onvoldoende duidelijk gemaakt dat elke werkelijkheid een uniek eigen lustknopje bezit; dat er een knopje in mijzelf bestaat dat ‘bij aanraking' werkelijkheid kan ontdoen van vanzelfsprekendheid. Bij voldoende stimulering van dit punt open ik mij voor gevoel, en daarmee voor de elementaire energieën die ten grondslag liggen aan bestaan of illusie van het stukje werkelijkheid dat ik voor ogen heb. Dat kan ik niet bedenken; dat moet ik echt meemaken, echt voelen!

Het verhaal van de Magiër en zijn toverstokje vindt onthaal in een gevoelsonderzoek dat afwisselend met groot genot en groot ongenoegen wordt ingesteld. Stimulatie en overstimulatie.

In elk biografisch fragment zit een punt dat gevoelig is. Gedrag kan dit punt vermijden of juist opzoeken en aanraken.

Studie in de Tarot, een onderzoek naar de staat waarin ik verkeer, legt mij archetype voor na archetype. Ik elk getal dien ik het gevoelige punt te vinden.

Aangenomen dat het lustpunt in de Hogepriesteres er anders uitziet dan in Gematigdheid, lijkt het voordehandliggend dat ik in mijzelf een soort gevoeligheid dien te vinden, een antenne waarmee ik de gesluierde positie van dit punt kan bepalen.

Ik noemde het een slipje. Fetisjisme. Het afgodisch vereren van een punt dat in verbinding staat met het onbekende bekende.

Helaas worden vrijwel alle iconen van onze oeroude maancultus geassocieerd met afgoden; daar hebben onze patriarchen wel voor gezorgd. En dus, als EEN totem uitbeeldt, dan inderdaad moet twee in verband worden gebracht met taboe.

Misschien moet ik de fantasieën onderzoeken die ontstaan rond het schrijven van deze hoofdstukken. Fantasieën komen uit een onbekend gebied en daar waar ze de realiteit snijden (X) mag heel wel de positie van mijn knopje te vinden zijn.

Ik fantaseerde over het schrijven van een verhaal waarin een jongeman die op afstand, in een elektrisch-magnetische aurawereld, andere individuen masturbeerde, waarbij hij de energie die dit in hem opwekte naar innerlijke bestemmingen en functies leidde. Dit alles met een oog op Tantrische verlichting.

Het ging allemaal goed en wel totdat... er een ander individu op het toneel verscheen die zag waar hij mee bezig was en op dezelfde toverachtige manier mijn held begon te af te tappen.

Dit verhaal is niet geschreven of gepubliceerd. Het is slechts een fantasie.

Aan mij te onderzoeken of ik hierin een beschrijving mag zien van een proces dat zich in mij afspeelt - in relatie met mensen, dieren, planten en dingen? Hoe innerlijke aanraking zich verhoudt tot uiterlijke aanraking?

En ook wat het verschil is tussen aanraken en aangeraakt worden...

Of wat er gebeurt wanneer de invloed van de Magiër in mij afneemt en die van de Hogepriesteres toeneemt...

Elk gevoel legt de vinger op een knop. Gevoel zelf is een tunnel waarin we regelrecht naar de uitgang vallen. En naar de ingang. Eenmaal tussen de benen van Twee lijkt er nog maar één richting te bestaan; een richting die in en uit gaat.

Het gaat niet alleen om symbool. Het gaat om verlangen naar eenheid en gevoel voor werkelijkheid; om verwerkelijking - of liever – om bevrediging van een verlangen.

In mijn streven naar bevrediging besef ik ‘door en door' te moeten voelen en mij niet te verliezen in standaardreacties.

Gevoel wijst de weg naar de volgende associatie. Zolang ik in contact ben met het gevoelige punt ontbreekt het me niet aan inspiratie en orgasme.

