De Tarot: Vallen in getallen.

Joachim Bunders heb ik u al voorgesteld ( op de oude InMarkt website )  als inleiding op zijn artikelenserie over "Politiek van en voor politieke analfabeten" Eén van onze gemeenschappelijke interesses is de Tarot. Al jaren geleden kondigde Joachim aan dat hij een boek over de Tarot wilde schrijven . Af en toe vond ik een gerealiseerd hoofdstuk bij mijn post, maar even zo vaak hebben voortschrijdend inzicht en chaotiserende tendensen gezorgd voor revisies en stagnaties in Joachim's proeve van bekwaamheid.

Toen ik vernam dat de internet publikatie van Joachim's werk in gevaar kwam, bood ik hem ruimte aan op de InMarkt website, al was het maar omdat wij Aquariaanse wapenbroeders zijn die ons Licht niet onder een korenmaat wensen te steken. Maar natuurlijk zou ik dit niet gedaan hebben als ik niet vond dat zijn schrijverstalent en visie meer aandacht verdienen.

 Vandaar dat ik u hierbij van harte aanbeveel om zijn artikelenserie te blijven volgen. Hier onder deel 1, het voorwoord en de inleiding.

Roeland Solcer

Vallen in getallen22 radslagen voor mijn lief

 Herpublicatie: eerder gepubliceerd op de InMarkt website op maandag, 15 augustus 2005

Voorwoord

Waar of niet waar, er wordt beweerd dat de snelheid van verandering op bijna alle sporen van onze ontwikkeling exponentieel toeneemt. Dat klinkt goed voor hen die zich al helemaal geprojecteerd hebben in het vleesgeworden S.F.tijdperk. 

Voor de meesten onder ons wordt het vooral onduidelijker hoe het bestaan er gaat  uitzien. Het principe van de verzorgingsstaat ontvangt stevige kritiek, en de toekomst van steeds meer comfortabele zeker- en verzekerdheden staat op het spel. Het einde van een koude oorlog, van godsdienstige autoriteit, van ideologie; de aanstormende globalisering, de herleving van nationalisme en fundamentalisme, instabiliteit in de wereldeconomie, een gestoorde ecologie - en nog een handjevol uitdagingen doen ook het verstand van deskundigen tollen. En gebrek aan deskundigheid ondermijnt autoriteit, en het bijbehorende veiligheidsgevoel, in alle lagen van de hiërarchie.

We leven op een (r)evolutionaire tijdbom en dat moge altijd al het geval zijn geweest, de klok tikt sneller nu. Met "Universal Bus" en "Even Newer Technology" jagen we door de eerste pagina's van de "Information Age", op zoek naar een superieure intelligentie, een Standaard, een nieuwe openbaring misschien. Door interventie van een goede vriend kwam ik in contact met de Tarot. Dat gebeurde op een moment in mijn biografie toen bij mij de stoppen aan het doorslaan waren.

Igor, een danser, bezat juist die artistieke fijnzinnigheid om chaos een omgeving te bezorgen waar schoonheid en magie graag hun opwachting maken. Al wat hij deed was mij een kaart laten kiezen die ik lelijk- en een kaart die ik mooi vond.

En ik kan me tot op de dag van vandaag nog herinneren welke kaarten dat waren. Vanuit de vervreemding, product van de steeds hogere veranderingssnelheid, vanuit de chaos die veelvuldig ervaren wordt, is het denkbaar en wenselijk dat in de toekomst de vriendschap met het zelf een grotere rol gaat spelen. Het is dit zelf waarnaar ik op zoek ben in de komende hoofdstukken.

In deze zoektocht is het alsof de vele subpersoonlijkheden die in de aanpassing aan dit bestaan ontstaan zijn zich bekend maken en in elkaar willen oplossen tot een ervaring van innerlijke eenheid. Dat zien we in noodweer; mensen die elkaar nooit ontmoet hebben en dan plotseling samenschuilen en zich in intimiteit bevinden. Samen zijn we sterk.

In de snelheid van ontwikkelingen, in de rolwisselingen van totem en taboe hebben we wel heel hard moeten hollen om het bij te houden. Stilstaan en in de spiegel kijken is een luxe die ik mij in de overlevingsstrijd, en in het wilde feest dat het leven - om het genietbaar te houden - bij voorkeur moet zijn, niet altijd kan veroorloven.

De Tarot, in mijn bevinding, is een spiegel met grote veelzijdigheid. Ik kom in dit- en volgende hoofdstukken met duiding, lijnen en cirkels van associaties; maar ik had zoveel andere richtingen uit kunnen gaan. Er zijn zoveel verbindingen mogelijk. Het is bijna ondenkbaar dat iemand één of meer kaarten selecteert en, na zich er voor enige tijd op geconcentreerd te hebben, niet met nieuwe en frisse fantasieën en ideeën naar de vraag kijkt die aan het proces vooraf ging.

Toch wordt er, en niet zelden, negatief over de Tarot geschreven en gepraat. Vooral associaties van moord op- en misbruik van kinderen met satanische rituelen, waarbij de Tarot een voorname rol zou spelen, worden door nieuwsgaarders graag breed uitgemeten. Misstanden zullen best voorkomen. Misstanden komen voor in elke discipline. Het gaat echter in alle kritiek om gebruik of toepassing. Het systeem zelf, net als de methoden van de zuivere wetenschap, staat buiten- dan toch wel ‘boven’ de kritiek. Immers de Tarot beweert niet, manipuleert niet, beweegt niet; en zag er honderd- of driehonderd jaar geleden vrijwel hetzelfde uit als vandaag.

 De Tarot bestaat simpelweg uit plaatjes en nummers. Maar het is een vergissing te denken dat daarmee het toepassingsgebied beperkt zou zijn. Het tegendeel is waar. Een complex softwareprogramma kan een simpele menustructuur hebben. Vergelijkenderwijs kan ik naar Tarotkaarten of andere symbolische voorstellingen (noem ze pictogrammen) kijken als ware deze knoppen, bedoeld om bepaalde gebieden in het onbewuste te openen of te activeren.

