donderdag 28 maart 2024

personal4

Artikelindex

Hoofdstuk 20  

 
OORDEEL

r20

 Vervolg van De TAROT - Vallen in getallen: De Zon

Als de frase, ‘de verbeelding aan de macht’ op de hele

Tarot van toepassing is, dan is Oordeel daar het archetype van.

Als oordeel uiteindelijk niet veel meer blijkt te zijn dan een vooroordeel of een opinie dan mag ik - gezien de eindeloze variatie aan opinies wereldwijd - oordeel zien als een hoorn des overvloeds.j

20 = 2 x 10. Twee is de innerlijke stem, de innerlijke betekenis, de magie van de spiegel. Twee zijn de zacht trekkende-, zacht strelende lijnen van het vrouwelijke, een voortdurende belofte van inwijding. Wie hier de verleiding van zogenaamd meesterschap kan weerstaan en het schouwende, objectieve aan het roer wil houden doet er goed aan hoofdstuk 20, Oordeel, te scannen op trefwoorden die belletjes doen rinkelen, want opinies hebben we allemaal. De kunst is er achter te komen waar al die opinies nu eigenlijk op gebaseerd zijn. Of ze positief zijn, of negatief.

Tien is de Wet. De wet bestaat uit getallen. Getallen vormen de basis voor mijn verhaal. Voorbeeld: ‘Het 6de gebod zegt, ‘Gij zult niet doodslaan’. In de Grote Arcana van de Tarot wordt de 6de kaart ‘de Geliefden’ genoemd, hetgeen, althans symbolisch gesproken, een aardige illustratie is van de omstandigheden waarin het elkaar doodslaan nog maar net in de hand gehouden kan worden, of net niet’.

Het tiende gebod,‘gij zult niet begeren’ is in de Tarot ‘het Wiel’, Zolang wij onder de dwang van kleine of grote egobegeerten leven, zijn wij de koelies die het Wiel draaiende houden.

Twintig laat zien dat je het symbool, dat je de wet niet zomaar in woorden kunt beitelen. Dat probeerde de Magiër wel maar daar overtrad hij dan ook direct het derde gebod mee. Je bent naar God’s beeld geschapen maar je mag de naam daarvan niet uitspreken. Wie durft te zeggen dat hij of zij de eeuwige god is? Met Tanchelijn liep het slecht af, en met Adam, die ook al aspiraties koesterde, ging het niet veel beter.

In de etymologie associëren de 10 geboden met 10 ‘woorden’ of tien ‘uitspraken’; een schitterende constructie waar getal bekleed wordt met betekenis.

DE wereld is een fenomeen, de mens is een fenomeen. De gedachte van die mens is een fenomeen!

Fenomenologie is een ontwikkeling in de vroege 20ste eeuw. Gedrag, intentie, vorm of eigenschap werden uitgangspunten in fenomenologie en behaviorisme die een opleving van interesse voor het stoffelijke, het concrete, dan wel het lichaam spiegelde.

 

Waren er geen overtredingen dan hadden we geen wetten nodig. De waarheid, las ik, is een kwestie van smaak. Het uitleggen van een symbool kan nooit meer zijn dan wat de uitlegger persoonlijk ervaren heeft, of wat deze uit bestaande tradities heeft gedestilleerd en voor waar heeft aangenomen. Noem je deze persoonlijke opinies voorschriften of wetten en slaag je er in jezelf of de ander te doen geloven dat het waarheden zijn dan sluit je de menselijke ervaring op in een graf, een plek met weinig levensbewustzijn.

Ik vergelijk de zogenaamde tien geboden met getallen in de Tarot zodat ik vanuit mijn standpunt exegeten de bocht uit kan zien vliegen, maar vooral ook waar ik zelf de bocht uitvlieg wanneer ik de propaganda van de uitleggers voor zoete koek aanneem. Het ‘Gij zult niet doden’, wordt onzin wanneer het om destructieve gewoontes gaat. Het ‘gij zult niet begeren’ geldt voor de persoonlijkheid en zeker niet voor het metafysische in ons - dat brandt van begeerte naar een liefdevoller wereld. Omdat getallen niet besmet kunnen worden zoals aarde, water en lucht, bezitten zij het reinigende vermogen die wij aan vuur toeschreven, en de titel ‘Duivels Prentenboek’ voor de Tarot is dus welverdiend. Je zou het vanwege de rechtsorde ook ‘Advocaat van de Duivel’ kunnen noemen.

Daar onze gehele realiteit uit gesneden beelden bestaat mogen we aannemen dat het hier gaat om de spanning die er is tussen ideaal en werkelijkheid, tussen wet en overtreding, een toestand waarin de godheid zich kennelijk het best meent te kunnen ontwikkelen. Want wat is dat voor een god die zegt dat je geen beelden mag snijden om zich vervolgens af te drukken in een heelal  dat  krioelt van de vormen waarvan er tot overmaat van ellende niet één gelijk is aan de ander.

Zen meesters genieten daarvan. De leerling op te schepen met onmogelijke paradoxen is een hemels genoegen.

In 20 kijkt het eeuwig vrouwelijke ons aan. Dat wat in alle voorgaande hoofdstukken als het bewust gemaakte onbewuste wordt voorgesteld moet wel van vrouwelijke snit zijn. We staan in de schuld bij het vrouwelijke en onze verdringingen hebben zich vooral gericht op alles wat vrouwelijk is. Het ziet er naar uit dat de Fool in zijn nieuwe sprong de Hogepriesters meeneemt naar onze veranderende realiteit waar ze na millennia van onderdrukking haar plaats op de troon weer mag innemen. Aan de causale, pragmatische, op snelle bevrediging gerichte activiteiten kwam in het vuur van de Zon een einde. Film en drama passen zich aan aan de tijdgeest en rusten het vrouwelijke uit met allerlei mannelijke heldhaftigheid, en is superman bezig supervrouw te worden; en zo gaan we van macho naar macha. Of het evenwicht tussen mannelijkheid en vrouwelijkheid hiermee gediend is waag ik te betwijfelen.

De rede heeft zijn werk gedaan, Het heeft de geest bevolkt met beelden die we ons niet mochten snijden. Echter, de energie om me te vullen is dezelfde die ik gebruik om me te ledigen. We hebben ons de leegte geschapen waarin intuïtie zonder storingen van verlangens, propaganda en andere hersenspinsels - die onze relatie met de werkelijkheid bepaalden - haar reinigende en verlichtende werk kan doen.

Ook het matriarchaat komt en gaat niet zonder problemen. Heldin in het Engels is heroine. We zijn gewaarschuwd!

Evolutie, volgens de getallen en volgens mijn interpretatie daarvan, voltrekt zich in cyclische bewegingen. In de getallen van 1 t.m. 10 zien we de ontwikkeling van de Magiër, van het onbewuste naar het bewuste. In de getallen van 10 t.m. 19 slaat deze ontwikkeling om en zoekt de Magiër de weg terug naar weerstanden waaraan verbeelding getoetst kan worden. Voor zover het lemniscaat toch vooral ook het zo buiten zo binnen principe vertegenwoordigt.

Het Lemniscaat (11) en de Magiër (1) zijn symbolen van oneindigheid, maar zonder kennis van de overige getallen staan deze symbolen ook voor involutie, voor ingenomen standpunten of een verstarrend beeld van het heelal waar nooit iets nieuws in kan gebeuren, waar het eind het voorspelbare begin-, een kopie is van het voorgaande. In het organische, holistische gedachtegoed worden evolutie en involutie als kernthema’s beschouwd. Aandacht voor yin en yang,  voor inwikkelen en ontwikkelen, of voor in- en uitademing wijst de weg naar een dynamische beleving van een statisch en gehouwen beeld waarvoor we buigen en waaraan we offers brengen, en waarvan we zijn vergeten dat het creaties zijn ofwel menselijk verweer tegen omstandigheden die vaak in onze eigen tijd helemaal niet meer bestaan, of er zo anders uit zijn gaan zien dat vergelijking nauwelijks meer mogelijk lijkt.

De slinger beweegt tussen levens- en doodbewustzijn. We klampen ons vast, wetende dat verstarring onze voornaamste vijand is.

We weten nu dat we steeds weer door de zelfde molen gaan, maar ook dat door de wrijving de ervaring die we in onze ommegang opdoen bewustzijnsverandering inluiden waarmee onze projecties van de werkelijkheid voldoende gewijzigd worden om ons te doen inschrijven voor een volgende ommegang.

Door de ideeën in de lagere arcana te schakelen met de hogere- kunnen ontwikkelingen op de voet gevolgd worden. 'Track and trace’, heet dat in logistiek jargon.

1 + 19 = 20 = 2

In het begin zijn we als een peuter die zonder angst valt en opstaat. Ik heb mijn geesteskind Vallen in Getallen genoemd om een achtergrond te hebben voor die alles overtreffende triomf waarnaar verwezen wordt als we het over onze opstanding hebben. Of voor de gelovigen onder ons, de wederopstanding!  

Het scheppende beginsel, de Zon, oordeelt niet, en deelt licht en energie met alles en iedereen die er voor open staan.

Niet de zender maar de ontvanger, overeenkomstig voorstellingsvermogen en draagkracht, bepaalt hoeveel licht en energie toegelaten kan worden.

Door steeds weer composieten af te breken tot hun basiscomponenten, ofwel tot de bouwstenen waaruit we zijn opgetrokken, bereiken we de paradox die wil dat onze vooruitgang een tegenhanger is van de bereidheid terug te keren naar de bron. Een waar renaissance raadselverhaal dus.

De Magiër zoekt versmelting van lager en hoger bewustzijn, beseffende dat de Zon die voor alles en iedereen schijnt nooit onderscheid maakt. De Hogepriesteres streeft er naar het openbaringskarakter van de schepping onder de aandacht te brengen en te houden. Zij doet dit middels synchroniciteit en het maken van vergelijkingen, onderwerpen die een prominente plek verdienen in een occult dagboekje.

Alweer die paradox! Om te kunnen vergelijken moeten we eerst zo bewust mogelijk leren de begrippen die we gebruiken te ontwarren; zeg maar ‘te scheiden’ en te ‘recombineren’. Veelheid aanwenden om eenheid te herkennen, zoiets!

Inzien dat er geen norm is voor groot of klein, smaak en wansmaak of normaal en abnormaal - maar slechts persoonlijke beoordeling van wat ik goed of fout vind - maakt persoonlijk oordeel niet alleen een stuk informatiever, maar is het zelfs een navigatie-instrument waarmee we het hart van het eigen verhaal kunnen bereiken. Mentale yoga is niet voor niets geknipt voor westerlingen.


In hoofdstuk 5 leek het er sterk op dat ja en nee zeggen de manier was om de eigen aangenomen persoonlijkheid te leren kennen.

Ik heb een vriend die vindt dat ik me in mijn schrijverij niets moet aantrekken van wat anderen daarover te zeggen hebben, maar die op zijn teentjes is getrapt als ik zijn kritiek aan dit uitgangspunt onderwerp. Want als het waar is dat we het bewust of onbewust altijd over onszelf hebben leren we van de kritiek die we op het andere of de ander hebben de duistere krochten in de eigen binnenwereld te verlichten. Juist in tegenspraak vind ik nieuwe manieren om de magische en logische componenten met elkaar te vergelijken en mijzelf los te maken van allerlei geconditioneerde ideeën en reacties die ik daarover heb. De uitkomst van innerlijke mentale arbeid op dit gebied is eigenlijk heel simpel. De aanname dat het logisch is om dat wat bestaat magisch te noemen en de uitkomsten van parapsychologisch onderzoek en andere occulte genoegens te beschouwen als hogere logica plaveit de Koninklijke Weg naar verruimd bewustzijn.        

Herleving van de oude (sjamanistische) cultuur maakt onderdeel uit van mijn dromen, maar dan wel in samenwerking met het bewust gemaakte, onderscheidende vermogen. Noem het de herkenning en integratie van een magisch en een logisch voorstellingsvermogen. Zonder ontwikkeling van de rede moesten oude culturen telkens weer verdrinken in de angsten die we in het niemandsland van geloof, bijgeloof en ongeloof, en in ongetemde scheppingskracht tegenkomen. De ontwikkeling van de rede was een evolutionaire stap naar een wereld die van haar experimenten met splijting en fusie geleerd heeft dat het fusie is die recht doet aan het feit dat elke afgescheiden mensenziel de eenheid zoekt, maar dit niet anders dan op heel persoonlijke wijze kan bereiken. Voor de een is dat 1 + 19, voor de ander 2 X 10, de verschillen tussen die twee zijn enorm; in de formele uitkomsten echter is er helemaal geen verschil. Pogingen de veelheid op te heffen is geen oplossing voor het probleem  Missionarissen en kolonialistische politiek die de gevonden werkelijkheid aan wilden passen aan de eigen culturele vooroordelen en mythen hebben de weg naar eenheidsbeleving voor ontelbare zielen, maar ook voor zichzelf, dwars gezeten. De rijkdom van onze werkelijkheid bestaat uit de vele wegen die naar het persoonlijke transformatiepunt leiden. Voor elk mens een eigen weg, is de droom van elke individualist. Ondermijn je die veelheid dan verarmt de wereld in de enige ervaring die er werkelijk toe doet. Het mag er op lijken dat het kolonialisme niet slecht geboerd heeft. In werkelijkheid hebben de veroveraars en daarmee de veroverden zich opgesloten in een collectief graf waar een met liefde uitgesproken OORDEEL voor nodig is om het weer een beetje open te krijgen.

Er zijn ontelbare individuen die nog steeds wachten op de wederkomst van een Messias. Ik neem aan dat die wederkomst zich alleen in het individu kan voltrekken, of liever, dat deze wederkomst het resultaat is van individuatie zoals Carl Jung dat voor ogen had.. Superego leidde ons van dag tot dag door de sprinkhanenplagen van onze bange interpretaties en gedachten in de woestijnen van onze hoogste nood. Bij elke stap wordt het ons zwaarder te moede, incarneerden we een beetje meer, tot onze kroon aan toe. Volgens de bijbel moet de zwerftocht der joden vanaf het punt waar Mozes voor het eerst zijn instructies ontving 10 jaar in beslag hebben genomen, terwijl de punten van vertrek en aankomst niet meer dan 11 dagmarsen van elkaar verwijderd waren. 11 wordt in de kabbala genoteerd als een 20  die ging over het luisteren naar de innerlijke stemmen, ofwel de openstelling van een andere dimensie. Wie daar niet naar luistert en zich laat indoctrineren door ‘het idee van één waarheid voor iedereen’ riskeert, dat weet elke rechtgeaarde Jehova, blaren op de voeten, en laat het gezochte geluk liggen voor weer een volgende generatie die er ook niets mee kan vanwege de deformaties in een opvoedingsklimaat dat door en door geïdeologiseerd is en heel ver van de sociale, psychologische en emotionele werkelijkheid afstaat.