En ook niet aan chaos en ondergang. Het gevoelige punt ligt als een waakhond aan de voeten van het Ik. Er is lef voor nodig het monster met ogen als wagenwielen van zijn kist te tillen zodat de inhoud onderzocht kan worden. Maar met wat zelfvertrouwen, een goed woord en een koekje komen we een heel eind. Die honden zitten er alleen maar om de angst te meten. Alles wat lukken kan in twee, kan ook mislukken. Elk woord kan tegen mij gekeerd worden.

De vrijheid van de Magiër wordt beperkt door zijn eigen scheppingen. In zijn vernauwing creëert hij, dat spreekt vanzelf, beperktheid en onvolmaaktheid.

Ik heb mij beperkt tot een punt waar ik uitsluitend zie wat ik denk te zien, uitsluitend ben wat ik denk te zijn. Ik noem dat mijn conditie. En dat helpt mij een redelijk bestendig zelfbeeld in stand te houden.

De voortstormende Fool heeft echter helemaal geen zin in stagnatie of beperkingen, die wil bandeloos uitschieten. Avonturen beleven. Ervaring opdoen.

Ik wil twee dingen tegelijk.

Als de tegenstelling maar genoeg gevoeld wordt komt de pijn vanzelf. Onze Januskop ziet het verloren paradijs en de zelf geschapen troep in één oogopslag. We kunnen raden naar de weemoed in deze blik. Paradox en mijn schizoïde natuur waren in Nul en Een overwegingen of veronderstellingen; in twee doen ze echt zeer. Pijn echter moet me ontvankelijk maken voor gevoel, voor meer besef van de staat waarin onze lieve wereld verkeert.

“Is it worth all the pain”, zingt Jack Grunsky ergens. Ik gil er dan gewoonlijk, soms met enige hysterie, over heen: “Yes...., Yes!”

Want de spiegel van het leven is een toverspiegel. In alles wat ik doe toont het me wat ik zoek na te laten. Het toont ook wat ik doe door nalatigheid. Het toont mijn ware natuur, toont me wat ik eigenlijk wil, en daarmee wat ik eigenlijk ben. Volgens de Hogepriesteres zijn we altijd in het heiligdom. Potentieel ben ik altijd in contact met gevoel. Of niet?

Hoe ook, hoe lekker een bepaald gevoel ook kan zijn; gewenning is de zwanenzang voor de student die ik wil zijn.

De jaloerse God.

Eigenlijk zou de Magiër die Hogepriesteres willen zijn. Na het projecteren van al dit gevoel in de Hogepriesteres blijft hij niet lang warm van de vuurtjes die hij stookt. Zij geniet tien keer zoveel van de geslachtsdaad, denkt hij. Zijn woede buiten dit grootste genot te staan houdt hem in beweging en verleidt hem er toe steeds dieper in de schepping door te dringen. En hoe dieper hij doordringt hoe dichter hij bij zijn pijn komt.

Zijn zwerftocht voert hem steeds verder van de oerstaat. Maar hoe verder hij zich van zijn God verwijdert hoe dichter hij Hem nadert. Het einde van de pijn is het begin van de glorie. Hij hoeft alleen maar zijn projecties terug te trekken. Pijn onderwijst hem in afzien.

Zie ik realiteit als schaduwen die mijn fantasie op de muur werpt dan is het gerechtvaardigd meer aandacht aan die schaduwen te besteden. De rust in mijn werkkamer is de schaduw van mijn tot stilte gebrachte innerlijke ruimte. Het kraaiennest in een hoge boom, een uitkijkpost voor iemand die een verhaal probeert te schrijven met uitzicht op een wijdere omgeving.

Indianen vertelden me dat de kraai de schepper is en de beschaver van de zichtbare wereld.

In het heldere zien zijn er zoveel mogelijkheden. Een boodschapper. Een wachter op mijn graf.

Waarom schrijf ik dit, en wat betekent het?

Door de tegengestelde betekenissen van de symbolen in mijn biografie tot mij door te laten dringen kan ik mogelijk structuur ontdekken in de ordeloze galop die de als Magiër verkleedde Fool in de zwaartekracht van Twee wil volhouden. Door de droombeelden van de werkelijkheid te bestuderen worden de doodsdriften die in de levensdriften schuil gaan aan het licht gebracht.