Duivels, occulte krachten en transcendentie kunnen onderwerpen zijn van de vragen die we aan de wereld van de symboliek voorleggen. Zij maken deel uit van ons voorstellingsvermogen en beïnvloeden aldus de werkelijkheid. Zoals wetenschap of geloof ‘dat 2+2 vier is’ invloed uitoefent op die werkelijkheid. Er is mijns inziens geen reden waarom je aan de reputatie een betrekkelijk logisch denker te zijn zou moeten inboeten wanneer het de Tarot is die je inspireert tot een idee dat een bijdrage levert aan de oplossing van bijvoorbeeld problemen die samenhangen met tijd, ruimte, perceptie of functie. Zomin als het enig kwaad kan dat ik mijn beste ideeën op het toilet krijg of wanneer ik lig, zit of sta te vrijen.

 In een conversatie over de Tarot merkte een deelnemer op: "Voor mij hoeft niemand de kaart te leggen. Iedereen ziet er toch in wat hij/zij er zelf in zien wil. Dat kan ik dus zelf wel". Deze woorden vatten mijn eigen standpunt ten aanzien van de meest wenselijke manier van omgang met de kaarten goed samen.

Een lans te breken voor subjectiviteit. Een loflied zingen op de eigen, al is het nog zo breekbare, autoriteit. Bruggenbouwen tussen de staten van bewustzijn; deze en vele andere topics worden  poëtische- (soms zelfs praktische) mogelijkheden wanneer je van woorden, gedrag en natuur de "inhoud" onderzoekt. Ik draag dit werk, een spel werkelijk, zonder aarzeling op aan Jayney Edwards. Zij behoedt mijn hart en wijst mij de weg.

Ik schrijf voor kinderen en kleinkinderen. Mijn aspiraties liggen in hun handen. Ik hoop dat dit werk amuseert, inspireert en soms ook woorden vindt voor het onuitsprekelijke. Mijn dank gaat uit naar allen die mij voorgingen en naar hen die mij onderwezen hebben.

                                                                              Nieuweschans, juli 1993.

 

INLEIDING

"Gij zult ulieden geene afgoden maken, noch gesneden beeld.." Eigenlijk mag de Tarot niet; evenmin als dit boek over de Tarot is toegestaan. Vragen over waarheid, goed, kwaad, oorsprong, kosmos, het zelf enz. kunnen niet beantwoord worden door de ervaring van de ander. Ook al belichaamt die ander de tradities van duizenden jaren geschiedenis van de menselijke soort.

De voorstellingen van de Grote Arcana (Geheimen) van een tarotspel zijn figuratieve associaties op de getallen van Nul tot en met Eenentwintig. Pogingen deze 22 plaatjes te verduidelijken leveren weer nieuwe associaties of beelden op. En volgens de bijbel zullen wij ons deze beelden niet snijden. Natuurlijk geldt dit verbod in de eerste plaats voor alle bijbelvertalingen zelf. De bijbel, het meest gedrukte boek ter wereld!

Alfabetten, toonladders, kleuren, de elementen; onze totale realiteit is opgebouwd uit frequenties en vibraties. En elke frequentie en vibratie heeft haar eigen Getal. De fysieke wereld is het bijzondere, het getal is het algemene. Een mens is een dier, maar een dier is geen mens. Het dier gaat aan de mens vooraf, zoals het getal aan de schepping vooraf schijnt te gaan. Pythagoras en zijn volgelingen waren en zijn van mening dat de studie van de getallen de gemeenschap met ‘de oorsprong’ of ‘het goddelijke’ herstelt.


 Bestudering van de bijbelboeken die geschreven zijn in een alfabet waarvan de letters als getallen gelezen dienen te worden, heeft aan kunstenaars, ketters, heiligen en geleerden briljante staten van bewustzijn geopenbaard. Grote culturen hebben tot aan de moderne tijd toe het getal als een Gulden Snede verwerkt in riten, kunst, wetenschap en constructies. Kalenders in rots, kathedralen in steen, bouwkundige mirakels waarvan bouw, bedoeling en  betekenis ons nog steeds voor raadsels stellen. Velen probeerden uit de bewaard gebleven brokstukken de verloren gewaande sleutel tot de betekenis van de getallen te hervinden.

 We weten dat veel kennis verloren is gegaan en vernietigd. Hoe die oude kennis, of wat daar nog van over was, onze antieke voorouders bereikt heeft is een onbeantwoorde vraag. Overdracht van abstracte kennis in de oudheid zou zich beperkt hebben tot kandidaten die via initiaties op de grens van leven en dood integriteit verwierven; integriteit die misbruik van kennis vrijwel onmogelijk maakte. De meesters fluisterden de geheimen, de condities tot het bereiken van deze kennis, in de oren. Via liederen en recitatieven die in duizenden jaren van generatie op generatie werden overgedragen bleef de prehistorische mens verbonden in een eschatologie die wellicht functioneerde als de ziel van het volk.

Met de opkomst van een grotere kennis van de fysieke wereld, met het uiteen vallen van de functie van de sjamaan in allerhande specialismen, en met een nieuwe dimensie waarin opgeschreven kon worden wat voorheen slechts collectief herinnerd werd, ontstond er de toenemende mogelijkheid en behoefte om kennis te scheiden en op te splitsen, en vervolgens de delen tegen elkaar op te zetten. Kennis kreeg het druk met de verdediging tegen kennis, en verloor het bewustzijn van de Eenheid, met het punt van oorsprong, met de ervaring en kennis van het grensgebied waar leven en dood samenkomen.

Zoals de relatie tussen geld en goud is verbroken, zo wordt ook kennis bijna niet meer beschouwd als een voorrecht voor de enkeling die zich in morele zin waardig heeft getoond. Dat kennis een werktuig is met grote vuurkracht en explosieve potenties is een klein geheim dat doorklinkt in de uitdrukking ‘kennis is macht’. In de zwaardenserie van de Kleine Arcana worden ideeën die te maken hebben met deze mentale ruimte verder uitgewerkt. Volgens traditie staat het zwaard symbool voor het lucht-element, corresponderend met de analytische ruimte, ofwel de mentale dimensie.

Het proces van individualisering manifesteerde zich als fragmentatie en specialisatie, die in onze huidige nucleaire technologie diep in de materie gezonken expressies heeft gevonden. Klimaat en aarde zijn nu een bron van grote zorg. Wordt het oude denken mythisch en magisch genoemd en het nieuwe denken historisch en analytisch, dan zien we hoe totem zich heeft verbonden met het moderne; terwijl taboe samen met het primitieve en antieke denken een schuilplaats in de schaduw moest vinden.