40 = 13 = Dood. Onze reizen door het doodbewustzijn, onze memento mori’s in huistempeltje of in gesprekken met geliefde overledenen, zijn een verkenning van de onbekende psyche waar wij ons rijk dan wel arm kunnen rekenen. Sommigen hebben genoeg aan de magie van alledag, anderen verwachten toch tenminste iets dat lijkt op de glitter en bombarie van een vaardige illusionist. De ziel te zien als iets dat ding of wezen toebehoort en de geest als iets waar alles wat we kennen uit bestaat, is een onderscheid dat ik misschien wel in elk hoofdstuk opnieuw onder de aandacht had moeten brengen Het is in de geest (Grote Geest) dat we de eenheid met zo een onduidelijk concept als de ziel kunnen herstellen. In dit soort noties gaat het om heel nauwkeurige definities. Elk van mijn woorden weegt. Elk woord telt.

Al het onbewuste moet eens bewust worden en bij elke stap op dit pad ervaren we iets dat we Renaissance zouden kunnen noemen. Zou ik een profeet zijn dan zou de noodzaak van dit proces getekend kunnen worden in de analogie van verzonken continenten die ooit weer boven water zullen moeten komen. ‘Hi Atlantis, there you are!’

Er is altijd genoeg om volmaakt gelukkig te zijn. Wat is dat voor een uitspraak die mij blijft fascineren.... Vul het zelf maar in.

Alle leugens moeten eens weer boven water komen, en dat doen ze ook. Leugens komen voort uit veel verschillende bronnen. Een van de meest voordehandliggende is dat werkelijkheid, dat datgene wat waar is, niet geaccepteerd kan worden. Misschien zijn we in de scheiding van waarheid en fantasie  te ver gegaan, of niet ver genoeg. Het nieuws in de media is overwegend geen goed nieuws. Dat er dan veel mensen rondlopen die denken dat het goede , wat de mens betreft, helemaal niet bestaat, is niet eens zo vergezocht. Ik ken jonge mensen die beweren te verlangen naar het einde van de menselijke soort.  Hoe zijn ze op de gedachte gekomen dat de mens een pest is die zichzelf en alles wat hij tegen komt bevuilt.

20 = 11 = een opstapeling van wat je magische momenten zou kunnen noemen, en in Oordeel (ofwel nummer 20) zorgt de Nul er wel voor dat er geen eind aan die opstapeling komt. Het is alles of niets. Ik kies voor de vrijheid elk moment magische inhoud toe te schrijven aan mijn materiële en mentale werkelijkheid. Het bestaan zelf van wat dan ook zet mij aan de transcendente natuur van alles en nog wat als een gegeven te accepteren. Als er dan al een God moet bestaan laat hem/haar dan omnipotent zijn, een doordringing  van yin in yang op alle niveaus van waarnemen en voorstellingsvermogen. Mijn innerlijke meester, de enige die ik dienen wil, die ik dienen moet, zegt: ‘Laat het gebeuren. Geef je over’. Verwondering en bewondering zijn op hun plaats als het inzicht ontstaat dat elk moment van mijn bestaan een wonder is.

20 is een overstelpende gebeurtenis. Het is de grote inspiratie, de overschaduwing van ego door superego, het moment van inzicht. Alle grote, mystieke dichtwerken, alle parelen van de geest komen daaruit voort.

20 is de tunnel die het bewuste verbindt met het onbewuste. We zochten een weg. En nu hebben we die weg.

(2 x 10 = 20). Het op mij in laten werken van het Rad deed bij mij de veronderstelling groeien dat het Koninkrijk altijd daar was waar ik het niet zocht, hetgeen mij er toe zette te stoppen met zoeken en me te bekwamen in het simpele ondergaan van wat maar binnen wilde komen.

Twintig is een statisch getal. Alle ontdekkingen die wij doen hebben het statische karakter van de eeuwigheid. Al lijkt context een onrustige eigenschap, de wetten van Grote Geest blijven overeind in alle vermeende onveranderlijkheid. De vernauwing tot intellectuele schema’s maakte dat ik de wetten niet meer kon voelen, laat staan dat ik ze in acht kon nemen. De 10 geboden kon ik nog slechts zien als morele voorschriften waarbij ik ze in mijn eigen innerlijke ontwikkeling niet meer herkende. Ik hield als het ware op in de spiegel te kijken.

De 22 Grote Arcana zijn uit het zelfde materiaal opgebouwd als de 10 getallen die God aan Mozes gaf. Zij vertellen hoe de 22 wegen tussen de 10 sephirot lopen, maar ook hoe Grote Geest zich openbaart, hetgeen impliceert dat 20 kennis bevat van het diepere onbewuste, zowel als van het bovenbewustzijn. 10 maakt het onzichtbare zichtbaar, het ongekende kenbaar. Wij kunnen de wet niet zien, laat staan begrijpen als we niet hebben geleerd hoe symbolen met symbolen te verbinden. The Tree of Life biedt daar een briljant schema voor.

Energie, en dus het leven zelf, is de meerwaarde wanneer verschillende zaken met elkaar verbonden worden. Energie blijkt de meerwaarde te zijn die maakt dat het lichaam meer is dan de som der delen. We denken het zonder die energie niet te kunnen stellen. Als dat zo is; waarom leren we onze kinderen dan niet dat het maken van verbindingen net zo extatisch, en net zo doelmatig kan zijn als de schoonste poëzie die de mensheid door alle eeuwen heen heeft voortgebracht.

Grotere inspiraties kunnen verwerkt worden in de mentale ruimte waarin een netwerk van symbolische verbindingen de matrix vormen die de hoge binnenkomende energie kan aanpassen aan de kwaliteit van het individuele- en vervolgens het collectieve bewustzijn.

Dit toont de blindheid aan van kolonisten die de onderwerping van de lokale mythologie, aangevoerd door missie en zending, tot hun taak rekenden. Deze daad deed niet onder voor de vernietiging van de regenwouden waarbij ook de wilde voorouders van onze gekweekte rassen verdwijnen zodat er straks geen wild materiaal meer is waarmee we onze cultuurproducten kunnen kruizen, waardoor de toekomstige voedselvoorziening en geneeskunde worden bedreigd.

Onze mentale training of de innerlijke fusie van werkelijkheid kan met vrucht geleid worden vanuit de beoordeling van betekenissen die we toeschrijven aan symbolen. Wij kunnen ons niet ontwikkelen - of robuuste samenlevingen creëren - zonder een persoonlijke, mythologische vergelijkingsruimte. Dit mythologische referentiekader is gediend met een zo groot mogelijke verscheidenheid. De een kan zich van alles voorstellen bij Isis, een ander vindt gelijkwaardige eigenschappen in Jezus. Iedereen weet het beter. Jezelf en de ander die eigenwijsheid te gunnen is een grote stap op het holistische pad.

Isis die haar magische krachten gebruikte om de aanspraken van haar zoon op de troon kracht bij te zetten; en met succes!

Jezus die er alles voor over had de kinderen van zijn vader te verlossen en zo hun aanspraken op de hemelse troon te herstellen.

Tussen plus en min, tussen de neutrale volledigheid van de 0, de Dwaas,  en de betekeniszoekende veelheid van 2, de Hogepriesteres, is er geen sluier meer om ons te beschermen. En daar ligt het wonder van 20. We zien, als we het lef hebben, de innerlijke beelden in hun werking. We zien dat ziekte, gezondheid, rijkdom, armoede enz. allemaal uitwerkingen zijn van het eigen voorstellingsvermogen, producten zijn van innerlijke en uiterlijke suggestie. Wij wanen ons dit of dat. Door het innerlijk beeld te versterken met de kracht van noodzaak of concentratie, geef ik gevolg aan de eis van 20, het onbewuste bewust te maken en zodoende het beeld van de realiteit te veranderen. We zijn als een baarmoeder waarin we kunnen laten groeien wat we maar willen.

Als wij echter geen interpretatie hebben van eigen afkomst en bestemming, ofwel van het plan dat aan universum en aan het eigen bestaan ten grondslag ligt kunnen wij ons geen Oordeel vormen over de wenselijkheid of onwenselijkheid van deze of gene realisatie, en zijn wij de oneindige Fool die alsmaar valt en zich bezeren moet aan beelden die we ons beter niet hadden kunnen snijden. In 20 zit veel verleden die we duiden met de kennis van nu, hetgeen een tamelijk krom Oordeel kan opleveren. Kolonialisme, markten die zich zonder overheidsbemoeienis regelen, de zegeningen van ongeremde schaalvergroting, de vernietiging van oude waarden door massale inzet van mechanisering en automatisering. Wat als we al die dingen nog eens over zouden mogen doen?

Terugkijkende op hetgeen ons tijdperk vorm heeft gegeven en wie er nu werkelijk geprofiteerd hebben van al deze singulariteiten vinden we in de hoofdstukken van de geschiedenis van het kapitalisme en in de kronieken van versgebakken miljonairs en miljardairs die Deirdre N. Mcclosky ratten noemt. 

Als ik de term 'plan' gebruik zal ik mogelijk menig gevestigd denker tegen de haren in strijken. In de strijd tussen evolutionisten en creationisten hebben de creationisten, zo lijkt het, het onderspit gedolven. In mijn eigen aannames van een door en door intelligent heelal is er geen plaats meer voor het denken in dit soort tegenstellingen. Dat het plan zich jin een voortdurende staat van ontwikkeling bevind lijkt me net zo waarschijnlijk als mijn vermoeden dat een louter materialistische benadering in filosofie en wetenschap tot niet veel meer leidt dan tot het einde van de groei, zoals Richard Heiberg dat zag.

Ik denk dat de onderliggende problemen vragen om een herwaardering van ideologie, geweten en moraal.         

Dat onze realiteit berust op suggestie is gesneden koek voor hypnotiseurs en voor geneeskundigen die experimenteren met placebo’s.

In onze tijd wordt dit geestlichaam probleem nauwelijks onderzocht, maar dat geldt voor alles waar je het woord geestelijk of spiritueel voor kunt zetten. In occultisme en magie, onbesmet door de wanen (aannames) die Descartes ons heeft nagelaten, en in tegenstelling tot wat mijn moeder aan wijsheid bezat, vullen praatjes wel degelijk de gaatjes. Sterker, de beïnvloeding van geest op lichaam is misschien wel het belangrijkste uitgangspunt van de occultist, die nooit ziekte of symptoom centraal stelt maar altijd het ongedeelde individu. Het gaat om een samenhang die we ‘holisme’ noemen, en die net als de tovenaarsleerling de innerlijke opdracht mee heeft gekregen evenwicht te scheppen tussen aarde, water, lucht en vuur.

In tegenstelling tot een typisch, moderne wetenschapper leeft de occultist in vrede met het levensbewustzijn, zowel als met het doodbewustzijn, waarmee het bereik van de occultist groter is en dus een beter overzicht biedt van al die samenhangen die zich in het associatieve denken spontaan aanbieden. Moderne wetenschappers zijn in feite niet anders dan moderne occultisten; gewetensvolle haarklovers op zoek naar kennis of verlichting.

Het onderscheid zit vooral in de noodlottige afwijzing van Grote Geest, of meer eigentijds, in die van de alles doordringende morphische velden van Sheldrake. Je kunt ook zeggen dat de moderne wetenschapper in een ander stadium occultist werd genoemd,  die niet meer in contact staat met zijn oorsprong. Het Ur van Urteil (oer) maakt geen deel meer uit van de vergelijkingen, ofwel, het oudste deel van ons collectief geheugen is diep in de wereldzee van het onbewuste weggezakt.

Oordelen betekent oorspronkelijk uitdelen, zoals ‘judgement’ verwant is aan het woord ‘wet’. from iūs (“law”) + (dicus).

“Dicus” komt van 'dijk' waarover ik heb gemijmerd toen ik werkte aan de idee dat een dijk nooit hoger is dan het laagste punt.

Als je uitdeelt of herverdeeld breek je het geheel op in stukken. Dat we in deze handeling een oordeel over onszelf vellen ofwel een uitspraak doen over de eigen mentale ruimte, en vervolgens in aanraking komen met de wet, dan wel een kosmische orde die zich steeds weer moet aanpassen aan onze nukken en kuren, is een inzicht dat pas kan ontstaan in 20, als je ‘goed met de brokken zit’. In de Joodse traditie kent men het gebruik bij huwelijken een glas aan stukken te smijten. De droom van de EENHEID kan niet anders tot ervaring worden gebracht dan vanuit de uitgeworpen fragmenten, een voortdurend spel van combineren en recombineren. Holisme is gebouwd op de veronderstelling dat alles uit dezelfde bron afkomstig is. En laat er dan a.u.b. een 'alles' zijn, ook al is dat slechts een beeld in mijn innerlijk.

Leugen en waarheid zijn twee kanten van een zaak. En de lezer mag een beter passend woord - die zijn zaak typeert - zelf invullen. Een passend model voor wat past en wat niet past, voor wat we doen en voor wat we nalaten ken ik niet, en dus laat ik me inspireren door (dicus), mijn dijkhuis  

Opsluiting in een concentratie op 4 biedt meditatieve mogelijkheden die niet of nauwelijks benut worden.

Mozes smeet zijn wetten (of scheppingswoorden) aan stukken bij het zien van de dans om het gouden kalf. In 20 gaat de deling niet over een specifieke tegenstelling, maar over alle tegenstellingen, in mijn context vooral die over geest en beest.

Dat wat verworpen wordt schept een tegenstelling met dat wat aangenomen wordt.

Beelden worden iconen. Iconen wedijveren met afgodsbeelden en macht past zich aan aan alle keuzes die we daarin maken. Via een vernuftig systeem van jurisprudentie wordt telkens weer het wetteloze tot wet verklaard en het wettige tot taboe.

De onbewuste aard van 20 is opgebouwd uit 10 + 10. We hebben 10 vingers en daarmee openen we, denkende aan 20, het beeld van de handen waarmee we geven en van de handen waarmee we nemen. 5 is het getal van dominantie en macht, eerst als reactie op een overweldigende omgeving en daarna als een expressie van een steeds realistischer mix van de vier elementen. Een oog in een hand staat zowel voor helderziendheid als voor het boze) oog dat ons constant in de gaten houdt. De symboliek is te uitgebreid om te passen in mijn notendop, maar dat er om een oordeel gevraagd wordt wanneer we de manipulatie van macht tot ons door laten dringen staat voor mij als een paal boven water. De vervlechting van onderwereld en bovenwereld kost ons veel meer dan het ziende deel in mijzelf kan verdagen.

Corrupte leiders  horen veel sneller geïdentificeerd en geïsoleerd worden. In mijn persoonlijke configuratie van die dop opent de integratie van de Vier ons innerlijk oog en maakt zodoende de verbinding tussen het bewuste en onbewuste mogelijk. Voortgang in deze ontwikkeling kent uit zichzelf geen morele basis en misbruik van toename van het psychische bereik ligt dan ook voor de hand.

In 20 wordt de balans tussen de twee tienen gezocht. De 10 in het decimale stelsel is de som van 1, 2 , 3 en 4, en geeft antwoord op de vraag hoe we aan onze ideeën komen die de studie van het onbewuste verfijnen. De 4 in deze som biedt een acceptabele overgang van de generaliserende basisgetallen naar de meer specifieke (persoonsgebonden) getallen die wisten te ontsnappen aan de gevangenis van 4, en die me doen denken aan een graf voor de levende doden, ofwel 'de bewuste mens'.