Mens ken U zelve, staat er boven het Delphische orakel. De Hogepriesteres houdt het orakel onder haar kleed verborgen. Haar kleed is de Nijl of de Jordaan. Alvorens tot het geheim toegelaten te worden moet ik eerst verdrinken.

Verdrinken gelukkig is alleen maar vervelend voor mensen die geen adem onder water durven te halen. Mijn longen een keer vullen met heerlijk zuurstofrijk water en ik ben er geweest. En in de dood weet ik het misschien weer. Bewustzijnsuitbreiding is sterven voor de beelden die tussen mij en de waarheid staan. Beelden die volgens de Bijbel nooit gesneden hadden mogen worden.

Van symbolen weten we dat iedereen ze op eigen wijze uitlegt. Symboolstudie zelf leidt tot conflict; en heel wat veldslagen, belegeringen en inquisitie ontstonden in relatie tot onenigheid over de uitleg van symbolen. De gewoonlijk onvermijdelijke oorlogspropaganda wijst daar ook op. Christenen, moslims, liberalen, socialisten en kapitalisten menen niet zelden dat hun interpretatie toch net iets beschaafder, godvruchtiger of winstgevender is, en voelen zich persoonlijk gekwetst wanneer deze particuliere duidingen worden aangevallen.

Mijn ideeën hierover doen me geloven dat het leren kennen van God, Wereld of Hoger Zelf een kwestie is van poetsen. De spiegel moet zo helder worden, lucht en water zo tot stilte gebracht, dat binnen- en buitenwereld gelijkelijk bijdragen aan openbaring ofwel directe kennis. In de dualiteit wil in de eerste plaats dualiteit opgelost worden. Symbool zoekt oplossing in waarheid, zoals een olievlek oplossing vindt in zonlicht.

Wat er ook over inwijding en verlichting geschreven mag zijn; instemming met hier en nu is al een hele opluchting. Vooral als je je van de mogelijkheid bewust bent dat er misschien wel helemaal geen volgend hier en nu zal. Althans niet zoals we ons dat denken.

Het orgastisch bewustzijn kent deze mogelijkheid! Ik ben heel even ego-loos, even los van de dualiteit.

Opvoeders, kerken en goeroes kunnen ons wijzen op de noodzaak van poetsen, het poetsen moeten we zelf doen. De Hogepriesteres is het water van onze levenservaring. Door onze spirituele doop in dat water stijgen we op tot hoger bewustzijn. Alles wat ik me kan herinneren, alles wat ik voorvoel vindt plaats in het hier en nu. Als Twee zit ik zo dicht tegen Een aan dat ik deze noties van Eenheid wel toe moet laten.

De TORA is geschreven in 22 letters die eigenlijk Getallen zijn; en aan de 22 Getallen van de Tarot heeft traditie ‘personae' (maskers) toegevoegd. Alle rollen die wij kunnen bedenken en vervolgens spelen zijn mengingen van de 22 Archetypische sferen, en 22 = 2 + 2 = 4. De optiek mag veranderen. Het gaat toch steeds weer over de 4 elementen die de Magiër in balans moet zien te krijgen.

De vraag naar de Hogepriesteres, en naar elk ander fenomeen, is een vraag die vanuit aarde, vuur, lucht en water gesteld wordt. Ik volg dit voorschrift tot dusver niet in mijn essays, maar in toekomstige vereniging met de getallen zal deze vier-dimensionaliteit wel een keer aangepakt moeten pakken.

Beschrijving van de ‘Black Queen' vanuit bijvoorbeeld het element Vuur genereert ongetwijfeld wilde gevoelens. Poesje kan zomaar ineens veranderen in een verscheurend dier.

Zijnde een tamelijk luchtig persoon, toch al gauw in de war gebracht, laat ik de confrontatie met dat stukje jungle liever over aan hen die zich wat robuuster hebben geïncarneerd.