 De nieuwe historische- en op het geliberaliseerde woord gebouwde cultuur werd de dominante cultuur. En allen die het woord verspreidden namen deel aan een massale poging de schaduw uit te roeien. Het Woord in steeds weer aangepaste vorm, en niet de natuurlijke ervaring, werd de  maatstaf voor leven en dood. En het getal van de geroosterden, de gehangenen, de gewurgden, de gemartelden, de verkrachtten en de rechtelozen - staat geschreven in ons onbewuste en legt vandaar, ‘in harmonie met een gezond overlevingsinstinct’, een welhaast dwingende voorkeur aan ons op - onze ervaringen toch vooral in een rationeel licht te zien.

Wat niet meer beleden en bestudeerd mocht worden verborg zich en werd occult. Uit lijfsbehoud bediende onverbeterlijke onderzoekers van de oude kennis zich van codes, eden, symbolische voorstellingen, groene taal, en natuurlijk het ‘ars gothique’, het ‘argot’. Het lijdt hoe dan ook geen twijfel dat er door al deze historische processen veel ‘oorspronkelijke’ kennis verloren is gegaan.

De vraag of dit verlies onherstelbaar is, vormt een onweerstaanbare uitdaging. De getallen en de elementen hebben we in elk geval nog en er staat mij geen inquisitie in de weg een eigen onderzoek in te stellen. Voor het overgrote deel van mensheid zijn getallen nog slechts functionele-, kwantitatieve abstracties. De schaduwzijde van de getallen is nog aantoonbaar in ‘trivialiteiten’ als de angst voor nummer 13, het geloof in geluksgetallen - en natuurlijk de getallen die gebruikt worden in de bijbel, inin kinderliedjes, in sprookjes, gezegden, legenden en andere volksmythen die konden en moesten overleven omdat hun invloed rechtstreeks tot het onbewuste spreekt.

Omdat deze boodschappen steeds minder blijven haken in het thans zo rationele bewustzijn, moeten wij ons tevreden stellen met het uiterlijk van het verhaal, met het uiterlijk van onze biografie, een gepleisterd graf waarin ongekende inspiratie, scheppingskracht en genialiteit rust.

 We kunnen de opwellingen uit dit graf wel duivelse ingevingen, magische begoochelingen, stemmetjes van "walk-ins" - of hallucinaties noemen; dat is niet voldoende om een nieuwsgierige geest in slaap te wiegen. Het feit dat wij niet weten waar onze fantasieën, gedachten, dromen, stemmingen of emoties hun ontstaan vinden betekent dat wij niet in contact staan met de bron van deze zaken. Toch een enigszins zorgelijke gedachte misschien.

Breinonderzoek toont aan dat de informatieverwerking net als in de computer een binaire basis heeft. Ja of nee. Plus min. In astronomische- en andere driedimensionale kringen is opgemerkt dat de steeds grotere rekenkracht van de computer visualisatie toestaat van tot op heden onzienbare- en soms onvoorstelbare verbanden. Non-lineaire algebra brengt het denken over orde, chaos en intelligentie in een nieuwe stroomversnelling. En wat is dan bijvoorbeeld nonlineaire tijd, non-lineaire logica, non-lineair gedrag, non-lineaire seks?"

 Iedereen die zich verbeeldt verstand te hebben van computers, en daar hoor ik nog lang niet bij, weet dat het hart van de computer niet zit in de programma's, in Windows of in DOS. Het hart is de "processor" die de eindeloze eentjes en nulletjes door voorgeschreven circuits leidt, en via miljoenen schakelingetjes verbindingen legt met de functies die wij willen verrichten.

Als simpele getallen als Nul en Een de abstracte grondstoffen zijn van alle creatie: van heelal, mens en machine, van beest en geest; waarom ze dan ook niet te gebruiken als bakens op mijn zoektocht naar de oude kennis; naar een verzonken Mu of Atlantis - zo zeer verbonden met de mythe van een andere wetenschap dan die waar we toch ook nu weer langzaam maar zeker mee naar de bliksem gaan?

Omdat ook de oude wetenschap grootschalige ondergang niet heeft kunnen voorkomen zullen wellicht het oude- en het nieuwe denken niet alleen verzoend maar misschien zelfs tot eenheid gebracht moeten worden. Er is opgemerkt dat het lichaam meer is dan de som der delen. En misschien hebben we dat ‘meer’ wel nodig om deze keer wel te overleven. Het orakel is een weg naar zelfkennis, een weg naar de eigen machinetaal; zij het individueel- zij het collectief. Bereiken we dat niveau van waarneming dan, mogelijk, kunnen intelligentie en toepassing verbonden worden op een wijze die meer recht doet aan de hogere verwachtingen die we van onszelf hebben.

In bovenstaande, en in wat volgt, zit ongetwijfeld de nodige hypothese. Wil ik echter een model op mijn scherm toveren die de vergelijkingen uitbreidt tot voorbij het bestaande zelfbeeld, dan kan experiment niet gemist worden. Dat dit experiment, volgens welingelichte kabbalisten, meer op het spel zet dan kan worden voorzien draagt bij tot de aantrekkelijkheid van de uitdaging.

Observatie van de getallen maakt snel duidelijk dat begrenzingen en definities snel oplossen in paradox, slechts bestaan als projecties van een dolende menselijke geest op zoek naar een vast punt, een pondje zekerheid.

Het schrijven van dit boek komt voort uit mijn verlangen mijzelf en mijn potentieel beter te leren kennen. Op gevaar af van lektrocutie door kortsluiting, moest ik een poging wagen ja en nee, goed en kwaad, godsdienst en wetenschap enz. met elkaar te verbinden; moest ik proberen, getallen, mythologische percepties, archetypen in één menu-boom te krijgen.

Aan het einde van mijn verhaal zal blijken dat het nog maar een piepjong boompje is, en nog niet zo erg goed gecultiveerd. Maar dàt is de collectieve kant van de waarneming. In mijn individuele en subjectieve bewustzijn beginnen de dingen die ik aangeraakt heb vruchten te dragen. En bedenk eens wat het is dat ik aanraakte. De Zot, de Hogepriesteres, de Dood, Gematigdheid, de Wereld. En vergeet de Geliefden niet!

Ik beveel onafhankelijke studie van de Tarot van harte aan als een betrouwbare en relatief veilige weg naar... wat mogelijk ervaren wordt als een nieuwe aarde en een nieuwe hemel.  Een Koninklijke Weg, volgens de traditie. 