Jod, Aas of Tien gaan over alles wat we weten, maar ook over alles wat we niet weten, want een mens die zichzelf zoekt te kennen moet ook alle potenties, al zijn ze nog zo exotisch, leren kennen. Dat de linkerhand niet weet wat de rechterhand doet verwijst ernaar dat we God’s woord, ofwel de (groene) taal der goden, beter moeten leren verstaan.

Eerder stoeide ik met de irrationaliteit van huilen en lachen als een stroom die me in staat stelt het samenkomen van het mentale en het emotionele in het gespiegelde beeld waar te nemen en te volgen. In de navolging van Christus zie ik niet alleen meer een offer, een implosieve Big Bang, maar ik ben nu ook waarnemer geworden van deze samenkomst, en de meerwaarde daarvan is de versterking van het doodbewustzijn als tegenkant van het levensbewustzijn. Herinneringen, dromen en gedachten vermengen zich en worden een rode draad die de mythische overgang van analyse naar vereenzelviging zichtbaar maakt.

Zij die de dood van een geliefde te boven zien te komen worden ervaringsdeskundigen in de dynamiek van het zoeken naar de manier waarop het onbewuste gevonden kan worden in het bewuste, ofwel hoe het innerlijke oog zich geleidelijk opent, ongeveer zoals het graf op kaart 20 geopend wordt. Het onmeetbare is ervaarbaar geworden.


De joden waren volgens heilig verklaarde bronnen - boven alle kritiek uitrijzende teksten – ‘het uitverkoren volk’ en hadden als eerste opdracht, ‘geen Jod aan de wet te veranderen’. In joodse halsstarrigheid (orthodoxie) - en in de onbeweeglijkheid van de patststelling  in hun geopolitieke werkelijkheid - zien we wellicht de neerslag van de vergissing symbolische taal te verwarren met de taal van onze geschiedenisboekjes. God’s zetel boven onszelf te plaatsen in plaats van ‘in eigen natuur’ en aanleg is een slecht idee. Wil ik deel blijven uitmaken van de opwaartse, evolutionaire stroom dan zal ik toch echt moeten doorbreken naar dat ooit uitgebannen inzicht dat binnen en buiten, als expressies van Grote Geest in evenwicht moet worden gebracht, en dat als het mensdom dan al een opdracht in het geheel der dingen heeft het verruiming van bewustzijn is, zodat we inspiratie kunnen benutten en in dienst stellen van ons vermogen te geloven, te hopen en lief te hebben en vervolgens daden te stellen bij onze vaak hoogdravende interpretaties van metafysische boodschappen die wat betekenis betreft voortdurend aangepast zouden moeten worden aan de relevantie van onze hier en nu ervaringen. We dragen persoonlijke verantwoordelijkheid voor de mythologieën die we hebben toegelaten of juist afgewezen. En als ‘minotaurus’ ons niet veel meer zegt dan, voor het behoud van onze integriteit, noemen we hem toch gewoon ‘stier’.

Het misverstand dat in de bijbel met het uitverkoren volk alleen maar een etnische- of  godsdienstige groep werd bedoeld heeft ertoe geleid dat in de 10 wetten die als constitutie dienden voor de joodse samenhang te eenzijdig  morele kwaliteiten werden gezocht en gevonden. De stralende openbaring wordt daar echter tekort gedaan. Etymologie helpt me in de uitbreiding van intuïtie.

Jood, Juda of het ‘jod-hee-vav-hee’ wijzen op samenhangen die in de historische opvatting niet worden geteld. De 12 stammen die naar een animistische oorsprong verwijzen zijn niet slechts de 12 stammen maar zijn samen (1+2=3) zoon van god, ofwel een kind van grote geest. Er is in de mozaïsche traditie tekstueel veel gepast en gemeten om de godin op afstand te zetten en te houden. Niet voor niets is jodendom zo nauw geassocieerd met het patriarchaat. Meten echter is dank zij Ma’at godinnenwerk.

In symbolische termen lees ik dat zij die geen kennis nemen van de innerlijke mogelijkheden van de 10 wetten, en niet weten hoe kwantiteit te verbinden met kwaliteit, ofwel het getal met het woord, geen toegang hebben tot de TIEN die als symbool vooral ook staat voor het totaal van alle volken en de EENHEID die daar zal ontstaan. De wet gaat over eenheid en niet over verstrooiing zoals die in ‘self-fulfilling prophecies’  gestalte heeft gekregen. Een jood kent geen hemel of hel buiten zichzelf. Hij moet wachten op het einde der tijden, en dat kan in een oneindig heelal wel even duren. Voor zijn transcendentie is hij aangewezen op eindeloos elkaar tegensprekende exegesen die geen van alle ingericht zijn om jou of mij te verleiden iets van onze ‘jod’ in te leveren, gegoten als ze zijn in betonnen, overtuigingen.

Wat, alle volken EEN?

Verstrooider dan het wandelende volk kun je het haast niet bedenken.

Echter, wat je buiten niet vindt ga je van binnen zoeken en dus nam het innerlijke koninkrijk van de jood de vorm aan van een staat binnen de staat en overal waar hij zich vestigde moest het onderscheid tussen de aan grond en rassen gebonden landen en de metafysische innerlijke staat (van bewustzijn) wel opvallen.   

Alle verkrachters van de wet - zij die het niet zo nauw namen met de jod, en dat zijn wat mij betreft alle godsdienstigen en sektariërs, inclusief humanisten, atheïsten en joden - hebben gewetensproblemen, vandaar de noodzaak voor zoiets als een erfzonde, een gat in de markt waarin Christendom met grote gretigheid gesprongen is. Niet ik, maar Adam en Eva zijn de boeven. Een erfenis die niet zo makkelijk geweigerd kan worden. Dat ik het hier heb over een graf dat hoognodig geopend dient te worden, is niet te ver gezocht.

Hoe meer ik speel met gedachten aan Oordeel hoe meer de idee van een ‘wake up call’ in mijn gedachten komt. Zo een roep zou betrekking kunnen hebben op internationaal recht, mensenrechten, de rechten van het kind; allemaal leugens als we niet bereid zijn deze waarden op onszelf en op het collectief toe te passen. Grote internationale bijeenkomsten worden ontsierd door de aanwezigheid van omhooggevallen schurken die naar het oordeel van de gewone man in de gevangenis horen te zitten. In ons consumptiepatroon heulen we maar al te vaak met gewetenloze praktijken waarin grootmachten als Sandoz en Shell het kapitalisme zijn lelijke smoel hebben gegeven. En wij hebben het geslikt!

 In de steeds net niet geheel gelukte genocide op het zich noemende Joodse Volk zien we de spanning die ontstaat wanneer menselijke wetten niet meer herleid kunnen worden tot de oerwetten (de oergetallen).

Wij mogen veronderstellen dat met het Beloofde Volk die zielen worden bedoeld die accepteren dat het niet om woord of getal gaat, maar om de vereniging van die twee. De tegenstellingen, ‘Waar en Onwaar, Vorm en inhoud, God en Godin, Geest en Lichaam’;  kunnen mijn ideeën aangaande dualisme verhelderen en als startblokken dienen voor eindeloze omzwervingen in een wereld van symbolen waar ieder zijn eigen keuzes moet maken, en waar vrijheid de norm is.

Waarheid kan associëren met zekerheid, met logos, met de Zon; maar ook met liegen, onwetendheid en ideologie. Om het nog vrijer te maken kunnen al deze positief of negatief geachte inhouden onderling verwisseld worden. De bloem is iets anders dan de mens, denken we. Maar de bloem in mijn perkje leert me toch wel hoe ik de innerlijke knop tot bloei kan brengen; steeds weer van binnen uit naar buiten. Ik vermoed iets, breng dat iets in de wereld en wacht af wat de gevolgen zijn; of de oogst goed is of slecht, of mijn product wel of niet wordt afgenomen. Bekijk ik het door de bril van een holistische horticulturalist dan duikt ook de gedachte aan biodiversiteit op, een loflied op VEELHEID  Dat is weer eens wat anders dan dat alsmaar trekken aan het ideaal van de EENHEID. Wie de moeite neemt die twee als elkaar’s spiegelbeeld te zien versterkt zijn (haar) positie aan de hand van verbazingwekkende meerwaarden die steeds weer ontstaan in het spel van associaties en vaak tamelijk ongebruikelijke verbindingen.

Het is nu ook duidelijk waarom niet alleen joden maar ook occultisten, zigeuners of indianen zo vervolgd werden. Gemeenschappen die opvielen door afwijkende eigenschappen, door een afwijkende staat van bewustzijn als gevolg van de selectie van een bepaalde set van mythen en de daarbij behorende symbolen. Een staat die afwijkt van elke andere staat en waar de verschillen worden begrepen als gevaarlijk en dus vijandig, zoals de boer niet vreet wat hij niet kent. Wie goed oplet ziet hier de strijd tussen opvattingen die niet zelden duizenden jaren geleden een functie hadden in de overlevingsstrijd.

Het verbod op varkensvlees vindt bij een normaal denkend mens zijn einde in de uitvinding van de koelkast. Het taboe op incest komt enigszins in de lucht te hangen in een tijd dat voorbehoedsmiddelen voor een prikkie te krijgen zijn.

Je kunt over je eigen keuzes mooie ethische verhalen vertellen; met de werkelijkheid van het hier en nu hebben ze maar al te vaak weinig te maken. De verschillen te overbruggen en landen dichter bijeen te brengen door in elke afzonderlijke cultuur vast te stellen welke archetypen een rol hebben gespeeld bij de vorming van staat of cultuur. Dan zal blijken dat communisme veel meer op neoliberalisme lijkt dan op het eerste gezicht werd aangenomen, of dat hindoeïsme en christendom gemeenschappelijke bronnen hebben die een stuk essentiëler zijn dan de verschillen. Onderricht in symboliek acht ik net zo instrumenteel in het bereiken van wat meer consensus als de morele behoefte die ik eerder zag ontstaan aangaande de ontwikkeling van het derde oog. Wat meer kritiek op de reflex om al hetgeen we niet begrijpen paranormaal te noemen is geen overbodige luxe. In ieder geval beter dan een uit-sluitend materialisme dat alleen maar om kan gaan met ‘tastbaarheden’ en 'klinkende munt'.

Niet het ding, maar de betekenis die we er aan toeschrijven is van belang. Symboliek gaat over het toekennen van betekenis. De paradigma die op het punt staan te veranderen zijn een afspiegeling van het onontkoombare verlangen EENHEID te ervaren. Symboliek is er voor om aan dit soort abstracte verlangens inhoud te geven.

De tijd dat we andersdenkenden op de brandstapel plaats deden nemen of blootstelden aan abjecte martelpraktijken hebben we - wereldwijd gezien - helaas nog lang niet achter ons gelaten. Infantiele opvattingen over leiderschap, nationale soevereiniteit of over de rechten die we onszelf hebben toegekend in de exploitatie van natuur- en bodemschatten zouden alle mensen van goede wil moeten aanzetten blinde scheppingskracht om te zetten in ziende scheppingskracht. ‘Verslaving’, ‘Exploitatie’, ‘Bezit’ of ‘Onderwerping’ zijn ongetwijfeld sleutelwoorden in de beoordeling van onze morele positie. Deze eigenschappen te waarderen in het perspectief van hun tegenstellingen (in hun spiegelbeelden) is een bezigheid die ik niet anders dan magisch kan noemen. Het maakt de lijst met antoniemen minstens zo interessant als die met synoniemen. Op de weg van Onderwerping’ naar ‘Overgave’ valt heel wat te bespiegelen. De 2 in de 20 zou je de oerspiegel of de moeder van alle spiegels kunnen noemen. In radartechnologie komen we het begrip spiegelantenne tegen. We zoeken de spiegel maar zijn tegelijkertijd onderdeel van een schepping die het menselijke maar ook het onmenselijke spiegelt zodat wij erop kunnen reflecteren. Reflectie is een weg naar contemplatie en meditatie, en tenslotte naar transformatie. Hier valt geen bewijs voor te vinden anders dan de innerlijke overtuiging die openbaring zo overtuigend, ja zelfs dwingend maakt. Toen ik mijn twijfel uitte betreffende het bezit van een persoonlijke wil moest ik denken aan die zeldzame gelegenheden waarin ik ineens, zonder directe aanleiding, in een bewustzijnstoestand terecht kwam waar moeiteloze verandering van gewoontes mogelijk bleek. Dat niet mijn wil maar de Uwe geschiede, maakt deel uit van het ‘Onze Vader’. De mogelijkheid dat er een wil is buiten mezelf die mij aanstuurt is net zo uitdagend als de vraag, ‘Waar komen mijn gedachten vandaan?’ De wil, volgens mijn woordenboek, is het vermogen van de mens om van een gedachte over te gaan naar een handeling, of naar de onthouding daarvan.

Persoonlijke wil deelt wellicht eigenschappen met helderziendheid. Eigenschappen die we vooral ook delen met het intelligente heelal maar die nog tot bewustzijn moeten worden gebracht. Ik zeg dagelijks mijn ‘Onze Vader’, waarin mijn uitgesproken verlangen de weg bereidt voor de wil van een niets dat alles heeft voortgebracht. ‘Het verlangen’ en ‘de wil’ tot eenheid brengen creëert een nieuwe scheppingsgolf waarvoor we denk ik het woord ‘paradigmaverandering’ bedacht hebben.

De wil, volgens mijn woordenboek, is het vermogen van de mens om van een gedachte over te gaan naar een handeling. En dat is waar ik vind dat we van genade mogen spreken! Een stroom die al mijn vormen vasthoudt en verandert.

Hoe onze wetten er uit zouden zien wanneer we al die claims op het bezit van persoonlijke intelligentie, charme, bewustzijn enz. zouden opgeven is een vraag die ik nauwelijks durf te stellen. Alleen al een oppervlakkige gedachte aan dit soort onteigening doet mijn hoofd gonzen als een bijenkolonie.

Als het goed is beschermt de wet ons tegen wederrechtelijke toe-eigening van elkaars bezittingen. Maar wat als er nergens in de evolutie wetten bestaan die mijn en dijn netjes regelen en waar égeheel volgens holistische traditie slechts sprake kan zijn van relatie en wederzijdse afhankelijkheid? Moeten wij het bestaan van wetten willen claimen die niet uit onze natuur zijn voortgekomen? We praten veel over de noodzaak om samen te werken maar als het op ‘doen’ aankomt proberen we toch steeds weer elkaar te overtroeven waarbij vergeten wordt dat mijn voordeel in zo een context een andermans nadeel moet zijn’. Daar waar wel wordt samengewerkt zien we profijt die geleid heeft tot het gezegde: ‘Eendracht maakt macht’. Dit schrijvende realiseer ik me dat samenwerking net zo min opgelegd kan worden als democratie. Kapitalisme en socialisme moeten tenslotte falen omdat ze, net als veel andere ideologieën, bewegingen zijn die door elites gestuurd aan het volk worden opgelegd, een top-down benadering.