De bijdrage van de Hogepriesteres in de beoordeling van de Vier, van mijn staat van bewustzijn of van mijn zogenaamde realiteit - is herkenbaar aan de mogelijkheid een uitspraak te doen over de mate waarin de realiteiten die ik op mijn levenspad tegenkom iets zeggen over zaken die ik maar het liefst voor mijzelf verborgen houd. Als de omstandigheden ‘prettig' zijn en ‘veilig' levert dat geen problemen op. Gebeuren er allerlei ‘afschuwelijke' dingen dan lijkt het eenvoudiger de oorzaken van mijn ongenoegen in een ander te projecteren of aan ‘bad luck' toe te schrijven.

De keus hier schijnt te draaien om een genotspunt. In plezierige omstandigheden is de hele wereld dat punt, mezelf inbegrepen. Er schijn geen punt te zitten in miserabele omstandigheden. ‘What is the point'?

Hier realiseer ik me dat de Hogepriesteres niet persé abstract hoeft te blijven. Al heb ik mij in nog zo een moeilijke situatie begeven, de Hogepriesteres heeft er haar puntje achtergelaten. Dat punt trekt mij aan, maakt mij soms gek van begeerte. En ook dat lijkt gepast, anders zou ik die moeilijke situatie nooit gevonden hebben.

Om onder deze omstandigheden het punt te zien moet de sluier opgelicht worden, de angst een objectieve blik op de eigen staat te richten overwonnen worden.

In de ‘Tao of Physics', in ‘Zen and the art of motorcycle maintenance' en in heel veel andere uitingen, zie ik de wedergeboorte van de vrouwelijke wetenschap. De richting van deze ontwikkeling beïnvloed ook het beeld van de momenteel dominante mannelijke wetenschap. In de diepte van chaostheorieën wordt weer metafysica ontwaard; zoals in het afglijden van godgeleerdheid naar een barre marge het symbool weer wordt ontdekt.

Het zou mooi zijn te denken dat onze beschaving op het punt staat de relatie met haar angsten voor de binnenwereld te veranderen, en de voortekenen dat dit gebeuren gaat wijzen in die richting.

Het is het oude bewustzijn dat zich met hand en tand verzet. Toch staat de uitkomst vast.

Ik mag weten verward hebben met zekerheden. Ik mag zekerheden gezocht hebben waar ze niet kunnen bestaan. Mijn lust mag verstijfd zijn en gevoelloos van angst, toch ziet de toekomst er goed uit.

Het einde is altijd in zicht, boven het pandemonium uit klinkt de zang van een zwaan.

Toegepaste wetenschap hoort bij al die knappe leerlingen van de Magiër. De onvolledige kennis waarover zij beschikken heeft ‘helaas' (‘gelukkig' mag ook) omstandigheden doen ontstaan waar we elkaar de littekens van kunnen laten zien.

Het lijkt onafwendbaar dat toekomstige studenten zich meer met de Hogepriesteres gaan bezighouden en minder met hun liniaal. In de spiegel van de Hogepriesteres kan wetenschap buigzaam gemaakt worden met wijsheid, en uitgebreid worden met iets dat te zalig is om het te mengen met de geur van drukinkt.

De Magiër wordt in zijn rechtlijnigheid gestuit door de Hogepriesteres. Emotie, een gevoel, intuïtie; allemaal vrouwe-kul, volgens sommigen. Maar nee, zo zit dat niet. De archetypen werken in elk mens. En bij onderdrukking van een of meerdere van deze karakters kunnen we frigiditeit, impotentie of andere invaliditeiten tegemoet zien; verschijnselen die we niet alleen in de politiek tegenkomen. Kennis zal zich op een veel bewuster niveau moeten verzoenen met gevoel en intuïtie, zoals de ‘intuïtief' grammatika en idioom zoekt waarin intuïtie vorm kan krijgen.

Is EEN een straal, twee is een golf, een beeld, een klank.

Is EEN het scheppingswoord, twee is de toon waarmee dat woord in DRIE wordt uitgesproken.

C'est le ton qui fait la musique. Symbool wordt getoonzet, warme of kille geuren en kleuren meegevend aan elk uitgesproken woord.