MEER INLEIDING

Een volledig Tarotspel telt 78 kaarten. Ik wil me concentreren in dit werk op de 22 Grote Arcana.  Er zijn 56 Kleine Arcana, waarvan 40 kaarten worden gezien als de toepassing van de getallen in de vier elementen: water, aarde, vuur en lucht, corresponderende met harten, ruiten, klaveren en schoppen, die weer overeenkomen met bokalen, pentagrammen, staven en zwaarden.

De resterende 16 hofkaarten in de Kleine Arcana handelen over de werking van de elementen in elkaar. Als alles uit 4 elementen is opgebouwd, dan ook de elementen zelf. Voor het begrijpen van de Grote Arcana is inzicht in, maar liever nog ervaring met aard en werking van deze vier elementen onontbeerlijk. Het inzicht moet misschien nog komen, maar ervaring met de 4 elementen hebben we allemaal; we zijn dus gekwalificeerd. Ik streef niet naar consequente toepassing van elk Getal in alle elementen, dat zou de omvang van mijn taak tot stuitende proporties doen uitdijen; bij wijze van oefening en voorbeeld zal ik hier en daar trachten dit inzicht op te roepen.

Over de oorsprong van de Tarot bestaan uiteenlopende theorieën en meningen waarvan het weinig zin lijkt te hebben er één aan te hangen of daar nog weer een eigen opinie aan toe te voegen.

Ironie wil, althans wat orthodoxe geschiedschrijving betreft, dat de eerste Tarotkaarten opdoken in het middeleeuwse Italië, dicht bij dat christelijke heiligdom, de Paus. Zigeuners gebruikten de kaarten om er ‘de toekomst mee te voorspellen’.

Het moderne kaartspel is van de Tarot afgeleid. De kerk kwalificeerde het spel als duivels prentenboek en deed het in de ban. Een veel aangehangen theorie zegt dat het Tarotspel in de wereld is gebracht uit vrees dat bepaalde kennis verloren zou gaan. En ik vind het niet moeilijk me voor te stellen dat de verbinding van bepaalde beelden met getallen de gedachte wekt dat getallen, naast kwantiteiten, mogelijk ook nog iets anders zijn. Dat getal meer uitdrukt dan kwantiteit. Dat een getal meer is dan de som der delen.

De verpakking van deze "bedreigde" kennis in een spelletje was een weinig succesvolle poging de aandacht af te leiden. De vrees echter voor ontdekking en vervolging stond in een zinvol verband met de paranoia van roomse theocraten die in zelfstandig onderzoek of -denken nooit iets anders zagen dan een aanval op hun macht en dus op de bestaande orde.

Op de manier waarop Rome haar invloedssfeer zuiverde van zelfdenkenden hoef ik hier niet in te gaan. Misschien steekt er iets in de generalisatie dat zij die wereldlijke macht opeisen op grond van ideologische-, religieuze-, morele- of zelfs wetenschappelijke autoriteit onveranderlijk, tenminste een deel van, hun bronnen moeten afschermen en vervalsen. Ook christendom had, zoals we nu weten, vanaf haar ontstaan veel te verbergen.

We mogen aannemen dat het de kerkvaders bekend was dat de vertellingen van de bijbel interpretaties waren van een taal die zich niet zo eenvoudig kraken laat. De bijbel is genoteerd in een alfabet zonder klinkers. Zoals de naam van God onuitspreekbaar was, zo was Gods woord onuitspreekbaar. Dat er al generaties lang Joodse schriftgeleerden bezig waren de teksten leesbaar te maken, sloot het weten niet uit dat de figuren waarin de bijbel was opgetekend en overgeleverd - getallen ofwel symbolen waren.

Spreektaal kan deze symbolen duiden en een richting geven; ze kan het symbool nooit vervangen. Als de meester een koe op het bord tekent en zijn leerlingen vraagt waar dit beest de leerlingen aan doet denken, zal het de een via melk bij de honing brengen en een ander aan een stal of een school doen denken waaruit het zo heerlijk is weg te breken wanneer het voorjaar aanbreekt. En natuurlijk was die koe, of de stier, ook al duizenden jaren lang hèt maansymbool, een uitdrukking van de invloedssfeer van de Godin. De realiteit ziet er voor de symbolist uit als een gevangenis, waar de vrijheid van de symbolist door zijn verlichte broeder als chaos wordt ervaren.De oneindigheid aan associatierichtingen veronderstelt het bestaan van een verbinding tussen symbolisch denken- en dat deel van het menselijke bewustzijn waar een bovennatuurlijke notie als oneindigheid kan bestaan. Alles in de tijd is eindig en het is in de tijd dat we ons bepaalde onbegrensdheden bewust worden. Paradox speelt een kardinale rol, en de oneindigheid van de eindigheid doet als koan niet onder voor het beroemde klappen van één hand.

Modern denken staat aan de basis van het succes van de tovenaarsleerling. Zomin als ik de magie uit het verleden bij voorbaat van de hand wijs, zó kan ik ook niet om de dagelijkse realiteit van de moderne wetenschappelijke veroveringen heen. Ik werk er mee, ik leef er mee, het voedt me en het inspireert me. Bovendien geven ontwikkelingen in het moderne denken nieuwe beelden waarmee we de ijle figuren die we archetypen noemen kunnen bekleden en zichtbaar maken.

En elke nieuwe theorie kleeft net zo makkelijk aan deze archetypen als de oude; als waren deze verkleedpartijen van het begin af aan voorzien. Kijkende naar wat er nog aan primitieve culturen is overgebleven valt op dat het mythische en magische element van deze culturen verweven is met angst, zoals wij behekst werden of worden door angst voor lot en god. Over het algemeen lijken de bloedstollende goden minstens zo machtig als hun vriendelijker gestemde verwanten; en je weet het dus maar nooit. De ‘noodzaak’ te overleven maakt ons blind voor de innerlijke creatieve kracht van al die goede- en minder goede goden; een archetypisch pantheon die de grondstructuur lijkt te vormen van het onbewuste.


Het behoort tot de menselijke mythe dat wij godenschepselen zijn. En hoewel wij er geen idee van hebben wat dat betekent, hebben waaghalzen het idee geopperd dat mensen evenbeelden zijn van hetgeen hen heeft voortgebracht en derhalve uitgerust zijn met dezelfde scheppende krachten.