Het praktische advies hier is waarschijnlijk. ‘verander de wereld begin bij jezelf’. Ik hoef alleen maar te proberen wat beter met mijzelf en mijn directe buren samen te werken. Een nieuwe coöperatie hier, een andere carpool daar. De dreiging van een wereldwijde ecologische instorting wijst de weg. Persoonlijk een windmolen neerzetten is begrotelijk, maar samen met de bewoners van de straat of de wijk waar ik woon een project opzetten die  Moeder Aarde en onszelf helpt, is als uitdaging te overzien. Noodzaak laat ons wanneer de crisis rijpt geen ruimte of tijd meer voor uitstel. 20 is nog maar één positie verwijderd van het einde, ofwel van mijn gang door de Grote Arcana.

Ook in een pragmatische, geseculariseerde samenleving als de onze weten wij dat wij op een beduidende wijze wetten overtreden. Maar zelfs als ik denk niets op mijn kerfstok te hebben voel ik me toch gespannen wanneer er een politieman bij mij voor de deur staat. De rechtsstaat die hij vertegenwoordigt is niet mijn rechtsstaat. Via oom of tante agent word ik er aan herinnerd dat het een elite was en is die mij de wet voorschreef en voorschrijft. Net als andersoortige, maar toch ook wel propagandistische opvoeders proberen zij iets van mij te maken dat ik niet ben. De wet weerspiegelt ideeën die zij die heersen belangrijk vinden. In hoeverre daar het eigen- of groepsbelang voorop heeft gestaan mag elke lezer voor zichzelf uitmaken. Don Quichot die de strijd aanbindt met een windmolen, de kafkaëske confrontatie van individu met bureaucratie of Huxley’s Big Brother hadden ons wakker kunnen schudden. Echter, de gretigheid waarmee burgers hun privacy weggeven in het ‘social media’ tijdperk is opvallend en doet me denken aan de praktijk van hackers die mailbommen sturen om een netwerk plat te leggen. Je zou de autoriteiten zoveel informatie kunnen geven dat, al zouden overheden iedereen inhuren die kan lezen of voor luistervink kan spelen, de overheidsmachine toch helemaal in de prak draait. Uiteraard is dit geen oproep tot anarchie. Ik kan echter niet verhelen dat er zo nu en dan onparlementaire gedachten bij mij opkomen. Soms is het onrecht zo groot dat ik God en alle andere autoriteiten vervloek. Ik denk dat er lezers zijn die daar wel enig begrip voor op kunnen brengen.

Wakker worden is denk ik een belangrijke aanwijzing in het begrijpen van Oordeel. We moeten wakker worden om te kunnen zien hoe we voorgelogen, gemanipuleerd en gekleineerd worden, en hoe (en waarom) we dat hebben toegestaan. Zo maar een voorbeeld: 'De vraag of er zoveel criminaliteit bestaat omdat er zoveel wetten zijn is de moeite van het stellen waard.

Wakker worden voor het feit dat het eigen geweten voorrang heeft op welke wet van buitenaf opgelegd dan ook . Dat je daarmee heel kwetsbaar wordt voor aanvallen van het wetsgetrouwe establishment is een feit. Sla de geschiedenis van ketters, klokkenluiders en zelfstandige denkers er maar op na.

Achter 20 doemt het beeld op van de dichter of de profeet. De profeet weet dat hij steeds weer moet uitroeien wat hem als mens zo goed als heilig is. Zijn denken, zijn weten, zijn hoop en geloof. Steeds weer moet de aanpassing gemaakt worden naar iets waar verlies en winst elkaar in evenwicht moeten zien te houden. Is hij daar niet toe in staat dan zal hij behandeld worden als de klassieke ketter, of als de gek die we direct al in Nul zagen verschijnen..

Collaboreren komt niet alleen voor in tijden van bezetting door een vreemde mogendheid. Er is in iedere generatie een beduidende meerderheid die bereid is zijn ziel aan de duivel te verkopen. Een beetje water bij de wijn lijkt in een poldermodel een vereiste, zonder compromis geen sociaal contract. De aanpassing neemt hier echter de verkeerde afslag. Niet de ander of de meerderheid, maar ikzelf moet de maatstaf zijn voor moreel handelen.

Uiteindelijk worden ketters nogal eens heilig verklaard. Maar dan moet je al wel een flink tijdje onder de zoden liggen. Eind goed al goed, maar je kunt het ook mosterd na de maaltijd noemen.

Profeten zien niet zelden hun lot, lang voor de omgeving die voltrekt. De profeet laat zich rijgen in een historisch kralensnoer, de namen memoriserend van helden en voordenkers die bewezen hebben dat persoonlijke moed een veel mooier verhaal oplevert dan het aan schuifelen achter een naamloze massa!

De inprenting van dit historische goed legt een beschermende mantra om de geboorte van de toekomst, en verbindt ons aldus met ons nabestaan. De moed om voor typisch individuele waarden op te komen is niet altijd in voldoende mate aanwezig. Wat die je dan?

Dan zeg je wellicht: 'Door mijn schuld, door mijn allergrootste schuld!' We hebben het tenslotte over oordeel; over eindeloos veranderende meningen. 

Als wetenschap  zo een successtory is komt dat ongetwijfeld door de toewijding aan steeds veranderende theorievorming. Zo versnelt de quantummechanica de ontwikkeling van informatiesystemen en het Internet de globalisering. Menselijke verbeeldingskracht wordt een theoretisch kader waarin de zogenaamde realiteit gedwongen wordt zich aan te passen. Het meest recente en meest spectaculaire voorbeeld zou het neoliberalisme zijn. DE veronderstelling dat de markt over gelaten kan worden aan zichzelf heeft flink bijgedragen aan onzekerheid, crisis en een meer dan wanordelijke afbraak van beproefde structuren en sociale ordening. We spreken van een bankencrisis of een vertrouwenscrisis, maar dat zijn gevolgen, en zeker geen oorzaken. In de diepte van al onze verhalen en verklaringen ligt nog altijd een diepgewortelde dualiteit.

Lichaam en geest. Logica en intuïtie. Mannelijk en vrouwelijk.

De oplossing van fout geachte gevolgen vinden we in een herbezinning op de tegenstelling tussen spiritualiteit en wetenschap of  godsdienst en ideologie. Spiritualiteit is het geamputeerde deel dat ons soms ondraaglijk lijden bezorgt. Allemaal vermengd met schuld, want in het diepste van mijn zijn weet ik dat de uitspraak, 'Ik ben een mens en niets menselijks is mij vreemd, een slap excuus is.

Zolang we niet doorhebben wat de scheppingskracht is van ons denken en hoe moeilijk die is te scheiden van mythische concepten, sprookjes voor mijn part, zullen we feiten creëren die we later zullen betreuren. Het verdwijnen van de winkel op de hoek, de aanname dat iedereen een auto en een pasje heeft zodat dienstverlening ontdaan kan worden van menselijke inmenging, de toenemende onveiligheid die de als paddestoelen groeiende cyber-structuren aan ons opdringen en waar we te kritiekloos in meegaan. De toenemende werkeloosheid die steeds verdergaande automatisering en mechanisering met zich meebrengt; alle lichten lijken op rood te staan, maar we denderen vrolijk door. En dan zwijg ik nog maar over de ecologische wanorde.

Helaas hebben praktisch ingestelde geleerden over het algemeen geen boodschap aan sprookjes, en blijven zich inzetten voor een wetenschap en een technologie die wat er dan nog aan EENHEID bestond in de kortste keer naar de filistijnen helpt. Het gaat er al lang niet meer om of een individuele wetenschapper al of niet moreel bezig is, het is het hele stelsel van natuurlijke en menselijke waarden die zonder een gemeenschappelijk metapunt, noem dat voor mijn part spiritualiteit - vooral niet te verwarren met godsdienst - splijtzwammen voortbrengtt. Omdat we onze splijtende activiteiten vooruitgang noemen vinden critici grote obstakels op hun weg wanneer ze het heilloze, korte termijn denken ter discussie stellen. Voordat je het weet word je weggepromoveerd, hetgeen wellicht toch makkelijker is te dragen dan de korte metten die vroeger op ketters werden toegepast. De kans om gevierendeeld te worden is wat kleiner geworden zodat we wellicht toch een glimpje vooruitgang meemaken. Ziende hoe we omgaan met klokkenluiders en andere zich uitsprekende geesten moeten we echter toch nog wel rekening houden met een lange weg die gegaan moet worden. De stelling, wij zijn democratisch en dus niet corrupt slaat echt helemaal nergens op. En het is corruptie waar ieder voor zich schoon schip zal moeten maken. Dat we in die pogingen Oordeel aanwenden om op koers te komen en te blijven lijkt me zo gek nog niet.

Ik wil niet twijfelen aan de onzelfzuchtige aard van de individuele onderzoeker, paus of wetenschapper, maar onzelfzuchtigheid is niet perse het zelfde als de inzet van gezond verstand. In een vorige versie van dit verhaal stelde ik dat, ‘Profeten die niet geliquideerd worden per definitie een beetje verdacht zijn. Maar ik wist niet of die gedachte nog paste in een eindversie van dit boek dat niet bedoeld is cynisch te zijn.

20 is een informatief getal. De Godheid die zich spiegelt in het magische water, of in het orakel. is van een springlevend onbewuste dat wij in gehangen (omgekeerde) staat steeds weer voor dood of hallucinatie hebben aangezien. Als je zegt: ‘Ik hang dit of dat aan’, dan is dat wetenschappelijk gezien een zwaktebod. Maar het is ook waarheid want de beelden waarin we geloven bepalen wel degelijk ervaarbare werkelijkheden waardoor onderliggende illusies eigenlijk veel meer aandacht verdienen. Maar dat werd al op tal van plaatsen in mijn leven en dood verhalen belicht.   

Het zijn de gespiegelde inspiraties, fata morgana’s en struikelblokken gelijk, die net als logos en eros op alle niveaus van ons bestaan de richting van onze evolutie bepalen, en in die zin ware toekomstvisies zijn die in de diepte van ons voorstellingsvermogen onze schreden uitmeten. Als de tijden moeilijk zijn dient dat vermogen aangewend te worden om de ware natuur van de zwarigheden te begrijpen en op te lossen, zoals in 17 een eind gemaakt werd aan de schizoïde lus waarin onze aanpassing ons gevangen nam en die ons blinddoekte voor onze criminele behoefte slavernij te verduren van onze lopende band- efficiency. Welvaart en niet te vergeten vooruitgang kent zijn prijs. De markt kent geen andere eis dan te groeien, tot in het oneindige. Dat noemen we, ‘waardenvrijheid’. Je kunt het ook kanker noemen. In pathologische zin lijken markt, universiteit en individu verdraaid veel op elkaar. In het door mij geweigerde cynisme zit ook de weigering om afstand te doen van geloof, hoop en liefde. Geest kan niet sterven, en zo is het ook met geloof, hoop en liefde. Aanhouders, wordt wel beweerd zullen de winnaars zijn.

Opmerkelijk in 20 is dat het integrerend schizoïde talent die hemel en aarde in één blik omvat door de Fool op zijn troon wordt teruggezet. Alleen de geïntegreerde schizofreen, alleen de profeet, kan echt van dienst zijn bij het oplossen van onze dualistische natuur, waar de tegenstellingen jaar in jaar uit onze beste bedoelingen ondermijnen met de listigheid van de slang die soms Ouroborus heet. Ouroborus is ook wel het kringloopbewustzijn genoemd. Het sluiten van cirkels of het borgen van de belangen van toekomstige generaties    is een zaak die de Nul in de 20 ofwel de Sjamaan aangaat. De geweldige ouderdom van het symbool van de slang die duizenden jaren teruggaat in de tijd roept de gedachte op dat studie van eenheid en tegenstellingen dualisme schept. In die gedachtegang wordt Het Tao (de eenheid) zichtbaar in de dualiteit van YinYang.   

Het schizoïde talent kan maar beter niet genegeerd worden of onderdrukt. Dat is een angstreactie die overslaat op de supersensitieve schizofreen, waarmee we hem in feite aanzetten tot moordzucht of suïcide. Wat we vermoedelijk nodig hebben zijn een soort inrichtingen of academies waar de ene gek de andere gek helpt zijn gekkigheid tot expressie te brengen. Veel kunstenaars en onderzoekers slagen er in om hun gekte te balanceren met expressie, maar dat lukt niet altijd want de scheidslijn tussen chaos en een of andere orde is flinterdun. Genialiteit is een aspect van de schizoïde aanleg waarmee best te leven valt als het maar wordt toegestaan zich te ontwikkelen. Ik waag me aan de veronderstelling dat als we doorgaan dit talent te vermorsen wij aansturen op excarnatie van zo niet de mensheid, dan toch in ieder geval van de menselijkheid, een regressie waar ik liever niet over nadenk.

Wij stellen het als mens niet zonder visie, schoonheid, transcendentie en natuurlijk ons dagelijks brood, maar wie de aanleg heeft dat brood als symbool.te zien van primaire lichamelijke en spirituele behoeften begrijpt ook dat het ‘onzevader’ of ‘paternoster’ een mantra is van betekenis voor oost en west, en voor alles wat daar tussen zit.

Gezien de onderschatting van de invloed van geest op lichaam en vice versa, is het niet verwonderlijk dat bestuur of macht heel makkelijk in handen valt van een gek. Maar de gekte van het electoraat die geen onderscheid kan maken tussen noodzakelijke assertiviteit en gevaarlijke, krankzinnige agressie is een probleem waar we nog geen oplossing voor hebben, en het risico dat democratieën op democratische manier gebruikt worden om de democratie om zeep te helpen is een historisch feit en reden voor grote zorg wat de toekomst betreft. Als we er niet in slagen het schizoïde talent te integreren dan zullen op den duur de beelden van ‘een laatste oordeel’ ons de das om doen. Hier mag de opmerking dat er meer gekken rondlopen buiten dan in de inrichting een idee geven over de omvang van het probleem. Veel gekken zijn meesters in het verbergen van hun gekte. Of moet ik zeggen dat een gek te midden van zoveel andere gekken niet altijd meer is te onderscheiden van een omgeving die niet met gekte wordt geassocieerd maar het - zeker in potentie - wel degelijk is.

De gedachte dat iedereen wel een auto heeft, een telefoon en een computer, is wijdverspreid. Zij die vanwege armoede of overtuiging niet aan die verwachting beantwoorden vormen een onderklasse die steeds minder toegang heeft tot al die lokale services die we vanwege de vooruitgang en onze aannames daarover uit onze dorpen en stadsdelen hebben zien verdwijnen.

Krimp is een eufemisme geworden voor een toestand van achteruitgang die zich in geest en lichaam aftekenen. Wie eigenlijk liever buiten woont maar zijn boterham verdient in de stad en daar ook gehuisvest is heeft de strijd opgegeven  En zeg nou zelf, is iemand die dag in dag uit een leven leeft dat niet bij hem of haar past niet hartstikke gek?

De groei van voedselbanken laat zien dat de inmiddels geglobaliseerde armoede een feit is.