Overeenkomstig het gevoel dat de reflectie van een symbolisch, mythologische dimensie in de bestaande werkelijkheid in mij opwekt, associeert twee met de toekomst van bewustzijn en ervaring. Haar Tempel is haar verwachting en haar stilte. Aandacht en ontvankelijkheid voor heil of doem worden onophoudelijk geoefend in het ritueel. En telkens scheppen deze stemmingen mijn kijk op de wereld, want een andere kijk is hier in de dualiteit niet mogelijk; het moet goed zijn of fout, droog of nat. In twee, of we dat nu willen of niet, staan we altijd voor de keuze. Maar de Hogepriesteres, belichaming van het onbewuste, weet dat niet. De onzichtbaarheid van NUL en EEN wekken de schijn dat er niets is dan een blind lot. En zo hoor je menig toekomstvoosrpelster onafwendbaarheden voorspellen die zich niet of geheel anders voordoen, alsof 2 + 2 altijd 4 is;een propositie waar ik juist aan probeer te ontsnappen.

Hoe bevorderlijk voor de kwaliteit van mijn omgang met de werkelijkheid zou het niet zijn om in het heetst van de strijd de stilte te horen waarin ik de fluisteringen van mijn hart kan blijven opvangen?

Angst voor overgave, wijsheid en inzicht staat gelijk aan de angst voor Hecate, voor het vrouwelijke creatieve vermogen; en de vrouw is er de laatste millennia niet al te best afgekomen.

Wie als Adam van de appel- of als Persephone van de granaat eet bindt zich aan de onderwereld. En waar een onderwereld is - is een bovenwereld. Deze twee werelden tot samenwerking en eenheid brengen doet het nieuwe leven, de nieuwe ervaring ontstaan. Een wereld zo oorverdovend, dat ik er maar liever een nieuw hoofdstuk voor aansnijd.

Nagerecht!

Ik ben niet geïnteresseerd in melodramatische effecten, en zeker zal ik niemand proberen tegen te houden op de weg die uiteindelijk toch gegaan moet worden, maar dat omgang met archetypisch materiaal behoedzaamheid vereist mag wel overwogen worden.

Esoterie wordt door bepaalde geestelijke hygiënisten als een kanker van de geest beschouwd; en het is vermoedelijk waar dat aan elke overdrijving bezwaren kleven. Niet minder waar is dat symboliek de voertaal is van elke wetenschapper, godgeleerde, politicus, estheet, kunstenaar, occultist of huisvrouw.

Cultuur, en alle aan taal en beeld ontleende instituties en bewustzijnsstaten zijn tot op zekere hoogte exponent van de historische- en geografische omgeving. Mijn begrijpen daarvan valt samen met het toekennen van betekenis.

Betekenis geven is het toevoegen van een waarde(oordeel) aan een op zich neutrale energiestroom. De feitelijkheid wordt uitgebreid met positieve of negatieve waardering. Binnen deze definitie is mijn totale belevingswereld een ruimte die zich leent tot symbolisering, tot de scheiding van amoraliteit in moraliteit of immoraliteit, mijn keuzes voor ja of nee, totem en taboe. Zo evolueert mijn schilderij van de werkelijkheid!

Ik merkte eerder op dat studie van het symbool de eigen autoriteit centraal stelt. Goddelijke-, morele-, wereldlijke- of ouderlijke autoriteit verbleekt. Zoals anarchisme de ontbinding van de rechtsstaat nastreeft, streeft symbolisch denken naar de oplossing van mijn beperkte staat van bewustzijn. Maar waar gescheiden wordt komt de vraag naar samenhang vanzelf opzetten. In het spoor van anarchisme zie je verlangen ontstaan naar solidariteit en een sociale rechtsorde.