Dit oceanische idee is vermoedelijk de drijfveer geweest voor velen om ondanks de dwang van het zogenaamde rationele collectief  toch allerlei rare en irrationele rituelen en kunsten te beoefenen. Studie van de Tarot past daar voortreffelijk in.

Psychologisch onderzoek ondersteunt de gedachte dat bewustzijn via het onbewuste in contact staat met veel meer dan behaaglijk is voor een rechtlijnige rationalist. Zondeval en verloren paradijzen lenen zich heel wel als mythologische beschrijvingen van de onderdrukking en het verlies van een staat van bewustzijn die ons veroorloofde intuïtieve contacten te onderhouden met inhouden waar wij nu nog slechts naar kunnen raden.

De overgang van mythe naar geschiedenis, van het magische naar het mechanische leeft in ons voort als een trauma en beïnvloed de moderne menselijke conditie op pijnlijke wijze. De bijna universele angst voor het onbewuste potentieel, zo handig uitgebuit vaak, is de zelfde angst als die voor het irrationele, met al haar verbindingen met hysterie, chaos en krankzinnigheid. Deze angst is zó fundamenteel dat het niet zelden de noodzaak schept ze te projecteren op iets grijpbaars; op een vijand of op omstandigheden die ons tegen lijken te werken. Ook het aanwijzen van bovennatuurlijke invloeden als oorzaken van rampen is veel eenvoudiger dan deze interessante angst een plaats te geven in het bouwwerk van onze analytische- en rationalistische levensbeschouwing. In de mate waarin wetenschappers natuur geprobeerd hebben te onderwerpen kan ook wetenschap gezien worden als een inrichting waar offers worden gebracht aan goden en demonen, het ritueel van de angst..

Om als mens de oneindigheid te kunnen betreden lijkt het wel of je eerst moet overlijden. Een niet erg stimulerende voorwaarde voor een  levenslustig- en experimenteel ingestelde sterveling. Eeuwigheid op te vatten als een staat van bewustzijn die om bepaalde evolutieve redenen verdrongen moest worden naar het onbewuste belooft een mogelijkheid deze verdringing op te lossen. Verlossing gaat ergens over!

Als het waar is dat fantasieën over de mens als een veel grotere entiteit, als een Kind van God zelfs, in onszelf bevestigd kunnen worden, dan is het begrijpelijk dat er altijd avonturiers zullen zijn die hier op onderzoek gaan. Zij die ons hier voorgingen verwezen veelvuldig naar een of andere discipline die nodig is om niet verward te raken in de ondergrondse strikken van dat mythologische onbewuste. Ik zelf ben steeds meer geneigd het deel van de menselijke geschiedenis waarin we ons thans bevinden op te vatten als een leerschool in het verwerven van die geestesgesteldheid waarin we deze waan van grootheid kunnen onderzoeken zonder aan grootheidswaan ten onder te gaan.

Jezus, een bekend Verlosser, brengt ons een zwaard. Om te overleven naar een groter bewustzijn is de ontwikkeling van de mentale- en abstracte ruimte voorwaarde voor het bereiken van een verruimd bewustzijn. Het oordeel moet gescherpt worden.

Het is mogelijk dat mystieke ervaring het zelfde is als de bevrijding van het innerlijk potentieel, zoals het mogelijk is dat een steeds verdergaande ontwikkeling in de rede het aanpakken van steeds complexere inhouden mogelijk maakt. Een huwelijk tussen delen die als tegenstellingen worden beschouwd; je hoeft geen kernfusiedeskundige te zijn om je daar van allerlei bij te kunnen voorstellen.

Zien we evolutie in de mens als een poging individualiteit (ondeelbaarheid) voort te brengen, dan stond het stellen van de bijbel in leestaal gelijk aan het bouwen van een verboden beeld. Vertaling van symbool naar woord verduisterde het inzicht dat de onderliggende machinetaal van de bijbel, net als in andere grote-, uit archetypen opgetrokken dodenboeken, handelt over de vereniging van tegendelen en het bereiken van eenheid.

In het individuele bewustzijn en in het collectieve onbewuste vinden we mogelijk sleutel en slot die een rol spelen in de opening  van verruimde bewustzijnsstaten. Het jodendom kende de verdeeldheid tussen esoterici en exoterici al lang. Christendom heeft de exoterie verder ontwikkeld ‘tot aan de dood van God toe’, maar is er nooit in geslaagd de esoterie, of liever de innerlijke openbaring, zelfs ook maar in eigen kring uit te bannen. Omdat we in de Grote Arcana van de Tarot de zelfde getalswaarden aantreffen als in het alfabet waarin de bijbel is geschreven en omdat getallen, als andere symbolen, door elk individu anders geduid worden, biedt het idee zich aan dat de Tarot een vereenvoudigd schema voorstelt van de bijbel. Iedereen zijn eigen bijbelvertaling lijkt geen praktische haalbaarheid. Een ieder zijn of haar eigen persoonlijke bijbeluitleg via dat vereenvoudigde orakel 'de Tarot' ligt binnen bereik.

Net als aan de bijbel kun je de Tarot elke denkbare vraag voorleggen. Je opent de Tarot dan zoals gelovigen de bijbel op goed geluk open laten vallen in de verwachting dat elk woord van dit heilige werk voor- en verlichting biedt. Met het collectiviseren- en dogmatiseren van persoonlijke versies werd de individuele ontwikkeling tegengewerkt. Uit tegenwerking echter ontstaat kracht, en er is veel kracht voor nodig om dichter bij het grotere ik te komen.

Occultisten, symboolpsychologen, antropologen en vele andere vorsers hebben, vooral ook profiterend van liberalisering en verlichting, baanbrekend werk kunnen verrichten. Het is dank zij hen dat wij nu beter geplaatst zijn werking en toepassing van een symboolsysteem als de Tarot tot klinken te brengen. Dit boek mag niet. Elk gegeven commentaar op het symbool zegt alleen maar iets over de commentator zelf; en mijn ideeën verjaren met de dag. Elke koncentratie op symbolen brengt weer nieuwe aspecten aan het licht van mijn anders in de duisternis verdwijnende inspiraties. Vergeet het terwijl je het leest. Voor jou is het anders.

Je vragen zijn anders en de antwoorden die je jezelf wenst zullen niet minder verschillen. De publicatie van deze hoofdstukken is mijn poging het plezier dat ik beleefde tijdens het schrijven beschikbaar te stellen aan hen die in dit plezier willen delen.