Met het marginaliseren van hele beroepsgroepen is sociale cohesie een verdwijnend punt op onze horizon. Steeds meer individuen verwachten dat het leven voor de volgende generatie, voor hun kinderen, aanzienlijk moeilijker gaat worden en minder kansen zal bieden om het uiteindelijke treffen tussen onder- en bovenlaag te voorkomen. Gelukkig kunnen we nog steeds passen op de plaats maken en een andere koers proberen, waarbij heel wat ideologieën zullen sneuvelen. Ik zal er geen traan om laten.

Wie geen visie heeft op het schizoïde talent heeft geen visie op het criminele talent. En mijn stelling is dat we daarmee onze overleving in de waagschaal stellen.

Wat we bij schizofrenen zien is dat ze zich meer dan gebruikelijk identificeren met wat wel het christus-bewustzijn wordt genoemd, en dus ook met de idee van het mensenoffer. De verlosser die zijn leven geeft voor de redding van de mensheid. Net als in het kruis zie ik daar de vereniging tussen het mannelijke en het vrouwelijke. Het vrouwelijke geeft zich over aan het mannelijke en het mannelijke aan het vrouwelijke. De strijdbijl van God of Godin moet uiteindelijk een keer begraven worden, en als dat gebeurt, je dat het einde kunt noemen van een tijdperk of van een bewustzijnstoestand die ons als mensdom zo lang in een toestand van beangstigende schizofrenie en criminaliteit heeft gedompeld.

Rood is de kleur van het kruis op kaart 20, rood is ook de kleur van begeerte en conflict, aandoeningen die we niet alleen maar moeten verbergen maar moeten leren begrijpen als uiting van verweer tegen de gegeven (wan)orde. Ik reken mezelf tot de middelmatigen met een gebrekkige toegang tot zonnelogos of christusbewustzijn. Dat wat daar contact mee zou moeten kunnen maken is een nog onvoldoend ontwikkelde intuïtiviteit. Maar volgens ‘overleveringen van belang’ kunnen concentratie, meditatie, genade en dankbaarheid in onderlinge verwevenheid een realiteit voortbrengen waar het goed toeven is, voor mij, voor jou en voor alle andere middelmatigen. Een realiteit waar de mens zijn menselijkheid mag aanvaarden en uitvoerder wordt van een plan die een wat spiritueler vorm laat zien dan de producten van instituties die steeds meer zijn gaan kiezen voor kwantiteit boven kwaliteit, van macht boven kracht, en waar menselijke problemen van achter een bureau opgelost zouden moeten kunnen worden, of anders wel door verzending van automatisch gegeneerde antwoorden die helaas en gewoonlijk geen van allen ook maar iets uitstaande hebben met mijn vraag of probleem. Gebrek aan cohesie, inderdaad! En gebrek aan recht. Erger, het zijn overheden die de oorlogsindustrie niets in de weg leggen robotwapens en ander spooktuig te ontwikkelen, de industrie schaliegas- of olie in poolgebieden te winnen, gebrek aan toezicht in stand te houden op ontwikkelingen in geneeskunde en farmacie, maar ook in ‘cyberspace’, gebrek aan zelfreinigend vermogen of het dwarsbomen en intimideren van burgers die hun recht zoeken in hun strijd tegen overheden.

Ik heb geen overzicht van alle overheids- en witteboordencriminaliteit, maar ik neem aan dat heel wat lezers uit eigen ervaring mijn lijstje kunnen aanvullen. Hoe schizofreen moet je zijn om in buitenlanden te roepen om naleving van mensenrechten en daar in eigen land steeds weer de hand mee te lichten.

De gekte van een individu doet niet onder voor die van de wereld. Oplossingen zijn er niet, tenzij we uitgaan van een paradigmaverandering die al sinds bijbelse tijden wordt aangekondigd en in verlossingsverhalen die sporen met de aankondiging van ‘een nieuwe wereld en een nieuwe mens’. De term ‘nieuwetijdskinderen’ verwijst naar de zucht voor veranderingen die ons op een heilzamer spoor in onze evolutie moet zien te krijgen.

Voor het bewaren van evenwicht bedenk ik dat onze vertegenwoordigers - politiek, wetenschappelijk of industrieel - toch vooral ook een toestand reflecteren die het burgerdom in de meest brede zin van het woord is aan te rekenen, en dus een plaats verdient in elk zelfonderzoek. Corruptie of onkreukbaarheid is een keuze die elke burger onder ogen moet zien.

Laat mij niet te snel wijzen met mijn vingertje, en als ik wijs laat het dan naar mijzelf zijn. Oordeel gaat niet alleen over wat ik van de schepping vind. Ondanks groeiende weerzin moet ik toch vaststellen dat het projecteren van alles dat me ongewenst is me nog altijd veel te makkelijk afgaat.

Mijn optimisme wordt gevoed door de idee dat onze gewilligheid om te leven, en te sterven aan al onze zelfgemaakte kruizen, een gretigheid toont die alleen maar op puur intuïtieve wijze een plek gegeven kan worden in de eigen configuratie. Want waarom creëren en accepteren we zoveel ellende als het ook heel anders kan? Waarom hebben psychologie en sociologie zo weinig opgeleverd in de gezondmaking van samenlevingen?

Tot nu toe heb ik de bereidheid van het lagere te willen sterven voor het hogere als een gegeven aanvaard. Maar bij nadere beschouwing is vanuit de evolutie gezien de ontwikkeling van intuïtiviteit wellicht de essentie van groot-arcanum, nummer 20. Als je iets wilt ontwikkelen moet je kennis hebben van hetgeen je ontwikkelt, maar die kennis is er niet (of nog niet), en je weet ook niet wat er voor nodig is om dichter bij die uitbreiding van bewustzijn te komen. Dat is wat zich ontwikkelt. Het vinden van heel persoonlijke oplossingen die causaliteit, empirie of logica overstijgen.

En juist hier komt - wanneer verwarring en nood het hoogst zijn - het belang van intuïtiviteit naar voren. Intuare, in de dingen zien, verlicht dat innerlijke genadepad dat we spiritualiteit noemen. Intuïtie gaat over wonderbaarlijke ingevingen. De etymologiebank beschrijft intuïtie met de woorden: ‘Onmiddellijke, spontane kennis of begrip van iets zonder dat de rede betrokken was bij de verkrijging daarvan.
Vaak doen we maar wat. Zonder voorkennis te handelen alsof die kennis wel aanwezig is heeft menigeen gered van opsluiting in een te beperkt wereldbeeld. Je kunt het ook bidden noemen voor- of geloven in een bepaald soort oplossing. Irrationeel gedag heeft menigeen wonderbaarlijke redding geschonken in levensbedreigende situaties waar de adrenaline stroomt als een rivier.

Wie in een heel slechte relatie terechtkomt zal zich wellicht herinneren dat er al van den beginne voortekenen waren voor de breuk met de Geliefde, met alle spijt en ellende van nu.

De kleine stemmetjes die we niet horen…., omdat dit soort stemmetjes geassocieerd kunnen worden met die van een schizofreen? Ho, ho, we zijn immers niet gek!

Tja, bewijs dat maar eens.

Er is moed voor nodig de eigen onwetendheid en middelmatigheid te erkennen. Echter, pas dan kan er ruimte ontstaan voor wat ik het schizofrene talent noemde. Als we bereid zijn te leren van de doldwaze fantasieën en soms beschamende acties van de innerlijke gek, dan zal duidelijk worden dat de eigen onvolmaakte zelfbeelden toch echt de illusoire buitenruimte spiegelen waarin de schizoïde conditie zich heeft verschanst, en van waaruit altijd onderscheid gemaakt moet worden tussen dit en dat, tussen wel of niet gek. Vanuit de ervaring weten we dat ontwikkelingen in menselijk gedrag veel tijd kosten. En zo ziet het er naar uit dat het intuïtiviteit is  die ons boven tijd en ruimte moet uittillen. Irrationeel gedrag! Noem het kunst!

De hoge energie van 19 moet in 20 vastgehouden worden, en daar hebben we nog geen batterij of accu voor uitgevonden. Maar die zit er wel aan te komen. Mentale discipline helpt ons in opvolgende scheppingen de zonnekwaliteit steeds beter te spiegelen, zonder dat we de boel in de hens steken. 

Out of the box thinking’, was een vondst in management kringen waar men de neiging tot collectief denken zocht te doorbreken met ‘brainstorming’. Deze techniek wijkt niet ver af van lateraal- en symbolisch denken. Je zou deze oplossing kunnen vergelijken met wat ik dan maar de herkenning van het geniale in de chaos van de ‘Fool’ noem.

We kunnen de droom van een wereld die op schoonheid en liefde is gebouwd in ons laten groeien; hoe onwaarschijnlijk dat, kijkende naar de toestand in de wereld, ook moge klinken. De meest vitale en misschien ook wel de oudste mantra van het westen is het Onzevader dat al in de vierde eeuw voor Christus in Griekenland bekend was. ‘Uw wil geschiedde op aarde zoals in de hemel’, verwijst naar de eenheid van alle dingen; zo boven zo beneden. Dat beeld van een luisterrijke, hogere werkelijkheid (buiten en binnen) is als een magneet die deze droom naar onze wereld trekt. De Hogepriesteres, het intuïtieve, is bezig de ‘Fool’ voor haar karretje te spannen, want juist in een wereld die nog steeds, maar niet lang meer, te eenzijdig wordt gestuurd door mannelijke kwaliteiten zoekt het vrouwelijke haar plek en haar toekomst. In een vorige editie van deze tekst schreef ik: ‘Twee is bezig de Nul in zich op te nemen en opnieuw geboren te laten worden'. Onzekerheid is juist nu een hoofdrichting in de wetenschap en vervolgens in de ordening van de wereld. De uitdaging om iets anders in chaos te zien dan alleen maar Apocalyps is gesneden koek voor kunstenaars en profeten, maar uiteraard zoeken we verlossing voor iedereen. Ik kan immers onmogelijk bestendig en volmaakt bewustzijn ervaren zolang er nog één kind in de wereld is die lijdt onder de misdaden van oorlog, honger, ziekte en verwaarlozing. In de eenheid ben ik, ben jij, dat kind.

Het staat ons vrij om elke verbeelding uit te proberen en vervolgens te beseffen dat deze probeersels onvolmaakte kopieën zijn van de oorspronkelijke ideeën of archetypen.

In dit besef vinden we de integratie van fantasie, ervaring en wijsheid een aanrader voor ‘viagra’- of voor ‘cialis once a day’- gebruikers. Laat het stromen. Houd je niet vast aan gedane zaken, maar creëer innerlijke patronen die wellicht in de illusoire buitenwereld - zoals we die ervaren - niet kunnen bestaan. Het toestaan van vereniging is niet slechts van seksueel belang maar wekt op alle niveaus van bewustzijn nieuwe energiestromen en nieuwe intermenselijke mogelijkheden. Empathie hoort net als meet- en rekenkunde geoefend te worden.

We zijn vruchtbare wezens die nog veel, heel veel, niet tot expressie hebben gebracht. Daarvoor hoeven we ons niet te schamen, laat staan te veroordelen. De getallen gaan niet echt over mooi afgebakende stadia in een onveranderlijk model, ook al heb ik voor mijn gemoedsrust geprobeerd een structuur te ontdekken waar ik blindelings op terug zou kunnen vallen. Vijf is het getal van verandering. In 4 x 5 moet de permanente verandering als essentie van elk van de vier elementen in balans worden gebracht; steeds weer. Het vloeibaar maken van vaste stoffen bijvoorbeeld  heeft niet alleen betekenis voor moderne alchemisten. Vloeibare kristallen worden toepast als Liquid crystal displays in beeldschermen, horloges en dergelijke, en we hebben gezien hoe steeds verbeterende technieken bijdragen aan een orde waar mensen op ongekende wijze in voortdurend contact staan met elkaar, maar ook in toenemende mate met de steeds groeiende databases op het NET, dat ons als visjes uit ons element haalt. Iets waar ik me aan het einde van het vissentijdperk wel wat bij kan voorstellen. Elke verandering in een van de vier elementen vergt aanpassing in de drie andere elementen.

Als mijn mineralen collectie mij iets heeft geleerd dan is het wel de sprookjesachtige schoonheid van al die verschillende kristal structuren, en de gelijkenis die deze structuren hebben met beelden die tot het biologische, tot het levende behoren. In de literatuur wordt gesproken over het ontstaan en de groei van kristallen.

De veronderstelling dat de vier elementen - telkens wanneer die tot eenheid versmelten - een totaal andere wereld neerzetten lijkt me vanzelfsprekend.

De Magiër staat voor een grootse klus, de creatie van een nieuwe wereld, van een nieuwe mens!

Voor menig lezer zal de gedachte aan kristallen associaties oproepen met Atlantis, en de dramatische ondergang  van dit legendarische werelddeel. Het aardige van legenden is dat ze altijd over het hier en het nu gaan. Opkomst en ondergang zijn van alle tijden en in elk individu steekt een magiër. We leven in een door geest geschapen wereld. Als de nieuwe wereld niet bevalt mag de magiër zich dit aanrekenen. Echter, wie niets probeert is een student die niets leert! Dat laatste rijmt en zou dus waar moeten zijn.


Wat de duurzaamheidsagenda betreft. Zonne-energie kun je alleen oogsten wanneer de Zon schijnt; windenergie alleen wanneer het waait. Zwaartekracht is er in onze sfeer altijd. Zwaartekracht is wellicht de manier waarmee de aanwezigheid van (heel veel) donkere materie en energie die parallel loopt aan de oneindigheid van het onbewuste beleefbaar (meetbaar) kan worden gemaakt. Ik zet mijn geld in op het nog niet aangetoonde bestaan van een (hypothetisch) subdeeltje dat graviton heet. 

Onder het kristal zit een ordening van atomen die met de deeltjes waaruit ze bestaan voorwerp zijn van deeltjesfysisch onderzoek. Het ontbreken van een quantummechanische beschrijving van de zwaartekracht is in onze dagen mogelijk de zwaarste intellectuele uitdaging die we ons kunnen voorstellen, maar het maken van voorstellingen is ons wel toevertrouwd. Fantasie staat aan de wieg van de fysica. Dezelfde fantasie die ook inhoud geeft aan de 22 sleutels die we Grote Arcana noemen. Ik noem ze hier sleutels omdat mijn fantasieën over 0 en 22, en alles wat daar tussen zit, toegang tot werelden opent die volgens het gezonde verstand niet kunnen bestaan, maar wel de potentiële zin zijn van alles dat behoort tot de wereld die we denken te kennen en die we daarom onze werkelijkheid noemen. De vraag hoe we aan onze ideeën van een solide, betrouwbare, maakbare en voorspelbare werkelijkheid zijn gekomen valt, hoe interessant ook, in het niet bij een andere vraag die Robbert Dijkgraaf in zijn tv-college opriep. Wat is een magisch heelal zonder magie? Een theoloog zou zeggen, ‘wat is een schepping zonder schepper?’

Als alles een illusie is dan ook de aannames en uitkomsten van quantum- of snaartheorieën.