Tot op zekere hoogte kan ook op het geestelijke- ‘of op het psychologische' vlak de hand gelicht worden met de wetmatigheden; ik moet mij er echter rekenschap van geven dat de wetten van de Geest of van het Hoger Bewustzijn niet overtreden kunnen worden zonder dat dit effect heeft op mijn psychologische realiteit. Zo boven zo beneden. Zo binnen zo buiten. In een grotendeels onbewuste staat kan ik het me misschien nog veroorloven onbewust te zijn van het bezit van een persoonlijk geweten; bij toenemend bewustzijn worden overtredingen steeds sneller en steeds heftiger gecorrigeerd.

Geen keuzes maken of keuzes die mijn innerlijk weten niet representeren brengt het vermogen tot lijden aan het licht. Niks lot! Eigen schuld, dikke bult! Ha!

Als verstokt roker kreeg ik het advies dat ik om te stoppen alleen maar ‘niets' hoefde te doen.

Het is dit aspect van de Hogepriesteres, haar inertie of haar negativiteit, dat ons moet beschermen tegen ontwikkelingen in richtingen die de spankracht van het psychosomatische ontwikkelingspunt te boven gaan.

Interesse in het bovenzintuiglijke, een tendentie naar het occulte, een verlangen iemand te zijn, anderen te kunnen genezen en te verlichten; misschien zelfs machten op te roepen die ons daarin kunnen helpen. De praktijk bewijst dat dat tot op zekere hoogte allemaal wel kan. Concentratie levert altijd wel wat op. Zonder een redelijk ontwikkelde zelfkennis of zelfkritiek is het echter moeilijk om in de nieuwe wonderwereld waarin we terecht komen de motieven van de eigen persoonlijkheid te scheiden van hetgeen binnen komt als ‘boodschappen uit het onbewuste'.

Een waarheid mag nog zo waar zijn; als het auteursrecht van die waarheid wordt opgeëist door de waarzegger of waardoener, gaat een of ander lager ego er in feite met de buit vandoor. Dit soort criminaliteit wordt mooi geïllustreerd in Zeven van de Zwaarden. Het waarneembare gevolg is uitbreiding van het persoonlijke ego, precies hetgeen de student op het innerlijke pad zoekt te offeren aan een hoger ego.

Met de groei in de kracht van de persoonlijkheid wordt de student/e voor hij/zij er erg in heeft het lustpunt (een speen) voor allerlei wonderzoekers. Het ‘lagere' ego is daar niet altijd wars van. Ook niet van de nieuwe erotische mogelijkheden die ontstaan.

Niet zelden ontstaat er onder deze omstandigheden interesse in seksuele- en Tantrische technieken. Seksuele energie is enorm. Als die afgetapt kan worden kan er weer heel wat verlangen bevredigd worden. En zo word je langzamerhand een powerhouse en lijk je wel vleugels te hebben gekregen. Totdat de reactie volgt en de diefstal tot confrontatie wordt gebracht.

De mechanismen van deze ontsporingen - en de moeilijkheden die er zijn te overwinnen om de ‘grotere geestelijke' ruimte waarin we allemaal verbonden zijn steeds goed te kunnen onderscheiden van de ‘veranderlijke en persoonlijke' ruimte zullen, zo ik aanneem, in elk archetype op een andere wijze bekeken moeten worden.

Omdat we ons in de regel meer met het persoonlijke identificeren dan met het geestelijke, worden we allemaal tot op zekere hoogte slachtoffer van dit auteursrechtelijke probleem.

Onze inzichten zijn geschenken van de Geest. Die gast de eer onthouden die hem toekomt komt onherroepelijk op mijn blaadje bij de afrekening. Ik ben gewaarschuwd.

In twee ontstaat het wij. Samen zijn we sterk. In 11 heet die sterkte KRACHT.

 

Joachim Bunders

Vervolg De Keizerin

Partij voor de Liefde

Home - Partij voor de Liefde

28 maart 2024

Bilingual (English & Dutch) website of the international visionary social political movement and Party for Love Governance inspired by Saint Germain of The Great White Brotherhood. - Tweetalige website van de Partij voor de Liefde, een politieke beweging en partij voor de Gouden Eeuw van Aquarius

We hebben 172 gasten en geen leden online

zoeken

Ander Nieuws +