VALLEN IN GETALLEN

Toen ik mijn eerste piramide uitpakte vond ik een bijsluiter met de opmerking dat het aantal toepassingen van dit pakketje koperen buizen slechts beperkt werd door de eigen fantasie.  Vragen over nut en gebruik van de Tarot kunnen met een zelfde soort uitsmijter worden afgedaan. Ik zelf zie het nut van de bestudering van een symbolisch systeem voornamelijk in het brengen van systematiek in het lezen van de eigen ervaring, de eigen vooringenomenheden en denkroutines. Tevens zoek ik grond voor de vooronderstelling dat alle informatie die voor mij van belang is, ergens in mij zelf ligt opgeslagen. Niet in mama, niet in de koran, niet in de encyclopedie, niet in de inleiding tot de westerse - en niet westerse filosofie en mystiek.

Dromen en voorvallen in eigen biografie bevestigen deze veronderstelling, en als het er op aan komt zullen er weinig mensen te vinden zijn die geen enkele ervaring hebben met innerlijke wetenschap; een voorgevoel, een waarschuwende aanraking, een droom, een stem, een toeval te groot voor toeval.

In symboolduiding is de student tevens de leraar. Er is geen andere autoriteit! In de occulte literatuur vond ik ergens de opmerking dat een goed ontwikkelde intuïtie uit het armzaligste symbolische systeem meer haalt dan een hooggeschoolde methodoloog die toegang heeft tot het orakel van alle tijden en culturen. Een astroloog die zijn ambacht aan de man brengt als behorende tot de zelfde empirische- en causale familie waar ook natuurkunde of statistiek toe behoort, en die zich vanwege zijn gekozen marktsegment distantieert van de duistere occulte wereld, is misschien - heel misschien - een handig koopman; veel inzicht in de werking van zijn symbolisch systeem heeft hij niet, vrees ik. Me Pluto voor te stellen als een bekende striphond en vandaar te beginnen met mijn vrije associaties heeft misschien niet de voorkeur boven een grondige studie van astronomische en mythologische handboeken, maar het is aan- of afwezigheid van inspiratie die bepaalt in welke mate het onderzoek van mijn realiteit verlicht wordt.

Dat de persoonlijkheid van de onderzoeker deel uitmaakt van het onderzoek en als zodanig ook de onderzoeksresultaten beïnvloedt is een notie waar de gemiddelde onderzoeker niet van wakker ligt. Een bijna occulte gedachte.

Het jezelf in het centrum plaatsen dramatiseert en vergroot de eigen positie; het vergroot ook het zelfvertrouwen en daarmee de vanzelfsprekendheid meer van het zelf naar buiten te brengen. Beschouwing van bijvoorbeeld het 15de Arcanum, de Duivel, nodigt uit na te denken over de eigenschappen van dit archetype. Op fysiek niveau zou dit kunnen leiden tot de overweging dat elk atoom niet alleen individualiteit bezit maar die tenslotte ook tot uitdrukking moet brengen. Op psychologisch niveau is het niet anders. Hoe kunnen we ons zelf kennen of gekend worden als we onze eigenschappen, onze individueel afwijkende verlangens niet tot expressie brengen?

Bij de bevrediging van de vele verlangens waarmee we zijn opgescheept komt niet zelden de negatieve Duivel op de proppen. Waar bevrediging een doel in zichzelf wordt en niets anders bevredigt dan zichzelf, schade berokkenend aan anderen of aan de eigen persoon, daar heeft god "Duivel" zijn helse reputatie verworven. Tussen de uitersten van beheerste groei en spectaculaire kanker bevindt zich een wereld van mengvormen, compromissen en onduidelijkheden. 

Chaos waarop bewustzijn weinig greep heeft als het niet leert naar zich zelf te kijken met een zelfde geconcentreerde en objectieve aandacht als die we in de zuivere wetenschapper verwachten aan te treffen. Het zal duidelijk zijn dat deze objectiviteit niet zo makkelijk te bereiken is. We lopen allemaal in pantsers rond die ons moeten beschermen tegen de waarheid dat problemen met wereld, omgeving of met mensen vooral projecties zijn van eigenschappen die we niet graag in onszelf erkennen.

Omdat ook een wetenschapper mens is zullen de gevolgen van de pantsering en onderdrukking zich verbinden met zijn scheppingsproces. De "fall-out" van deze verbinding is even onmiskenbaar als zure regen, overbevolking, armoede en andere beschavingsellende. Het gaat er niet om deze toestand als negatief af te schilderen. Het gaat er wel om de ogen open te krijgen voor wat er zich werkelijk afspeelt tussen de bewuste en onbewuste onderdelen waaruit we zijn opgebouwd.

Hoe bovengenoemde eigenschappen en overwegingen gespiegeld kunnen worden aan Getallen, ook wanneer ze zonder titels of plaatjes komen, lijkt een vraag in de vorm van een bouwpakket. Ik heb nog slechts enkele onderdelen herkend, en dan nog maar heel oppervlakkig. Met die paar stukjes kan echter - hoop ik - al heel wat aangepakt worden.

De kaart leggen voor vriend en vijand brengt, bij voldoende herhaling, aan het licht dat wij zelf niet ontsnappen aan de spiegelende werking van het symbool. Het kijken in de problemen van de ander wordt steeds meer een inventarisatie van het eigen functioneren, hetgeen de student snel van de kaarten kan vervreemden of juist aanmoedigen ze bewust aan te wenden voor zelfanalyse, voor het opblazen van contraproductieve denkroutines.

Sinds ik de kaarten begon te bestuderen ben ik onverwacht veel verhalen tegengekomen van mensen die in paniek raakten, de kaarten verbrandden in de mening dat er iets niet helemaal pluis was. Het gaat echter steeds weer om die oude angst voor verandering, voor het opgeven van het toch al kwetsbare zelfbeeld en om verlies van het gemak vrijwel altijd direct te weten wat o.k. is en wat niet. Waar labiliteit verdrongen sensitiviteit is en daar zitten we allemaal wel een beetje mee, bezwijkt de onstandvastige bij het betreden van een sensitievere wereld.

Bestudering van de Tarot of een andere symbolisch structuur ontwikkelt intuïtiviteit. De plotselinge ingevingen die wij soms hebben zijn associaties op een beeld, of liever een symbool, waar wij ons op concentreren, waar wij mee verbonden zijn of die om geen enkele herkenbare reden zich plotseling in onze realiteit dringen.