Wie die vrijheid heeft veroverd, en niet meer geïmponeerd raakt door ervaring en bewijs, kan zijn unieke, bevrijdende bijdrage leveren aan het scheppingsproces, aan het zelf, aan de familie, de buren, de vrienden, en de vijanden.

Het kind is zo een wezen. Alles wat in zijn voorstellingsvermogen opkomt is waar. Bewijs en ervaring betekenen niets voor hem. Morgen bestaat niet, tenzij je morgen jarig bent en cadeautjes verwacht. Maar als morgen niet bestaat dan bestaat gisteren ook niet. Deze concentratie in het hier en nu maakt zieners van onze kinderen. En als we ophouden die vreemde fantasieën af te wijzen als te problematisch dan kan - wat ik het overlevingstalent noem - weer wat toenemen, hetgeen geen overbodige luxe is.

We zijn vergeten dat er onder ons doen en laten een ordening heeft plaats gevonden die gebaseerd is op oordeel. Ja en nee. Goed en fout. Progressief en regressief, statisch en dynamisch, enz.

De neiging om die heel persoonlijk ordening tot leidraad of dogma te maken moet doorzien worden om de eigen normen te kunnen wegen op de schaal die ook wel geassocieerd wordt met de graal waar het bloed van de verlosser in werd opgevangen, en die ervaren kan worden als een hoorn des overvloeds.

Net als in chaos tekent zich in de geestelijke verwarring van zichtbare- en onzichtbare moraliteit een lijden af die de vraag oproept: ‘Waarom moet mij dat nu juist overkomen?’

Die vraag toont aan dat het tijd wordt om de eigen standpunten onder de loep te nemen en herinneringen aan gebeurtenissen die mij ooit deden besluiten iets in te delen als goed dan wel kwaad in het actuele bewustzijn terug te halen. Want wat vandaag goed is kan morgen heel kwalijk blijken te zijn, of omgekeerd, en zonder verbinding met al die posities die vaak al in de kindertijd worden ingenomen kan het unieke ofwel het ware en het eigene niet ontsloten worden. Een mens denkt heel wat te kennen, maar zichzelf kent hij niet.

Zowel in de voorgrond als in de achtergrond zie ik op kaart 20 een man, een vrouw en een kind. We worden in dit eerste getal dat met een 2 begint uitgenodigd dualiteit als een inhoud van EENHEID te zien. EENHEID wordt niet herkend zonder ervaring van ‘veelheid’, een mantra die opgaat voor alle tegenstellingen. De drie energieën in de achtergrond bieden een onvolmaakt spiegelbeeld van die in de voorgrond. De veronderstelde waarheid is van individu naar individu gevoelig voor interpretatie , en elke interpretatie is, net als mening of opinie, de ingang tot werelden van duizelingwekkende variatie. Die veelheid kan ons diep ongelukkig maken maar ook uitzinnig van levenslust. Wie elk perspectief weet te waarderen als een representatie van dat wonderlijke, menselijke vermogen om zich veelzijdigheid eigen te maken, heeft flinke stappen gezet op weg naar de vrijheid. In de ogen van de omgeving verander je als het ware in een genie, een clown, een danser of een zanger. De caleidoscoop van briljante schoonheid brengt geluk zoals alleen een kind die ervaart.

De reden waarom de betekenis van ‘Oordeel’ voor mij zo onbereikbaar leek had zich verscholen achter mijn letterlijkheid. Een man is een man, een vrouw is een vrouw, een kind is een kind, en daarmee moest ik het maar doen.

Lang nadat ik me vooral voor een persoonlijke- en geheel eigen betekenis van woorden en ideeën trachtte te openen, begon ik te begrijpen dat mijn definities veelal vooroordelen en dus dooddoeners waren. Het onderscheid tussen ‘een vrouw’ en ‘vrouwelijke eigenschappen werd in de kringen waarin mijn opvoeding haar beslag kreeg niet gemaakt. Het was voldoende wanneer ik een vierkant kon onderscheiden van een cirkel en de door het collectief geaccepteerde namen voor die verschillende toestanden overnam.

Dat het graf op de kaart een metafoor is voor de begrafenis van natuurlijke intelligentie werd ik me vooral ook bewust toen ik dat wonderbaarlijke boekje ‘Hallo meneer God… met Anna’ van Fynn las. In de ontmoeting met dit uitgestoten en onbedorven kind stelde het wereldbeeld of de filosofische diepgang van Fynn niet veel voor. De kleine Anna leidde de grote Fynn in in haar wereld van betekenissen, en demonstreerde hoe met vragen om te gaan over leven en dood, over het goddelijke en het menselijke.

'Van alles de prijs weten en van niets de waarde', is een onderdeel van de gevaarlijke waan waarin we leven. Het materialisme heeft een behoorlijk geïsoleerde kijk op de zaken bevordert waarin je ideeën over 'universele dominantie' aantreft die ik best vergelijkbaar vind met de uitspraken van transhumanisten die niet tevreden zijn met de mens zoals die is. Het betere dat zij zoeken wordt door hen niet gezien als de vijand van het goede, en het goede komt voort uit het transcenderen van tegenstellingen. De superrobot, de schijn van oneindige superioriteit van kunstmatige intelligentie; het zijn concepten die vijandig zijn ten opzichte van het spirituele, kwetsbare wezen dat de mens is.   

Het herkennen van goed en kwaad, van vrouwelijke en mannelijke eigenschappen en het verlangen om deze eigenschappen met elkaar te verbinden leidt tot de creatie van het Kind, symbool van onze toekomst.

De inspiratie van 20 zit hem wellicht vooral ook in de stilte van de Nul. We zijn zo gewend aan innerlijk en uiterlijk lawaai dat stilte eerder gemeden wordt dan gezocht. Er is veel aandacht nodig om de bronnen van lawaai te leren onderscheiden. Pijn, net als plezier, kan een buldering zijn waar een opstijgende Airbus nog een puntje aan kan draaien. En dan het onafgebroken, vaak innerlijk commentaar: ‘Wat een lul, wat een onbenul, wat een slet, wat een flikker, wat een aansteller, wat een kille, koude kikker, en ga zo maar door…’

Het ‘stop the world; I want to get off’, kan heel goed betrekking hebben op die negatieve lus die ons steeds dieper onderdompelt in de neerwaartse richting van depressie en zelfverachting.

Het is goed hier om vast te houden aan de vergelijking van de Nul met de drager van onze toekomst, het kind, zoals ik me die in hoofdstuk 12 voorstelde, ook al noemde ik dat kind toen nog de sjamaan. Ik denk dat de sjamaan zich bewust is van het feit dat zijn of haar stiel in wezen spel is.., en zo ziet het er ook uit. In plaats van een goed geoutilleerde ‘intensive care’ afdeling werkt de sjamaan met stenen, plantendelen waaronder tabak en cannabis, trommeltjes, gezang en een dansje, al of niet op de mateloze maat van salvia. Denken aan de Nul doet me denken aan Marsman’s trefzekere:

Denkend aan Holland

Soms heb ik heimwee

naar dat land, en zijn zee.

maar als ik denk aan de menschen

wordt het verlangen gesmoord.

ik heb in hun zielen

geen spoor van weerklank gehoord

van de ontzaglijke ruimte

waarin zij leven;

noch dat zij zweemden

naar het accoord,

dat dag en nacht

langs hun kust wordt gehoord,

of naar de macht van hun beemden;

slechts hun ziel is met duister behangen

gelijk hun hemel.

gloed en verlangen,

hartstocht en onbevangen geloof

zijn in bedompte gebeden

langzaam maar zeker

gedoofd.

Marsman ziet hier iets over het hoofd. Wie zoekt naar weerklank van de ontzaglijke ruimte hoeft maar in een paar kinderogen te kijken om de kosmische aard van menselijk oorsprong in volle schoonheid te zien glanzen. Dat, net als de fontanel, die heldere blik gesloten wordt mag alle deelnemers in het opvoedingsproces aan het denken zetten.

Echter, in een wereld van constante verandering en toenemende complexiteit kan een oog dat gesloten is ook weer geopend worden.

Toename van kennis gaat in het algemeen over toename van complexiteit. De lege ruimte die in meditatie gezocht wordt leidt tot vermindering van complexiteit. Een bron van groot, innerlijk  rumoer is de mentale en lichamelijke spanning die zich ophoopt wanneer we de explosieve toename van kennis niet meer bij kunnen houden.

Al eerder drong zich de vraag op of de mededeling, ‘je bent een nul’, niet eigenlijk als een compliment opgevat moet worden?

Dit soort omdraaiingen leiden tot boeiende afwegingen. De dief die tijdens mijn vakantie mijn onverzekerde inboedel plundert; is dat alleen maar een boef, of zit er ook iets nobels in zijn karakter? Mij soberheid op te leggen door mij te ontdoen van 'een 'teveel', of van bepaalde obsessies, kan nooit alleen maar negatief zijn. De soberheid die me uiteindelijk door eigen bandeloosheid opgelegd wordt kan een zegen zijn wanneer ik de ruimte die ontstaat beoordeel vanuit mijn vermoeden dat afnemende complexiteit toename van ‘hier en nu bewustzijn’ kan produceren. Ergens zag ik de dief ook geduid als iemand die iets wat ik bezit veel harder nodig heeft dan ik.

Het niet meer bij kunnen houden van al of niet gewenste veranderingen leidt op vele niveaus van overleving tot ongewenst gedrag. Maatschappelijke achterstand en uitsluiting zijn, neem ik aan, aanjagers van allerlei vormen van protest en criminaliteit. Massa's kinderen in rijke landen die in armoede opgroeien. Economieën die nauwelijks meer in staat zijn de complexiteit de baas te blijven aan de ene kant; aan de andere kant een groeiend legertje van multimiljardairs die als een knagende worm de fundamenten aantasten van die economieën, en daarmee het democratische model. De dualist kan de noodzaak van een goed functionerende overheid onderschrijven, en tegelijkertijd van alles verzinnen om belasting te ontduiken. Brievenbus-bv's laten de bereidheid zien van nationale economieën om gesanctioneerde misdadigheid van wereldwijd opererende- en zeer machtige ondernemingen in stand te houden en zo mogelijk zelfs te bevorderen. Het komt mij voor dat het onderscheid tussen regeringen en misdadige organisaties voor velen onder ons niet meer gezien wordt.         

De 10 kilometers en de versmade, veel kortere weg die 11 biedt, bereiden samen de paradigmaverandering voor, een volgende lus in de spiraal van onze evolutie.

Een nieuwe renaissance is op handen. Om een stap voorwaarts te doen moet de regressie eerst een kritische omvang aannemen. Doorlaatbaarheid is het sleutelwoord. Het licht van een nieuwe ronde in bewustzijnsuitbreiding vernietigt de student wanneer niet het hele zenuwstelsel, niet elke lichaamscel daarop is voorbereid, niet voldoende geleidend is.

De deeltjesfysica symboliseert de snel toenemende belangstelling voor de bouwstenen van ons bestaan. De Hogepriesteres geeft leiding aan dit proces en heeft zich geassocieerd met de Nul om de noodzakelijke doorlaatbaarheid onderdeel te kunnen laten zijn van de gewichtige overgang naar een nieuwe wereld; als altijd een geestgeschapen wereld.

Wedergeboorte brengt tot op de dag van vandaag onze doden niet terug. Het stellen van vragen bij het ontijdig verlies van een geliefde opent een zwart gat en brengt pijnlijke onwetendheid aan het licht. Strevende naar een zekere mate van innerlijke vrede stellen we vragen waar volgens onze indoctrinaties geen antwoorden te verwachten zijn. Edoch, het leven, de natuur is sterker dan de leer. Waar het brein het af laat weten moet het hart inspringen, en aldus meten we de relatie met hen die er niet meer zijn met ons gevoel, zoals bidden en mediteren ook gestuurd worden door gevoel en compassie. In eerdere notities heb ik geprobeerd de verwantschap tussen fantasie en werkelijkheid, maar vooral ook de gelijkwaardigheid van die twee, voor mijzelf te verduidelijken. Het woord ‘fantasie’ te vervangen door het woord ‘voorstellingsvermogen’ leek iets meer sturing toe  te staan, ongeveer zoals ‘geleidefantasieën’ dat ook doen.

Waarom zegt men “de wekker gaat af” terwijl hij eigenlijk aan gaat?’, is een van die vele absurditeiten waarvoor je met groot succes te rade kunt gaan bij Wikipedia.

Een vraag hoeft geen grote eschatologische implicaties te hebben om toch duidelijk te maken dat we op oneindig veel vragen nog niet het begin van een antwoord hebben. We kunnen gissen maar zeker weten doen we het niet. Afhankelijk van persoonlijk oordeel maken we onze keuzes.

Meestal is snel duidelijk wanneer het zoeken naar een antwoord een ijdel tijdverdrijf is. In die gevallen rest ons weinig anders te doen dan ons te concentreren op de gestelde vraag, en die op soortgelijke manier te behandelen als een orakel.

Zo zou je kunnen bedenken dat het plaatsen van een Nul achter een Twee weinig toevoegt, tenzij mijn oorspronkelijke interpretatie van de Nul zo gek nog niet was.

Ik zou daar nu een interessante toevoeging aan kunnen hangen. ‘Als je niets weet of niets ziet is er nog altijd de mogelijkheid om de verbeelding in te schakelen. Een mogelijkheid zo grandioos dat ik er ongeveer een niet gepland, apocrief Hoofdstuk voor nodig denk te hebben om daar zicht op te krijgen.

Reductie van waakbewustzijn is als een sluimering waarin dromen zichtbaar worden, zoals afbeeldingen en kleuren waarvoor ik een donkere kamer, dan wel een camera obscura, nodig heb om beelden opgenomen te krijgen in mijn fotoarchief, mijn visuele geheugen, ofwel mijn verbinding met Akasha. De verduistering van het ene schept ruimte in het andere. Met de ontwikkeling van 'the Cloud' mogen we vanuit het symbolische denken nieuwe ontwikkelingen verwachten in onze relatie met 'het collectieve geheugen. Empathie en daaruit voortvloeiende solidariteit zijn nu de lichtjes aan onze horizon.

Morgen is voor vandaag een leeg begrip. Een leeg album dat gevuld kan worden met de plaatjes van gisteren.

Ik haat haar(hem)! Maar kijkende naar mijn foto’s zie ik dat ik haar (hem) gisteren nog zo lief had’.

Menig huwelijk zou gered kunnen worden wanneer de belangstelling en dankbaarheid voor al het goede dat ons gegeven is wat zou toenemen, en we de eigen, innerlijke leegte een wat positievere inhoud toekenden. Zoals de zaken er nu voor staan, verlaten we het bal voordat de muziek begonnen is. Maar in gezelschap van de Fool moeten we met welke consequentie dan ook rekening houden. Zelfs weglopen voor de feiten kan in 20 een zinvolle optie zijn want de zingever, dat ben ik, dat ben jij.