 Archimedes ging in bad en vond zijn wet. De vlucht van een kraai, laag over het pad dat ik bewandelde, gaf me het gevoel dat er iets mis was, en ik zei tegen mijn vrouw: "dit is het einde van de vakantie." Jammer, want onze vakantie was net die dag begonnen. Terug in het hotel hoorden we dat ons zoontje hoge koorts had en we hadden geen andere keus dan ons spoorslags naar huis te begeven.

Geleerden, dichters; wij weten allemaal dat onze meest bewonderenswaardige expressies invallen waren, geschenken! Dat onze ontwikkeling minstens evenveel bepaald wordt door deze opstijgende boodschappen uit het onbewuste als door hetgeen we, soms met veel inspanning, hebben geleerd van ouders, werkkring of universiteit is als overweging de moeite waard.

Wat studie in het algemeen bevordert, daar vormt de Tarot geen uitzondering op, is het vermogen tot concentratie. In de Tarot hecht concentratie zich innig met de noodzaak tot identificatie. Hoe vollediger ik mij identificeer met een symbool hoe rijker de oogst. Zonder concentratie heeft de Tarot weinig te bieden. Dat is wel zo veilig. Concentratie is niet alleen de ingang tot het onbewuste, het is ook de soliditeit die nodig is wanneer verdrongen angsten worden aangeraakt of wanneer nieuwe informatie de oude onder schot neemt.

Het schaakspel wordt pas goed gespeeld wanneer je niet alleen je eigen spel speelt maar ook dat van de tegenstander. Het schaakspel, óók een zeer concentrerende bezigheid, wordt geassocieerd met de Tarot. Dit spel zou uit dezelfde bronnen zijn voortgekomen; en wat Torens, Ridders, Paarden, Koningen en Koninginnen betreft..; waarom niet?

Het je kunnen vereenzelvigen met de ander (of het andere), dit vermogen tot identificatie met iets dat niet ik is - is de grondvoorwaarde voor succesvolle beoefening van de Tarot. En bij nader inzien blijkt het ook de voorwaarde te zijn voor zinvolle communicatie in het algemeen. Een groeiend concentratievermogen is de basis voor een beheerste ontwikkeling naar de doelen die wij ons stellen.

Drie achtereenvolgende schaakpartijen winnen van de vader die het mij leerde gaf mij zelfvertrouwen waardoor ik later in mijn leven wellicht meer heb aangedurfd. Met de Tarot gaat het net zo. Elk resultaat dat we met de kaarten behalen komt voort uit het vermogen buiten het beperkte zelf te treden en de eigen spelletjes te bekijken alsof deze van de tegenstander zijn. Door dit te doen en dat lijkt paradoxaal, worden we steeds meer ons zelf. Uit jezelf vallen en toeschouwer worden van het wereldgebeuren in jezelf, lijkt de val terug te zijn in de eenheid waaruit je viel toen je geboren werd in dualiteit. Ik hoop niet deze stelling te kunnen bewijzen. In bepaalde staten van bewustzijn lijken twijfel en behoefte aan bewijs niet voor te komen. Ter illustratie zal het ‘zo gij niet wordt als een kind’ in de komende verhalen ruimte horen op te eisen.[mosgoogle}

MET LOSSE HAND GESCHREVEN

De 22 hoofdstukken over de grote Arcana worden met een losse hand geschreven. Mijn ambitie gaat niet verder dan het schrijven van 22 op zichzelf staande essays. Een geïntegreerde visie op het geheel bezit ik niet en ik neem aan dat er vele vragen zijn waar ik me nog niet eens van bewust ben. Aan mijn verlangen de hoofdstukken in een alle tegenspraak uitsluitende compositie onder te brengen zal ik niet kunnen beantwoorden. Ik heb de eigen schizofrenie nog lang niet opgelost.

Deze tekortkomingen terzijde gesteld, hoop ik toch ideeën te formuleren die de innerlijke relatie tussen de Getallen of de Arcana wat aanschouwelijker maakt. Als je weet hoe het web ongeveer is geknoopt kun je daar zelf je volmaakt onvolmaakte figuren in weven. Herhalingen worden niet vermeden. Hoe langer je naar één Getal kijkt hoe meer eigenschappen je ontdekt die je voorheen aan andere Getallen toeschreef. Spreekt slechts één getal en je ziel zal gezond zijn.

Ik heb afgezien van het vermelden van bronnen. Tijdens het schrijven houd ik mij verre van mijn bibliotheek. Liever een mislukte poging dan een kopie. Een en ander houdt niet in dat er niet een periode is geweest dat ik me ongans heb gelezen of dat mijn hoofd niet gevuld zou zijn met 1001 stemmetjes die mijn hand leiden.

Wegens gebrek aan kennis en lust heb ik niet de gewoonte gevolgd omvangrijk gebruik te maken van betrekkelijk onbekend mythologisch materiaal. Ook al kennen we de namen van vele goden en helden dat wil nog niet zeggen dat we altijd precies weten waar ze voor staan.

Ik kan dat allemaal wel proberen uit- en op te zoeken, maar dat kun je zelf ook als je daar behoefte aan hebt. Om niet helemaal onthand te zijn zal ik vooral voorbeelden uit die mythologie halen die we het beste kennen, de Bijbel. "Oude wijn in Nieuwe zakken", zou als ondertitel voor mijn essays geen slecht figuur slaan, maar ik hoop de alcoholische fase een beetje achter me te hebben en doe mijn vallen bij voorkeur met inschakeling van al mijn, zij het bescheiden, vermogens.

Het nieuwe blijkt steeds weer op de weg naar de bron te vinden te zijn, op de weg terug naar de oorsprong. Originaliteit is een dubbelzinnig ding. Wij laten ons allerlei oren aannaaien en beseffen niet dat de moderne verleidingen al zo oud zijn als de Wereld, nummer 21 in de Tarot.

HET PRAKTISCHE VALLEN

En nu de mouwen opgestroopt. De studie vangt aan.

"Set" en "setting", net als gedurende een hallucinatorische "trip", kunnen concentratie en ook de richting van de concentratie beïnvloeden. Een brandende kaars en/of geurlamp, bloemen, een harmonieuze omgeving waar je niet gestoord wordt, de kaarten op zwart zijden of fluwelen ondergrond; dit soort ritualisme wordt al sinds mensenheugenis in praktijk gebracht in religie, wetenschap en velerlei menselijke activiteiten en samenkomsten om sfeer en richting  te scheppen. We zoeken een versmelting van het dag- en nachtbewustzijn, een dromerige oplettendheid.