20 is het getal van het orakel en het orakel beslaat het hele spectrum van welke oorsprong dan ook. De Hogepriesteres is de hoedster van de innerlijke wereld die ons als spiegelbeeld van de zogenaamde werkelijkheid dient. Als we onszelf niet kunnen zien als de bron van die spiegelbeelden dan zullen we een zwart gat - en niet grote geest - als beginpunt van het ontstaan van een heelal beschouwen.

Spiegels draaien het beeld om in de zwartheid van een vreemd soort wijsheid. Het omgekeerde zwarte gat bleek vooral ook een hoorn des overvloeds te zijn.

Bij gebrek aan lucht moet de oerknal geluidloos zijn geweest. Stilte, leegte en duisternis zijn de kraamkamer voor al onze meningen, de oplossing voor alle meningsverschillen, want nul of niets is voor iedereen hetzelfde, de enige zekerheid. Aan het eind van die tunnel wacht ons een belevingswereld waarin loslaten, overgave en sereniteit vanzelfsprekendheden zijn; voor jou en voor mij. Het is die EENHEID waar al die verschillende bewustzijnsstaten zich voor zoeken te openen, ook al is daar nog geen bewustzijn van.

Stellingname (oordeel) ligt hier voor mij ter beoordeling. Ga ik uit van de volte of van de leegte? En maakt dat überhaupt iets uit? Een atheïst ‘moet toch minstens een beeld hebben van God om te kunnen zeggen dat die niet bestaat. Met andere woorden, wie de paradox schuwt heeft in 20 niets te zoeken; heeft in de Tarot niets te zoeken.

20 is het getal van het orakel in volle actie. Astrologen, kaartduiders, kippen-ingewanden- en koffiediklezers dienen er zich van bewust te zijn dat een symbool altijd een eenheid is die de paradox in haar waarde laat. Vol Ledig! Wordt aan die eis niet voldaan dan liggen manipulatie en zelfbedrog op de loer.

Kiezen we voor getallen die onze vooroordelen en aannames te eenzijdig positief of te negatief bevestigen dan ontsporen we wellicht in energieën waarover we geen baas zijn. Het ik op een troon te plaatsen is even schadelijk als een ik dat beschouwd wordt als voorportaal van de hel. Beter kunnen we, uitgaande van onwetendheid, ons de lessen van Gematigdheid aantrekken en kiezen voor een positie die de afstanden tussen de tegenstellingen herleid tot innerlijke ruimte, tot leegte of stilte, een uitnodiging aan alle meditatief ingestelde onderzoekers van de binnen- en de buitenwereld.

Wie aanneemt dat TWEE over ik en een ander ik gaat, is al goed op weg om die ander als een innerlijke inhoud te zien, waar kritiek op het andere ik altijd zelfkritiek blijkt te zijn, en aldus, vind ik, extatisch inzicht biedt in de speurtocht naar zelfkennis.


Oordeel of standpunt associeert met partijdigheid, dan wel onpartijdigheid.

Jij hebt gelijk, de ander ongelijk. In gedachten houdend dat die ander deel uitmaakt van mijn innerlijkheid kan ik hier fantasieën koesteren over een innerlijke strijd die zich voornamelijk in het onbewuste afspeelt. Ik kan mij nog wel voorstellen dat ik afhankelijk ben van allerlei omstandigheden die het doen voorkomen dat ik dan eens het ene, dan weer het andere vind. En dat er dus weinig consistentie is te vinden in mijn oordeel. Als ik mezelf als een dynamisch wezen beschouw dan mag ik geloven dat die dynamiek wellicht voortkomt uit een innerlijke strijd, een dynamiek zo heftig dat ik al gauw denk aan een gelijkwaardigheid van Nul en CHAOS. Stilte en duisternis zijn geen franje voor spiritueel genieën maar onmisbare aanwezigheden bij het identificeren van de oorsprong van de Nul zoals ik dat geprobeerd heb te doen in de eerste hoofdstukken van mijn verhaal. Ik ben de Nul en zal mijn Nul-Natuur moeten inzetten om inzicht te krijgen in mijn oorspronkelijkheid en in de potenties van mijn aanleg. Eerbied en dankbaarheid voor Grote Geest mag in 20 vertaald worden in eerbied voor de natuur, voor alle natuur, waarbij bedacht kan worden dat cultuur toch vooral ook toe- of aangepaste natuur is.

Ik denk aan de tweevoudigheid van alles wat we menen te weten of waar we het bestaan van hebben aangenomen alsof we het over licht en schaduw hebben of over verhevenheden en verdiepingen. Tegenover mijn vallen in getallen staat de zweefkracht die concentratie op getallen dan wel archetypen met zich meebrengt. Boven mezelf uitstijgen, is de meerwaarde waar ik in de samenkomst van de zogenaamde tegenstellingen steeds meer op ben gaan rekenen. Niet alleen als sensatie, maar als een intieme herinnering aan oudere werelden.

Ik kan vallen en ik kan opstaan., Ik kan leven en ik kan sterven. Alleen maar het positief geachte deel te erkennen en mij af te sluiten voor het negatief geachte deel heeft tot gevolg dat ik weinig of niets leer van mijn ervaringen. Pilletjes tegen angst en pijn vallen symptomen aan; maar laten de oorzaak onverlet; doen ons in veel gevallen zelfs vergeten dat het lijden om verandering vraagt, maar ook om inzicht in de samenhang tussen lijden, leren en genezen. Dat dat lijden heviger wordt naarmate we weigeren die samenhang te erkennen mag duidelijk zijn.

De ‘via dolorosa’ of de ‘via negativa’ associeert hier met de eerder genoemde omweg. Via zus of via zo, maar met de onderliggende wetenschap dat de duisternis van lijden en vervreemding ondanks uitzichtloosheid de kortste weg is naar inzicht in ‘ik’, ‘zelf’, ‘ziel’ en ‘bewustzijn’, want dat zijn de beloften die steeds weer uit de duisternis oprijzen. Begrippen als, ‘Zwarte Madonna’ en ‘Zwarte Zon lijken vooral dienstig te zijn in de voorstellingen die ik maak over het wereldwijd voorkomen van waaghalzen die er steeds weer op uit moeten om de eigen angsten en schaduwen in de ogen te zien. Ik vergelijk die angsten met wolken neutrino’s, en gebruik ik daarbij Wikipedia, dan lees ik: ‘Doordat het neutrino zo weinig wisselwerking vertoont met materie, gaat het bijna ongehinderd door gewone materie heen’.

Hebben we het hier over ‘helder zien?’ Dat zou zo maar kunnen. Een aardige opsteker voor de materialist die ik toch steeds weer blijk te zijn!

Doorlaatbaarheid’ als een voorwaarde voor het beleven en begrijpen van de interactie tussen licht en duisternis. Met de neutrino’s in gedachten bedenk ik dat we daar weinig keus in hebben; net zo min als ik de Zon kan weerhouden van zijn gewoonte om op een bepaald moment van de dag op te komen of onder te gaan. Dat wat ik niet meet of weet behoort wellicht tot de raadselen waarin het ene ik zoveel groter lijkt te kunnen zijn dan een ander ik. De Nul die ook voor het zwarte gat stond nodigt uit de denkbeelden te laten voor wat ze zijn maar manieren te vinden de doorlaatbaarheid te doen toenemen. De manier om die doorlaatbaarheid te verruimen is te vinden in het stoppen van het innerlijk commentaar op de stoet van beelden waardoor we van moment op moment worden bezocht. Alles onder te willen brengen in een indeling die slechts goed en fout kent als norm voor onze fantasieën en ons handelen, biedt onacceptabele beperking en vernauwing. Stel je voor dat er in onze musea en in het openbare leven slechts twee smaken zichtbaar worden gemaakt. Wie kan, of liever wie wil, zich zo een zwart-witte wereld voorstellen? 

Ik niet!

En dus zoek ik  de omweg, zoek ik de kleuren en geuren die in eindeloze variatie de schoonheid en betekenis van het geschapene eer bewijzen, maar vooral ook zoek ik de horden die de beleving van het palet beperken.

De mate waarin ik in staat bent mijn projecties terug te trekken en de duisternis ‘in mijzelf’ te zoeken, bepaalt de eventuele ontwikkeling van mijn eigen noodzakelijk geachte verlichting. Van mijn LSD ervaringen herinner ik me vooral de aanvankelijke schemering; en de verdieping vervolgens in mijn kleurbeleving. Schoonheid wordt zo overweldigend dat opgepast moet worden er niet in te blijven hangen. De eerste eis van het leven is toch mee te gaan in het Panta Rhei van doorstroming en ontwikkeling. Overgave aan de openbaringsstroom staat wat mij betreft gelijk aan een vermindering van het zwart-wit denken in onze dualistische set-up. Meetbaarheid op zich levert geen bewijs voor het bestaan van wat dan ook, net zomin als onmeetbaarheid de onbestaanbaarheid van wat ook aantoont. Sterker, de uitspraak dat iets niet meetbaar is, is een meting in zichzelf.

Oordeelloosheid in het bewustzijn van de ervaring van voortdurende openbaring is zo een onmeetbare meetbaarheid.

Een uitsluitend negatief oordeel over een gegevenheid snijdt de student af van de positieve ervaringen die dat ding als symbool vertegenwoordigt. Elk deeltje kent tenslotte zijn tegendeeltje.

Het gaat er niet om iemand of jezelf op zijn nummer te zetten, maar wel om er altijd op uit te zijn kant en tegenkant op te merken die samen de cirkel vormen, en ook samen de meerwaarde produceren die we in onze naar transcendentie reikende verlangens nodig hebben om de training in het ervaren van Eenheid op gang te houden.

Iemand die de Dood niet wil zien zal ook niet snel opmerken dat het een doods leven is waar hij werkelijk bang voor is. Angst voor een leven zonder droom, zonder exploratie van het doodbewustzijn – vergelijkt niet onaardig met ‘bedorven voedsel’, of met bedorven overlevingsbronnen in het algemeen.

Iemand die te bang is voor Oordeel komt nooit toe aan een wat vollediger zelfanalyse. Kun je in een gegeven symbool niets dan positiefs ontdekken dan ontneem je jezelf de mogelijkheid ideeën over de Zwarte Zon, en de Zwarte Maan (of Madonna) te ontwikkelen, en speelt de creatieve strijd tussen mannelijke en vrouwelijke eigenschappen zich af buiten het bewustzijn van de kandidaat magiër die daar vervolgens geen invloed meer op uit kan oefenen. Dat het positioneren van 2 op de eerste plaats, en EEN op de tweede een draai aan je leven geeft die alleen nog maar vergeleken kan worden met de zaligheid van de liefde en het wonder van intimiteit. Nooit meer alleen! Altijd samen met iets dat zich van binnen roert en altijd al gericht was op een scheppingsverhaal dat zich nog maar voor een heel klein deel heeft geopenbaard. Op gevaar af dat ik mezelf overmatig herhaal dient hier toch nog maar eens gezegd te worden dat de duisternis de baarmoeder is van alle bekende en onbekende sterren. Angsten kunnen benut worden als we maar ophouden bang te zijn voor angst. Trouwens, hoe zouden we moeten weten wat moed is als angst ons niet uitdaagde die moed te mobiliseren?

Ik ben overigens van mening dat de moed die nodig is om in incarnatie te gaan een grote pluim zet op de hoed van alle ruimtereizigers waarmee ik mijn bestaan deel. ‘Respect man’!

Mijn mantra bij het aangaan van menselijk contact kan niet anders zijn dan: ‘Jij eerst, ik tweedst’, niet om braaf te zijn maar om flexibeler te worden in de omgang met ego, en met Oordeel!

Voor hen die durven leven en sterven valt hier een koninkrijk te winnen.

Het niet weten zoals we ons dat voorstellen in een beschouwing van NUL verwijst naar van alles en nog wat, maar dus ook naar de vele contacten die er geweest zijn tussen orakel en mensen die juist niet op zoek zijn naar de NUL. Zij willen antwoord op hun vraag, ook als ze eigenlijk niet weten wat de vraag precies is.

Tussen de bedrijven door ben ik een kaartlezer, en de verwachtingen waarmee ik benaderd word zijn vaak ver verwijderd van het haalbare. Ook al zou ik helderziend zijn dan wil dat nog niet zeggen dat ik het onbewuste aan touwtjes heb. Ik moet dan uitleggen dat iedereen het heldere zien als potentieel in zich meedraagt en dat het een kwestie is van verstilling en aandacht om ruimte te geven aan de nog onbewuste talenten.

In veel gevallen is het juist ook de honger naar het wonder (het bovenmenselijke) die onderdeel uitmaakt van de gewoonlijk onbekende redenen van zoekers om mijn toko te bezoeken.

We voelen ons leeg, en beroofd van identiteit. We missen iets!

In plaats van in te gaan op de hocus-pocuskant van het orakelwereldje bied ik liever iets aan dat minder te maken heeft met geloof en emotie, en meer met ervaring en geweten. Ik wil kennelijk bruggen bouwen.

Ook al vind ik mooie beelden en woorden die mij een gevoel van tevredenheid zouden moeten geven, weet ik toch diep van binnen dat de mate waarin ik ben ontwaakt bepaalt in welke mate ik mijn droom terug vind in mijn dagelijkse realiteit. Ik zoek de verbinding tussen stilte en waakzaamheid. Een slaperig, halfbewust bestaan is mij op langere duur niet gegund. 

Ik stelde zo-even voor in EEN TWEE te zien, en in TWEE EEN.

! associeert met het mannelijke

2 associeert met het vrouwelijke.

Als ik er van uit ga dat dualiteit in diepste wezen voortkomt uit de spanning tussen God en Godin, tussen rede en gevoel, ben ik denk ik al een stuk dichter bij iets dat wellicht met ‘verlichting’ heeft te maken.

1 is de spreker.

2 is de luisteraar.

De noodzaak om de zintuigen te ontwikkelen, om een gewetensvolle relatie aan te gaan met de aardse sfeer, staat de aanname toe dat wij in die sfeer zijn geïncarneerd om er iets van te maken, misschien wel om eenheid te bereiken met het waargenomene. De omzetting van het profane naar het sacrale maakt wezenlijk deel uit van onze zegetocht richting het zelf, richting ‘de ziel’. Het is de weggeworpen steen die we nu nodig hebben als hoeksteen voor onze bouwsels. Omdat wij praktisch alles wat natuur is op de tweede plaats hebben gezet ter bescherming van menselijke, vaak heel korte termijn belangen, zal de omzetting van het profane in het sacrale nog op zeer beperkte schaal plaats vinden. Met name in duurzaamheidskringen wordt aangedrongen op biodiversiteit. De overleving van soorten wordt steeds belangrijker gevonden omdat de praktijk aantoont dat met de toename van kennis van variatie steeds meer bouwstenen worden ontdekt die hedendaagse problemen kunnen helpen oplossen. Dat deze oplossingen gewoonlijk nieuwe problemen creëren lijkt me een geschikt onderwerp voor een liefdevolle meditatie.

Ik denk dat zolang we het dualisme blijven voeden we nog niet gereed zijn om de eis vooral onszelf te ontwikkelen, als ware dat zelf ‘een hongerend derde wereld kind, in te willigen.