Kijk in de eigen leegte en zie hoe vol het daar is. Vanuit deze ruimte stijgen de beelden op die je identificatie met de leegte van de Nul (de Dwaas) bewerkstelligen. Hoe ik het liefst gelezen wil worden: neem de ideeën over de getallen op in je binnenwereld, speel ze daar na en ga vooral ook na hoe ze voelen. Juist ook ideeën die meeliften op oude- en nieuwe uitkomsten van filosofisch of wiskundig onderzoek hebben vanwege hun abstracte aard de potentie zich makkelijk te voegen naar jouw typische manier beelden te vormen van de werkelijkheid.

De kaarten die naast mijn toetsenbord liggen zijn uitgegeven bij Rider in Engeland, getekend door Pamela Colman Smith, onder toezicht van Arthur Edward Waite. Een Nederlandse versie is verzorgd door Ankh Hermus in Deventer. Mijn keuze gaat uit naar dit ‘deck’ (pak kaarten) omdat de beelden simpel zijn, de kleuren wel gekozen - en het een overvloed aan goed gerangschikte symbolen toont. Het bekijken van andere versies kan nieuwe gezichtspunten aan de oppervlakte brengen. Je eigen kaarten ontwerpen is ideaal.

Ik begon mijn studie de laatste dag van de maand. Ik stond wat vroeger op en concentreerde me op het vraagstuk 'in welke zin een Nul meer kan zijn dan helemaal niks'. Ik nam de kaart "The Fool" er bij en stelde me voor dat ik die Zot was, die Nul! Ik maakte aantekeningen van mijn eerste associaties en probeerde gedurende de dag op mijn manier die Fool in mijzelf en mijn omgeving in de gaten te krijgen en te houden. Ik sloot de dag af met het maken van aantekeningen over de dingen die me waren opgevallen en die ik me herinnerde.

De volgende dag, de eerste van de maand deed ik het zelfde met de Een, de Magiër, en zo verder tot en met kaart 21. Het was het begin van een inventarisatie van mijn binnenwereld die mij nu dient als basis voor alle hoofdstukken. Misschien wil je deze eigen gang maken alvorens door mij op een voor jou verkeerd been gezet te worden Stel het lezen van deze hoofdstukken dan uit tot je daarmee klaar bent.

Dit uitstel verhoogt de snelheid van ontwikkeling in ‘eigen’ inzicht hoogstwaarschijnlijk met de factor ‘ENORM’. Getallen in de omgeving of in je eigen biografie die hoger zijn dan 21 kunnen compatibel gemaakt worden met de Tarot door ze op de volgende manier in te dikken: 

22        =          2+2                              =  4      =  De Keizer

1993     =          1+9+9+3           =  22    =  4      =  De Keizer

Om namen of woorden te vertalen tot studiemateriaal kun je van onderstaand schema gebruik maken. Neem het eventueel over in je agenda of zakboekje zodat je het altijd bij de hand hebt. Deze methode staat je toe om van wat je maar wilt aan de Tarot geassocieerd materiaal te maken. Alles kan op die manier tot de spiegel van het eigen groeiende bewustzijn worden gemaakt.

Er zijn vele manieren om woorden te versleutelen tot getallen. Ook hier zul je zelf tot een keuze moeten komen. Bedenk dat je zelf de enige autoriteit bent in dit spel. Twijfels aan keuzen zijn op zich symbolische waarden die licht kunnen werpen op de huidige staat van bewustzijn.

De keuze die ik maakte had slechts betrekking op eenvoud. Het schema ervan ziet er zo uit:

1          2          3          4          5          6          7          8          9

a          b          c          d          e          f           g          h          i

j           k          l           m         n          o          p          q          r

s          t           u          v           w          x          y          z

Marie Bakker in getallen:

Marie                =   41995          =   28   =   10   =   Het Wiel

Bakker             =   212259                    =   21   =   De Wereld

Eventueel kun je de klinkers in de woorden nog splitsen van de medeklinkers. Marie positief en negatief zien er zo uit:

AIE                  =   195             =  15    =  De Positieve Duivel      (klinkers zijn positief)

MR                   =   49               =  13    =  De Negatieve Dood      (medeklinkers zijn negatief)

Dood en Duivel zijn de bewoners van het Rad van Marie. Een positieve lust (Duivel) om te doen wat Marie eigenlijk wil, wordt dwarsgezeten door een negatieve angst voor verandering (Dood) en verlies van oude waarden.

De familienaam geeft variatie op dit thema. In De Wereld worden de doelen heel groots gesteld. Als aan dit ideaalbeeld niet voldaan kan worden ontstaan er al gauw allerlei pretenties, met gevolg dat het nog moeilijker wordt om hetgeen eigenlijk gewenst wordt naar buiten te brengen.

Zo simpel werkt dat. Hoe meer gegevens je koppelt aan dit plaatje hoe meer nuancering aangebracht kan worden. Misschien wordt in het geboortenummer wel informatie gevonden die deze duiding weerlegt. Dan zal een andere invalshoek uitkomst moeten brengen. De Getallen zouden geen archetypen zijn als ze geen universele ideeën representeerden. De moeilijkheid  en de heerlijkheid is dat het aantal vermommingen oneindig is.

Concentratie wordt vaak ervaren als een beperking. Ik heb me tijdens mijn concentraties op de Tarot vrijer gevoeld dan ooit. Soms op het lichtzinnige af. De verwikkelingen die in 8 of 11 gevonden worden laten niet na invloed te hebben op een toch al orgastische werkelijkheid.

Boekhandelaren mogen dit boek indelen bij esoterie of, bij afnemende vermogens, zelfs bij wetenschap; laat dit niet afleiden van wat ik het van meet af aan wilde laten zijn: een volksboek. Wegens slecht gedrag en de repeterende notitie op mijn rapport: "Joachim kan het wel maar wil niet", moest ik het doen zonder de vruchten van bovenelementair onderwijs. Ik bevind mij derhalve op een ontwikkelingspeil dat mij verbroedert met wat er nog over is gebleven aan onderontwikkeling. Ik heb er dus geen bezwaar tegen wanneer dit boek wordt voorgeschreven aan het kind in de studenten van alle richtingen.