Begon de wetenschap met bestudering van de natuur, zo zal die toenemende kennis uitgangspunt worden in een urgente en massale behoefte de eigen aanleg of de eigen natuur onder ogen te zien.

Oordeel!

De vraag wat belangrijker is, bevrediging van allerlei persoonlijke begeerten of overleving van de soort, en dan bedoel ik de menselijke soort, begint langzaam door te dringen, hopelijk niet te langzaam. IJsberen, olifanten en neushoorns, maar ook het koraal en regenwouden die uitsterven. Dat is niet een verhaal dat zich buiten de mens om afspeelt. Keihard oordeel vindt terecht dat de mens in al deze gevallen een massamoordenaar is.

Voor de holist is de aarde een levend organisme. De schade die we dit organisme hebben toegebracht is niet meer te overzien. We zitten op een doodlopende weg, weten we, maar klampen ons vast aan kleinzielige escapismen, en aldus dreigen wij onszelf op te blazen in een griezelige toepassing van obesitas.

Een andere woekeraar in het tuintje van zijn en welzijn is kanker.

Genoemde zwellingen wijzen in dezelfde richting. Met minder meer doen, dat is en blijft een van onze grootste uitdagingen! Net als de wetenschap dat voorkomen veel goedkoper is dan genezen.

Ik leef in een krimpgebied en mijn waardering voor krimp neemt dagelijks toe.     

Toenemende rust en stilte zijn manifestaties van afnemende angst voor het duistere gat waar we doorheen moeten om bij het licht te komen. Een wandeling door de stad leert dat stresskippen niet alleen voorkomen in daartoe ingerichte concentratiekampen.

Als het kritische vermogen ten grondslag ligt aan filosofie of psychologie die paden aanleggen naar de vele aannames die wij kennis noemen dan ontstaat er vanzelf een verlangen of zelfs noodzaak om het kritische vermogen bewuster te ontwikkelen. Vooral in tijden van crisis waarin we ervaren veel minder controle te hebben over de uitkomsten van onze overtuigingen en handelswijzen dan we dachten kan het orakel dienen als de omweg die uiteindelijk de kortste bleek te zijn. Omdat 20 over het orakel gaat mag Oordeel niet zwijgen wanneer we er onze vragen aan voorleggen. Dat zal ook de reden zijn dat het oordeel van het orakel zo gehuld is in onbegrijpelijkheden. Ik kan de I Ching openen en vragen waar ik de komende 24 uur op moet letten. Het antwoord kan dan bijvoorbeeld zijn:

Als je in het midden wandelt en de vorst bericht, zal hij volgen. Bevorderlijk is het, gebruikt te worden bij het verleggen van de hoofdstad’.

Symboliek versluiert maar kan dus ook ontsluieren. Ik kan vragen om uitleg maar dan loop ik het risico dat ik niet de eigen spontane associaties aanspreek, maar die van een ander, en dat draagt geenszins bij tot de zelfkennis waartoe het orakel oproept.

Als voor mij de stad het huis is van de bourgeoisie dan moet ik mij wel verdiepen in de rol die de opkomst van de bourgeoisie heeft gehad op de creatie van de moderne mens en haar ethische doelstellingen. Iemand anders zal wellicht bij het woord ‘bourgeoisie’ in de eerste plaats denken aan een verhoogde staat van stress, of een verruimde keuze aan culturele expressies. Ik heb een boek open liggen (Mccloskey) waar een relatie wordt gelegd tussen kapitalisme en burgerlijke deugden. De stap van goddelijke- naar eigen (burgerlijke) verantwoordelijkheden (en omgekeerd) is gezet en heeft wat mij betreft het gezicht van de wereld voorgoed veranderd.

Elk antwoord is goed maar de context (lokaliteit en keuze van het juiste tijdstip) bepaalt of mijn antwoord helder genoeg is om de verlichtende energiestoot te genereren die de loop der gebeurtenissen in mijzelf, in individu, maar ook in de samenleving, een nieuw medium kan geven. Als ik kijk naar de ontwikkeling van informatiedragers in IT dan moet ik wel op de gedachte komen dat we in een informatie-explosie terecht zijn gekomen waarbij ik me afvraag of we wellicht het Tijdperk van het Grenzeloze hebben bereikt. Als ik luister naar het gevaarlijke gebabbel van de neoliberale miljardairs, is het goed mij te herinneren dat ideologieën ongelooflijk veel narigheid hebben gebracht, en dat nog steeds doen.  

Het kunnen omgaan met het orakel vergt mentale ontwikkeling. Dat lijkt simpel zat, maar luisterend naar de gemiddelde politicus moet ik concluderen dat mentale helderheid een schaars goed is. Ook het geraaskal van theologen, wetenschappers, journalisten en mezelf doen mij reikhalzend uitkijken naar onderwijssystemen die in staat zijn om zeg maar het goede en slechte denken (en de gevolgen daarvan) van elkaar te onderscheiden. Lezers die zich ergeren aan mijn arrogante verwerping van het denkvermogen zoals die zich dagelijks manifesteert mogen wat mij betreft antwoord geven op de vraag of de chaos in vele delen van onze wereld niet een rechtstreeks gevolg is van veel te veel verschillende levensbeschouwingen die elkaar niet verdragen. Associatief denken is een eigenschap van menselijk functioneren, zodat iedereen die denkt deelneemt aan het innerlijke avontuur die het geven van persoonlijke betekenis nu eenmaal is, hetgeen raakt aan de kern van alle symbolische omzwervingen. In zijn abstractheid, ontdaan van kapstokken waar nieuwe dwaasheden aan opgehangen kunnen worden, kan de vraagsteller stapje voor stapje zijn idioom zuiveren van woordspelletjes en ideologieën die dus al te vaak eerder verdelen dan verenigen.

Een astroloog die beweert dat een bepaalde horoscoop een 7jarige periode van verwarring op de kaart zet gaat wellicht zijn boekje te buiten. De mentale ruimte is een stroomgebied met een delta, met moerassen, met overstromingen en bij onderdompeling met een doop in de kwaliteit mezelf te overstijgen. Er bestaat niets dat voor goed afrekent met spirituele honger. Oneindigheid gaat tenslotte ook op voor honger. Ik kan mij geen hemel voorstellen zonder een gezonde appetijt. Woorden kunnen de ervaring niet vervangen maar ze zijn wel in staat een bijdrage te leveren aan het OORDEEL dat we hebben over die ervaringen. De idee die ik heb over mijn gevoelswereld is een voorstelling die aan voortdurende verandering onderhevig is. Maar de waterige wereld van 2 is ook de spiegel van tot nu toe onbewuste en niet zelden conflictueuze inhouden die groei en transformatie frustreerden. Woorden creëren kwalificaties die te vaak eerder beperken dan nieuwe ruimte scheppen, en dan kun je wachten op nieuwe rampen en overstromingen, of op het tegendeel daarvan. Hemel en hel hebben we echt in eigen hand. Oordeel is tenslotte ook maar een mening, en meningen veranderen van dag tot dag.

Bovengenoemde astroloog stuurt naar mijn smaak teveel. Zeven alleen maar op te voeren als een tijdseenheid en niet als een verwijzing naar talloze andere mogelijkheden die - positief en negatief - verbonden kunnen worden met de evolutionaire kwaliteit van het orakel (en van de ziel) doet de student meer kwaad dan goed. Zeven kan voor perfectie staan maar ook voor weerstand.

Verantwoordelijkheid nemen voor de suggestiviteit die in Oordeel besloten ligt is niet optioneel maar een eis van menselijke evolutie. Het gevoel te eniger tijd afgerekend te worden op alle keuzes die we maken is als stok achter de deur zo slecht nog niet. Ik zou niet graag leven in een wereld waar keuzevrijheid op één lijn gesteld wordt met anarchie, en waar martelkamers worden ingericht om mij op het rechte pad te houden.

Een bezoekster kwam mij afrekenen op mijn uitspraak dat het lot haar gunstig gezind zou zijn. Ze kwam met een handvol bewijzen dat ik het bij het verkeerde einde had en dat van haar liefde schandelijk misbruik was gemaakt. Dat ik ook had gezegd dat de dingen die we willen niet noodzakelijk goed voor ons zijn, was ze vergeten, en het kostte wat heen en weer gepraat alvorens ze inzag hoe vaak ze al verwachtingen had gekoesterd zonder rekening te houden met nota bene haar eigen voorgevoelens en doodgezwegen kritiek.

Het wegen van woorden en ideeën omdat het zulke fatale scheppingsmechanismen zijn is de procedurele aanloop voor een juist Oordeel.

De dwaling van de rechterlijke macht berust op blindheid. Zij beoordelen het negatieve en brengen het daarmee in de realiteit. Een misdadiger dient aangemoedigd te worden zijn criminele, vindingrijke en avontuurlijke eigenschappen aan te wenden voor opbouwende en uitdagende doelen. Dieven vang je het beste met dieven.

Woekeren wordt niet als een deugd gezien behalve wanneer het over talent gaat.

Het moet mogelijk zijn dat criminele talent duidelijk te maken dat zij zich weliswaar negatief heeft onderscheiden maar dat de achterkant van deze negativiteit positieve deugden bevat waar de maatschappij niet zonder kan. Straffen horen trainingen te zijn om de individualiteit zo uit te bouwen dat ze ingezet kan worden op posten waar de eigenschappen van de crimineel tot hun recht komen. En wat is een crimineel? Amerika is dank zij een invasie aan ongeregeld tuig de grootste en de sterkste geworden van alle naties.

Om te overleven hebben we alle aanwezige talent hard nodig. Er moet zoveel rechtgezet worden, zoveel beschermd; er komt een tijd dat we openlijk wensen meer van dat talent in huis te hebben. Het vergt moed en vindingrijkheid om de grenzen van onze bekende ‘werkelijkheid’ te exploreren. Maar het misdadige talent wil in de diepere lagen van zijn wezen niets liever dan ingezet te worden als buffer tussen het geregelde en het ongeregelde. Ik ken een ‘hells angel’ die als ik hem zo aanhoor een rivaal zonder met zijn ogen te knipperen uitschakelt maar hevig geëmotioneerd raakt wanneer er iets vervelends gebeurt met zijn hond, of met oma. Het onderscheiden van de oorzaken van geweld zou voor wat evenwichtigheid kunnen zorgen in een wereld die Europa ontdeed van een hoop crimineel tuig gedurende de koloniale veroveringen en de verspreiding van westerse waarden. Als onze wereld te klein, te gespecialiseerd of te ontwikkeld is geworden voor de traditionele lozing van ongewenst tuig - terwijl zelfs heel kleine landen of terroristische organisaties in virtualiteit en werkelijkheid groot kunnen groeien en levensgevaarlijke massawapenen kunnen stelen, ontwikkelen en Bij gebruik gebruiken. inzetten - , dan krijgen we te maken met een nieuwe Nul Fase en hebben we angstbehandeling nodig die in het geregelde burgerdom of in de politieke arena nauwelijks te vinden is.

Als echter de bestaande structuren geen toekomst meer bieden en risicovolle vernieuwingen ons uit de problemen moeten halen dan gaat er iets op zwart. Dan bevinden we ons in de (gewenste) duisternis waarin nieuw licht zich kan manifesteren en aanschouwd kan worden.

Helaas wordt het volkssentiment aangesproken op voorstellingen van een grotere ruimte als zou die de natuurlijke verblijfplaats zijn van een boze genius die uit is op de vernietiging van de menselijke soort. Starwars en laserkanonnen zijn de opvolgers van slinger, pijl en boog; om over het risico over de rand van de wereld te kieperen - wanneer je te ver wegvoer van de kust - nog maar re zwijgen. Het verruimen van mijn horizon gaat gepaard – overeenkomstig de inhoud van hoofdstuk 12 - met de verschijning van demonische beelden. Schizofreen en crimineel delen in een bewustzijnstoestand die in sporttermen gesproken de jongens scheidt van de mannen.

Bewustzijnsverruiming is geen spelletje voor angsthazen.

Overtuigde militaristen, dragers van een variatie op het criminele talent, kunnen ook probleemloos ingezet worden voor het bereiken van ruimtelijke posities van waaruit de humanitaire en ecologische positie van onze wereld gespiegeld kan worden. De tijd voor een sprong van deze planeet zegt mijn 0 in mijn 20 is bereikt. Als de stoom niet kan ontsnappen explodeert de ketel. Ideeën van Gerard O'Neill om ruimtekolonies te bouwen kunnen bij uitvoering de agressieve tendensen op onze overbevolkte planeet verminderen en een uitweg bieden aan een levensgevaarlijke race voor toegang tot steeds schaarser wordende grondstoffen die essentieel zijn in het hedendaagse proces van leven en overleven.

We hebben de 20ste eeuw achter ons gelaten, een tijd van afrekening, met als hoogtepunt het eerste rapport van de Club van Rome. Toen al had er ingegrepen moeten worden maar we waren nog te verdeeld en te druk met de creatie van duisternis die ons in 21 een nieuw licht moet laten zien.

Als wij niet universeler leren denken zullen de positieve eigenschappen van 21niet benut worden en kunnen we ons maar beter voorbereiden op het einde, want dat is wat 21 in de Tarot ook is, een eindstation, de terminale uitkomst van eeuwenlang wangedrag. Een conflict met de natuur die we niet winnen kunnen. Het is tijd voor de vrouwelijke eigenschappen om op te staan en integratie te zoeken met de mannelijke eigenschappen, en dat is wat 21 is, de versmelting van de tegendelen in één beeld!

Op naar 21 dus maar, de laatste uitdaging binnen de zelfgestelde opdracht mijn licht te laten schijnen op de paden die de 10 sferen in de levensboom met elkaar verbinden.

Crowley noemde het 21ste Arcanum ‘het Universum’. Als wij het universum zijn dan is er niets dat ons weerhoudt het innerlijke spiegelbeeld daarvan te exploreren en ons tot woning te maken. Een fijn ezelsbruggetje naar de betekenis van Oordeel ziet er bij mij zo uit: ‘In 5 vond ik een hele grote mond. In 20 vind ik het oor dat naar het lawaai van 5 luistert. We kennen allemaal de frustratie van bijeenkomsten waar iedereen praat en niemand luistert. Als 20 daar iets aan kan doen, als jij en ik daar iets aan kunnen doen, dan zetten we een reuzenstap in de kunst van het versmelten en in de verwerkelijking van EENHEID.

Mezelf opsluiten in een simpel vriend- vijand model heeft als strategie de internationale politiek geen goed gedaan en zal uiteindelijk ook niet goed zijn voor mij.

 

Joachim Bunders

Vervolg Vallen in getallen 21 De Wereld

 

Partij voor de Liefde

Home - Partij voor de Liefde

28 maart 2024

Bilingual (English & Dutch) website of the international visionary social political movement and Party for Love Governance inspired by Saint Germain of The Great White Brotherhood. - Tweetalige website van de Partij voor de Liefde, een politieke beweging en partij voor de Gouden Eeuw van Aquarius

We hebben 187 gasten en geen leden online

zoeken

Ander Nieuws +